dé website met alle info over de West-Vlaamse processies Kaderend in het project van Heemkunde West-Vlaanderen willen we hier zoveel mogelijk informatie plaatsen, zodat iedereen wat kan terugvinden over processies in zijn eigen gemeente/regio. Via "zoeken in blog" (links op het scherm) kan je de juiste informatie terugvinden (probeer zowel met en zonder hoofdletter). Beschik je zelf over informatie, stuur dit dan op via e-mail, en we zetten het zo snel mogelijk op de blog. Een bijzondere aandacht is er voor krantenartikels. Een overzicht van systematisch doorgenomen kranten kan je vinden door "krantenoverzicht" in te tikken. Hoe meer artikels er op staan, hoe sneller er ook iets over jouw gemeente/regio terug te vinden zal zijn.
21-01-2012
Uit 't Getrouwe Maldeghem, 20 mei 1900
Brugge. Pick-pocket. Zondagnamiddag, omtrent 5 ure, werd in de nabijheid van den paardenmolen Opitz, een zakkenroller betrapt door een heer, die hem den geldbeugel eener juffer zag stelen. Wanneer de <<pick-pocket>> zich in gevaar zag, vond hij niets beter dan den persoon, die hem reeds bij den frak vastgreep, een geduchten vuistslag in 't gelaat toe te brengen en dan zoo snel als een haas, door t volk dringend, te verdwijnen. Vier andere zakkenrollers zijn kunnen aangehouden worden op de Simon Stevinplaaats [sic], het Burghtplein en in de statie.
Als er vier vlegskens op den Halletoren zitten is t een
teeken dat de stoet niet uitgaat.
Dat is goed voor toekomend jaar; want dan zal er weerom veel
volk zijn; de intreê van Jesus in Jerusalem enz. gaat immers blijven in de H.
Bloedprocessie gaan.
Wij mogen er een ruim deel van ons blad aan besteden.
Die feesten immer kaatsen heel het Vlaamsch leven terug,
zoowel als ook de geschiedenis van het H. Bloed een der schoonste bladzijden is
uit 's landsgeschiedenis.
't Was in den tijd dat Brugge den toon gaf aan 't beschaafde
Europa.
Uit zijne haven togen de bevechters van den grooten Turk naar
't H. Land. Diederik van den Elzas, graaf van Vlaanderen, kreeg te Jerusalem,
om zijne diensten, een deel van het H. Bloed en dit op feestelijke wijs.
Natuurlijk dat zijne weerkomst te Brugge, met dien
kostelijken Pand, zeer plechtig was.
Vandaar het begin van den den H. Bloedommegang.
Tijdens de Beeldstormers der jaren 1500 en de Franschen,
1795-1819, was de processie verboden; en tijdens gouverneur Heyvaert, 1879, van
haar militairen tooi ontdaan; zij is de prachtigste van het land, maar nooit
zoo luisterrijk als verleden zondag, haar jubeljaar.
Wij volgen te meerendeele de beschrijving van de Gazette van Brugge:
Het regenachtig weder deed aanhoudend de vraag ontstaan: zal
de stoet wel uitgaan?
Om 10 ½ ure wordt er voor goed ja geantwoord. Niettegenstaande
het regenachtige weder zijn de groepen; overigens reeds in vorming. De deelnemers
te voete en te peerde, alsook de troepen, hebben hunne standplaatsen ingenomen.
De verschillige straten waar de stoet gevormd wordt, zijn afgesloten
door policie en pompiers.
De Breidelstraat wordt afgezet door gendarmen te peerde,
alsook de andere ingangen der Burgplaats.
DE HOOGMIS.
Om 9 ½ ure werd, in de hoofdkerk van Sint Salvators de
plechtige hoogmis, gecelebreerd door Zijne Eminentie den
kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, Mgr Goossens, in tegenwoordigheid van Zijne
Excellentie Mgr Granito di Belmonte, Pauzelijken Nuntius bij het hof van
Brussel van HH. HH. Mgr. Waffelaert, bisschop van Brugge; Mgr Doutreloux,
bisschop van Luik; Mgr Stillemans bisschop van Gent; Mgr Walravens, bisschop
van Doornijk; Mgr Heylen, bisschop van Namen; Mgr Brondel, bisschop van Helena
(Amerika); Mgr Gabriel, bisschop van Ogdensburg (Amerika); de gemijterde abten
van Sint Sixtus )Westvleteren) en van Steenbrugge.
Zijn nog aanwezig graaf Am. Visart de Bocarmé,
volksvertegenwoordig [sic] en Burgemeester van Brugge en al andere stadsoverheden,
uitgenomen de vijf liberale gemeenteraadsleden. die nogtans ook uitgenoodigd
waren
De leden van het Edel broederschap hadden voor de eerste
maal een bijzonder feestgewaad waarop in wit satijn geborduurd staat. het
wapenschild van het heilig Bloed.
Zij hadden het H. Bloedvan de kapel naar de hoofdkerk
vergezeld.
DE STOET.
Het muziek der lanciers met een peleton van het peerdevolk,
boort door de menigte. Daar komt de Gildestoet der Ambachten aangetreden, met
vertegenwoordigers der verschillige vakken. Hoe schoon die kleedijen hoe
deugdelijk die stoffen! En nochtans dit deel dit verbeeldt de deelnemig [sic]
van het volk, der middeleeuwen. Het is rijk in zijne geschiedkundige waarheid.
Een kreet van bewondering stijgt op: de stoet is inaantocht
die de aankomst van het H. Bloed te Brugge verbeeldt. Aan 't hoofd
bazuinblazers, de standaarden van Vlaanderen en van het H. Land, hofknapen met
wapenschilden.
Eene aangrijpende verschijning komt u voor de oogen; op een
wit peerd; gezeten, in glanzende kleedij, stralende van metaal en rijke kleuren
en stoffen, Diederik van den Elzas, houdende in zijne handen met stalen
handschoenen bekleed, den fierter van het H. Bloed. Hoe krijgshaftig en zegepralend
zit hij daar!
Hij is gevolgd door geestelijken en door eenen oogverblindenen
ruiterstoet van voorname heeren, in middeleeuwsche kijijgskleedij.
Nog hooger stijgt de geestdrift die men moeilijk weerhouden
kan. 't Is alom een gesmoord: hoe schoon! hoe heerlijk! die uit de borsten
stijgt, 't Is immers de stoet der edelvrouwen die men onder de oogen heeft.
De rijkste stoffen worden hier met eenen statigen en
natuurlijken zwier gedragen, door vertegenwoordigers en vertegenwoordigsters
van edeldom en burgerij.
Die groep wordt gesloten door 20 wapenknechten te voet.
Wij zijn aan de derde groep: het verplaatsen van 't H. Bloed
in eenen nieuwen fierter het mirakel van 1388 en het edel Broederschap in 1449.
Altijd dezelfde merkweerdige nauwkeurigheid en rijkdom in de voorstelling,
deftigheid in de verbeelding.
Hier stapt het muziek der burgerwacht, eene jubelmarsch
uitvoerende opzettelijk voor de omstandigheid geschreven door M. Jules
Goetinck, overste van het muziek.
Daar is de tweede ruitersstoet. Hij moet niet onderdoen voor
dengene die reeds voorbijgereden is noch voor den derden die volgen gaat.
Verzorgd door de vereeniging van de brouwers, en wel bijzonderlijk door M M.
Vanderghote en Vanneste zoon, hij verbeeldt t gravelijk hof van Burgondië,
zeker een ontwerp dat stoffe geeft tot groot en rijk prachtvertoon. 't Is
heerlijk en statig in den hoogsten graad. Krijgslieden, vaandeldragers en
boogschutters treden voorop en sluiten den tocht, in hun midden hebbende eene
opeenvolging van jufvrouwen en heeren te peerd die, hadden zij geleefd in den
tijd dat zij nu verbeelden, voorzeker niet schooner hadden kunnen uitgedoscht
zijn. Bont satijn en rijke zijden, met de lange en eigenaardige hoeden, met
afhangende tooisel, trekken aller aandacht.
In de verte daagt een schip op, schoon van tekening, en
voorafgegaan door de vreemde consuls die in de XVe eeuw te Brugge
verbleven.
Daar is Perez de Malvenda, die den kostelijken Pand redde,
toen de Hugenoten van Gent Hem wilden rooven.
De VIIe en laatste groep van het gedeelte van den
stoet was als de bekroning van al dit schoonsch en grootsch: Albrecht en
Isabella. Hier treedt het muziek van de Congregatie der jongelingen van
Iseghem, gedoscht in de kleedij der jaren 1600 en spelende marschen van dien
tijd. Menigvuldige en rijke vaandels, de burgemeester van Brugge, de schepenen,
hofknapen: aartshertogen Albrecht en Isabella verbeeld door graaf Evrart de
Limburg-Stirum en door gravin Hendrik de Limburg-Stirum. Hofknapen, heeren en
damen van 't Hof te peerde. 't Is waarlijk eene verblindende pracht. Gij weet niet
wat meest bewonderen.
't Is onder dien indruk dat het historisch gedeelte ten
einde loopt en dat
DE PAROCHIESTOET
begint, het eenigte dat de gewone processie van het H. Bloed
herinnert.
Min lang dan gewoonte, men heeft uit de jaarlijksche groepen
de rijkste gekozen.
Het muziekkorps van het 4° linieregiment treedt voorop. De
harmonie der Katholieke Burgersgilde die onder bestier van M. Karel Dupan, er
aan houdt alle godsdienstige en vaderlandsche plechtigheden op te luisteren, is
hier insgelijks geplaatst.
Het derde deel wierd door het programma
UIT DEN BIJBEL
geheeten.
't Was eene nieuwigheid, ten minste voor ons tijdstip. Hoe
gelukkig was het opgevat en uitgevoerd! Hetgene wat wij van kindsgebeente
geleerd hadden in de boeken, wij zagen het hier in levende lijve, in eene
kleederdracht die tot in hare minste bijzonderheid met de grootste zorg wras
weergegeven.
Haar en baard, ja de wezens zelve had men uitgekozen en
geschikt om de verschillige personen van het Oud en Nieuwe Testament weer te
geven. Zoo was het met de aartsvaders en de profeten.
De geboorte van Jesus werd verbeeld door eenen eigenaardigen
wagen, voorstellende de grot van Bethlehem. Die wagen was voorafgegaan door een
groep van 60 meisjes, verbeeldende de engelen en die voor het nieuwgeboren kindje
het Gloria in excelcis zingen. Engelachtig schoon was dit gezang dat aangeleerd
werd onder het toezicht van Karel Mestdagh en bestierd door M. André Malfeyt.
Men ziet beurtelings de opdracht in den tempel, Jesus onder
de wetgeleerden: sprekende groep.
De zegevierende intocht van Jesus te Jerusalem, eischt eene
gansch bijzondere melding. Als hij voorbij het verhoog der bisschoppen kwam,
werd hij toegejuicht, langdurig en geestdriftig. Nogthans is het de gewoonte
niet eenen godsdienstigen stoet toe te juichen, Maar 't herte laat hem somtijds
onvrijwillig in een uiterlijk betoon medeslepen. Een veertigtal mannen en
evenveel vrouwen verbeeldden het volk.
Zij omringden Jezus, zittende op eene ezelin. Bij oogenblikken
hieven zij een lied aan Hosannah! zoowel geschikt dat het de grootste eer doet
aan den toonzetter M Reyns. En die ingrijpende zang werd begeleid door het
zwaaien der palmtakken, die mannen en vrouwen zegepralend in Jesus richting, in
zwierige lichaamsbeweging deden ruischen. Onvergetelijk oogenblik, dat meer dan
een traan deed vloeien uit de oogen der kerkvoogden en der omstaanders.
Wat de kunst, ten dienste van het geloof toch vermag!
Verder ziet men de gevangneming van Jesus in den olijfhof, de
kruisdraging en eindelijk den Calverieberg.
Onzeggelijk groot vertoon. Ginder in 't ver verschiet der
kronkelende straat, teekent zich af, tegen den donker bewolkten hemel, een
reusachtig kruis. En aan den voet van het kruis, de Moeder der smerten, houdende
op haren schoot het bloedend lijk van den gemartelden Zaligmaker. Dat is een gebeeldhouwde
groep. Maar daarrond staan levende verbeeld. St Jan, Marie Magdalena, Joseph van
Arimathea, Nicodemus en heilige vrouwen.
De schikking van gansch dien wagen is waarlijk een
meesterstuk. Het is de opvattingvan graaf Herwyn.
Een groep van 32 jonge meisjes zingen rond den wagen het Stabat
van zaliger E.H. Busschaert.
Ja, het Dierbaar Heilig Bloed kome nu, in volle pracht. De
geesten zijn daartoe gestemd. Als bereiding tot de zegenpralende verheerlijking
van Christus Bloed is die wagen een allergelukkigst gedacht.
Omringd door eene talrijkegeestelijkheid, omhuld door
wierookvlammen, gedragen onder een rijk paviljoen, verschijnt eindelijk
Brugge's dierbaarste schat, waar de gendarmen de eerewacht rond houden.
ANDERHALF UUR LANG.
Het was eenige minuten vóor 12 ure, als de Ryve met H. Bloed
de hoofdkerk verliet onder het geluid van al de klokken en dat HH. H H. de
aartsbisschoppen in den stoet plaats namen.
Het was 1 ½ ure als het H. Bloed op den Burg kwam. Binst den
ommegang heeft het nog al geregend. Nogthans is iedereen, op zeer weinige
uitzonderingen na, kloekmoedig op post gebleven.
Bij oogenblikken verhaastte de stoet zijnen tred. Gansch de
Burg was afgesloten en zoo waren het eigentlijk maar de deelnemers van den
stoet die aan den laatsten zegen met het dierbaar Bloed, door Zijne Eminentie
den kardinaal gegeven, tegenwoordig waren. Die maatregel was noodig om ongelukken
te voorkomen. Immers men had het volk geen meester geweest.
Dikwijls is die plechtigheid beschreven. Maar nooit was ze
indrukwekkerder als nu: immers op den Burg zag men van dezen keer niets dan de
verbeelding van den stoet 't Was eene middeleeuwsche pracht die men met eenen
enkelen blik in oogenschouw kon nemen. Heerlijk schouwspel, bekroond door het
luiden der zegeklok, het geschal der trompetten, het bevel der officieren, aan
de troepen de wapens doende aanbieden op den plechtigen stond.
VOLK!
Wat nu geschreven; van het getal toegestroomde vreemdelingen?
Men mag het zonder overdrijving, gemakkelijk op 80,000 schatten.
In de middenstatie alleen werden er 45,881 koepons
ontvangen. Telt daarbij hetgene toegekomen is met de trams, met de stoombooten,
met de regelmatige vervoerdiensten, met een ongelooflijk getal wagens van alle soorte,
met wielpeerden, enz., en gij zult misschien terecht vinden dat wij niet
overdreven hebben, wel integendeel, dat wij waarschijnlijk beneden de waarheid
gebleven zijn.
Ook op den doortocht der processie bleef geen plaatsje
onbezet, geen venster zonder volk. Op veel dakingen zelve waren toeschouwers
gekropen.
t Was op zekeren plaatsen, groot gedrang om de eerste
plaatsen te bemachtigen. Aan den hoek der Vischmarkt wierd zelve, onder
vrouwvolk, slag geleverd om die reden. De bloemen en linten der mutsen vlogen
in den grond, de kleederen werden deerlijk toegetakeld.
NA DEN STOET.
Alles werd stormenderhand ingenomen.
Gansch den dag was de toeloop naar de H. Bloedkapel
onbeschrijfelijk. Gelukkiglijk dat daar, zooals overal, de beste voorzorgen
genomen waren, om alle wanorders te beletten.
IN DE STATIE! DOOD!
De beweging was er reusachtig. Buiten de statie werd de
ordedienst door de gendarmerie te peerde en door de policie waargenomen; binnen
door de soldaten. De eene trein volgde op den anderen. Zij waren van
buitengewone lengte en onmiddelijk propende vol. Men had een ongeluk.
't Was kwart na zes ure 's avonds. Op het eerste voetpad der
statie werd er gestooten en vooruit geduwd om te geraken in den bijzonderen
trein voor Gent bestemd. Drie personen werden alzoo omvergeworpen en onder de
voeten getrapt. Een hunner, de genaamde Prudentia De Meyer, oud 58 jaar,
wonende te St. Amandsberg bij Gent, kon er niet spoedig genoeg van onder
gehaald worden. Zij werd gansch het lichaam door gekneusd. Onmiddelijk werd zij
naar het verbandhuis der statie gedaan; zij ontving de zorgen van HH. doktors
Mostaerd en Van den Abeele, maar alles was nutteloos; eene ure later was de
ongelukkige vrouw een lijk. Zij werd het H. Oliesel toegedient door eenen
priester uit de omstreken van Gent, die zich in de menigte bevond.
De twee andere personen, die ook omvergeworpen waren, zijn
met den volgenden trein naar huis kunnen keeren. Hunne wonden waren maar licht.
HET WEER.
Op het oogenblik dat de laatste zegen gegeven wierd met H.
Bloed, op den Burg, kwam een zonnestraal het prachtig tafereel verblijden.
Gansch den namiddag is het weer goed gebleven. Maar 's avonds is het beginnen
regenen, regen die gansch den dinsdag aangehouden heeft.
Laat ons hopen dat het zondag beter weder zal zijn. Van
heden af mag men zeker zijn dat de toeloop nogmaals overgroot zal zijn. Immers,
de ontelbare vreemdelingen die hier maandag geweest hebben, zullen alom den
roem der Jubelprocessie van het H. Bloed verkondigen, en velen zullen de kans
niet willen laten voorbijgaan van zulken merkweerdigen stoet te bewonderen.
Veel vreemdelingen zullen naar Brugge komen met de feesten
van t H. Bloed.
Brugge is hiermeê zoo vermaard als Aken met het H. Kleed.
Jubelprocessie van
het H. Bloed. Te BRUGGE.
Het programma der Jubelprocessie, welke zal uitgaan op
Maandag 7 en Zondag 13 Mei, is zooëven van de pers gekomen. Ziehier den inhoud
ervan, in het kart samengevat:
1. Geschiedkundig deel.
1ste GROEP.
De ambachten van Brugge in de middeleeuwen.
Groep ingericht door de Gilde der Ambachten.
IIe GROEP.
De aankomst van het H. Bloed te Brugge
Plechtige intrede van Diederik van den Elzas.
In deze groep gaan vier hofknapen, dragende de wapenschilden
van den graaf Diederik en van Philips van den Elzas, evenals de oorspronkelijke
bewijsstukken der relikwie van het Heilig Bloed. Diederik van den Elzas, graaf
van Vlaanderen, dragende de H. Relikwie. Leonius, abt van St-Bertinus. De
Proost van St-Donaas en 12 kapelanen, en de G. Idesbaldus, Philips van den
Elzas, zoon van den graaf, en de ridderstoet der kruisvaarders. De gravin
Sybilla, echtgenoote van Diederik van den Elzas, zijne dochter Margareta en de
hofdamen.
IIIe
GROEP.
De overbrenging van het H. Bloed.
Mirakel van 1388 en het edel Broederschap in 1449.
Groep van het St-Leos Gesticht.
De wapenschilden van de stad en van het broederschap. Twee
kinderen dragende een opschrift betrekkelijk de overbrenging van het dierbaar
Bloed. Model van de oorspronkelijke kapel. De 2 burgmeesters en de 12
schepenen. De vier kapelanen van de St-Basilius-kapel. Willem, bisschop van
Ancona, dragende de oorspronkelijke Rijve. Groep van 12 leden van het
Broederschap. Muziekkorps der Burgerwacht.
IVe GROEP.
Maria van Burgondië.
Groep ingericht door de Vereeniging der Brouwers.
Maria, hertogin van Burgondiê en Maximiliaan van Oostenrijk,
Margaretha van York, hertoginweduwe, omringd van krijgslieden, boogschutters,
hofdamen, hofknapen, edelheeren, enz.
Ve GROEP.
Huldebetooging der vreemdelingen aan het H. Bloed.
Groep ingericht door het Gesticht der Broeders Xaverianen.
De vreemden konsuls voorafgegaan door hofknapen dragende den
naam der verschillige landen, karteldragers, scheepslieden. Zegewagen
verbeeldende hun schip naar het plan, van Fl. Van Acker, uitgevoerd door den
heer Leo Sorel.
VIe GROEP.
Perez de Malvenda.
Groep ingericht door de Societeit van den Heiligen
Franciskus-Xaverius.
Daarin komen voor: de hertog van Aarschot, acht heeren van
zijn gevolg. hofknapen, Z.H. Remigius Drieux, bisschop van Brugge en zijne
kanunniken, en Perez de Malvenda.
VIIe GROEP.
Albrecht en Isabella.
Groep ingericht door de St-Lodewijkskollegie.
(Standaard der St-Donaasgilde.)
In deze groep gaan: een korps van
60 muzikanten, gedoscht in de kleedij der der [sic] 17e eeuw, en
spelende marschen uit dit tijdstip, de burgemeester van Brugge : Franciscus
Pardo, heer van Fremicourt, de 12 schepenen, de groot-baljuw: Jooris de
Montmorency, ridder, baron de Croisy, de aartshertogen Albrecht en Isabella,
hofknapen te paard, eere-damen en heeren van het Hof.
II. Parochiale Stoet.
Al de parochiën hebben groepen ingericht ter eere
hunner HH. patronen. De parochie van Onze-Lieve-Vrouw, levert de groep van den
H. Bonitatius [sic], en de hoofdkerk van Sint-Salvators, levert de Groep van
den Zoeten Naam Jezus en van O. L. V. der 7 Weeën.
III . Bijbelsche Stoet.
I. Het oude Testament,
de aartsvaders en de profeten. 2. Het Nieuwe
Testament, de Geboorte, de opdracht in den Tempel, Jezus onder de wetgeleerden,
de zegevierende intocht van Jezus te Jerusalem, de gevangneming van Jezus in
den Olijfhof, de Kruisdraging en de Kalvarieberg.
Daarna volgen de kloostergemeenten, de leerlingen
van het groot seminarie, de geestelijkheid, het kapittel van de hoofdkerk
St-Salvators, de kostbare relikwie van het H. Bloed, gedragen ondereen rood
satijnen verhemelte; de leden van het edel broederschap, Z. Em. de
kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, Z. Exc. de apostolische nuncius HH.
Hoogw. de Bisschoppen, en de burgerlijke en militaire waardigheidsbekleeders.
delieveB�
GPB�h̻p>
De zoo roerende geschiedenis van
haren ongelukkigen trouw met Bertulf, hare verwurging, dan Bertulf haar man die
haar doen vermoorden had, nu als boetedoener, als pater, als stichter van een
klooster. Tot tranen toe is het volk bewogen. Een ruwe vent achter ons staande
roept met eene versmoorde stem: H. Godelieve, bid voor ons!
Het is eene gansche stoet van
kostelijke relikwiekassen die daarop volgt, afgewisseld met de treffende
legenden als deze van Ste Walburga en hare beide heilige broeders Wilibald en
Wunibald, van St-Tilo, Iseghem, St-Bertulf, Harelleke [sic: Harelbeke],
St-Arnolf, Tieghem, St-Chrysolius, Comen enz. enz.; één ervan is bijzonder
eerbiedweerdig, ze is noch van goud of zilver, maar van zwart been, omnageld
met ijzeren latten. Gent met de bedevaart naar St-Lievens-Hautem is hier ook en
het levert den eenigen wagen, dien in den stoet te zien is: de pest met Sinte
Macarius; een melaatsche gansch in de bruine pij gedoken, gaat vooraf met den
lanteern en kleppert met een houten klepperken.
Onder de groepen door de stad
Brugge ingericht muntten uit deze van den H. Ignatius de Loyola, stichter der
Jesuieten, een prachtige ruiterstoet.
Bij het voorbijgaan der
verschillige parochiekerken van Brugge begon het sommigen te vervelen, niet
omdat het al niet schoon was, maar te lang in de heete brandende zonne.
Men was nog altijd aan het eerste
deel wat moest het tweede deel, het historische dan niet nog duren?
Machtig en indrukwekkend begon dit
tweede deel, groot en genoeg voor een gansch nieuwen stoet.
Het waren de zangers van het
Beevaartslied van Guido Gezelle, een echte zegemarsch, door meester Reyns op
toon gezet en door hem zelf nu bestierd.
De tusschenzang werd eerst door
kinder en mannen-stemmen gezongen, die daarna met begeleiding van 6 Thebaansche
trompetten, die voorafgingen, herhaald werd in harmonie met de fanfaren der
Burgersgilde die op de zangers volgden.
Hierop kwam de schitterendste
ruitersstoet, dien men uitdenken kan; het was de vader van Idesbald die naar t
heilig land trekt en wordt verbeeld door zijnen naneef den edelen heer van den
Gracht van Eeghem.
t Is nu al eêldom dat men ziet:
prins en prinses van Croy verbeelden graaf Diederik en gravin Sybilla, bij wien
Idesbald leermeester was, Mevr. en Mej. Arent. de Beerteghem, Heer en Mevr.
Rotsart dHertaing en tal van edelen rijden in den stoet van Aartshertogin
Isabella, die naar Veurne Idesbalds overblijfselen gaat vereeren.
Eenige historische gedenkenissen
over Idesbald en de abdij der Duinen, en eindelijk de kostelijke groote rijve
van den gelukzaligen vormen den laatsten groepn.
Daarachter namen de bisschoppen en
abten plaats die al gaande de menigte zegenden.
De stoet was zoo lang dat het
moeilijk was om hem tweemaal te zien, alhoewel de weg langs de statie terug
naar de markt al voorbij de Halve Maan om naar de Potteriereie trok.
Het heerlijkste weder verhoogde nog
den luister van den stoet.
Zeker zal heden zondag het getal
bezoekers wel dubbel groot zijn.
Brugge. De Meiprocessie. De toebereidsels van
den prachtigen stoet gaan dapper vooruit.
De kooren ook zullen overheerlijk wezen. De stukken die
zullen aangevoerd worden, komen van toonzetters die te Brugge allerbest gekend
zijn. Eerst en vooral te melden den Gloria
in Excelcis, die rond den wagen van Bethelem zal uitgevoerd worden. De heer
Karel Mestdagh bestiert de herhalingen. Zestig stemmen zullen van dezen koor
deelmaken.
Daarna zal het Hosanna
van M. Reyns aller aandacht verwekken; t is de zang bij de intrede van
Jerusalem.
De derde koor is het werk van eerw. Heer Pieter Busschaert.
Deze beroemde toonzetter heeft een prachtige Stabat Mater verveerdigd, op Vlaamsche woorden. t Is dat
meesterstuk welk men rond den wagen van Calvarieberg zal zingen.
Men mag hetzelfde zeggen van het muziek. Verschillige
muziekgenootschappen zullen tot den luister der processie meêhelpen; maar een
onder die muziekkorpsen zal oud muziek
uitvoeren, eenige stukken die door toonzetters der verledene eeuwen geschreven
werden.
Het getal der personen die in de oude kleederdracht zullen
voorkomen, beloopt twee duizend. De
ridderstoeten bestaan uit vijftig
damen en zeventig heeren.
Voor den eersten keer, zal de rijve van het H. Bloed onder
een paviljoen of baldakin gedragen worden, in geborduurd satijn, met kunst en
smaak versierd.
Al de bisschoppen van Belgiën hebben reeds hunne
tegenwoordigheid toegezegd. De kardinaal van Mechelen zal de plechtige hoogmis
zingen op den dag van den eersten uitging [sic], op maandag 7 Meie. De tweede
uitgang is gesteld op den zondag 13 Meie.
Brugge. De H.
Bloedprocess[i]e zal dées jaar, te Brugge, tweemaal uitgaan: op H. Bloeddag en
den zondag daarna, 13en mei. Het belang der processie zal dubbel
wezen: 1e om wille der prachtvolle groepen; 2e uit reden
der niet [sic] prachtvolle wagens. Al de groote familiën van Brugge alsook van
West-Vlaanderen, zullen persoonlijk, t hunnen koste, de graven en gravinnen
uit den ouden tijd voorstellen die moeten verbeeld worden. Onder de praalwagens
worden van nu af vernoemd: Het engelsch
schip, der jaren veertien honderd, waarvan de manschap eene bedevaart van
dankzegging kwam doen naar het H. Bloed, en Bethleem,
voort te trekken door acht kloeke ossen die graaf de Meeus, van Beernem, ter
beschikking der inrichters stelt.
De schepenraad heeft prins Albrecht uit de feesten
uitgenoodigd.
Brugge. Dood van M. Pietje Brilleman. Wie is
er, in Vlaanderen, die de H. Bloedprocessie van Brugge niet gezien en heeft!
In dezen vermaarden en godsdienstigen stoet neemt het muziek
der Brugsche burgerwacht deel; en aan het hoofd van dit muziek stapt er een tamboer-majoor, reusachtig groot, statig
van tred en krijgshaftig van voorkomen.
Gewapend met zwaren stok, voorzien van zilveren appel, de
degen met versierd handvest op zijde, de bandoulière
met verzilverd trommelstokken er in, en vooral als hoofddeksel een monumentale harenmutse met rechtstaande
en hooguitstekende witte pluime, dat was Pietje Brilleman, in dagen van
groote feeste, op H. Bloeddag vooral.
Pietje Brilleman, zooals iedereen hem te Brugge noemde, was
een sieraad der processie.
Hij was er zelve van overtuigd. En als men hem eens, wij
weten n[i]et om welke reden, voor eenigen tijd, eenen plaatsvervanger gaf, die
zoo klein was als Pietje groot, Pietje was gewroken door den roep
van t volk. En Pietje kwam triomfantelijk weere in de processie.
Eilaas! van de jare, nu dat de H. Bloedprocessie nooit
schooner zal geweest zijn, Pietje zal er niet meer bij zijn, want Pietje
heeft woensdag laten liggen.
Met M. Pieter Brilleman verdwijnt een der populairste figuren van Brugge. De
overledene was maar 66 jaar oud.
M. Brilleman bezat een groot getal werkmanshuizetjes juist
geen paleizen. M. Brilleman had geerne eene eigenaardige feeste gevierd. Hij al
99 van die kleine huizetjes. Nog ééntje en hij was aan honderd. Dien hondersten aankoop heeft Pietje niet
beleefd."
Brugge. Jubelfeest. Den 7 Mei aanstaande zal
het een jubelfeest zijn van het H. Bloed te Brugge; t zal 750 jaar zijn dat
die kostbare relekwie aldaar werd aangebracht. Men bereidt zich om die
plechtigheid met buitengewonen luister te vieren. De gilde der brouwers zou
zich gelasten met het voorstellen van de groep <<Maria van Bourgondië>>,
en dit voorstel is met belangstelling aangenomen.
Oostende. Zeewijding. De jaarlijksche
plechtigheid van de zeewijding heeft zondag plaats gehad. Het weder was slecht
en er waren veel minder vreemdelingen aangekomen. Deze vermindering wordt
toegeschreven aan de woelingen die te Brussel plaats gehad hebben. De processie
werd op de Wapenplaats uitgefloten door eenige onbeschofte kerels.
De E.H. Deken heeft de zee gewijd, terwijl de fanfaren van
den katholieken kring speelden.
Tijdens de plechtigheid gebeurde er een ongeval; een bootje
waarin zich tien personen bevonden, gelast met de salvoschoten te lossen, kwam
in aanvaring met de visschersboot 64. Het bootje kapsijsde en de tien
opvarenden alsook de schipper en zijn helper vielen in het water. De
drenkelingen werden gered; twee hunner, MM. Dedoneker en Glorie, hadden reeds
het bewustzijn verloren; zij zijn nu buiten gevaar.
Brugge. De Pick-Pockets zijn weer aan t werk
geweest ter gelegenheid van de H. Bloedprocessie. Zij hebben hun stieltje met
vlucht uitgeoefend op de groote Markt en op den Burg, alsook op geheel den
doortocht der processie. Is t te verwonderen? De vrouwenkleederen zijn
tegenwoordig geheel naar de goeste gemaakt van de beurzenknippers; zij hebben
alle gemak om hunne lange vingers in de achterbeurzen te steken.
Van zaterdag reeds werd vrouw Axters van Coolkerke haren
geldbeugel gestolen inhoudende 90 frank.
Er waren in onze statie bijzondere schikkingen genomen
geweest om de gauwdieven te knippen. Drie vreemde policieofficieren der statie,
die van tijd tot tijd andere kleederen aantrokken wandelden in de spoorhalle
rond en hielden oog in t ze[i]l.
Ook in den namiddag omtrent drie uren heeft M. Huyghebaert,
policieofficier in de spoorhalle, een jongen letterzetter van Brussel
aangehouden, terwijl deze met de handen in andermans zakken zat.
Getal reiskaarten ingezameld aan de spoorhalle te Brugge,
op Maandag 8 Mei:
Van de linie Gent-Zuid, 5,238
>> Gent-Eekloo, 1,688
>> Oostende, 5,183
>> Heyst, 1,033
>> Westvlaanderen, 6,078
Totaal, /19,520
Den Zondag, daags te voren, wierden er
ingezameld: /4,470
Kortrijk. Op
zondag, 14 Mei aanstaande, om 3 ½ ure namiddag, zal de groote processie van het
H. Haar van Onzen Heer Jesus-Christus, haren gewonen ommegang doen.
Het is de vierde maal sedert zijne herinrichting dat die
wonderschoone stoet de straten van het christene Kortrijk zal doortrekken.
De lof van die prachtige Processie moet niet meer
uitgesproken worden. Heel Vlaanderen, Henegouw, het Noorden van Frankrijk weten
van haren luister te spreken en de duizende en duizende vreemdelingen die
telken jare met de bijzondere treinen en trams van naar en verre die
plechtigheid zijn komen bijwonen, kunnen hunne bewondering niet genoeg
uitdrukken.
Dit jaar zal de processie nog eene gansch zonderlinge
aantrekkelijkheid hebben. Benevens de tegenwoordigheid van Mgr Christiaens
bisschop van Hou-pé Zuid (China) zal zij nog opgeluisterd worden door de
aanwezigheid van den wereldberoemnen [sic] Generaal Baron de Charette,
opperbevelhebber der pauzelijke Zouaven. Van Cannes, uit Frankrijk, zal die
vermaarde held naar Kortrijk komen om de groote H. Haarprocessie te vergezellen
en er zich aan het hoofd te stellen in den stoet van honderden zijner
wapenbroeders die op 14 Mei, van uit Duitschland, Holland, Frankrijk en alle
gewesten van ons land te Kortrijk zullen samenkomen.
Men meldt ook de komst van de weledele Heeren de Résimont,
le Gonidec de Fraissan, Vanderstraeten-Ponthoz, enz., allen leden van het leger
van den onsterfelijken Pius IX.
Het christen volk zal dien dag te Kortrijk zijn om een nieuw
bewijs te geven van zijn christen geloof in het vereeren der kostelijke
relikwie en van zijne genegenheid voor de oude verdedigers der Heilige Kerk.
De H.
Bloedprocessie. Daar het 4e linie zich in het kamp van
Beverloo bevindt, en het 3e lanciers naar Charleroi vertrokken is,
zullen wij waarschijnlijk zonder soldaten staan voor de H. Bloedprocessie.
Zooals men weet, is het peerdevolk er in die omstandigheid uiterst noodig, om
de processie te openen en den weg te banen door de dikgeschaarde menigte, die
op den doorgang post vat. t Zal dus noodig zijn dat er, van weg de
<<Edele Confrerie van het H. Bloed,>> aanstonds middels gezocht
worden om in die noodwendigheid te voorzien. Ook twee muzieken zullen daardoor
in de H. Bloedprocessie ontbreken.
Brugge. De
vijftiendaagsche plechtigheid van het H. Bloed begint den woensdag 3 Mei en zal
gesloten worden den woensdag 17 Mei inbegrepen.
De H.
Bloedprocessie. Den maandag 8 Mei, viert Brugge de 749e
verjaring der heugelijke aankomst van t H. Bloed binnen zijne muren en zal die
weergalooze schat in luisterlijken stoet rond de stad gedragen worden. De alom
vermaarde H Bloedprocessie zal rond 11 ure de hoofdkerk van St-Salvator
verlaten en de gewone straten van den omgang doortrekken.
De Algemeene Bedevaart van t H. Bloed ingericht om door de
verdiensten van het duurbaar Bloed Christi, van God almachtig eene milden zegen
af te smeeken over Kerk en Vaderland, zal op zondag 14 Mei plaats hebben.
Tot nu was de H. Bloed processie samengesteld uit alles
wat de zeven parochiën en biddende Orders schoonst en verhevenst bezitten. Nu
echter, en het is de wensch van alle weldenkende Bruggelingen, zal haar een
uitsluitend historisch karakter gegeven worden; bij zoo verre dat men, haar
ziende voorbijtrekken, eene der schoonste en verhevenste bladzijden, uit onze
roemrijke geschiedenis voor zijne oogen zal zien ontrollen.
Ook de stoffe tot het vormen van eenen volledigen stoet,
ontbreekt niet.
Na het verbeelden van het leven, lijden en dood onzes
Zaligmakers en van het leven zijner bijzonderste tijdgenooten, kan men
bijvoorbeeld, de verdrukking en vervolgingen niet schetsen door de ongeloovigen
op de Kristenen van het H. Land gepleegd? Het prediken van den Kruistocht; het
inschepen van het Vlaamsche leger te Damme; de inneming der versterkte steden
in Palnstina [sic] en de verovering van het H. Land. op de Turken; het in
ontvangst nemen der allerheiligste relikwie van het H. Bloed, door den Patriark
van Jerusalem aan de Vlamingen ten loon hunne dapperheid geschonken; de
terugkomst en zegepralende intrede der Vlamingen binnen Brugge, enz.
Men zou misschien, in dezen te hervormen stoet, den slag der
Gulden Sporen kunnen herinneren, want
de volksoverlevering wil dat de H. Bloedprocessie werd ingericht als dankbaar
aandenken aan den zegerijken slag door het Vlaamsche volk op de
struikrooversbenden van Philips den Munteschrooder op het Groeningerveld
behaald.
Wat de te verdwijnen deelen der tegenwoordige H.
Bloedprocessie betreft, deze schoone heilige groepen en voorstellingen zouden
voorts kunnen verschijnen in de parochieprocessieën, alwaar zij op hunne echte
plaats zouden zijn. M.V.
Merkem. Zeldzaam geval. Zondag werd te Merkem
in de processie het Allerwaardigste gedragen door den Eerw. heer Vereenooghe,
die nu naar de missie van Mongolië vertrokken is; zijne beide broeders droegen
elk eenen fakkel en zijne vier zusters, allen kloosterzusters van
St-Vincentius-à-Paulo te Merkem, achten zich gelukkig het beeld van O.L.V. van
den Roozenkrans in dezelfde processie te mogen dragen. Niet veel familiën mogen
zich verheugen zoovelen hunner leden werkzaam te zien voor dezelfde goede
smaak.
Brugge. De
aloude Blindekensommegang een der eigenaardigste van het land en die alle jaren
op half oogst uitgaat, zal dit jaar weer in zijn historisch deel eene
merkwaardigheid meer hebben, namelijk het mirakuleus schip geladen met graan,
en wiens lading, in den toen heerschenden nood, de Bruggelingen om zeggens van
den hongerdood kwam redden. Welnu, wij
mogen aankondigen dat deze nieuwe groep prachtig zal zijn. Het schipje dat men
aan t bouwen is volgens de teekeningen der XVIe eeuw, zal een soort
van praalwagen uitmaken, die aan de Processie voorzeker veel luister za[l]
bijzetten. De West Bruggelingen zullen zich, van nu reeds, een gedacht daarvan
kunnen maken, daar men de verleden week, met het geraamte van t schipje, in
dit kwartier heeft rondgereden, ten einde te onderzoeken of het doorrijden, in
sommige straten, geene moeilijkheden ging te weeg brengen. Deze proef is wel
gelukt.
Daar er een zestigtal ruiters in de Processie zouden moeten
plaats vinden, doet de Raad der Gilde ook eenen warmen oproep tot de deftige
jongelingen der stad, die peerden bezitten en dnze [sic] kunnen berijden, opdat
zij zich zouden inschrijven, om met hun peerd aan de Processie deel te nemen.
trefwoorden: Brugge, Blindekensprocessie, 19de eeuw
Veurne. De
vermaarde boetprocessie van Veurne zal zondag, 31 Juli aanstaande uitgaan.
Die godsdienstige stoet, eenig in zijne soort, lokt ieder
jaar eene ongelooflijke menigte volk uit alle gouwen van t land en van den
vreemde. t Is terzelfdertijd Veurnekermesse. Volgens de legende, is het nog
nooit geweten geweest dat de processie gestoord wierd door den regen; de
schrikkelijkste stortvlagen hebben altijd opgehouden van zoo haast de processie
van uit St Walburga kwam.
Kortrijk. De Heilig-Haarprocessie. Het is dus op
heden zondag 22 Mei dat het kristene Kortrijk wederom eenen schoonen dag zal
beleven. De plechtige, luisterijke en wijdberoemde processie van het H. Haar
van O.-H. Jezus Kristus zal om 3 ure namiddag, voor de derde maal de straten
onzer stad doortrekken. Die stoet waarvan iedereen nog met zooveel lof weet te
spreken en die andere jaren duizende vreemdelingen naar onze stad gelokt heeft,
zal in pracht, in orde en in deftigheid, de twee voorgaande jaren nog merkelijk
overtreffen. Nieuwigheden en verbeteringen zullen de schoone processie nog van
langst om meer in waarde houden.
Wie reeds die schoonen stoet heeft kunnen bewonderen, zal er
natuurlijk aan houden weer naar Kortrijk te gaan. Wie denzelfden nog nooit
gezien heeft zal zijn reisje naar Kortrijk niet beklagen.
Het Vlaamsche kristen volk houdt zijne relekwiën in eere en
zal er op den schoonen dag van 22 Mei te Kortrijk wederom de bewijzen van
opleveren.
Voor en na de processie, zal de kostbare relikwie ter
vereering en zegening der menigte in O.-L. Vrouwkerk uitgesteld worden.