Quod est amor, Catulle? Wordt aan Catullus, een voor menig al
meer bekend als anderen, Latijns dichter, in een brief door een vriend
van hem gevraagd. Het is een vraag die al lang de wereld bezig houdt.
Natuurlijk was Catullus niet de eerste die zich er mee bezig hield, het
is een thema van alle tijden. Sappho vòòr hem, die sprak over de liefde
als de tiende muse. Ovidius, die in zijn Remedia Amoris
beschrijft hoe je met de liefde moet omgaan. Vergilius die schrijft dat
de liefde alles overwint, je hoeft er niet tegen te vechten want het
gebeurt, geef je over. Omnia vincit amor, nos et cedamus amori. De liefde overwint alles en laten wij ons nu ook aan haar overgeven. Met daarna de komst van de boekdrukkunst en de gevorderde taal probeerde men in woordenboeken betekenis te geven aan het onbeschrijflijke gevoel. Liefde is de diepe genegenheid die je voelt voor, de welgezindheid of toegeving tot een een bepaald persoon, dier of zaak. Maar toch voel je aan dat dit niets zegt. Dit is niet de liefde. De wetenschap bewijst de liefde op haar kille manier van verklaren. Enkele chemische reacties in de hersenen gepaard met hersenactiviteit zorgen ervoor. Maar zelf voel je dat dat niet klopt. Het kan niet enkel dat zijn. Ik vind me in de woorden van Catullus. Nouja, woord. In één woord verklaart Catullus de liefde. Met een woord zegt hij alles wat er gezegd moet worden. Ea est amor. De liefde, dat is zij.
Liefde is alles doen voor die ene. Liefde is de tijd die je eigenlijk voor jezelf nodig hebt, aan haar spenderen. Liefde is aan niets of geenander kunnen denken. Liefde is luisteren naar wat zij zegt, terwijl je al zoveel aan je hoofd hebt. Liefde is alles doen wat ze vraagt, alles doen wat ze zou vragen. Liefde is zij.
Liefde is zeggen, 'Ja is goed hoor' als zij een chocomelk bestelt en vraagt of jij er ook een wil. En ik zeg ja om niet moeilijk te doen.Want er is één ding dat zij niet weet...
Twee dagen na het familiefeest belt m'n opa me op. Hij vraagt of ik de volgende morgen tijd heb om eens langs te komen. Ik voelde me onwennig, bijna 3 jaar heb ik niets van de man gehoord. Hij heeft me nooit gebeld en dat vind ik spijtig, nog spijtiger is het dat ik hem nooit heb gebeld. Met gemengde gevoelens besluit ik te gaan. Hij doet nog steeds op diezelfde exacte manier de deur open als ik me herinnerd heb en dat stelt me gerust. Wanneer ik boven kom zie ik een opgeruimd appartement, dat herinnerde ik me niet. Hij is veranderd. Zijn appartement was vroeger eerder vuil en onordelijk. Dat is zo gekomen nadat zijn vrouw is overleden. Ik zet me wat ongemakkelijk aan dezelfde oude tafel en hij zet zich moeilijk op een stoel. Hij staat weer recht en neemt een enveloppe die op kast ligt en schuift ze in m'n handen. Hij had me op het familiefeest horen praten over hoe ik nog een laptop nodig had en die ging kopen met het geld dat ik in Juni had verdiend. Hij zegt: ''Is het genoeg? Het is 500." Ik was sprakeloos en stond daar, nu nog ongemakkelijker, te kijken. Nadat ik het geld heb aangenomen, zegt hij dat ik mag doorgaan als ik dat wil. Ik probeer nog een gesprek te starten, maar tevergeefs. Het is niet meer zoals vroeger. De man heeft parkinson en ontkent het. Ik zeg het hem dat hij misschien toch eens naar een dokter moet gaan. Maar hij zegt dat het heus niet zo erg is. Ik voel dat hij door die ziekte terughoudend is geworden. Hij maakt geen leuke grappen meer zoals hij dat vroeger deed. Hij vraagt niet meer om te kaarten zoals vroeger. Hij is niet meer zoals vroeger, en ik vertrek met gemengde gevoelens. Voor de rest neemt het leven haar gewone gangetje weer op. 's Avonds een filmpje meepikken met vrienden, of gewoon iets gaan drinken en een kaartje leggen, het moet allemaal zoveel niet zijn.
Waar gaat de wereld toch heen. Mensen gaan als een gek tekeer als er ergens een hond van een brug wordt gegooid, maar je hoort ze nooit wanneer er duizendensterven door natuurrampen.Mensen verliezen hun vermogen tot relativeren. Mensen moeten overal een mening over hebben. Mensen hebben overal een mening over en dat is net wat die meningen zo ontzettend waardeloos maakt. Ze zeggen dat iedereen gelijk is, hoewel toch zoveel duidelijk wordt, dat net sommige mensen gelijker zijn dan anderen. Er gaat zoveel geld rond in onnuttige dingen. En ik weet dat het niet zo zwart-wit is, dat weet ik. Maar met het geld dat de mensen elk jaar uitgeven aan overbodige luxeproducten, kunnen we elk kind naar school sturen. Kunnen we elke dag mensen voorzien in hun noden. Maar dat gebeurt niet. Net omdat de mensen die een verandering kunnen veroorzaken er baat bij hebben dat alles net blijft zoals het is. En dat is er mis met de wereld.
Her smile of great splendour, shines more than rays of agleam sun. Reality may shatter in days of woe, the dreams spring like flowers dun. I know your love for me is a mirage, were - I wish - it to be true, I'd show the world howmuch I do. I would hold the world inside my hand, Show you the finest golden strand. Thousand and one roses show my love to you, for until the last one withered, unconditional and true. My love will never die, Thousands were to have decry, yet one lives, forever and ever, as woven with silk, my love is forever. Zurezat ilargia, iapurtuko nuke gauero, Eta zu itsu zaude bere argia ikustko, ez zara gaueko izar bakarra, ez zara. Une baten sinisteko zegaren guztia.
To see a world in a grain of sand And
a heaven in a wild flower, Hold infinity in the palm of your
hand And eternity in an hour. A world been built on sheer
respite, Craving nothing but mere delight. Faint tears come
aforth the brow As bruises mark the broken vow. Delusion breaks
the mirrors of love Never men'd nor healed thereof. We sit
alone, scared of few, Yet no salvation comes from the pew. The
Eternal Saviour beloved by man Will perish by the Devil's
clan. Perdition rules among the land Deprived of divine hand.
Le train-train cotidien. Het leven gaat zijn gewone gangetje en dat vind ik niet erg. Nog één maand vakantie. Na lang twijfelen tussen Fysica of Informatica is het dan toch
Informatica geworden. Bij je eerste gedacht blijven, dat is altijd het
beste. Ik ga het missen die middelbare school. Ik ga het zo erg missen.
Zoveel moment die nooit meer zullen terug komen. Er gaat ook een nieuwe
wereld open, een nieuwe tijd, een nieuw begin?
Zaterdag zak ik samen met vrienden af naar het huis van Tom voor een avondje in de tuin. Alcohol, waterpijp, muziek en vrienden, meer moet dat niet zijn. We zakken samen even af naar een feestje maar zijn al snel weer terug. Rond drie uur vertrek ik samen met Jim en Bram, die dan al van de wereld was verdwenen. Om vijf uur kom ik uitgeput thuis.
Familiefeest. Mijn jongste nichtje wordt 5 jaar en heel de familie is uitgenodigd. Praten over hoe lang het geleden is dat iedereen elkaar nog heeft gezien. Afspreken dat het zeker vaker moet gebeuren, wat nooit het geval is. Ik hoor mijn nonkel achter de rug van mijn peter over hem praten. Enkele minuten later staan ze weer samen te lachen. Ik zie in de verte mijn opa zitten. De man die me heeft leren kaarten, schaken. Of ten minste wat er van overblijft. Hij is mager maar verzorgd. Hij zit stil en alleen, zijn vrouw is jaren geleden gestorven. Hij is veranderd in de jaren die ons scheidden. Hij is niet meer de man die me van school kwam halen, hij is oud geworden en is ziek geworden.
Ik ga binnen om weg te geraken van de schijnheiligheid. Binnen vind ik de dochter van de nieuwe man van mijn nicht. Ik neem een glas wijn en ga tegenover haar aan tafel zitten. Ze zegt niet veel wanneer ik vraag hoe het op school gaat, naar welk jaar ze gaat. Ze is aan het schrijven op een blad papier. Wanneer ik mijn glas ga bijvullen, loop ik langs haar. Ik lees "Soms ben ik een beetje verlegen. Ik ben bang dat alles verandert. Maar ik ben blij dat ik hier zit, omringd door mensen van wie ik denk dat ze van mij houden." Haar stiefzusje komt binnen en vraagt wat ze aan het doen is. Zij zegt schrijven en dat het privé is. Ze stopt met schrijven, scheurt het papier af de blok en steekt het in haar zak. Ik begeef me terug naar de tuin en meng me weer tussen de mensen, van achter me hoor ik haar stiefzus roepen, zij roept niets terug.
That look you give that guy, I wanna see...
Looking right at me.
If I could be that guy, instead of me...
I'd never let you down.
It always seems like you're going somewhere,
better than you've been before.
Well I go to sleep, and I dream all night,
of you knocking on my door.
I never thought that I could be so bold,
to even say these thoughts aloud.
But if let's say, it won't work out.
You know where I can be found.
That look you give that guy, I wanna see...
Looking right at me.
If I could be that guy, instead of me...
I'd never let you down. I'd never let you down.
De waker ziet een wereld. De waker ziet een afschuwelijke wereld. Een wereld van moord, verkrachting, haat en bejag. De waker kan niet meer slapen, hij kan niet meer vergeten. Hij is aan zijn lot overgelaten en dwaalt de wereld rond, op zoek naar dat ene licht dat hij nooit zal vinden. Als een nomade loopt hij door een desolate beschaving, op zoek naar een oase. Hij weet dat er niets meer te vinden is en hoopt niet meer. De waker is verloren. Nee, hij is de enige die de echte wereld ziet.
De slaper ziet geen wereld. Hij ziet niets. Hij slaapt en hij voelt niets. Geen pijn en geen geluk. Hij hoeft nooit te zoeken, want hij heeft niets te vinden. Er is niets en daar is hij blij mee. Hij is blij bij afwezigheid van het onbekende. Hij zoekt niets nieuw, hij hoopt niet. Hij is verloren. Nee, hij is de enige die de echte wereld ziet.
De dromer ziet een wereld. De dromer ziet een prachtige wereld. Geen pijn maar geluk. Een wereld van liefde, schoonheid, natuur, vriendschap en vrijgevigheid. Maar de dromer wordt nooit meer wakker. En dat hoeft hij ook niet. De droom geeft hem alles wat hij wil en daar heeft hij genoeg aan. Hij leeft de illusie, een waanbeeld, hij is verloren.
Een lange dag gisteren, 's morgens vroeg op om een kadootje te zoeken voor moederdag. 's Middags naar Linkerwoofer en 's avonds even langs Jazz Middelheim gegaan. Het is niet echt mijn ding die jazz. Ik zou er zelf nooit kaarten voor kopen, maar het brengt je wel tot rust. Ik legde me neer en keek naar de donkere hemel. Ik kwam tot rust en dacht aan bijna niets meer. De avond vond zijn einde in een gezellig cafeetje aan het Mechelsplein. Sommige mensen kunnen blijkbaar niet zo goed tegen drank. Tegen 5 uur ben ik terug thuis en kruip ik licht beschonken mijn bed in. Morgen zomerfilms, Y tu mama tambien.
Cause I'd rather waste my life pretending
Than have to forget you for one whole minute
Ik zou graag willen geloven maar ik weet niet hoe. Ik zou graag kracht kunnen putten uit dat geloof maar ik zie niet in hoe. Ik kan me niet blindelings overgeven aan zo'n geloof hoewel ik het wel zou willen. Nothing compares to A quiet evening alone Just the one, two I was just counting on That never happens I guess I'm dreaming again Let's be more than this
En omdat er verder niets te zeggen is; Amore, more, ore, re