We verlieten de kade  Grevenmacher te 08:45 uur en willen tot erens tegen Trier varen.  Enkele km verder  passeerden we de aanlegkade tegenover Temmels.  Hier lag een duwstel-tanker dat net gelost was en waarvan ze de koppeling los maakten om het gevaarte te kunnen draaien.  Het samenstel is zo lang dat het hier nergens kan draaien in zijn geheel.  Iets verderop is de Port Commercial de Mertert met vlak daarbij een wachtkade.  Enkele km verder kwamen we voorbij Wasserbillig (L) en aan de overzijde Oberbillig (D). Twee mooie dorpjes die net aan de grens tussen beide landen liggen. 

Oberbillig (D) en op de andere oever Wasserbillig (L)

Vanaf hier vormt de rivier de Rauer de grens tussen beide landen en vanaf hier varen we dus Duitsland binnen.  Op de oevers liggen nog de dorpjes Wasserleisch, Renig en Igel.  Hier net stroomafwaarts ligt de monding van de Saar op de Moezel.

Enkele markante gebouwen.

Wij voeren  nog 3 km verder tot de jachthaven Trier-Monaise die kort bij het mooie Schloss Monaise (nu een taverne-restaurant) ligt.  We kregen van de havenmeester een plaatsje op de kop van een van de streigers toegewezen.  Hier liggen voornamelijk zeilboten en sportboten.

Namiddag zijn we terug gaan fietsten naar Grevenbach en op de terugweg langs een winkel gereden.

Rond 16:30 uur zijn we dan met de fiets naar Trier gereden. 

De kathedraal, de Porta Nigra, de helikopterlandingsplaats op het ziekenhuis, Tolkraan

We zijn er kriskras de Altstad door gereden langs alle bezienswaardigheden waarvan er verschillende zijn uit de Romeinse tijd.  We zagen de opgegraven Romeinse Baden, de Porta Nigra, de keizerlijke Thermen, de kathedraal en nog een aantal kerken, de Hauptmarkt, de Römer Brucke, de Pont Kaiser Wilhelm, veel groen en paar groene boulevards met een fiets en wandelpad erin.  Een gezellige stad met vééél terasjes en winkelstraatjes.  Voor we terug reden naar de boot hebben we op het terras van La Baronese heel lekker gegeten.  Daarna reden we via het mooie fietspad langs de Moezel terug naar de haven.