Inhoud blog
  • WUIVENDE HALMEN, die laatste zomer
  • WIE IS FONS DEHOUWER
  • ANNELIES, liefde, geluk en verdriet
  • HOOGLIED VAN DE LIEFDE (spirituele uitgave Hajefa)
  • MACHIANTA - liefde tussen twee culturen - Fons Dehouwer
  • VROEGE OOGST - Streekroman - Fons Dehouwer
  • IK BEN JE DANKBAAR
  • LIEFDESDROOM
  • MIJN RANKE ROOS
  • IK HEB EEN MOOIE TIJD GELEEFD
  • HIJ WAS ALS EEN CLOWN
  • ODE AAN EEN JEUGDLIEFDE
  • MIJN KINDEREN
  • Overlijden van mijn vriend (Fons Wuyts)
  • IK BEN NU OPA
  • SAMEN IN HET DONKER
  • IK ZOU ZO GRAAG VERLIEFD ZIJN
  • IK MIS VAAK IEMAND...
  • EENS...
  • IK BEN VANDAAG GELUKKIG
  • BLIJF BIJ ME VANNACHT
  • JIJ WAS MIJN EERSTE LIEFJE
  • 'S MORGENS GOEDE MOED
  • EEN TRAAN
  • BETAALDE LIEFDE
  • BLOEMENMEISJE VAN TAHITI
  • AARDBEIBLOESEMS
  • MIJN LIEFSTE
  • MIJN BOERDERIJ
  • DE HERFST VAN HET LEVEN
  • HET GEEFT NIET ALS JE WEGGAAT
  • DE DOOD VAN TRASKE BEGGES
  • JOSIENTJE
  • COWBOY'S LIEFDE
  • CHAREL VAN DEN EKKELBOER
  • EEN DROOM PROGRAMMEREN
  • JENNY
  • DE WIJSHEID VAN MIJN MOEDER
  • IN ELKE STAD
  • DE STRAATMUZIKANT
  • ALS JE MAAR IN MIJ GELOOFD
  • EEUWIGE LIEFDE
  • HET STRAATMEISJE
  • DE SCHARENSLIEP
  • HERINNERING
  • PURDY
  • LIEFDE IS...
  • IK GELOOF
  • GEBOORTE VAN EEN KIND
  • HET WARE GELOOF
  • HET WEERHUISJE
  • GEDACHTENISPRENTJE
  • DIE EERSTE GLIMLACH
  • DAT IS GELOVEN
  • GLIMLACH VAN EEN VREEMDE MAN
  • EEN NATTE DROOM
  • VANAVOND ZIJN WE MET ONS TWEE
  • LEMMERICKS
  • WEES EENS LIEF
  • MENS WIE BEN JE?
  • VERLIEFDEN
  • MIJN HEIMATLAND
  • DE OUDE MAN
  • MIJN DANKGEBED
  • DE KORENPATER
  • VAN JOIKE EN VAN DE JAS
  • EENZAAM
  • DONDER EN BLIKSEM
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
    Zoeken in blog

    Bloemlezing van Fons Dehouwer
    Romans, verhalen, boeken, literair werk, proza, Poëzie,
    Auteur Fons Dehouwer en Marc Elis,
    02-02-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHAREL VAN DEN EKKELBOER

    CHAREL VAN DEN EKKELBOER                   scriptum: fons dehouwer

                                                         

     

    Er zijn op de wereld mensen die altijd geluk hebben en anderen die nooit geluk hebben. Zij die het geluk hebben gelukkig te zijn verlangen niet meer naar geluk.

     

    Zo hoorde Charel van den Ekkelboer tot diegenen waarvoor geen geluk was weggelegd. Na zijn dood heeft hij een hoop schulden achtergelaten en is begraven door den arme. De mensen die hem ooit genegenheid hebben betoond kon Charel op één hand tellen. Nochtans het had ook anders kunnen zijn.

     

    Zijn vader, Miel, was facteur maar  verzamelde als hoofdverdienste eikels welke hij verkocht aan de bloemmolens. Daarom noemden ze hem den Ekkelboer. In die tijd kon je daar veel geld mee verdienen. De eikels werden gemalen en verwerkt tot varkensvoer. Charels moeder, Trees, bracht het grootste deel van haar tijd door &met klagen over zichzelf en kwaadspreken over een ander. ‘s Zondags had ze haar vaste plaats vooraan in de kerk. In het gezin van den Ekkelboer kwam er niet veel op tafel, een kwestie van spaarzame gierigheid.

    Charel werd geboren in Tielen tijdens de krisisjaren op een woensdagnacht in de maand februari. Buiten vroor het dat het kraakte, de vriesbloemen stonden op de ruiten en er woei een snijdende oostenwind. De bakel was verkleumd toegekomen. Toen ze haar handen in lauw water had gewassen, begonnen haar vingers zo erg te tintelen dat ze zich moest bedwingen om het niet uit te schreeuwen van de pijn.

    Het werd een moeilijke bevalling, het kind lag in stuitligging. Gelukkig had de bakel genoeg ervaring om het te keren. Op het ogenblik van de bevalling begonnen de geiten in de stal rumoerig te mekkeren en de schelfdeur klepperde angstaanjagend alsof  de kwade hand er mee gemoeid was.  ‘’’s Anderendaags vond  men al de geiten op de grond liggen met hun kettingen in elkaar verstrengeld. Voor de staldeur lag een kindermutsje, gemaakt van zwarte kattepels. Het was een voorteken van een moeilijk leven.

    Het kind zweefde weken aan een stuk tussen leven en dood. Er was geen eten in te houden. Omdat Trees zelf de borst niet kon geven werd het gevoed met geitemelk. De melk kwam van een boerke uit Gierle wiens dochter ze elke dag vers thuisbezorgde bij den Ekkelboer. Jeanneke, de boerendochter was een zonderling. Ze zei nooit wat maar mummelde onophoudelijk onverstaanbare woorden terwijl ze voortdurend op haar stoel zat heen en weer te wiegen. Ze kwam elke dag langs en Trees kreeg haar nooit de deur uit voor ze wat van de melk had mogen proeven.

    Toen Charel ongeveer een maand of twee was kwam Miel thuis met luguber nieuws. Hij had in Vosselaar horen zeggen dat Jeanneke van de Geitenboer reeds verscheidene kinderen had behekst. Moeder Diels had hem de raad gegeven een kruisbeeld te plakken onder de stoel waar Jeanneke zou gaan zitten. Zo gezegd zo gedaan en toen Jeanneke ‘s anderendaags de melk kwam brengen, hield ze plots op met mummelen en schommelen en bleef stokstijf zitten op de stoel waaronder het kruisbeeld was geplakt. Haar ogen puilden uit van schrik en het zweet stond haar op het voorhoofd. Ja, waarlijk hier zat een heks op deze stoel. Toen Trees voorzichtig het kruisbeeld van onder de stoel wegnam is Jeanneke recht gevlogen en gaan lopen zo hard ze kon. Nooit heeft ze nog melk gebracht naar den Ekkelboer en vanaf toen ging het met de gezondheid van Charel iets beter.

    Als kind was Charel dikwijls ziek. Bij momenten stond hij van onder tot boven vol huiduitslag. Trees is er eens mee naar Mie Broos geweest in Vorselaar. Mie had de naam raad te weten met alle mogelijke zweren en huidziekten. Voor Charel had ze een groen zalfje meegegeven in een mosselschelp maar ‘’’t had niet veel geholpen en Trees vond het zonde van ‘’’t geld dat ze aan Mie Broos had gegeven. Mie Broos hielp arme mensen nochtans meestal gratis maar Trees vond zichzelf van hogere stand omdat haar man facteur was en had haar hooghartig een fooi gegeven. Toen Charel een jaar of zeven was is de huiduitslag spontaan verdwenen en ging het hem in alle opzichten beter af.

    Op school heeft Charel niet veel opgestoken. Hij kon lezen ja, en geld tellen had hij ook geleerd. Maar sparen, nee, al had hij gierige ouders, Charel heeft nooit een frank opzij kunnen leggen. Niet dat hij geen geld heeft verdiend. Hij heeft altijd hard gewerkt, tenminste, als hij geld nodig had. Charel kon geen frank in zijn broekzak verdragen. Als hij zijn loon getrokken had was het feest en liep hij meestal zat rond. Als zijn geld op was had hij armoede.

    Charel nam het niet zo nauw met het leven. Plezier had hij alleen als hij iemand een pee kon stoven. Zo had hij eens op een avond een frats uitgehaald waarvan de hele buurt was geschrokken en nog jaren later over werd nagepraat.

    Hij was in loondienst op de boerderij van Begges. Hij kwam moe en bezweet van den akker, zijn schup over zijn schouder. Achter ‘’’t woonhuis zat, zoals gewoonlijk ‘’’s avonds, het vrouwvolk, jonge meisjes van een jaar of zeventien, te buurten. Onder Clemanske haar stoel lag haar troeteldier Krol, een vette rosse kater, te slapen. Krol lag met zijn achterste tegen de stoelpoot, zijn staart krulde af en toe langzaam op en neer achter Clemanske haar stoel. Je kon zien dat het dier genoot van zijn eigen luiheid. Charel begaf zich eerst naar de put om zijn dorst te lessen en toen hij gedronken had en zijn mond aan zijn mouw had afgeveegd keek hij met een grijns naar het vrouwvolk.

    ‘Aan ’t kwaadspreken meiskes ?’ zei Charel.

    De meisjes die het niet zo op Charel hadden staan antwoordden niet en negeerden hem.

             

    ‘Ik zal ze eens laten schrikken’ dacht Charel. Hij ging stillekens achter 

    Clemanske haar stoel staan, hief zijn schup omhoog en stak die pardoes in de grond vlak op krol zijn staart. Met een geweldige schreeuw stoof de kater weg. 

    ‘Verdomme, das den eerste keer dat ik zoiets zie, de kater gaat lopen en zijne staart blijft liggen’ zei Charel.

    Paniek onder ’t vrouwvolk. Clemanske viel flauw op de grond bij het zien van de nog kronkelende kattestaart. De kater stoof ’t schaarhout in en is daar tot laat in de nacht blijven schreeuwen en grollen van de pijn. De hele buurt heeft er niet van kunnen slapen. Krol die nog een paar jaar heeft geleefd deed telkens denken aan dat voorval. Wat wilt ge, ne kater zonder staart was geen alledaags gezicht.

    Zulke fratsen maakten dat Charel bij niemand geliefd was. Nochtans hij had een gouden hart. Hij zou iedereen geholpen hebben die armer was dan hijzelf maar wat van ne rijke was mocht je zomaar pikken vond Charel. Hij is een paar keer opgepakt wegens stropen. Niet dat hij zich daarover druk maakte want Charel kon uren vertellen over zijn nachtelijke strooptochten.

    Eén keer heeft hij geweldige schrik gehad. Niet van de boswachter, nee, van zwarte katten die hem snachts achtervolgden. Eind Januari was Charel gaan stropen op ’’t goed van den Emsens. Hij had geen succes gehad, zelfs geen konijntje had hij tijdens zijn strooptocht kunnen verschalken. ’t Was volle maan en ijzig koud. Charel zijn handen en voeten waren als bevroren.

    Gelukkig had hij altijd een fles jenever bij zich. ’t Was jenever van den Tuut. Die stookte hem zelf in ’t geheim en Charel ging daar af en toe wel eens bij helpen. Zo kwam hij goedkoop aan zijn drank.

    Charel dronk met volle teugen van het straffe vocht. Hij voelde het gloeien van zijn keel tot in zijn maag, een weldadig gevoel dat Charel niet kon missen. 

    Hij was tot bijna aan de Haarlebeek geweest en begaf zich ontmoedigd opweg terug naar huis. In de Smallebroeken sprong hij over de Laak met een lange staak die hij daar onder de varens had verborgen. De Schrieken lagen er stil bij. Geen zuchtje wind beroerde de boomkruinen. Charel hoorde zijn eigen stappen en het kraken van de bevroren aarde onder zijn voeten en naast hem volgde zijn schaduw, door het licht van de maan. In de stilte van deze nacht was er alleen het kabbelende water onder het kelderijs van de Laakbeek dat af en toe de stilte doorbrak.

    Het sloeg twaalf uur op de kerktoren van Beerse. Door het  vriesweer klonk het klokgelui helder en klaar tot ver buiten het centrum van het dorp. Charel was nog nooit bang geweest maar vandaag voelde hij zich niet gerust. Volle maan, twaalf uur... ’t Was alsof iets of iemand hem bespiedde. Hij voelde een brandende blik van starende ogen op zijn rug. Charel hijgde een beetje van de schrik en voelde zijn hart kloppen tot in zijn keel. 

    Hij keek achterom en zag plots een zwarte kat springen in het schijnsel van de maan. En nog één, wel drie, vijf, misschien wel tien zwarte katten sprongen zigzag over de Laakbeek.

    Charel wreef zich de ogen. Had hij nu teveel gedronken?  Nee, hij voelde zich nuchter. Hij keek nog eens om en zette het op een lopen. Hoe harder Charel liep, hoe sneller ook de zwarte katten achter hem aan sprongen. Altijd maar zigzag over de beek.

    Charel liep zo hard hij kon, struikelde, viel op de grond en stond weer terug recht zonder snelheid te verliezen. Hij hoorde de katten achter zich ijselijk miauwen. Hij kreeg er kippevel van en in één ruk liep hij door naar de schelft van Begges waar hij placht te slapen. De hele nacht is hij toen blijven zweten en hijgen van de schrik en ’t heeft weken geduurd voor hij weer eens durfde te gaan stropen.

    Telkens wanneer Charel dat verhaal, laat op de avond, vertelde aan de buren was het of hij het steeds weer opnieuw beleefde. Niemand waagde het dan ’s nachts alleen naar huis te gaan en wie één keer het verhaal had gehoord vergat het nooit meer.

    Zo leefde Charel van de ene dag in de andere zonder aan morgen te denken. Hij trok van de ene boerderij naar de andere. Bleef nooit lang op dezelfde plaats en het gebeurde wel eens dat hij naar de Walen trok om er te helpen bij den oogst.

    Charel zijn schulden werden altijd groter en groter. Schulden die hem uiteindelijk fataal zijn geworden tezamen met zijn groot verdriet.

     

    Charel van den Ekkelboer had de naam een eenzaat te zijn. Toch is hij ooit een paar jaar getrouwd geweest. Hij moet zelfs een dochter hebben. Hij praat daar nooit over. Verdriet is het enige wat hem daarvan rest.

    Het begon al toen hij Linda, zijn vrouw, leerde kennen. Ze was wat wulps ja, maar Charel hield veel van haar en zij van hem. Trees, zijn moeder, had nooit een goed woord over voor Linda. Ze was van te min volk, vond Trees, alhoewel zij zelf ook niet van zo’n bijzondere komaf waren.

    Toen hun dochter, Sandra, geboren was, werd het nog erger en van pure treiterij door Trees is Linda toen bij Charel weggegaan. Hij heeft haar nooit meer teruggezien. Toch is hij haar nooit vergeten en in zijn hart bleef hij altijd van haar houden.

    Charel heeft toen een paar jaar samen met kleine Sandra bij zijn ouders ingewoond. Dat was een echte nachtmerrie. Hij moest er bijna al zijn geld afgeven voor kost en inwoon.

    Nochtans had Trees door haar kwaadspreken over de rest van de familie, bekomen dat zij, en zij alleen, veel geld had geerft van tante Marie, geld dat moest dienen om kleine Sandra op te voeden.     

    Charel werd kort gehouden toen hij thuis inwoonde. Had hij soms kennis met één of ander meisje dan was die nooit goed genoeg voor Trees. Sandra werd tegen haar vader opgestookt en het kind vervreemde helemaal van hem.

    Omdat Charel thuis geen begrip en liefde vond is hij het maar afgestapt. Maar denkt ge dat hij toen gerust was? Het kwam zelfs zover dat Miel, zijn Vader, hem is gaan overdragen bij de gendarmen omdat hij geen vast adres had. Hij heeft toen een paar maand als landloper op de kolonie gezeten. Hoe kun je nu je eigen zoon zoiets aandoen. Van toen af is het altijd bergaf gegaan met hem, hij kon zijn schulden niet meer overzien en is stilaan weggekwijnd. 

    Hij is meer en meer beginnen drinken, verzorgde zich niet meer en zijn oude kleren leken soms wel lompen. Vrouw Begges heeft hem ooit eens uit louter compassie in ’t nieuw willen zetten.

         ‘Charel’  zei ze op een keer 

    ‘Morgen ga ik met U naar Turnhout, een nieuw kostuum en wat nieuwe kleren kopen. Zie dat ge U wast en opfrist. Zondag is het Pasen, dan kunt ge tenminste deftig mee met de familie uwe pasen gaan houden.’ 

    Charel antwoordde niet maar is toch samen met Vrouw Begges naar Turnhout gereden met den Tram. In de Gasthuisstraat hebben ze toen een nieuw kostuum, een werkbroek en een hemd gekocht.

         ‘Pak zijn oude spullen maar in’ had Vrouw Begges gezegd. ‘Die zijn voor de voddenmand’.

    Samen stonden ze op de markt naar den tram te wachten. Vrouw Begges die moeilijk haar water kon ophouden en regelmatig naar de WC moest, ging rap onder het gemeentehuis naar de openbare waterplaats. Charel zou aan de tramhalte op haar blijven wachten. Terug aan de tramhalte gekomen kon Vrouw Begges Charel nergens meer vinden, hij was op stap gegaan.

    Drie dagen later vonden ze hem terug in ’t café bij den Besseleer. Hij had zijn oude spullen terug aan. Zijn nieuw kostuum had hij verkocht en het geld allemaal opgedronken.

             ‘Van de groten dorst’ had Charel gezegd. Van toen af is hij in ongenade gevallen bij Vrouw Begges.

     

    De laatste jaren van zijn leven zat er niet veel moed meer in bij Charel van den Ekkelboer. Hij werkte zo hard hij kon maar het ging hem allemaal niet meer af. Meestal voelde hij zich ziek en moedeloos. Hij was nochtans amper veertig jaar oud.

    Hij woonde bij een weduwe in Turnhout, Vera heette ze. Een vrouw die bijna evenveel problemen had als Charel zelf. Ze had een zoontje van een jaar of vijftien. Of het nu Charel was die Vera onderhield of andersom weet ik niet. Feit is dat geen van beide het breed hadden.

    Op het einde was Charel zich zelf niet meer. De kloeke knappe man van vroeger was een stuk verdriet geworden. Er ging geen uur voorbij zonder dat Charel een traan wegpinkte. Hij bezat niets meer en zijn schuldenberg kon hij niet meer overzien. Zijn ouders waren rijk genoeg maar te gierig om hem te helpen. Andere familie had hij wel eens wat gevraagd maar die konden hem ook niet helpen. Charel begreep dat wel.

             ‘t Was Kerstavond geweest. Hij had alleen thuis gezeten. Niemand had hem uitgenodigd voor het kerstfeest, eigenlijk al jaren niet meer. Met zo’n dagen voelde Charel nog meer de eenzaamheid dan anders.

    Kon hij vandaag zijn dochter maar eens in zijn armen houden. Hij wist geeneens meer hoe oud ze nu was. Wat had hij graag haar lieve kindermond gevoeld op zijn wang. En Linda, waar zou die nu zijn. Hoe graag wou hij zijn 

    gezinnetje nog eenmaal terug samen zien. Een ontzettend verdriet maakte zich meester van Charel. Een verdriet zo groot en zwaar dat geen mens in staat is het te dragen. Een verdriet dat meer pijn doet dan dood te gaan. 

    Charel is traag de zoldertrap opgegaan. Met zijn betraande ogen keek hij nog eenmaal naar beneden, naar de vloer die hij nooit meer levend zou betreden. Hij ging moeizaam op de houten ladder staan en deed zichzelf de koord om de hals die hij aan een balk had vastgemaakt. Nog eenmaal ademde Charel de aardse lucht in zijn longen, hij zag zijn droevig leven in een oogwenk aan zijn geest voorbijgaan. Hij snikte nog enkele keren zijn verdriet uit en is toen naar beneden gesprongen. Tijdens de korte snok hoorde Charel zijn halswervels kraken, een geluid als dat van een snaar die brak, sterretjes, en het wegebben van zijn levenspijn. En dan... een engelenhand die hem werd toegestoken. Een vrijgeleide voor de hemel der eenzame zielen. Want wie zo’n verdriet heeft gehad krijgt van ons Heer vergiffenis ook al heeft hij een eind gemaakt aan zijn eigen leven.

    Charel werd op het einde begraven door den arme, de dienst voor arme mensen. 



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Over mijzelf
    Ik ben Fons Dehouwer
    Ik ben een man en woon in Vosselaar (België) en mijn beroep is Auteur van romans, poëzie, proza, filisofie,.
    Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: schrijven, musiceren, gitaarspelen,.
    "Machianta" (1995) "Vroege Oogst" (2000) "Hooglied van de liefde" (2020) "Annelies, liefde, geluk en verdriet (2021)
    Zoeken in blog


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Gastenboek
  • mooi

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 05/10-11/10 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 17/08-23/08 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 31/03-06/04 2008
  • 10/09-16/09 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/02-15/02 2004
  • 05/01-11/01 2004
  • 15/12-21/12 2003
  • 18/02-24/02 2002
  • 05/11-11/11 2001
  • 19/10-25/10 1998
  • 17/08-23/08 1998
  • 15/06-21/06 1998
  • 11/05-17/05 1998
  • 23/02-01/03 1998
  • 20/05-26/05 1996
  • 13/11-19/11 1995
  • 18/09-24/09 1995
  • 21/08-27/08 1995
  • 20/03-26/03 1995
  • 30/01-05/02 1995
  • 23/08-29/08 1993
  • 20/07-26/07 1992
  • 20/08-26/08 1990
  • 23/07-29/07 1990
  • 23/04-29/04 1990
  • 18/12-24/12 1989
  • 21/08-27/08 1989
  • 19/09-25/09 1988
  • 15/08-21/08 1988
  • 25/04-01/05 1988
  • 17/11-23/11 1986
  • 08/09-14/09 1986
  • 12/05-18/05 1986
  • 20/02-26/02 1984
  • 17/01-23/01 1983
  • 19/07-25/07 1982
  • 10/05-16/05 1982
  • 16/10-22/10 1978
  • 21/08-27/08 1978
  • 14/08-20/08 1978
  • 12/06-18/06 1978
  • 15/05-21/05 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 09/01-15/01 1978
  • 02/01-08/01 1978

    Zoeken met Google




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs