Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/kris
Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen? Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) . De mooiste tekeningen worden gepubliceerd. Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie: www.bloggen.be/pierpont www.bloggen.be/kris
GRIEKSE MYTHOLOGIE
Boeiende verhalen uit het oude Hellas PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
31-12-2021
Het uitgebreid horoscoopverhaal...
Speciaal voor de lezers van De Druivelaar: In 2012 vindt u hier, de 20e van elke maand, het uitgebreid mythologisch verhaal omtrent het sterrenbeeld van de maand.
de Griekse mythologie in 136 verhalen (geïllustreerd)
Een perfect eindejaarsgeschenk voor uw cultuurminnendefamilieleden, vrienden en kennissen.
Vanaf 1.1.2012 is het boek enkel nog te verkrijgen bij de auteur (prijs 18,95 euro). Bestellen via tel. 056.215944 of via mail kvansteenbrugge@gmail.com. Voor leveringen in België worden geen verzendkosten aangerekend. Vermelden indien u een gesigneerd exemplaar wenst. Levering binnen de drie dagen.
Het boek "Uit het schuim van de zee" (Griekse mythologie in 136 verhalen) valt blijkbaar in goede aarde. Een uitgebreide en meer dan hartverwarmende recensie staat te lezen op (klik hier) www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1359842 . Hier alvast een uittreksel:
Uit het schuim van de zee.
Dit is het boek dat ik al in mijn jeugd koortsachtig zocht tot in de rommeligste boekenwinkels, op gezellige oude markten en hoog in het gebinte van ontelbare bibliotheken. Gij zult het niet vinden, zo klonk het t' allen kante, het boek dat gij zoekt, moet immers nog geschreven worden!
Dit hier is die ene, vaak vergeten peiler van de twee pilaren waarop de ganse westerse beschaving rust. Want naast het monotheïstische christendom dat sinds tweeduizend jaar de wereld overspoelde, is dit die andere en nog veel oudere bron, met wel duizend goden en evenveel verhalen: mysterieus en meer dan sprookjesachtig, maar o zo verklarend als wij díe vragen áchter de vragen stellen zoals bij uitstek kinderen dat doen. Hoe zijn wij uit de chaos voortgekomen? Waarom verbeeldt onze achillespees de kwetsbaarheid? Kan een man een kind baren uit zijn hoofd of uit een van zijn dijen?
(hier volgt een bespreking van de eerste 21 verhalen)
Maar hiermee werd de beknopte inhoud van slechts de eerste eenentwintig van de in totaal honderdzesendertig verhalen weergegeven. Ze bestrijken een kleine vierhonderd bladzijden en worden aangevuld met een vooral voor oningewijden bijzonder welkome, overzichtelijke genealogie en ook een uitgebreid trefwoordenregister. De tekst wordt verlucht door grappige pentekeningen van de grafische kunstenaar en cartoonist Kurt Vangheluwe. Het boek ligt vlot in de hand met zijn plooibare doch stevige kaft, de bladspiegel oogt fraai en ook lettertype en lettergrootte komen de leesbaarheid zeer ten goede. Een kanjer dan toch, een unicum in de Nederlandse taal en niet van de eerste de beste, een onschatbare rijkdom aan culturele bagage met eeuwigheidswaarde. Over pakweg driehonderd jaar zal men dit boek nog lezen in Vlaanderen en in Nederland, en zonder te overdrijven: als een boek het verdient om vertaald te worden, dan wel deze prachtige parel.
De laatste dagen hebben zeker een dozijn mensen mij aangeklampt met vragen omtrent het verhaal over Het vat der Danaïden op het blaadje van De Druivelaar van 17 augustus. Sommigen noemden mijn verhaal zeer onvolledig. Ze houden ongetwijfeld geen rekening met de beperktheid van de mij toegemeten ruimte: een half paginaatje van zon scheurblaadje
De vragen zijn drieërlei: 1° waarom heeft die ene Danaïde haar echtgenoot gespaard? 2° wat is er nadien met haar en haar echtgenoot gebeurd? 3° zijn haar negenenveertig zussen direct na hun misdaad naar de onderwereld verhuisd? Welnu,
1°/ Die ene Danaïde was Hypermnestra. De haar toegewezen echtgenoot was Lynkeus. Omdat Lynkeus haar tijdens de huwelijksnacht had gerespecteerd en haar haar maagdelijkheid had laten bewaren, waarvoor ze hem zeer erkentelijk was, kon ze het niet over haar hart krijgen hem te doden. Ze hielp hem daarenboven het land uit te vluchten.
2°/ Danaos, was woedend om het verraad van zijn dochter en wilde haar doden, maar uiteindelijk zag hij daar toch van af. Lynkeus echter keerde enige tijd later terug naar Argos om de moord op zijn broeders te wreken. Hij doodde Danaos, eigende zich het koningschap van Argos toe, en trouwde met Hypermnestra. Het koningspaar kreeg een onovertroffen roemrijk nageslacht. Hun achterkleindochter Danaë werd de moeder van de held Perseus: de vader was niemand minder dan de oppergod Zeus, himself. En nóg roemruchter was de zoon van Perseus kleindochter Alkmene: Herakles, de grootste held die ooit op aarde heeft geleefd. Ook hier was Zeus de vader! Overigens waren Lynkeus en Hypermnestra zelf reeds nazaten van Zeus. Zij waren immers allebei kleinkinderen van Belos, die samen met zijn tweelingsbroer Agenor gesproten was uit de vereniging van de god Poseidon met Lybia. Deze was een kleindochter van Zeus en Io, u weet wel, die later door Zeus zelf in een koe werd veranderd.
3°/ De Danaïden zijn niét direct naar de onderwereld verbannen. In de eerste dagen na de misdaad organiseerde hun vader Danaos een hardloopwedstrijd voor trouwlustige mannen, met als inzet de hand van zijn negenenveertig dochters: de winnaar van de wedstrijd mocht het eerst kiezen, daarna de tweede, en zo verder. Aanvankelijk kwamen maar weinig deelnemers opdagen, bang als zij waren dat ze het lot van hun voorgangers zouden ondergaan. Een paar dagen later organiseerde Danaos een nieuwe loopkoers: nu waren er wel voldoende deelnemers, omdat ondertussen bekend was dat de anderen de huwelijksnacht hadden overleefd. Zo zijn alle Danaïden uiteindelijk nog aan de man geraakt. Na hun dood, eenmaal in de onderwereld, was de lol er evenwel volkomen af.
Onlangs heb ik gelezen dat er heden ten dage in Argos nog jaarlijks een huwelijkswedloop gehouden wordt
Dit is een van de 17 tekeningen, van de hand van Kurt Vangheluwe, uit het boek Uit het schuim van de zee (400 pag.) dat rond deze tijd verschijnt. Deze tekening is een illustratie bij verhaal nr. 15 (zie op deze blog nr. 12 d.d. 25/6/2007). Ino, dochter van Kadmos, wordt achtervolgd door haar woedende echtgenoot Athamas. Deze is verbolgen omdat Ino de kinderen van zijn eerste echtgenote, de godin Nephele, ten onrechte heeft laten offeren (zie het offeraltaar met de bijl op de tekening). Maar de kinderen zijn ontsnapt op de rug van een vliegende ram met een gouden vacht (hier met vleugels afgebeeld). Nephele wordt duizelig en zal naar beneden storten maar Phrixos zal veilig aan land komen in een ver land, waar hij de ram zal offeren aan de god Ares en waar de gouden vacht aan een boom zal gehangen worden, bewaakt door een vervaarlijke draak. Ino, met haar spartelend zoontje Melikertes in de armen zal van een hoge rots in zee storten. Beiden zijn dood, maar worden door de goden tot de goddelijke rang verheven. Het dode lichaam van Melikertes wordt door een dolfijn aan wal gebracht (al lijkt de knaap op de tekening springlevend...)
De laatste drukproef (de zesde!) is OK bevonden. Het wachten is nu nog op de definitieve uitgave. Ondertussen ben ik wel (aangenaam) geschrokken van een recensie van Jan Bauwens. Wenst u ook even aangenaam te schrikken, klik dan hier: www.bloggen.be/portretten/archief.php?ID=1243371 .
We zijn aangeland in Epidauros, de plaats aan de oostkust van Argolis, waar het mooiste en best bewaarde Grieks theater uit de oudheid zich bevindt, alsook het heiligdom van Asklepios, de god van de geneeskunde. Hier is ook een stadion en dat is een ideale plaats om weer eens Spelen te houden. Hoe dat allemaal verlopen is, vertellen wij u ná de grote vakantie. We houden het nu inderdaad zo lang voor bekeken. De ervaring heeft ons geleerd dat deze blog tijdens de examenperiode en de daaropvolgende vakantie toch al veel minder frequent bezocht wordt dan tijdens de rest van het jaar. Daarenboven kunnen wij de aldus vrij gekomen tijd goed gebruiken om te werken aan Het schuim van de zee, een boek waarmee we in een logische opeenvolging van 136 verhalen en 17 ludieke tekeningen een vrij volledig overzicht trachten te geven van de Griekse mythologie. Wij hopen dat het vrij lijvig boek (ongeveer 400 paginas) rond het begin van het schooljaar in de boekenwinkels zal liggen en dat het een standaardwerk mag worden voor alle humaniorastudenten en voor allen die geïnteresseerd zijn in de antieke cultuur. Tijdens de komende weken houden wij u op de hoogte betreffende de vorderingen die gemaakt zijn omtrent het boek.
Er is de laatste weken hard gewerkt aan het boek "Uit het schuim van de zee" (de Griekse mythologie in 136 verhalen). Hier een ontwerp voor de cover (voor- en achterkant) van het boek, dat waarschijnlijk zal verschijnen tijdens de grote vakantie. Hierbij ook één van de 17 verhalen uit het boek, die op een ludieke manier geïllustreerd zijn door de talentrijke Vlaamse illustrator-cartoonist Kurt Vangheluwe.
(uittreksel uit "Het schuim van de zee)
8. Arachne.
Athena, godin van de wijsheid en de wetenschappen, was een bijna perfecte godheid. Zij schonk de mensheid allerlei nuttige werktuigen: de ploeg is er één van, en het weefgetouw. En zij leerde de mensen de kunst van het weven. Toch had ze ook haar kleine kantjes...
Nooit is Athena verliefd geweest, nimmer heeft zij kinderen gebaard. Wie haar naaktheid aanschouwd had, hetzij met opzet, hetzij per ongeluk, strafte ze met blindheid. Dat ervaarde een sterveling, Teiresias, die haar verraste terwijl ze zich baadde. Ze ontnam hem het licht uit zijn ogen. Doch achteraf kreeg ze daar spijt van en ter compensatie schonk zij hem de gave van de helderziendheid en de voorspelling, een gave die hij ook na zijn dood mocht behouden in de onderwereld. Er is evenwel een ander verhaal over de beroemde ziener Teiresias, hoe hij blind werd en de gave van de profetie kreeg, maar dat vertel ik een andere keer.
Zoals alle goden wenste ook Athena naar waarde geëerd te worden. Als ze zich op dat gebied te kort gedaan voelde, kon ze vaak meedogenloos uit de hoek komen. Ziehier wat Arachne is overkomen. Zij was een meisje uit de streek van Miletos in Klein-Azië. Als kind reeds had Arachne een buitengewone aanleg voor kunst. Athena zelf bemoeide zich met haar opvoeding en leerde haar de fijnste knepen van de weefkunst. Weldra was het meisje in staat, naar sommigen beweren, om mooiere stukken te weven dan Athena zelf, en alom werd zij geprezen vanwege haar kunst. Maar de roem steeg haar naar het hoofd en ze begon hoogmoedig te worden: menselijke hybris, die de goden verafschuwen. Aan al wie het horen wilde, vertelde ze dat ze Athena ver overtrof in de kunst van het weven. Ze ontkende daarenboven dat ze ook maar iets van de godin geleerd had. Ze beweerde dat ze alles uit zichzelf kon. Toen Athena dat vernam, ging ze bij Arachne op bezoek, vermomd als een oud vrouwtje. Ze probeerde Arachne tot nederigheid te bewegen en haar wat meer eerbied en dankbaarheid te doen betuigen jegens haar leermeesteres en jegens de goden. Maar Arachne riep uit in al haar hoogmoed:
- Laat ze zich dan met mij meten, als ze durft, uw godin. Laten we beiden een weefstuk maken, opdat iedereen kan oordelen hoezeer ik haar overtref.
Daarop legde Athena, uitermate ontstemd, haar vermomming af en zij ging met Arachne de wedstrijd aan om t mooiste weefstuk. Arachne weefde een kunstwerk dat de goden voorstelde op de Olympos. Het bleek van zon perfectie te zijn dat de prestatie onmogelijk kon geëvenaard, laat staan verbeterd worden. En Athena, verre van toe te geven dat het meisje iets onovertrefbaars had gemaakt, beschimpte het werk van Arachne, zeggende dat ze de goden had afgebeeld in onzedige houdingen en dat het werk allerminst getuigde van eerbied voor de goden. Ze scheurde het werk aan flarden en dreigend liep ze op Arachne toe. Deze werd plots bevangen door een panische angst en ze vluchtte naar haar vaders atelier, alwaar ze zich met een touw ophing aan een balk. Toen Athena het levenloze lichaam van het meisje aanschouwde, kreeg ze spijt van haar brutaal optreden: ze veranderde het dode lichaam in een spin en ze droeg haar op verder te weven... tot in eeuwigheid.
Hoe Adonis door de jaloerse god Ares gedood werd hebt u reeds kunnen lezen op deze blog d.d. 24.3.2008 in het verhaal over "Ares" (vakantieverhaal). Voor het volledig verhaal over Adonis: klik hier op www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=840990
Dit was, voorlopig, mijn laatste maandelijks verhaaltje op De Druivelaar. Na vijf jaar Druivelaarverhaaltjes neem ik nu een sabbatjaar - wat zeg ik? twéé sabbatjaren! Maar in 2023 ben ik er terug (bij leven en welzijn, natuurlijk) met de twaalf werken van Herakles: eentje per maand dus...
2/ www.bloggen.be/mythos: de Griekse mythologie in 136 verhalen (in "min of meer" chronologische volgorde). Een drietal verhalen per week zal ruim volstaan om klaar te zijn tegen het einde van komend jaar. Het zijn de verhalen uit het boek "Uit het schuim van de zee" dat verscheen in 2010 en een paar herdrukken heeft gekend en dat vorig jaar is verschenen onder een andere en nieuwe naam: "De Griekse mythologie in 136 verhalen".
Marc kon het niet laten het wondermooi beeld "Amor en Psyche" van Canova ten tonele te brengen. En dát vraagt enige toelichting. Daarom dit ontroerend verhaal, het laatste uit mijn boek "De Griekse mythologie in 136 verhalen"...
Er was eens een koning die drie mooie dochters had. De oudste twee waren gewoon mooi. Maar de jongste, Psyche, was nog véél mooier. Woorden schieten tekort om haar schoonheid te beschrijven. De mensen noemden haar schoonheid "goddelijk" en van heinde en verre kwamen zij de jonge prinses bewonderen. Die bewondering was als een soort verering, die doorgaans alleen goden te beurt valt. En al durfde niemand het openlijk zeggen, men vond dat zij Aphrodite, de godin van de liefde, in schoonheid overtrof. En dat wekte in niet geringe mate de afgunst op van de godin. Ze besloot zich te wreken...
Aphrodite riep haar zoon Eros bij zich en gaf hem de opdracht de prinses zodanig te bewerken met zijn liefdespijlen dat zij verliefd werd op een lelijk monster. Eros, die zijn moeder zeer gehoorzaam was, begaf zich naar het paleis van Psyche's vader, doch toen hij daar het mooie meisje zag, werd hij dermate ontroerd door haar verblindende schoonheid, dat hij begon te beven over al zijn leden en zich hierbij verwondde aan zijn eigen pijlen. Eros stond weldra in lichterlaaie voor de prinses en hetgeen zijn moeder hem had opgedragen kon hij nu niet meer gedaan krijgen. Hij besefte dat een romance met een sterfelijk wezen voor hem niet weggelegd was Aphrodite zou dat nooit goedkeuren! en tegelijkertijd kon hij zich niet verzoenen met de gedachte dat een ander dit wondermooi wezentje de zijne zou mogen noemen. Daarom bewerkstelligde hij dat nooit een man haar ten huwelijk zou vragen.
Toen nu de beide zusters van Psyche reeds lang de prins hunner dromen gevonden hadden, was nog niemand de hand van onze mooie prinses komen vragen. Alle jonge koningszoons bewonderden haar wel, maar niemand kwam haar ten huwelijk vragen. Durfden ze niet? Het verdroot haar ouders zeer en daarom besloten ze het orakel van Apollo in Delphi te raadplegen. Maar Eros was hen vóór: hij had een plan! Hij kocht de hogepriesters van Delphi om, opdat ze zouden verklaren dat het de wil van de god was om Psyche te brengen naar de top van een hoge rots aan de rand van de zee en haar daar alleen achter te laten. Alleen door zo te handelen zou zij een geschikte echtgenoot vinden. En alles geschiedde zoals Eros het had gepland. Zeer tegen hun zin, maar om aan de wens van de god te voldoen, brachten Psyche's ouders hun dochter naar de top van de rots. Gedwee bleef ze daar alleen achter, omdat ze ervan overtuigd was dat de goden het beste met haar voorhadden...
En toen kwam Zephyros, de Westenwind. Hij nam Psyche mee naar een veraf gelegen kasteel, dat zich in het midden van een groot bos bevond. In het kasteel was alles van een ongekende pracht en praal: goud en marmer en de kostelijkste houtsoorten. In de kamer waar Zephyros haar had gebracht straalde het daglicht ongehinderd naar binnen en er speelde een hemelse muziek. Er stond een tafel, die gedekt was met de heerlijkste spijzen, en een uitnodigend zacht bed. Haar hongerige maag knaagde en vol vertrouwen in de afloop van dit avontuur ging ze aan tafel en toen ze helemaal verzadigd was, ging ze liggen op het donzig bed, in de hoop dat er nu weldra een knappe jonge man zou komen om haar het hof te maken. En dat zou gebeuren...
Het duurde weliswaar een tijdje en het was al donker toen iemand de kamer van het paleis binnenkwam. Zo donker was het reeds dat zij zelfs geen vage gestalte van de bezoeker kon waarnemen. Hij begaf zich naar het bed en vleide zich naast haar neer. En hij raakte haar aan, streelde haar schouders en haar dijen, kuste haar en fluisterde haar zachte lieve woordjes in het oor. Psyche was hierdoor in een opperste staat van verrukking en ofschoon zij haar aanbidder niet kon zien, toch was zij er zeker van dat het een héél knappe jongeling was die daar naast haar lag en met haar zo teder de liefde bedreef. Zij beantwoordde zijn liefde volkomen. Toen zij hem evenwel vroeg haar zijn naam te noemen, gaf hij haar ten antwoord:
- Mijn naam moet voor jou verborgen blijven, noch mag je mij ooit aanschouwen. Als deze regel overtreden wordt, zal aan onze liefde een bruusk einde komen!
Deze woorden stemden Psyche verdrietig. Hoe gaarne had ze haar minnaar bij klaarlichte dag aanschouwd... Haar nachten waren heerlijk, in de armen van haar minnaar, maar telkens als ze 's ochtends wakker werd, was hij verdwenen en bij dage verveelde zij zich in haar gouden paleis. Nooit zag ze nog iemand. Ze miste vooral het gezelschap van haar beide zusters. Ze vroeg haar geliefde of ze haar zusters mocht zien, want dat ze anders zou wegkwijnen van verdriet. Hij stond het toe, met tegenzin, want hij was bang dat zij Psyche zouden uitvragen over de identiteit van haar geliefde. Hij verzocht Zephyros de zusters te halen. Dezen waren niet weinig verrast toen zij het paleis binnentraden, waar Psyche nu vertoefde: het was honderd keer mooier en kostbaarder dan dat van hun eigen vader. Toen Psyche hun vertelde dat zij daar verbleef met een jonge knappe minnaar, die ze evenwel nog nooit bij klaarlichte dag had gezien en wiens naam ze niet eens kende, werden de twee zusters achterdochtig.
- Hoe kan je weten dat hij jong en knap is, vroegen ze, als je hem nog nooit hebt gezien. Het zou best wel een monster kunnen zijn, waarmee jij argeloos het bed deelt. Waarom anders zou hij zich niet kenbaar maken en zich niet aan jou willen vertonen? Misschien vermoordt hij jou wel, op een dag...
Waren hun woorden ingegeven door bezorgdheid om hun zus, of door jaloezie, of door beide? In Psyche's hart was er alvast twijfel ontstaan en toen haar zusters weggingen vroeg ze hun wat er haar te doen stond.
- Wij zullen er samen eens over nadenken, zeiden ze, en als we een oplossing denken gevonden te hebben, komen we spoedig terug.
En ze kwamen terug, een paar weken later. Ze brachten een olielamp mee en een dolk.
- 's Nachts moet je hem bespieden, in 't licht van deze olielamp, zeiden ze. En als hij inderdaad een monster blijkt te zijn, moet je deze dolk in zijn borstkas planten, recht in zijn hart.
Psyche gruwelde bij de gedachte. En met de onzekerheid kon zij niet leven. En de volgende nacht, toen Eros, na een heerlijk liefdesspel, in diepe slaap was verzonken, ontstak ze haar olielamp en hield die boven het lichaam van haar minnaar. En wat zag zij? Ze kon haar ogen niet geloven: een knappe jonge man, nog mooier dan ze zich hem in haar stoutste dromen had durven voorstellen. Zo groot was haar opwinding dat ze begon te beven over al haar leden en dat ze gloeiende olie morste op de schouder van haar geliefde. Met een door merg en been snijdende schreeuw van pijn schoot deze wakker. Groot was zijn afschuw toen hij zijn beminde zag met in de ene hand de brandende olielamp en in de andere hand de dolk. Huilend van de pijn vluchtte hij het paleis uit. Psyche besefte dat hij nooit meer zou terugkeren. Toch rende ze hem nog achterna, in de pikdonkere nacht. Ze riep om vergiffenis en ze hoorde hem antwoorden:
- Als je het zo nodig weten wil: ik ben Eros, de zoon van Aphrodite. Hier eindigt onze liefde: liefde zonder vertrouwen kan immers niet gedijen. Nooit keer ik nog bij jou terug.
Ze was zijn spoor bijster. Verdwaasd bleef ze doorlopen. Ze nam zich voor haar geliefde te blijven zoeken, ofschoon ze wist dat het allemaal tevergeefs zou zijn. Als hij tenminste maar kon begrijpen hoe groot haar liefde was, en hoe immens haar verdriet! Nu smeekte ze de goden om haar behulpzaam te zijn, maar geen die het aandurfde gevolg te geven aan haar bede: zozeer vreesden zij in ongenade te zullen vallen bij Aphrodite. Ten einde raad besloot Psyche zich te wenden tot de liefdesgodin zelf: de haat van de godin jegens haar kon toch niet eeuwig blijven duren, zo dacht ze, en tenslotte was Aphrodite de moeder van Eros. En wie weet zou zij dáár de geliefde niet terugvinden...
En wat was er ondertussen geworden van Eros? Hij had een lelijke brandwonde en daarmee was hij naar zijn moeder gevlucht. Maar toen deze vernam wat er precies gebeurd was, ontstak ze in woede en ze weigerde de wonde te verzorgen. Ze sloot haar zoon zelfs op in een duistere kamer, alwaar hij zijn pijn moest verbijten.
Aphrodite was niet weinig verbaasd toen Psyche haar paleis binnenkwam. Haar woede was geenszins bekoeld. Ze beschuldigde het meisje van hoogmoed en onbeschaamdheid en ze slingerde haar naar het hoofd dat ze lelijk was en onuitstaanbaar en dat nimmermeer een man op haar verliefd zou worden, tenzij...
Aphrodite zag haar kans schoon om zich op Psyche te wreken, en ze zou het doen op zoÿn manier dat ze er zelf veel plezier aan kon beleven.
- ...tenzij gij blijk kunt geven van onderdanigheid en noeste ijver, eigenschappen die echtgenoten zozeer op prijs stellen. Luister daarom goed naar de opdracht die ik u zal geven en breng die tot een goed einde, binnen de vierentwintig uur.
- Ik zal mijn best doen om de taak die gij mij opdraagt naar best vermogen te vervullen, antwoordde Psyche onderdanig.
Maar de taak bleek onmogelijk te zijn. De godin gaf haar een grote zak met allerlei graantjes en korreltjes, allemaal door elkaar gemengd: tarwekorrels, gerstekorrels, rijstkorrels en nog andere. De opdracht luidde: sorteer alle korrels volgens soort.
Geen mogelijke opdracht voor een mens. Maar misschien niet voor een mier? Eén mier? Met vele honderden, met duizenden kwamen ze Psyche ter hulp. Toen de dag ten einde was, was de klus al lang geklaard. Aphrodite kon haar ogen niet geloven.
- Dat werk hebt gij niet alléén verricht, zei ze. Morgen geef ik u een andere opdracht.
In afwachting van die volgende opdracht werd Psyche opgesloten in een kamer, alwaar zij op de grond diende te slapen. Om haar honger te stillen kreeg zij slechts een homp brood. De volgende ochtend droeg Aphrodite haar op een hoeveelheid wol te gaan plukken van een kudde wilde schapen met gouden vacht, die weidden in een bosje, beneden aan de rivier. Toen zij in de buurt van de gouden schapen kwam, durfde zij de dieren niet benaderen. Toen hoorde ze een zacht stemmetje. Het was een kleine rozelaar die tot haar sprak:
- Wacht hier tot de avond. Dan begeven de schapen zich doorheen de braamstruiken naar het water om hun dorst te lessen. Telkenmale blijft er dan wat van hun gouden wol hangen aan de struiken. Niets is zo gemakkelijk als die wol er te gaan afplukken.
Psyche bracht de gouden wol naar Aphrodite. Maar ook nu was de godin niet tevreden en ze beweerde dat iemand haar geholpen had bij het vervullen van de opdracht. Ze had nog een derde, héél moeilijke opdracht in petto.
- Ziet gij ginder die hoge rots? En ziet gij het zwarte water dat van die rots als een waterval naar beneden dondert? Het is het water dat de rivier van de onderwereld voedt, de Styx. Vul deze kruik met het water en breng het mij.
Met geen mogelijkheid zou Psyche er in slagen de hoge glibberige rots te beklimmen. Maar weer daagde hulp op, deze keer onder de vorm van een arend. De vogel nam de kruik in zijn bek en vloog naar te top van de rots alwaar hij het water opving en het terugbracht bij Psyche. Maar ook nu was Aphrodite nog niet tevreden. En ze had nog een ultieme opdracht achter de hand. Daarvoor diende Psyche zich te begeven naar de onderwereld, een plaats waarvan nooit een sterveling was teruggekeerd, een paar van de allergrootste helden niet te na gesproken...
En ziehier hoe de opdracht luidde:
- Daal neder in de Hades en vraag aan de godin Persephone, tevens koningin van de onderwereld, of zij een kleine hoeveelheid van haar schoonheid wil meegeven, ten behoeve van haar halfzuster Aphrodite, wier schoonheid tanende is door het leed dat haar werd aangedaan door haar zoon Eros.
Aphrodite lachte in haar vuist. Nooit zou Psyche de onderwereld bereiken, laat staan er levend van terugkeren. En nooit zou Persephone een deel van haar schoonheid afstaan, en zeker niet aan Aphrodite! Dat besefte ook Psyche en moedeloos en door slaap overmand vleide zij zich neer aan de voet van een oude toren. En ziet, de toren kwam tot leven en nodigde haar uit naar binnen te gaan. Er stond een tafel met daarop een kaart, een zilveren muntstuk een obool en ... een taart. Ze hoorde een stem die haar toesprak:
- De kaart zal u de toegang tonen tot de dodenrivier die leidt naar de onderwereld. Daar zal Charon u opwachten. Overhandig hem de obool en hij zal u tot bij de poort van de onderwereld brengen, alwaar Kerberos, de vreselijke hellehond met de drie koppen, de wacht houdt. Voor hem is de taart bedoeld. Zet ze hem voor en terwijl hij zich daaraan te goed doet moet ge naar binnen glippen. Verder komt ge als vanzelf bij de troon van Persephone.
Alles verliep zoals de toren haar voorzegd had. Persephone overhandigde het meisje een klein zilveren doosje dat, zo vertrouwde de godin van de onderwereld haar toe, een schoonheidselixir bevatte, en dat zij in geen geval mocht openmaken, aangezien het alleen voor Aphrodite bestemd was. Psyche dankte nederig en, sneller dan ze gekomen was, verliet ze de onderwereld en begaf zich op weg naar Aphrodite. Maar onderweg bekroop haar de nieuwsgierigheid, een nieuwsgierigheid waaraan ze niet kon weerstaan: wát precies zat er in het doosje? Per slot van rekening kon ze zelf ook wel een beetje extra schoonheid gebruiken, want de ellendige gebeurtenissen van de laatste dagen hadden haar op dat gebied zeker geen goed gedaan. Met een kloppend hart opende ze het doosje: het leek volkomen leeg! Er kwam alleen een bedwelmende geur uit, waardoor Psyche onmiddellijk in een diepe slaap viel. Zo lag ze daar, aan de kant van de weg...
En Eros? Zijn wonde was reeds gedeeltelijk hersteld en ongezien was hij erin geslaagd te ontsnappen uit de ka-mer waar zijn moeder hem gevangen hield. De lichamelijke pijn was nu over, maar in de plaats was er nu de knagende hartepijn om het verlies van zijn geliefde. Nu zijn geheim uitgelekt was bij zijn moeder, weerhield niets er hem nog van om naar Psyche op zoek te gaan. En hij vond haar... slapend langs een verlaten weg. Hij wekte haar met een prik van één van zijn pijlen. Nu was hun beider geluk door geen mensenhand te beschrijven.
- Niets of niemand zal onze liefde nog in de weg staan, zo sprak Eros vastberaden. Breng het doosje naar mijn moeder. Ondertussen begeef ik mij naar de hoge Olympos en ik zal er de oppergod van onze liefde op de hoogte brengen.
Toen Zeus Eros aanhoord had, sprak hij:
- Vaak heb je mij gekweld en schande over mij gebracht met je liefdespijltjes. Door jouw schuld ben ik gedwongen geweest mijzelf te veranderen in een zwaan, een stier, ja zelfs in een gouden regen. Mijn prestige heb jij, o zo menigmaal, door het slijk gesleurd en vaak heb je mij de woede van Hera op de hals gehaald! En toch, mijn lieve jongen, kan ik niet boos zijn op jou. Telkens weer laat ik mij door jou vertederen. Daarom geef ik je mijn zegen. En omdat ik weet dat je moeder Aphrodite geen sterfelijke echtgenote aan je zijde wenst, verhef ik je geliefde Psyche hierbij tot de goddelijke rang.
Wie stuurt een tekening? i.v.m. één van deze mythologische verhalen... ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be De mooiste worden gepubliceerd. Vermeld je naam en die van je school+klas.