De rust was nu toch wel wat voorbij. De
reden waarom we in Port Douglas verblijven, is het Daintree N.P, dat
hier niet ver af ligt. Dit is een regenwoud, dat aanzien wordt als
het oudste regenwoud ter wereld. Wat het ook uniek maakt, is dat het
samenkomt met de zee, en in die zee bevind zich dan ook nog eens het
Great Barrier Reef. Een unieke plaats dus, opgenomen als Unesco
wererlderfgoed.
We hadden 'maar' een rit van een goede
70 kilometer voor de boeg, die dan anderzijds wel een uur en een half
zou duren, dit zegt wel iets over de banen die ons te wachten staan. Al vroeg waren we op de baan, opweg
naar onze eerste stop. Dat was een ferry, waar we met de auto een
rivier moesten oversteken. Na die rivier kwam je dan in het
regenwoud, wat voor een prachtige rit zorgde. Aan de linkerkant zag
je dan het prachtige regenwoud, aan de rechterkant prachtige stranden
met een blauwe zee. Onze tweede stop was ook noodzakelijk,
we moesten toch nog wat info hebben. Zo kwamen we aan de toeristische
dienst, waar ons drie korte wandelingen werden aangeraden. De eerste
lag er vlak aan, en gaf ons een mooi zicht van het regenwoud. Het
blijft je maar verbazen, de diversiteit aan bomen en planten. Na nog wat prachtige stranden te hebben
gezien, kwamen we aan bij de tweede wandeling. Die gaf ons ook een
mooi beeld van het regenwoud, maar daar kwamen we ook op het strand.
Het regenwoud en het strand, naast elkaar, echt uniek!! Na de derde wandeling, werd het dan
tijd terug te rijden naar Port Douglas. Het was terug formule 1, dus
heb ik nog eens meegekeken. Het regenwoud heeft ons toch verrast, en
voor mij was Port Douglas al geslaagd. Morgen toch nog eens proberen,
iedereen mee te krijgen voor een zwem, in een rivier van het
regenwoud...
Wat een vreemd gevoel wanneer we wakker
werden in onze tent. Het had helemaal niet geregend, maar toch voelde
alles zo vochtig aan. Welkom in de tropen, toch nog steeds wat aan
wennen.
Vandaag nog geen drukke plannen, neen
we zouden het wat rustig aan doen. Zo kon iedereen zelf wat kiezen
wat ze wouden doen. Zo trokken we allemaal naar het centrum van de
stad. Het is een klein stadje, met toch wat sjieke allure. Ze noemen
Port Douglas, het Monaco van Australië, en dat klopt ook wel een
beetje. Ook de sfeer die er hangt is heel relax, een sfeer waar we al
snel aan gewend waren. Zo liepen we wat de winkeltjes af, allemaal
heel op het gemak. In de middag kwamen we via het strand
terug naar de camping. Op het strand mag je wel niet overal zwemmen,
omdat er kwallen- en krokodillengevaar is, ook iets waar je rekening
mee moet houden in de tropen. Gelukkig is er wel een afgebakend stuk
zee, waar het wel veilig is te zwemmen. De stranden zijn hier wel
heel mooi, mooi wit met tropisch bos achter. Toch wat anders dan de
stranden bij ons! In de namiddag genoten we nog wat een
'beach party', bij ons op de camping. Coctails waren maar twee
dollar, en die goten gemakkelijk binnen. Ook werd er nog wat
gezwommen, en wat geluierd in de zon. Echt een rustige dag dus, wat
ons terug eens goed deugd deed!
Ook vandaag, terug een druk schema.
Maar aangezien Stefanie en Brecht, terecht wat meer willen genieten
van de oostkust hier, moeten we zeker ons dagen goed vullen hier in
de Tablelands. Zo wouden we de speciale 'fig tree's' bezoeken hier in
de buurt, en zouden we in de middag naar een chocolade en koffie
bedrijf gaan, waar je zoveel kan proeven als je wilt.
Eerst de 'fig Tree's' dus, een speciale
boom, die eigenlijk leeft van een andere boom. Zo wordt de andere
boom eigenlijk gedood, en geeft hij het leven aan de boom die hem
gedood heeft. Zo zie je het fenomeen dat de wortels naar beneden
groeien, vanuit de verschillende takken naar de grond. Ook geeft die
boom dan ook terug leven aan vele andere planten, en dieren, die zich
allemaal in de enorm grote boom bevinden. Die bomen zijn meer dan 50
meter hoog, en best spectaculair om te zien. Je hebt er hier twee
bekende van in de buurt, dus die bezochten we alle twee. In de middag gingen we dan de culunaire
toer op, voordat we zouden verder rijden naar Port Douglas. We konden
zoveel kofie en chocolade eten als we wouden. Ook was er een heel
museum, dat volledig rond koffie draaide. De koffie smaakte me wel,
het was best een hele tijd geleden dat ik dat nog gedronken had,
iets wat ik me in België niet kan voorstellen. Ook de chocolade viel
goed in de smaak, en zo sloten we de Tablelands af. Na een uurtje rijden kwamen we dan
eindelijk terug aan, aan de kust. Port Douglas was onze eerste
bestemming, waar we direct vier nachten zouden blijven, perfect voor
wat op adem te komen. Dit kon ook op een prachtige camping, met mooie
tuin en zwembad. Goed gemutst werd de tent opgezet, met de rust in
zicht. Al moet ik wel toegeven, dat ik toch ook nog wel wat gepland
heb ook, maar dat is voor morgen of overmorgen ;-).
Terug waren we vroeg uit de veren. Ik
weet het, het klinkt best vreemd, het vroeg opstaan en vakantie. Maar
we zijn nog steeds op onze 'roadtrip', in een verschrikkelijk groot
land, waar er zo veel te zien is. Dus ook vandaag hadden we een druk
schema, waar we ons toch een beetje aan proberen houden.
Aangezien we gisteren niet in Atherton
geraakten, hadden we nu nog een rit van 300 kilometer langs een
slechte baan voor de boeg. Atherton is een beetje het centrum van
de Tablelands, een gebied vlak voor de kust, waar er veel
zwemmogelijkheden, watervallen en gezellige dorpjes zijn. Er wordt
daar ook veel aan landbouw gedaan, wat de streek ook wat
gastronomisch maakt. Voor we in Atherton zouden aankomen, passeerden
we ook nog een ander dorpje, Millaa Millaa, waar je een
watervallentoer kan doen. Dit konden we natuurlijk niet links
laten liggen, dus na de lunch was het terug tijd voor wat
watervallen. Er waren er drie, die zeker alle drie de moeite waren.
Ook passeerden we een look-out, die een mooi beeld gaf van de
prachtige groene grasheuvels. Jammer genoeg wou het weer niet echt
mee, en zagen we heel wat regen. Welkom in de tropen, al moeten we
wel zeggen dat de regen hier minder storend is, met de warme
temperaturen hier. Zo kwamen we dan eindelijk, best
vermoeid aan in Atherton. Waar we dan één nacht zouden blijven op
een best wel mooie camping. Het saaiste stuk van onze Roadtrip zat er
op, met hoge verwachtingen keken we uit naar de oostkust van
Australië, wat ons deugd zal doen na een paar weken woestijn .
Onze tweede rijdag vandaag. Normaal had
ik drie rijdagen voorzien, om van het midden van de woestijn naar de
Tablelands te rijden, maar we zouden het in twee dagen proberen.
Natuurlijk zitten we dan nu met een rit van 1 200 kilometer, wat toch
heel veel is.
Heel vroeg stonden we ook op, en dan
waren we al op de baan rond zeven uur. Daar moesten we al snel
constateren, dat de banen hier terug heel slecht lagen, toch typerend
voor Queensland. Het zou moeilijk worden Atherton te halen, maar we
verloren de moed niet. Via een beurtrol reed iedereen eens, wat toch
wat veiliger is. Tijd om te lunchen, of om iets te bezichtigen namen
we niet. Enkel rijden, dat was onze bezigheid, voor deze toch wel
saaie dag. Steeds meer en meer werd het ons
duidelijk dat we echt wel laat zouden aankomen. We waren kort voor
zonsondergang in Charters Towers, vanwaar we dan nog eens 400 kilometer
moesten rijden. Ook die baan was verschrikkelijk, nog erger dan de
andere banen die we gezien hadden in Queensland. Soms werden de twee
rijvakken (voor elke richting één), plots maar één rijvak. Dit
met een heuvellandschap, en de gedachte dat de meer dan 30 meter
lange 'road trains', hier ook rijden aan meer dan 100 kilometer per
uur, deed ons nog meer beseffen dat Atherton heel moeilijk te halen zou
zijn vandaag. Ook werd het donkerder, en donkerder, en wanneer er dan
nog koeien langs de baan staan, en de kangoeroes nog aangetrokken
worden door de lichten van de auto, besloten we te stoppen in Greenvale, waar er ook een camping was. Die camping was best primitief, en
gelukkig maar voor één nacht. Het was er echt donker, en het
regende ook nog eens. Niet gemakkelijk om de tent op te zetten, maar
met enige tegenzin werd ze wel opgezet. Het klimaat is hier tropisch,
heel vochtig. Elke fysieke inspanning is best wel lastig. Maar dit
klimaat is voor de komende weken, dus daar zouden we wel aan wennen. Zo kropen we allemaal vermoeid in bed,
niet ontgoocheld dat we Atherton niet gehaald hadden. We moeten geen
onnodige risico's nemen natuurlijk, dus vielen we al gauw in slaap,
in de vochtige tent.
Dag 70... Devil Marbles â Tennant Creek â en terug veel verder ;-)...
Wat was het terug een winderige nacht.
Helemaal op ons gemak zijn we nooit met zoveel wind, daardoor heeft
onze tent al net iets te veel afgezien. Dus werd het een nacht, met
veel wakker worden. Zo werden we ook al goed wakker, nog voor de zon
opkwam. We hadden ons toch voorgenomen, de zonsopgang over te slaan
vandaag. Maar nu we toch wakker waren, beklommen we al gauw allemaal
een steen, en werd de zon nog maar eens bewonderd .
Natuurlijk hadden we ook nog een paar
uur, om tussen al die vreemde rotsformaties rond te lopen. Eigenlijk
is het een heel grote speeltuin, helemaal voor jezelf, wat prachtige
foto's en herinneringen opleverd. Alles kan je beklimmen, en er zijn
ook twee heel kleine wandelingen. Na een paar uur heb je ook alles
gezien, en kan je beluiten dat dit een mooie afsluiter was van ons
woestijnavontuur. Zo zaten we kort voor de middag in de
auto, op weg naar Tennant Creek. Dat waren dan ook onze laatste 100
kilometer op de Stuart Highway, aangezien we besloten hadden Darwin
over te slaan, dit door de vele regen daar. Al gauw kwamen we daar aan, ideaal voor
de lunch en nog wat informatie te vragen over de buurt. De lunch was
geen probleem, maar we beseften wel dat er daar niet teveel te
beleven was. Zo werd de keuze gemaakt om verder te rijden, richting
kust, zodat we dan een dag vroeger zouden aankomen in de Tablelands.
Een lange rit, met slechte baan, bracht ons zo naar Mount Isa. Daar
was het al donker toen we aankwamen, al geeft dit geen problemen voor
de tent op te zetten. We kwamen duidelijk terug meer en meer in de
beschaving, dat zag je ook goed aan de prijzen van de benzine, die al
een heel pak goedkoper werd. Morgen zouden we proberen doorrijden tot
Atherton, midden in de Tablelands, goed voor een rit van 1 200
kilometer...
Dag 69, wat gaat de tijd hier snel.
Toch is het geen 'rust reis', en zijn we continu op de baan, op weg
naar het volgende. Zo moeten we af en toe eens wat rustiger doen, en
dat deden we vandaag. Net zoals in Uluru, namen we ook vandaag
uitgebreid de tijd voor een brunch. We zouden vandaag namelijk naar
Devil Marbles rijden, waar er een gratis camping is. Gratis camping
is natuurlijk goed voor het budget, maar er zijn dan ook geen
faciliteiten natuurlijk. Dus was het best om wat later te vertrekken
vanuit Alice Springs, zodat we dan in de vooravond daar toekwamen.
We waren vandaag zoet voor een rit van
ongeveer 400 kilometer, wat een vier uur in beslag zou nemen. Terug
een rit langs de Stuart Highway, een baan die we al duidelijk goed
beginnen te kennen. Zo kwamen we rond vijf uur aan, in
Devil Marbles. Devil Marbles is een natuur wonder, waarbij
verschillende grote stenen mooi gebalanceerd op elkaar liggen. Iets
waar de natuur al miljoenen jaren mee bezig is. Het is ook heel leuk
bij zonsondergang, vandaar we zeker rond vijf uur wouden aankomen.
Zeker niet te vroeg, aangezien we steeds meer noordelijk rijden,
dichter naar de evenaar, waar de dagen steeds korter worden. Nadat de tent opgezet was, niet evident
hier, met de harde ondergrond, was het tijd om de zondsondergang te
bewonderen. Dit was heel leuk, zeker wanneer je eender welke steen
kan beklimmen voor een mooi zicht over de Devil Marbles. Zo werd al
snel de hoogste beklommen, toch weer een plek wat prachtige foto's
opleverden. Koken in het donker, zonder
electriciteit is zeker niet evident, ondervonden we. Maar de mooie en
leuke zonsondergang maakte dit natuurlijk goed. Ook werden we na het
eten verrast door een mooi natuurspectakel, iets waar we toch al een
tijdje naar opzoek waren, een prachtige sterrenhemel. De
omstandigheden waren ook ideaal, er was geen kunstmatig licht, de
maan was ook niet echt in form vandaag, en gaf niet veel licht. Zo
zagen we duizenden sterren, met melkweg en alles erop en eraan. Natuurlijk was het
terug tijd om foto's te trekken, iets wat zeker niet gemakkelijk is
met die hoge sluiterstijd. Jammer werd ons foto moment toch wat
verstoord door andere toeristen die laat toekwamen op de camping, en
die veel licht meebrachten. Gelukkig kwam de rust al snel terug, en
kropen we zonder geluiden in bed.