Eindelijk. Dat was de eerste gedachte die me overviel toen ik las dat Jürgen Roelandts volgend seizoen vol als klassiek speerpunt wordt uitgespeeld door Lotto-Soudal. De Vlaams-Brabander verbond zijn lot tot 2017 aan de loterijploeg, maar krijgt garanties om voor eigen rekening te mogen rijden. Hij stapt uit de sprinttrein van spurter André Greipel en legt de focus meer dan ooit op de Vlaamse voorjaarsklassiekers. Na heel wat eremetaal op dat specifieke terrein is Roelandts inmiddels bijna 30 jaar oud geworden. Voor een voetballer begint dan het verval, bij een wielrenner is dat de tijd om te oogsten.
Daags voor de voorstelling van de selectie heeft Lotto-Soudal al heel wat knopen doorgehakt. Jurgen Van den Broeck rijdt geen Tour de France, in tegenstelling tot jong veulen Tim Wellens. Diezelfde jonge knaap tekende een (wellicht) verbeterd contract tot en met 2017, net zoals Tony Gallopin. Het Franse talent redde de Tour voor de ploeg met een ritzege en het dragen van de gele trui en onderstreepte met een zesde plaats in de E3-prijs van Harelbeke en een zesde stek in de Brabantse Pijl ook zijn potentieel als klassieke renner.
Zijn kopman in de ploeg in dat vak moest het met heel wat minder stellen. Roelandts werd derde overall in Qatar, 10e in Gent-Wevelgem en krasselde verder wat verre top-15 noteringen in 'zijn' koersen zoals de Omloop Het Nieuwsblad en de E3-prijs bijeen. Veel had te maken met de valpartij die hij opliep in de Ronde van Vlaanderen waardoor hij een spierscheur opliep en het hele voorjaar eigenlijk moest krasselen om bij te blijven. Pech en ziekte zouden hem gans het jaar blijven achtervolgen en ook in Montréal, waar hij doorgaans ook goed scoort, wist hij nu geen hoge toppen te scheren. Wel verzette hij zoals steeds weer bergen werk voor André Greipel en piloteerde hij bovendien ook zijn schoonbroer Jens Debusschere naar de Belgische tricolore in Wielsbeke. Een nominatie voor de 'Kristallen Zweetdruppel' was zijn magere beloning. Langzaam moet bij hem het besef toen zijn opgeborreld dat het anders moet.
Roelandts was en blijft een van de eerste renners van wie ik de naam opneem in mijn pronostiekjes. Hij kan op vele terreinen goed uit de voeten, durft initiatief te nemen en is op zichzelf een prima sprinter. Helaas ontbreekt vooralsnog de kers op de taart: een overwinning in een klassieker. Sinds 2008 speelt hij steevast wel aardig mee, maar winnen is en blijft voorlopig o zo moeilijk.
Nochtans was het voor de geboren Assenaar in zijn eerste profjaar meteen raak: hij werd in Knokke Belgisch kampioen in 2008 na een perfecte lead-out van Greg Van Avermaet, waar ze het toenmalige Quickstep een ferme neus zetten. Roelandts bleef zichzelf in de radar fietsen en dat in verrassend verschillende races. In 2009 werd hij vijfde in de Vierdaagse van Duinkerke, maar fietste hij in de Vuelta ook vijf keer naar een top-10-notering. Verdere opmerkelijke prestaties: 6e in Gent-Wevelgem, 8e in Tour Down Under, 4x top-10 Tour de France (allen 2010), 2e in E3-Prijs Harelbeke (na ene Cancellara), 9e in Omloop Het Nieuwsblad, 5e op WK Kopenhagen, 4e GP Montréal (allen 2011), 3e in Ster ZLM-toer, 7e (en eerste Belg) op de Olympische Spelen, 7e GP Montréal (allen 2012), 3e in de Ronde van Vlaanderen, 8e in de Omloop Het Nieuwsblad, 8e in de Ronde van België, 4e in de GP van Plouay (allen 2012).
De keuze die zich na dit seizoen opdrong was om zich definitief in het keurslijf van de trouwe luitenant te laten opsluiten ofwel om kopman te worden in de klassiekers drong zich meer dan ooit op. Het getuigt van ambitie en vechtersmentaliteit van de renners om na een minder seizoen toch de stap hoger proberen te zetten. De manier waarop hij vooral in 2012 terugkwam na een verschrikkelijke val in de Tour Down Under en daarbij nekwervels brak was tekenend: winnen in echt flandrienweer in Luxemburg en meteen ook de lager aangeschreven Eurométropole Tour op zijn palmares schrijven. Roelandts is uit het juiste hout gesneden en dat weet ook Lotto-Soudal. De ploeg is het ook aan zijn kopman verplicht om hem die garanties te geven, want ik vraag me wel af op wie Roelandts zal kunnen rekenen in zijn wedstrijden. Alleen is maar alleen, kijk maar naar wat Cavendish overkwam bij Team Sky in de Tour de France. Gedegradeerd tot waterdrager en daar zo'n degout van gekregen dat hij als een slap sloepje bij Omega Pharma-Quickstep aanspoelde.
Het aantrekken van sporttrainer Paul van den Bosch (eveneens coach van Sven Nys) is hoe dan ook hoopgevend voor de verdere carrière van Roelandts. Hij was het die Lotto-Soudal de kunst van het pieken aanraadde en zijn wil ook mag laten geschieden. In essentie komt het er op neer dat elke toprenner een aangepast programma rijdt in functie van de races waarin hij kan schitteren, door daar fris aan de start te staan. Voor Roelandts betekent dit geen Tour Down Under meer en ook het Midden-Oosten laat hij links liggen. De Tour mag hij ook op zijn buik schrijven, maar is dat zo erg. Dat evenement is een mastodont geworden dat klassieke allrounders uitspuwt, vraag dat maar aan Tom Boonen. Specialisering is hoe langer hoe meer het modewoord en Roelandts zal frisser dan ooit op het Vlaamse strijdtoneel verschijnen. En zie maar hoe Sep Vanmarcke het er op die manier dit jaar van afbracht.
Absolute kopman André Greipel vond het tot slot jammer dat Roelandts uit zijn sprinttrein stapt en leek vanuit het Spaanse trainingskamp ook uit de lucht te vallen. Hij hoopte dat het nog niet zeker was en dat het nog zou kunnen worden besproken in de schoot van de groep. Nochtans zou de nukkige Pruis als geen ander moeten weten wat het is om als renner in je ambitie beknot te worden, gezien zijn knechtenperiode voor Cavendish ten tijde van HTC-Highroad. Wanneer hij diep in zijn hart kijkt zal hij zijn vriend Roelandts geen ongelijk kunnen geven.
17-12-2014, 18:51 geschreven door Bart van Maele 
|