De derde dag Cairns, wat zeker een mooie dag moest worden. Al stond de wekker vroeg, de gedachte dat we eindelijk terug konden gaan duiken, maakte veel goed. Om acht uur werden we verwacht aan de boot, die dan een uur en een half moest varen naar onze eerste duikplaats. Die boot, was best mooi, met heel wat luxe. Zo kregen we direct al een ontbijt, met zelfs koffie. Het werd al gauw tijd, voor wat info over de duik. Zeker voor Shanna, Brecht en ik, aangezien wij de enigste waren die zonder gids zouden duiken. Zonder al te veel zenuwen, sprongen we gauw het water in, waar we niet snel genoeg naar beneden konden. De eerste duik was zeker de moeite, al was er wel een klein probleem. Mijn fles was al na een klein half uur op, waardoor ik zeker tien minuten aan de fles van Shanna heb gehangen. Ook Brecht ging tot de limiet, zo kwamen we met 20 en twee maal 40 bar terug boven. Iets wat ze op de boot, maar matig konden appreciëren. Minstens met 50 bar bovenkomen was onze missie voor de volgende duik, anders mochten we niet aan de derde duik deelnemen. Met die gedachte sprongen we dan maar terug in het water. Deze keer met een grotere fles voor Brecht en mij. Zo konden we alle drie een 40 minuten duiken. De duik was zeker terug de moeite, en het is me een hele ervaring eindelijk het Great Barrier Reef te kunnen zien. Ook kwamen we allemaal met meer dan 50 bar boven, zodat we zonder problemen aan onze derde duik konden beginnen. Die derde duik, was op een andere locatie. Maar eerst was er lunch, inbegrepen op de boot. Ook die duik was prachtig, en ook gelukkig lang genoeg. Het duiken zat er op, waarna we best vermoeid terug naar Cairns vaarden. Daar had m'n zus gelukkig gekookt, iets wat ik toch kon appreciëren. Na het eten was ik ook niet veel waard, iets waar ik toch meer last van heb na het duiken.
Eindelijk geraakten we uit ons appartement. De nachtrust - in een bed -, samen met een avondje televisie, heeft ons helemaal opgeladen. Zo trokken we via de Esplanade, de stad in. Onze eerste indrukken waren heel positief. De esplanade, is een heel gezellige weg, langs de kust. Wanneer je dan in het centrum komt, passeer je de Esplanade Lagoon, een prachtig zwembad. Dit is hier wel een must, aangezien je hier niet echt een mooi strand hebt, en het toch gevaarlijk blijft om in zee te zwemmen, met die krokodillen hier. Goed, het mooie zwembad moesten we toch even laten links liggen, we moeten namelijk op zoek naar een goede deal, voor een duik op het Great Barrier Reef. Hier heb je keuze genoeg daarvoor, meer dan in Port Douglas. Zo vonden we toch een goede deal, voor 230 dollar konden we mee op een bood, voor drie duiken. Zeker niet goedkoop, maar het Great Barrier Reef laten links liggen, was zeker geen optie. In de middag was het dan tijd voor de dames, tijd om te shoppen dus. Goed, de mannen hadden hun zin, dus wie zijn wij om de dames hun zin niet te geven ;-). Om te shoppen, ben je hier aan het goede adres. Het is hier een bruisende stad, met vele leuke winkeltjes. Zo kwam er aan het shoppen ook moeilijk een eind, met nog een avond markt. Doodmoe stapten we dan terug naar het appartement, waar we niet te lang meer konden opblijven. Morgen was het tijd voor Great Barrier Reef, iets waar ik persoonlijk toch al een tijdje naar uitkeek!!
Onze laatste dag, met vier de tent afbreken. Brecht en Stefanie genoten er toch wel wat van, al deden we dat ook steeds met relatief veel plezier hoor, die tent opzetten en afbreken. Onze vaste stek, van de voorbije weken, werd gewisseld voor een echt bed. Dit zal zeker deugd doen, dat is nu al zeker! We hadden een kleine rit voor de boeg, een goede 70 kilometer. Deze weg was wel niet van de poes, en had toch een heleboel bochten in petto. Ze gaf ons wel prachtige zichten over de zee, al kon ik daar als bestuurder niet echt van genieten. Na een goed uur, kwamen we aan in het veel grotere Cairns, waar we vol verwachtingen direct naar ons gehuurd appartement reden. Dit appartement, loste helemaal onze verwachtingen in. Het was zeker groot genoeg, met twee grote bedden. Ook was er een mooi zwembad, vlak aan ons appartement. Bovendien was het zeker niet zo ver van het centrum van de stad, wat voor ons toch ook belangrijk is. Direct de stad verkennen, daar hadden we eerlijk gezegd niet zo veel zin in. De dag werd eerder gevuld met, wat zwemmen, onze was eindelijk eens doen (met onze eigen wasmachine!!). Ook keken we wat televisie, wat toch al een paar maanden geleden was. Al de dingen, die je in België zoveel doet, deed ons toch een deugd hier. Morgen hebben we dan tijd genoeg, voor Cairns, in onze zoektocht voor een mooie duik, op het Great Barrier Reef!!
Vandaag was het onze laatste dag in Port Douglas. We wouden dit toch wel op een mooie manier afsluiten, maar dat was voor de middag. In de ochtend hielden we het toch wat op het gemak, aan het zwembad. De camping beschikte namelijk over een heel mooi zwembad, dus moesten we daar toch nog een beetje van profiteren. De middag kwam er snel aan, en we hadden duidelijk nog niet genoeg van het zwemmen. We besloten om te gaan zwemmen in het Daintree N.P, waar dat kan in een rivier daar. De verwachtingen lagen toch hoog, en werden helemaal ingelast. Het was er echt prachtig, en een heel leuke ervaring om daar in het warme water te zwemmen. Er was wel best wat stroming op het water, maar dat maakte het wel leuk. Er tegenin zwemmen zat er niet echt in, al deden we ons best. Ook deden we twee korte wandelingen, door het regenwoud, al heeft dit regenwoud nog weinig geheimen ;-). In de avond kaartten we nog wat, iets wat we toch veel deden op deze reis. Het werd zo de laatste avond voor Stefanie en Brecht in de tent. Morgen gaan we naar Cairns, waar we kunnen genieten van ons bed, in ons appartementje!!
De rust was nu toch wel wat voorbij. De
reden waarom we in Port Douglas verblijven, is het Daintree N.P, dat
hier niet ver af ligt. Dit is een regenwoud, dat aanzien wordt als
het oudste regenwoud ter wereld. Wat het ook uniek maakt, is dat het
samenkomt met de zee, en in die zee bevind zich dan ook nog eens het
Great Barrier Reef. Een unieke plaats dus, opgenomen als Unesco
wererlderfgoed.
We hadden 'maar' een rit van een goede
70 kilometer voor de boeg, die dan anderzijds wel een uur en een half
zou duren, dit zegt wel iets over de banen die ons te wachten staan. Al vroeg waren we op de baan, opweg
naar onze eerste stop. Dat was een ferry, waar we met de auto een
rivier moesten oversteken. Na die rivier kwam je dan in het
regenwoud, wat voor een prachtige rit zorgde. Aan de linkerkant zag
je dan het prachtige regenwoud, aan de rechterkant prachtige stranden
met een blauwe zee. Onze tweede stop was ook noodzakelijk,
we moesten toch nog wat info hebben. Zo kwamen we aan de toeristische
dienst, waar ons drie korte wandelingen werden aangeraden. De eerste
lag er vlak aan, en gaf ons een mooi zicht van het regenwoud. Het
blijft je maar verbazen, de diversiteit aan bomen en planten. Na nog wat prachtige stranden te hebben
gezien, kwamen we aan bij de tweede wandeling. Die gaf ons ook een
mooi beeld van het regenwoud, maar daar kwamen we ook op het strand.
Het regenwoud en het strand, naast elkaar, echt uniek!! Na de derde wandeling, werd het dan
tijd terug te rijden naar Port Douglas. Het was terug formule 1, dus
heb ik nog eens meegekeken. Het regenwoud heeft ons toch verrast, en
voor mij was Port Douglas al geslaagd. Morgen toch nog eens proberen,
iedereen mee te krijgen voor een zwem, in een rivier van het
regenwoud...
Wat een vreemd gevoel wanneer we wakker
werden in onze tent. Het had helemaal niet geregend, maar toch voelde
alles zo vochtig aan. Welkom in de tropen, toch nog steeds wat aan
wennen.
Vandaag nog geen drukke plannen, neen
we zouden het wat rustig aan doen. Zo kon iedereen zelf wat kiezen
wat ze wouden doen. Zo trokken we allemaal naar het centrum van de
stad. Het is een klein stadje, met toch wat sjieke allure. Ze noemen
Port Douglas, het Monaco van Australië, en dat klopt ook wel een
beetje. Ook de sfeer die er hangt is heel relax, een sfeer waar we al
snel aan gewend waren. Zo liepen we wat de winkeltjes af, allemaal
heel op het gemak. In de middag kwamen we via het strand
terug naar de camping. Op het strand mag je wel niet overal zwemmen,
omdat er kwallen- en krokodillengevaar is, ook iets waar je rekening
mee moet houden in de tropen. Gelukkig is er wel een afgebakend stuk
zee, waar het wel veilig is te zwemmen. De stranden zijn hier wel
heel mooi, mooi wit met tropisch bos achter. Toch wat anders dan de
stranden bij ons! In de namiddag genoten we nog wat een
'beach party', bij ons op de camping. Coctails waren maar twee
dollar, en die goten gemakkelijk binnen. Ook werd er nog wat
gezwommen, en wat geluierd in de zon. Echt een rustige dag dus, wat
ons terug eens goed deugd deed!
Ook vandaag, terug een druk schema.
Maar aangezien Stefanie en Brecht, terecht wat meer willen genieten
van de oostkust hier, moeten we zeker ons dagen goed vullen hier in
de Tablelands. Zo wouden we de speciale 'fig tree's' bezoeken hier in
de buurt, en zouden we in de middag naar een chocolade en koffie
bedrijf gaan, waar je zoveel kan proeven als je wilt.
Eerst de 'fig Tree's' dus, een speciale
boom, die eigenlijk leeft van een andere boom. Zo wordt de andere
boom eigenlijk gedood, en geeft hij het leven aan de boom die hem
gedood heeft. Zo zie je het fenomeen dat de wortels naar beneden
groeien, vanuit de verschillende takken naar de grond. Ook geeft die
boom dan ook terug leven aan vele andere planten, en dieren, die zich
allemaal in de enorm grote boom bevinden. Die bomen zijn meer dan 50
meter hoog, en best spectaculair om te zien. Je hebt er hier twee
bekende van in de buurt, dus die bezochten we alle twee. In de middag gingen we dan de culunaire
toer op, voordat we zouden verder rijden naar Port Douglas. We konden
zoveel kofie en chocolade eten als we wouden. Ook was er een heel
museum, dat volledig rond koffie draaide. De koffie smaakte me wel,
het was best een hele tijd geleden dat ik dat nog gedronken had,
iets wat ik me in België niet kan voorstellen. Ook de chocolade viel
goed in de smaak, en zo sloten we de Tablelands af. Na een uurtje rijden kwamen we dan
eindelijk terug aan, aan de kust. Port Douglas was onze eerste
bestemming, waar we direct vier nachten zouden blijven, perfect voor
wat op adem te komen. Dit kon ook op een prachtige camping, met mooie
tuin en zwembad. Goed gemutst werd de tent opgezet, met de rust in
zicht. Al moet ik wel toegeven, dat ik toch ook nog wel wat gepland
heb ook, maar dat is voor morgen of overmorgen ;-).
Terug waren we vroeg uit de veren. Ik
weet het, het klinkt best vreemd, het vroeg opstaan en vakantie. Maar
we zijn nog steeds op onze 'roadtrip', in een verschrikkelijk groot
land, waar er zo veel te zien is. Dus ook vandaag hadden we een druk
schema, waar we ons toch een beetje aan proberen houden.
Aangezien we gisteren niet in Atherton
geraakten, hadden we nu nog een rit van 300 kilometer langs een
slechte baan voor de boeg. Atherton is een beetje het centrum van
de Tablelands, een gebied vlak voor de kust, waar er veel
zwemmogelijkheden, watervallen en gezellige dorpjes zijn. Er wordt
daar ook veel aan landbouw gedaan, wat de streek ook wat
gastronomisch maakt. Voor we in Atherton zouden aankomen, passeerden
we ook nog een ander dorpje, Millaa Millaa, waar je een
watervallentoer kan doen. Dit konden we natuurlijk niet links
laten liggen, dus na de lunch was het terug tijd voor wat
watervallen. Er waren er drie, die zeker alle drie de moeite waren.
Ook passeerden we een look-out, die een mooi beeld gaf van de
prachtige groene grasheuvels. Jammer genoeg wou het weer niet echt
mee, en zagen we heel wat regen. Welkom in de tropen, al moeten we
wel zeggen dat de regen hier minder storend is, met de warme
temperaturen hier. Zo kwamen we dan eindelijk, best
vermoeid aan in Atherton. Waar we dan één nacht zouden blijven op
een best wel mooie camping. Het saaiste stuk van onze Roadtrip zat er
op, met hoge verwachtingen keken we uit naar de oostkust van
Australië, wat ons deugd zal doen na een paar weken woestijn .
Onze tweede rijdag vandaag. Normaal had
ik drie rijdagen voorzien, om van het midden van de woestijn naar de
Tablelands te rijden, maar we zouden het in twee dagen proberen.
Natuurlijk zitten we dan nu met een rit van 1 200 kilometer, wat toch
heel veel is.
Heel vroeg stonden we ook op, en dan
waren we al op de baan rond zeven uur. Daar moesten we al snel
constateren, dat de banen hier terug heel slecht lagen, toch typerend
voor Queensland. Het zou moeilijk worden Atherton te halen, maar we
verloren de moed niet. Via een beurtrol reed iedereen eens, wat toch
wat veiliger is. Tijd om te lunchen, of om iets te bezichtigen namen
we niet. Enkel rijden, dat was onze bezigheid, voor deze toch wel
saaie dag. Steeds meer en meer werd het ons
duidelijk dat we echt wel laat zouden aankomen. We waren kort voor
zonsondergang in Charters Towers, vanwaar we dan nog eens 400 kilometer
moesten rijden. Ook die baan was verschrikkelijk, nog erger dan de
andere banen die we gezien hadden in Queensland. Soms werden de twee
rijvakken (voor elke richting één), plots maar één rijvak. Dit
met een heuvellandschap, en de gedachte dat de meer dan 30 meter
lange 'road trains', hier ook rijden aan meer dan 100 kilometer per
uur, deed ons nog meer beseffen dat Atherton heel moeilijk te halen zou
zijn vandaag. Ook werd het donkerder, en donkerder, en wanneer er dan
nog koeien langs de baan staan, en de kangoeroes nog aangetrokken
worden door de lichten van de auto, besloten we te stoppen in Greenvale, waar er ook een camping was. Die camping was best primitief, en
gelukkig maar voor één nacht. Het was er echt donker, en het
regende ook nog eens. Niet gemakkelijk om de tent op te zetten, maar
met enige tegenzin werd ze wel opgezet. Het klimaat is hier tropisch,
heel vochtig. Elke fysieke inspanning is best wel lastig. Maar dit
klimaat is voor de komende weken, dus daar zouden we wel aan wennen. Zo kropen we allemaal vermoeid in bed,
niet ontgoocheld dat we Atherton niet gehaald hadden. We moeten geen
onnodige risico's nemen natuurlijk, dus vielen we al gauw in slaap,
in de vochtige tent.
Dag 70... Devil Marbles â Tennant Creek â en terug veel verder ;-)...
Wat was het terug een winderige nacht.
Helemaal op ons gemak zijn we nooit met zoveel wind, daardoor heeft
onze tent al net iets te veel afgezien. Dus werd het een nacht, met
veel wakker worden. Zo werden we ook al goed wakker, nog voor de zon
opkwam. We hadden ons toch voorgenomen, de zonsopgang over te slaan
vandaag. Maar nu we toch wakker waren, beklommen we al gauw allemaal
een steen, en werd de zon nog maar eens bewonderd .
Natuurlijk hadden we ook nog een paar
uur, om tussen al die vreemde rotsformaties rond te lopen. Eigenlijk
is het een heel grote speeltuin, helemaal voor jezelf, wat prachtige
foto's en herinneringen opleverd. Alles kan je beklimmen, en er zijn
ook twee heel kleine wandelingen. Na een paar uur heb je ook alles
gezien, en kan je beluiten dat dit een mooie afsluiter was van ons
woestijnavontuur. Zo zaten we kort voor de middag in de
auto, op weg naar Tennant Creek. Dat waren dan ook onze laatste 100
kilometer op de Stuart Highway, aangezien we besloten hadden Darwin
over te slaan, dit door de vele regen daar. Al gauw kwamen we daar aan, ideaal voor
de lunch en nog wat informatie te vragen over de buurt. De lunch was
geen probleem, maar we beseften wel dat er daar niet teveel te
beleven was. Zo werd de keuze gemaakt om verder te rijden, richting
kust, zodat we dan een dag vroeger zouden aankomen in de Tablelands.
Een lange rit, met slechte baan, bracht ons zo naar Mount Isa. Daar
was het al donker toen we aankwamen, al geeft dit geen problemen voor
de tent op te zetten. We kwamen duidelijk terug meer en meer in de
beschaving, dat zag je ook goed aan de prijzen van de benzine, die al
een heel pak goedkoper werd. Morgen zouden we proberen doorrijden tot
Atherton, midden in de Tablelands, goed voor een rit van 1 200
kilometer...
Dag 69, wat gaat de tijd hier snel.
Toch is het geen 'rust reis', en zijn we continu op de baan, op weg
naar het volgende. Zo moeten we af en toe eens wat rustiger doen, en
dat deden we vandaag. Net zoals in Uluru, namen we ook vandaag
uitgebreid de tijd voor een brunch. We zouden vandaag namelijk naar
Devil Marbles rijden, waar er een gratis camping is. Gratis camping
is natuurlijk goed voor het budget, maar er zijn dan ook geen
faciliteiten natuurlijk. Dus was het best om wat later te vertrekken
vanuit Alice Springs, zodat we dan in de vooravond daar toekwamen.
We waren vandaag zoet voor een rit van
ongeveer 400 kilometer, wat een vier uur in beslag zou nemen. Terug
een rit langs de Stuart Highway, een baan die we al duidelijk goed
beginnen te kennen. Zo kwamen we rond vijf uur aan, in
Devil Marbles. Devil Marbles is een natuur wonder, waarbij
verschillende grote stenen mooi gebalanceerd op elkaar liggen. Iets
waar de natuur al miljoenen jaren mee bezig is. Het is ook heel leuk
bij zonsondergang, vandaar we zeker rond vijf uur wouden aankomen.
Zeker niet te vroeg, aangezien we steeds meer noordelijk rijden,
dichter naar de evenaar, waar de dagen steeds korter worden. Nadat de tent opgezet was, niet evident
hier, met de harde ondergrond, was het tijd om de zondsondergang te
bewonderen. Dit was heel leuk, zeker wanneer je eender welke steen
kan beklimmen voor een mooi zicht over de Devil Marbles. Zo werd al
snel de hoogste beklommen, toch weer een plek wat prachtige foto's
opleverden. Koken in het donker, zonder
electriciteit is zeker niet evident, ondervonden we. Maar de mooie en
leuke zonsondergang maakte dit natuurlijk goed. Ook werden we na het
eten verrast door een mooi natuurspectakel, iets waar we toch al een
tijdje naar opzoek waren, een prachtige sterrenhemel. De
omstandigheden waren ook ideaal, er was geen kunstmatig licht, de
maan was ook niet echt in form vandaag, en gaf niet veel licht. Zo
zagen we duizenden sterren, met melkweg en alles erop en eraan. Natuurlijk was het
terug tijd om foto's te trekken, iets wat zeker niet gemakkelijk is
met die hoge sluiterstijd. Jammer werd ons foto moment toch wat
verstoord door andere toeristen die laat toekwamen op de camping, en
die veel licht meebrachten. Gelukkig kwam de rust al snel terug, en
kropen we zonder geluiden in bed.
Één dag stad was meer dan genoeg,
terug tijd om de natuur in te trekken. Hier vlakbij Alice Springs heb
je een heel mooi park, waar er verschillende plaatsen zijn waar je
kan stoppen met de auto. Natuurlijk kan je ze niet allemaal doen met
2WD, maar toch een hele hoop. We kozen er twee plaatsen uit, de
eerste voor een wandeling, de tweede voor te zwemmen.
Het was zeker geen zware wandeling, de
eerste stop. Een goed half uurtje, recht door een kloof. Het was
misschien een beetje het zelfde, als bijvoorbeeld in Kata Tjuka,
maar het bleef toch heel mooi. Onze tweede stop was wel helemaal iets
nieuws, we gingen zwemmen tussen de rotsen. Dit was best spectaculair, en waren blij dat we daar bijna 100 kilometer voor reden. Zo konden we ook nog wat genieten van de natuur hier, en zetten morgen onze tocht verder richting kust!!
Onze welverdiende rustige dag vandaag,
begon zoals hij zou moeten. Heel rustig...
Na het ontbijt trokken we naar de
toeristische dienst, niet voor info, wel voor wifi. Tijd om de blog
dus bij te werken. Ook kan je in het centrum buiten zitten, waar er
overal wifi en elektriciteit is, een leuk initiatief. We beslisten ook om de volgende dag
hier te blijven, niet voor de stad, wel voor West Mc Donnald's N.P,
hier vlakbij. Waar we dan wat konden wandelen en zwemmen. In de middag kuierden we wat door de
straten, waar je veel winkeltjes hebt met Aboriginal kunst, wat ik
persoonlijk als kunstkenner ;-) - wel heel mooi vind. Zo werd het al snel s' avonds , waar we
eens moesten beginnen denken aan de tien dagen Port Douglas en
Cairns. Zo besloten we in Port Douglas voor een camping te gaan, en
dan een appartement te huren voor vijf dagen in Cairns. Dat is dan
een mooi afscheid voor m'n zus en Brecht...
Dag 66... Kings Canyon â Henburry â Alice Springs
Met een goed gevoel konden we het
centrum van Australië afsluiten. Het was dan ook de ideale moment om
terug naar de beschaving te gaan. De dames kwamen al een beetje gek,
terug een Coles en een Woolworths, ze zouden zich helemaal kunnen
geven met het eten ;-).
We waren terug zoet voor een rit van
een goede 300 kilometer, maar hadden een leuke tussenstop voorzien.
Henburry is een 'gehucht', bereikbaar via een kleine aftakking aan de
Stuart Highway. En staat bekend om z'n meteoriet kraters, die er al
een paar duizend jaar lagen. De Kia moest wel even afzien op die
vertakking, terug een 'offroad' van ongeveer 15 kilometer. Met een
klein hartje reden we erover, in de hoop dat we niet terug een lekke
band zouden hebben. Gelukkig was dit niet het geval, en konden we via
een korte wandeling de kraters bekijken. Dit was zeker eens de moeite
om te zien, al moeten we eerlijk zijn dat we al heel veel gezien
hebben op deze reis. Dus ons haar kwam er nu ook niet van recht, maar
het was zeker wel eens leuk te doen. Onze reis ging dan verder naar Alice
Springs, de hoofdstad van de Outback. Wel vreemd, een stad, midden in
de woestijn. De verwachtingen lagen niet al te hoog, al keken we
natuurlijk wel uit naar twee dagen beschaving. Net op tijd kwamen we toe voor nog wat
toeristische informatie, en dan werd het al duidelijk dat het
centrum mooier was dan eerst gedacht. Het voordeel van de
verwachtingen niet te hoog te leggen natuurlijk. Ook vonden we een
goedkope camping, met zwembad; Daar toonden we direct ons goed hart,
en hielpen hier iemand met z'n Carport te verplaatsen, en kregen we
er 30 pinten voor!!! Dat beloofd ;-)... S' avonds stond natuurlijk terug de
Hungry Jack's op het menu, en dat smaakte, na twee weken
woestijn. Het viel ons onmiddellijk op dat er hier veel Abboriginals
zitten. Niets tegen die mensen, maar ze zijn hun toekomstvisie wel
wat kwijt hier in Australië, en eerlijk gezegd wel wat op de sukkel.
Er geld hier dan ook een strenge alcohol wet, en het is hier heel
moeilijk dat te kopen. Morgen zouden we er een rustige dag van maken,
hier in de stad, wat ons eens goed zal doen.
Toch een beetje zenuwachtig, bij het
wakker worden. We vonden zo weinig informatie hier over Kings Canyon.
De enigste informatie die we hadden, waren vele mooie verhalen over
de wandeling, die ik in België gevonden had. Dus snel ontbijten was
terug de boodschap, zodanig we voor de grootste hitte konden beginnen
aan onze wandeling van ongeveer zeven kilometer, met een steile
beklimming in het begin.
Eens we er waren, aan de start, moesten
we toch even slikken. De wandeling was al gesloten. Blijkbaar gaat
die al dicht om negen uur. Wij waren er een half uurtje later!!
Speciaal zover rond gereden, om dan de wandeling niet te kunnen doen.
Niet mee akkoord, het hekken was toch niet te hoog ;-). Zo kwamen we
al direct aan onze beklimming, wat niet echt een hoge was, maar wel
een hele steile. Het was puffen, en toch ook al wat zweten, maar na
een half uurtje stonden we boven. Daar kregen we al een beter beeld
van het landschap, wat op het eerste zicht echt imponerend was. In
Amerika heb je ook een Kings Canyon, die hier is net het zelfde.
Juist is het hier wat kleiner, maar veel minder toeristisch
uitgebuit. Ook het verschil is dat je hier enkel te voet in het park
kan, iets wat je in Amerika blijkbaar allemaal met de auto kan. Na de beklimming bleven we dan ook
boven, op de kliffen. Daar werd het zicht echt spectaculairder met de
minuut, en de kliffen hoger en steiler. Het was er echt prachtig, en
het was ons alle vier direct duidelijk dat we zo iets nog nooit
gezien hadden. In het midden van de wandeling, kregen
we ook een aangename verassing. Er was een aftakking, via trappen
naar beneden. Daar kwamen we in de 'garden of Eden', een soort
tropische tuin, beneden in het dal. Er was er ook permanent water,
waar ze wel niet aanraden om erin te zwemmen, het is er namelijk ook
een heilige plaats. Natuurlijk was het er heerlijk vertoeven, in de
schaduuw, tussen de kliffen. Zo bleven we er een tijdje, en vergaten
we een beetje dat we nog een hele wandeling voor de boeg hadden. Het
werd snel tijd om verder te gaan, waar het landschap even
spectaculair bleef. De wandeling was zeker geslaagd, en het voordeel
is ook dat je met die wandeling alles gezien hebt. Gelukkig waren we
hier geweest, dus spijt hadden we zeker niet. Het was zeker de moeite
om hier te zijn, en ik kan het iedereen aanraden. Uluru was zeker ook
mooi, maar dit was toch iets anders, die wandeling komt helemaal
bovenaan nummer één!!
Na onze twee dagen vroeg opstaan, kozen
we vandaag voor een heel andere dag. We gingen sowieso naar Kings
Canyon, maar hadden zeker geen haast. We hadden 'maar' een rit van
ongeveer 300 kilometer voor de boeg, dus besloten we maar na de
middag te vertrekken. Hier in de hitte kan je toch niet veel doen,
dus konden we dan maar rijden.
Zo werd het nog heel gezellig daar, in
Uluru N.P. We namen uitgebreid de tijd om te brunchen, bakten wat
eieren, worstjes, spek. Aan eten geen gebrek! Op een rustig tempo
laadden we dan de auto in, en vertrokken kort na de middag. Kings Canyon, is een park dat heel
afgelegen ligt. Het is niet zo bekend, mede door de mindere
bereikbaarheid denk ik. Er is ook maar één echte wandeling, maar
toch wou ik er echt naar toe, ook al moeten we er een hele eind voor
rondrijden. Over die ene wandeling, had ik zoveel goede commentaren
gelezen, dus wou ik ze echt doen. Iedereen volgde me mooi, dus ik
hoopte natuurlijk dat het echt de moeite zou zijn ! Er was hier ook maar één camping,
waar ze natuurlijk van profiteerden. Ze was één van de duurste wat
we al tegenkwamen op de baan, maar toch hadden we het er voor over.
Zo doken we nog wat in het zwembad, en genoten nog wat van onze
rustige dag vandaag, met toch de wandeling van morgen in het
achterhoofd, zou ze echt de moeite zijn?
Onze laatste dag in Uluru, waar we toch
nog eens zot moesten doen. Het vroeg opstaan waren we al goed gewoon,
dus besloten we nog een uurtje vroeger op te staan. Om kwart voor
vijf ging de wekker, dat was toch even pieken voor alle vier.
We hadden ook een goede reden om zo
vroeg op te staan, we wouden namelijk de zonsopgang bekijken aan Kata
Tjuka. En aangezien die op ongeveer een uurtje rijden lag, was het
'om kwart voor vijf opstaan' nog verantwoord op reis. Een beetje te vroeg kwamen we aan, aan
een speciaal voor de zonsopgang voorziene plateau. En daar viel
ons al direct op, dat je niet alleen een prachtig zicht had op de
Kata Tjuka, maar in de verte lag ook Uluru. Toen de zon opkwam, was
het wel vreemd dat iedereen de Ulura zat te trekken, al moet ik wel
toegeven dat dit prachtige foto's opleverden. Zo konden we ook terug vroeg aan de
wandeling beginnen, voor de grote hitte. We hadden er ook een zware
uitgekozen. We hadden voor Valley of the Winds gekozen, een wandeling
van ongeveer zeven kilometer, wel een harde. Maar het zou ons het
mooiste zicht geven over de valei, en Kata Tjuka zelf. En dat klopte
wel, echt wel!! Het was een zware wandeling, dat zeker, ook de hitte
speelde mee. Maar de wandeling kwam wel in m'n persoonlijke top drie,
echt prachtig!! Ze was namelijk zo mooi, dat we er nog
een tweede wel een kortere wandeling deden. Je had er ook nog
de 'Walpa Gorge', een wandeling door een kloof, van ongeveer twee
kilometer. Ook die wandelingen kon me enorm bekoren. Ze was zeker
lang, maar het zicht beneden in de kloof, was heel spectaculair! Natuurlijk kwam de hitte snel, en de
temperaturen klommen terug naar de 40 graden. Zoals bijna elke middag
hier in de woestijn, zochten we terug verkoeling in het zwembad. En
met een keuze van drie zwembaden, is dat echt leuk. Wat een mooie
camping hadden we hier toch!! In de avond besloten we eens te gaan
eten. Je hebt hier namelijk een formule 'all you can eat'. Aangezien
we al een maandenlange zoektocht doen naar zo een formule, moesten we
dit zeker proberen. Het was wel leuk, je kreeg vijf stukken vlees,
die je zelf moest bakken, en nam zoveel groenten als je wou. Het
vlees was wel speciaal, voor durvers. Namelijk kangeroe, emu,
krokodil, een burger en dan kozen we nog voor scampi's ook.
Natuurlijk was dit genoeg, en we genoten dan nog van een bandje die
daar speelde. Zo konden we het volgende stuk van de reis afsluiten,
met terug een goed gevoel. Het is echt de moeite om hier eens te
komen, al moet je er wel een heel lange woestijnrit van verschillende
duizenden kilometers voor over hebben. Maar wanneer je hier toch
bent, kan je dit echt niet missen!!
Half zes, zo vroeg stond de wekker. Het
vakantiegevoel was natuurlijk iets minder, en ik kreeg meer het
gevoel dat ik moest gaan werken ofzo. Zonder al te veel woorden
vertrokken we terug naar Uluru, voor de zonsopgang daar, en voor de
Base Walk.
Net op tijd waren we daar, en konden we
samen met minstens 100 andere toeristen, de zonsopgang bewonderen.
Het was terug een mooi tafereel, maar ik ben persoonlijk meer een fan
van de ondergang. De Base walk, was het volgende op het
programma, een wandeling van een goede tien kilometer, rond de berg.
Oorspronkelijk dachten we eerst de berg te beklimmen, maar die is al
een tijdje gesloten. Het is namelijk een heilige berg hier, en een
moskee of ons katholiek ding in Rome beklim je natuurlijk ook niet. Gelukkig waren we even zoet met de Base
walk. Het was nog niet de extreme hitte, dus ideaal om te beginnen
wandelen. Terug kregen we verschillende speciale plaatsen aan de berg
te zien, en was het nog niet te zwaar er helemaal rond te wandelen. Zo werd het al gauw middag, hoog tijd
om terug afkoeling te zoeken in het zwembad. De hitte was terug
enorm, wat ons toch allemaal wat loom maakt. Morgen zouden we de zonsopgang gaan
bekijken in Kata Tjuka, dus nog één maal vroeg opstaan. Zo kropen
we terug vroeg de tent in, alle deuren open. Een nacht van 30 graden,
het went hier wel...
Normaal gezien zouden we vroeg opstaan
vandaag, voor de zonsopgang te gaan bekijken aan Uluru. Maar hier
voor het park heb je een pas nodig om binnen te geraken, wat op 25
dollar per persoon komt. Zeker niet goedkoop, maar dat is de prijs
die je betaald om het boegbeeld van Australië te bewonderen. Het
feit dat het ook midden in de woestijn ligt, zorgt ervoor dat je dit
echt niet kunt overslaan, wanneer je helemaal door de woestijn rijdt.
Geen zonsopgang dus vandaag, maar er
zijn mogelijkheden genoeg hier. Het park bestaat uit twee delen.
Enerzijds heb je Uluru, het bekendste, anderzijds heb je Kata Tjuta,
het 'kleine' broertje. We besloten eerst Uluru te bezoeken, waar er
verschillende wandelingen zijn. De grootste was gereserveerd voor
morgen, met de hitte moet je er namelijk vroeg genoeg aan beginnen.
Er waren ook twee kleintjes. De eerste was de langste, de Mala walk.
Die gaf ons al een mooi beeld van de berg, en het was ons
onmiddellijk duidelijk dat we zo iets nog nooit gezien hadden. Een
rode rots, midden uit het niets verrezen, iets heel speciaal! De
tweede wandeling was de Kuniya walk, die ons naar de waterhole bracht
van de berg. Natuurlijk ook een mooie wandeling, waarvan duidelijk
bleek dat de berg er helemaal anders uitziet, aan de overkant. Zo werd het al snel 11u, waarvan wordt
aangeraden niet meer te wandelen. De temperaturen gaan snel richting
40 graden, waardoor je eigenlijk niets meer kan doen. Gelukkig heeft
onze camping drie zwembaden en is er genoeg schaduw. In de namiddag was er formule 1, wat
Brecht natuurlijk niet vergeten was. Het feit dat het hier, in
Melbourne was, zorgde ervoor dat je hier kon volgen op tv. Veel weet
ik er niet over, maar ik heb natuurlijk genoeg uitleg gekregen ;-). Aangezien we de zonsopgang gemist
hadden, konden we natuurlijk de zonsondergang aan Uluru niet missen.
Met een heleboel hapjes, reden we naar daar. De zonsondergang is daar
heel speciaal, aangezien de berg veranderd van kleur, naargelang de
zon ondergaat. Live zie je dat moeilijk, maar wanneer je een paar
foto's neemt, zie je het heel duidelijk. Natuurlijk moesten we er vroeg in,
morgen kunnen we de zonsopgang eindelijk bewonderen, hopelijk is die
zo mooi als de ondergang!!
Dag 60... Cooper Pedy â Marla, en nog een heel stuk verder
Marla, dat stond (oorspronkelijk) op
het programma vandaag. Zo kwamen we eindelijk aan het oorspronkelijke
eindpunt van onze Oodnadatta track. Daar konden we dan ook wat sfeer
opsnuiven, over de track, dachten we...
Een tent moesten we niet afbreken
vandaag, dus hadden we nog wat tijd voor andere dingen. We gingen
snel langs de winkel, nog even langs de bib voor een interessante app
te downloaden, waar je prijzen en commentaren van alle camping's hier
kan vinden ( jammer dat we daar nu maar achter kwamen ;-)). Zo zaten
we al snel de Stuart Highway op, recht naar boven. Na een goede twee
uur kwamen we dan ook aan in Marla. Sfeer opsnuiven van Oodnadatta
zat er niet in, kwestie dat er enkel maar een roadhouse was. Al gauw
werd de keuze gemaakt om verder te rijden. Zo kwamen we toe in
Kulgera, wat wat groter leek te zijn op de kaart. De kaart verteld
niet altijd de waarheid, bleek al snel. Kulgera is zeker niet groter
dan Marla, niet echt interessant om er te blijven. Dus reden we dan
nog wat verder. En plots kwamen we aan de opsplitsing, hier kon je de
Red Centre Way op, de baan naar Uluru, de magische steen hier in
Australië. Er was aan die opsplitsing ook een beschaving met
camping. Even leek het zwembad ons te overtuigen om daar te blijven
voor de nacht, maar al gauw beseften we maar door te rijden naar
Uluru. Goed voor een rit van een goede 700 kilometer in totaal, maar
we waren wel al aan Uluru. Mooi in het midden van Australië,
helemaal klaar om morgen de magische steen te bewonderen!!