Het is half zes 's avonds en je neemt de trein terug naar huis na een zware dag. Niet enkel de vermoeidheid, maar ook de honger begint stilletjes toe te slaan. Je bent niet alleen. Overal in de wagon hoor je hoe mannen en vrouwen hun keukenexpertises uitgebreid uit de doeken doen. De meest culinaire hoogstandjes komen naar boven. Aan je linkerzijde zit een vrouw luidop te denken hoeveel gangen ze dit keer zou geven met Oudejaar. Zullen er vijf of misschien wel negen hapjes zijn? En wat smaakt nu het best, rauwe oesters of misschien toch gegratineerd in de oven? Aan je rechterzijde worden de voor-en nadelen van een fondue besproken. Je krijgt eveneens nog eens het recept voor de ideale crème brûlée mee. Kortom, een aflevering van de beste hobbykok van Vlaanderen in stereo!
Schuin tegenover je zit een grote, bleke, ietwat tengere man. Je vindt het vreemd dat de man zit te bibberen terwijl er zweetdruppels op z'n voorhoofd staan. Bij het horen van al dat "lekkers" wordt de man steeds bleker. "Grijs doorschijnend" zou je kunnen zeggen. Als de dame naast je over een gevulde kalkoen begint, hoor je als het ware de inhoud van de maag van deze man protesteren. Voor je het goed en wel beseft springt de man recht en loopt met één hand voor de mond naar de eerste de beste wc op de trein. Tevergeefs. Je kijkt toe hoe een straal kots, met een kracht waarmee je een boot zou kunnen zandstralen, het lichaam van de man verlaat. Twee dikke vrouwen springen verschrikt op terwijl een andere man haastig zijn aktetas veilig stelt. Na een tweede kotsgolf (inclusief doordringende geur) bedenk je dat het misschien toch beter is om je naar een andere wagon te begeven. Een stuk of twintig mensen hebben hetzelfde idee.
Jawel, voor één keer ben je blij dat je in het tussenstuk van de trein mag rechtstaan!