We kennen het wel allemaal zeker? We vergeten om enkele weken naar de bibliotheek te gaan en, tja, dan krijg je een boete. Deze leerling was wel erg ijverig in het vergeten van zijn boeken:
Bibliotheekboeken na halve eeuw terugbezorgd De bibliotheek van een high school in het Amerikaanse Phoenix heeft twee boeken teruggekregen die 51 jaar geleden waren uitgeleend en nooit terug ontvangen. De boeken werden teruggestuurd door een ex-leerling die anoniem wilde blijven. In een begeleidende brief legt hij uit dat de boeken bij vergissing bij een verhuizing waren ingepakt. Met de boeken stuurde de ex-leerling ook een bedrag van duizend dollar mee, als boete voor de te laat teruggebrachte boeken. Camelback High School laat weten dat van het geld meer boeken zullen gekocht worden en dat de oude boeken terug in de uitleen gaan.
Uit: Het Nieuwsblad, 18 november 2009
Dit krantenbericht kwam ik per toeval tegen, en ik vond het gewoon leuk om hier met al mijn blogvriendjes te delen.
Volgend tekstje is een schrijfsel van Toon Hermans, hij gaf het de titel "Denken"
"Denk eens goed na," zeggen we tegen elkaar. Maar ik zou niet weten hoe ik dat moet doen. Ik wil het wel proberen, maar als ik nadenk, weet ik nooit of ik goed nadenk. Daar moet ik eerst nog eens over nadenken, denk ik.
Het is misschien een beetje cliché om de tekstjes van Toon Hermans mooi te vinden (en dus op deze literatuurblog te zetten), maar toch... Ik vond het een scherpe opmerking van Toon Hermans. Niemand weet of hij/zij goed nadenkt, maar toch blijven we dat allemaal doen, zonder er bij na te denken...
Het werd me dan toch even te veel, dus laat ik de nonsens van Mr. Heller even voor wat ze zijn...
En als ik dan even geen 'leesvoer' meer heb, dan ga ik een kijkje nemen in de - helaas veel te kleine - bibliotheek van papa.
Want naast "Pallieter" en "Tsjip, de leeuwentemmer" staat daar ook het hele oeuvre van Ernest Claes, of toch een groot deel ervan. Enkele jaren geleden heb ik "De Witte van Zichem" al gelezen en nu, in mijn zoektocht naar een dun boekje, stootte ik op "WannesRaps". (En het moet echt een dun boekje zijn, want anders zal Catch 22 de komende weken niet meer vorderen...)
Het leuke aan Ernest Claes vind ik de vergeelde boekjes, die zo lekker ruiken... Maar het allerleukste is de taal... Soms moet ik hele zinnen luidop lezen om te begrijpen wat er staat, maar toch... Zo vind ik in het eerste hoofdstukje een intro die poëtischer klinkt dan drie "Domweg gelukkig in de Dapperstraat" boeken bij elkaar:
" Nu zullen ze ginder in Everbeur, bij Peer de Smid, bij Jan van Gille of bij Mieke van Drisken Didde, als ze dat zullen lezen wel zeggen: ' Wat è gedacht toch van Nest oem over zoê iemand as Wannes Raps te goan vertell, as er zoeveul ander goei mensen zèn woar dat èm in de boeke kan schrijven... ' en ze zullen dan de kop schudden en het niet verstaan. Want ik weet het, Wannes Raps, dat de in uw leven meer drupkens klare gedronken dan paternosters gelezen hebt, dat ge meer uren in de herbergen van Everbeur en Testelt hebt gezeten dan minuten in de kerk, dat ge vloekte gelijk een uit het Walenland en de hazen en konijnen niet gerust kondt laten, - och heere ja, dat er veel beter menschen zijn dan gij er een waart.
Maar ik weet ook, Wannes, dat er nog veel grootere loebassen en schobbejakken onder de zon rondloopen, al drinken die minder drupkens en zotten ze meer bij den pastoor of in de kerk, wat dan absoluut nog niet zoo zeker is. Neen, gij waart nog geen van de ergsten, daar waren aan u ook nog goede kanten en moest er t'onzent iemand durven zeggen dat Wannes Raps zaliger een slecht mensch was, dan zouden ze allemaal, zonder uitzondering van aan Peer Pastrij tot aan Treske Bek verklaren: ' Da's niet woar, ne slechte mens is Wannes noeit of ze leven nie geweest ! '
En waarom nu van Wannes Raps gaan vertellen als de mensch toch al zoo'n tijd van jaren dood en begraven is? - Wel, noch om 't een noch om 't ander, maar 't is dat ik daar heb zitten peizen over dat arme leven van Wannes zaliger, en dat hij zoo'n schoon dood gestorven is..."
(E. CLAES, Wannes Raps, blz. 7 - 9)
Prachtig toch? Een uitgave van 1941, waarin je nog mens met sch kan vinden, waarin woorden als loebassen en schobbejakken nog deel uitmaken van het standaardvocabularium, waarin de dialoog in Zichems dialect staat, waarin kon nog met als kondt met DT geschreven wordt! Als je dan in je achterhoofd houdt dat al deze taferelen zich ooit hebben afgespeeld op een boogscheut hiervandaan...
Ik voel het al, dit wordt een geweldig tussendoortje!