Ik zal voor
alle duidelijkheid verder gaan waar ik donderdag in het internetcafé gestopt
was. Na het schrijven van mijn blog ben ik meteen naar de jeugdherberg gegaan,
het was immers veel te koud om s avonds te blijven rondlopen zonder een jas,
die doordat ik direct na het school was weggelopen, nog thuis hing. Toen ik
daar op mijn kleine maar toch warme kamer zat werd ik constant gebeld door mijn
ouders, maar ik was nog te boos of eerder te teleurgesteld om op te nemen, dus
negeerde ik alle oproepen. Ik kreeg ook enkele smsjes van Lynn. Blijkbaar
hadden mijn ouders naar haar gebeld om te vragen of ik niet bij haar was en dat
was dus duidelijk niet het geval. Ze vroeg me waar ik was en ik zei dat ik er
even van tussen was gekropen om te kunnen nadenken. Tot mijn grote verbazing
zei ze dat ze me wel begreep en ook dat ze wou afspreken morgen. de ochtend daarop na een zeer onaangename
nacht , duurde het even voor de gebeurtenissen van de laatste dagen waren
doorgedrongen. Toen ging ik dan maar meteen naar de Meir voor mijn afspraak met
Lynn. Toen ik ze daar zag staan, in de regen wachtend op mij, was plots al mijn
woede jegens haar verdwenen en voelde ik terug wat ik altijd voor haar gevoeld
had. Op het moment dat ze me zag had ik
van haar een stormloop aan vragen verwacht, maar het eerste wat ze tegen me zei
was: ik zie je graag, en daarop omhelsde ze me zoals twee verliefde mensen elkaar
omhelsen. Vervolgens wachtte ze tot ik tegen haar begon te vertellen over wat
er de afgelopen dagen allemaal gebeurd was en wat er door men hoofd speelde.
Het gesprek dat we hadden was fantastisch en nadien voelde ik een grote last
van men schouders vallen en was ik enorm opgelucht. Ze had me overtuigd om
terug naar huis te gaan, maar ik wou nog niet, niet die morgen dat Lynn bij
was.
Toen hebben
we nog een hele dag in Antwerpen vertoefd voor ik uiteindelijk met een klein
hartje naar huis ging. Toen ik binnen kwam en men ouders me zagen kwamen ze
meteen op me afgelopen.
Ze waren
weliswaar boos, maar minder dan ik gevreesd had en bovendien zeiden ze dat ze
blij waren dat ik terug was en dat ze ongerust waren geweest. Ze hadden zelfs
al naar de politie gebeld maar die hadden hen verteld dat ik heus wel zelf zou
terug komen. Mijn vader vertelde me dat hij er spijt van had dat hij mijn
drumvel had kapot geknipt, en beloofde me zelfs een nieuw als ik zou slagen dit
jaar.
Ook de
volgende dagen op school waren beter dan de vorige week. Ik had nog steeds niet
veel vrienden maar daar heb ik op dit moment toch geen nood aan. Ik heb Lynn en
ik geloof dat zei het is die nu op onze deurbel duwt.
De laatste twee weken waren de hel op aarde. Ik zend dit vanuit een internetcafé in Mechelen, ik zit vast. Ik zal maar beginnen bij het begin: het begon maandag met een ruzie met mijn ouders. Het ging over mijn slechte resultaten op school, mijn gebrek aan vrienden, mijn onaanvaardbare gedrag tegenover hun en over hoe andere kinderen het zoveel beter doen dan mij. Het liep allemaal uit in een knallende dialoog met mijn vader op mijn kamer. Hetgene dat nog het meeste pijn deed van heel deze bedoeling was dat ze gelijk hadden. Ik heb geen echte vrienden, ik haal geen goede punten, ik ben een rotkind en ik kan wel tientallen klasgenoten opnoemen waar mijn ouders gelukkiger mee zouden zijn. De volgende dag zou het de excursie zijn naar Namen maar het laatste wat ik nodig had was mevrouw aardrijkskunde die het noodzakelijk vindt te lullen over elke kleine steen die ze tegenkomt. Ik spijbelde, ik belde mijn baas op bij de beenhouwerij en zei dat ik een vrije dag op school had en dat ik makkelijk die dag kon komen werken. Wanneer de dag om was, had ik genoeg geld om mijn nieuw drumvel te gaan kopen, wat ik ook deed maar tevergeefs. Toen ik thuiskwam zette mijn vader, na erachter te komen dat ik gespijbeld had, de schaar in mijn nieuwe egale drumvel. Klootzak. Ik was boos en ging naar mijn kamer, sloeg een paar keer tegen mijn muur, wat uiteindelijk erg nadelig bleek te zijn voor het stuk duim dat nog overgebleven was na het incident bij de beenhouwer. Zo ging het een week door, dag in dag uit, ruzie en de wenende rotbaby wist ook niet van ophouden. Pas op, ik hou van haar, maar het is dat soort liefde dat meer kwelling geeft dan geluk. Het ging niet veel beter op school. Ik had zelfs ruzie met Lynn dinsdag. Ze maakt zich te veel zorgen om me, hetgene waar ik ooit naar verlangde is geëvolueerd naar afkeer. Ze stelt zo veel vragen over hoe het thuis gaat, hoe ze verzot is op mijn kleine zus en het ergst van al, hoe ze het zo goed kan vinden met mijn ouders. Het ging me allemaal te ver aldus, donderdag om kwart voor vier ging ik naar het busstation waar ik normaal gezien mijn bus zou nemen naar huis. Maar toen de 500 Mechelen recht stopte voor mijn neus kwam dat gevoel van haat en afkeer van mijn eigen thuis terug boven. Ik vertrok. Hier zit ik dan in een internetcafé. Ik overnacht in de jeugdherberg. Ik vraag me af of ze zich zorgen maken, ik vraag me af hoe lang het nog duurt voor ze me vinden, ik vraag me af hoe lang ik dit nog volhoud.