BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
29 juni 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6594
de Bert Anciaux (sp.a)
aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken,
Buitenlandse Handel en
Europese Zaken
________
Leonard Peltier - "American Indian Movement" - Eerlijk proces
- Resoluties van de Kamer -
Belgisch standpunt
________
autochtone bevolking
Verenigde Staten
rechten van de verdediging
motie van het Parlement
strafsanctie
________
29/6/2012 Verzending vraag
10/10/2012 Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6594 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld
in het
Nederlands)
Leonard Peltier, een Indiaanse activist en lid van de "American
Indian Movement" (AIM), werd
in 1977 tot tweemaal levenslang veroordeeld voor de moord op twee FBI
agenten tijdens een
conflict in het "Pine Ridge" Indianen Reservaat. Verscheidene
elementen wijzen er op dat het
proces tegen Peltier niet eerlijk verliep. Het staat vast dat de FBI
bewijsmateriaal gebruikte dat
het zelf fabriceerde, dat getuigen onder druk werden gezet en dat
belangrijk bewijsmateriaal ten
gunste van de betichte nooit in het proces werd gebruikt. Amnesty
International catalogeerde deze
zaak onder de "oneerlijke processen" in haar rapport van 2010
over de Verenigde Staten. Gezien
zijn lange gevangenisstraf, de twijfel en de context waarbinnen deze
feiten plaatsvonden pleit
Amnesty dan ook voor de voorwaardelijke vrijstelling van Peltier.
De grote struikelblokken voor rechtvaardigheid in deze aangelegenheid
lijken niet om de grond
van de zaak te gaan, maar zijn eerder van institutionele en ideologische
aard. Een vrijlating van
Leonard Peltier impliceert immers het volgende:
- de erkenning van het feit dat het FBI inderdaad schuldig was aan het
organiseren van politieke
vervolgingen in de jaren zestig en zeventig. (Dit werd overigens al
bevestigd door een
parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Douglas Pike);
- de erkenning van het feit dat het Noord-Amerikaanse gerecht
structurele tekortkomingen kent.
Gevreesd wordt dat een herziening van het proces (en een vrijspraak) tot
een waterval van
herzieningsaanvragen zal leiden.
- Leonard Peltier is sinds zijn veroordeling uitgegroeid tot een symbool
van de manier waarop de
overheid en de blanke meerderheid in de Verenigde Staten (VS) omgaan met
de oorspronkelijke
bevolking van de VS.
Verschillende regeringsleiders en prominente figuren spraken zich
expliciet uit voor de zaak van
Peltier. Ook het Europese en het Belgische parlement vroegen in
resoluties naar een herziening
van het proces en een gratieverlening voor Peltier.
Hierover de volgende vragen:
1) Welk gevolg heeft men destijds gegeven aan de resoluties die in de
Kamer zijn goedgekeurd
respectievelijk op 13 maart 1997 en 29 juni 2000? Heeft België toen een
positie ingenomen en de
betreffende resoluties overgemaakt aan de Verenigde Staten? Zo ja, met
welke gevolgen? Kwam
er een reactie van de VS op de vraag voor (a) clementie en voor (b) een
grondig onderzoek naar
het proces?
2) Is de minister bereid om zijn bezorgdheid te uiten over de
eerlijkheid van het proces en de
vraag voor een grondig onderzoek naar het verloop van het proces tegen
Peltier te hernieuwen?
Antwoord ontvangen op 10 oktober 2012 :
Réponse
Jai pris connaissance avec attention de votre question écrite relative
au sort
du militant amérindien Léonard Peltier, condamné à une double peine
demprisonnement à vie en 1977 pour lassassinat, sous forme
dexécution,
de deux agents du FBI, au début des années 1970, dans la réserve de «
Pine
Ridge », dans le Dakota du Sud.
Cest également avec grand intérêt que je considère les deux résolutions,
adoptées en 1997 et en 2000, de la Chambre des Représentants. Ces
résolutions soutiennent les appels, émanant de parlementaires
américains, à
une libération conditionnelle de M. Peltier ou, à défaut, à une grâce
présidentielle.
Les résolutions de la Chambre des Représentants soutiennent en outre la
proposition de membres du Congrès des Etats-Unis dorganiser une
audition
parlementaire afin de faire toute la lumière sur les circonstances qui
ont
mené à linculpation de M. Peltier pour homicide puis pour assassinat.
Sur cette question, je considère que le principe de la séparation des
pouvoirs
doit être respecté et que si la justice américaine naccorde pas à
Monsieur
Peltier une libération conditionnelle, la seule alternative est celle dune
grâce
présidentielle. Je note cependant à ce propos que le Président Clinton,
qui
avait promis dexaminer le dossier Peltier, a achevé son second mandat,
en
janvier 2001, sans accorder de grâce présidentielle à Léonard Peltier.
Je nai cependant pas de raison de douter que si lactuel Président des
Etats-
Unis lestime justifié, il prendra une décision en ce sens en tenant
compte de
tous les éléments.
Mes services continueront à suivre ce dossier avec attention.
Antwoord
Ik heb met grote belangstelling kennis genomen van uw schriftelijke
vraag
over het lot van de Amerikaanse indiaanse activist Leonard Peltier die
in
1977 tot tweemaal levenslang werd veroordeeld voor de moord, uitgevoerd
als een executie, van twee agenten van de FBI in het begin van de jaren
70,
in het reservaat Pine Ridge in Zuid-Dakota.
Ook beschouw ik als van groot belang de twee resoluties die in 1997 en
in
2000 werden aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Deze resoluties steunen de oproepen van Amerikaanse parlementariërs om
dhr. Peltier voorwaardelijk vrij te laten of, indien dit niet gebeurt,
om hem
een presidentiële gratie te verlenen.
De resoluties van de Kamer van Volksvertegenwoordigers steunen tevens
het
voorstel van de leden van het Amerikaanse Congres voor de oprichting van
een parlementaire hoorzitting, teneinde alle licht te werpen op de
omstandigheden die geleid hebben tot de aanklacht tegen dhr. Peltier,
eerst
voor doodslag en daarna voor moord.
Voor wat betreft mijn houding in deze zaak, vind ik dat het principe van
de
scheiding der machten moet geëerbiedigd worden. Indien het Amerikaanse
gerecht aan dhr. Peltier geen voorwaardelijke vrijlating toekent, blijft
als
enige alternatief nog een presidentiële gratieverlening. Ik noteer
evenwel
dat President Clinton, die beloofd had dat hij het dossier Peltier zou
bestuderen, in januari 2000 zijn tweede mandaat beëindigd heeft zonder
gratie te verlenen aan Leonard Peltier.
Ik heb nochtans geen reden om eraan te twijfelen dat de huidige
President
van de Verenigde Staten, indien hij zulks gerechtvaardigd vindt, een
beslissing zal treffen in die zin, rekening houdend met alle elementen.
Mijn diensten zullen dit dossier met aandacht blijven opvolgen.
Didier Reynders, Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse zaken
|