Inhoud blog
  • Uit La Patrie, 16 augustus 1879
  • Uit La Patrie, 14 augustus 1879
  • Uit La Patrie, 29 juli 1879
  • Uit La Patrie, 28 juli 1879
  • Uit La Patrie, 26 juli 1879
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    West-Vlaamse processies
    dé website met alle info over de West-Vlaamse processies
    Kaderend in het project van Heemkunde West-Vlaanderen willen we hier zoveel mogelijk informatie plaatsen, zodat iedereen wat kan terugvinden over processies in zijn eigen gemeente/regio. Via "zoeken in blog" (links op het scherm) kan je de juiste informatie terugvinden (probeer zowel met en zonder hoofdletter). Beschik je zelf over informatie, stuur dit dan op via e-mail, en we zetten het zo snel mogelijk op de blog. Een bijzondere aandacht is er voor krantenartikels. Een overzicht van systematisch doorgenomen kranten kan je vinden door "krantenoverzicht" in te tikken. Hoe meer artikels er op staan, hoe sneller er ook iets over jouw gemeente/regio terug te vinden zal zijn.
    11-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN DEN HAK OP DEN TAK

    ONZE DANKBEEVAART NAAR ASSEBROEK, van Zondag laatstleden, was zooals ze dat nu heeten, een «succes». Daarmee gaat iedereen akkoord. Natuurlijk, er zijn ook menschen te vinden, die, 'k zal niet zeggen zwartkijkers zijn, maar toch een beetje grijskijkers. Veel volk was er, dat geven ze toe, maar 't was niet alleen Brugge dat daar was, maar nog Assebroek. En daar was nog, zeggen ze, de attractie van den stoet. Dat alles is waar, en eerlijk gezeid, Assebroek heeft zijn beste gedaan met de stoet, en verdient een pluimke. Ik geloof toch niet dat de Bruggelingen, die gewend zijn aan de pracht van hun H. Bloedprocessie, zich sterk aangetrokken voelden door die landelijke processie, al was ze met veel zorg en liefde ineengesteken. Overigens onze meeste parochiegroepen stoorden zich niet aan die feestelijkheden en gingen hun beevaart langs de stille binnenwegen, die juist om reden van den stoet, nog stiller en eenzamer waren dan naar gewoonte. Er was veel volk uit Brugge, 't Schoon weer kan er iets aan gedaan hebben. En de verandering in 't programma die 't Pontificaal lof in open lucht een uur later stelde. Voorzeker een beter geschikt uur. Hier en daar hoorde ik den wensch uitdrukken dat het zoo zou blijven: 't lof ten vijven of nog een halfuur later, 't Schikt beter. Nog anderen hadden nog andere gedachten. Een en ander kon ik zoo opvangen. Zoo iemand vond het altaartje te petieterig en te arm. Een ander vond het wat schamel dat 't gewaad van den bisschop niet overeen kwam met het gewaad van de assistenten. Dat zijn van die menschen die in onze rijke stadskerken thuis zijn en maar een flauw gedacht hebben van de «ressourcen» van een sacristie te lande. Aan die heeren (en dames) die me hun gedacht zeiden, heb ik geantwoord dat die lichte critiek niet verkeerd was, maar dat 't nog veel beter was moesten we er «opbouwende» critiek van maken. Wat ik ermee bedoelde ? 'k Heb 't hun klaar gezeid. 't Heeft me getroffen als ik eens te Scherpenheuvel op beevaart ging, dat het altaar—'t was op een hooge feestdag— bekleed stond met een antependium, kostbaar geborduurd, waarop te lezen stond in 't latijn: «gifte van de Bruggelingen». Moesten we een keer de handen ineenslaan en zorgen dat we, voor onze dankbeevaart te Assebroek, een fatsoenlijk altaar hebben en fatsoenlijk gewaad.

    Mijn «interlocuteur» vond het gedacht uitstekend, en was al bereid een eerste klein duwke te doen. Ge moest dat maar een keer uitbazuinen in 't Kerkelijk Leven, zei hij; voor zooiets zijn de Bruggelingen wel warm te maken. Ge moet maar een inschrijvingslijst openen. Ik teeken in.

    Zoo ver zijn we. En daar zijn nog wel menschen die nog iets anders voor te stellen hebben. Laat ze maar eens spreken of schrijven; de redactie zal hun voorstellen aan de lezers meedeelen. Zooals de Franschman dat zegt: du choc des idées jaillit la lumière.

    Intusschen doet het deugd te zien dat Brugge zijn dankbeevaart in eere houdt. En niet zonder reden, zooals de bisschop zei in zijn toespraak; want in de bange oorlogsdagen heeft Onze Lieve Vrouw werkelijk goed gezorgd voor haar Mariastad. De Meibeevaart moet voor Brugge iets worden lijk de Meibeevaart van de Gentenaars naar Oostakker: iets waar alle treffelijke menschen willen bij zijn (1).

     

    (Kerkelijk Leven, 3de jaargang-Nr. 21, 25-31 mei 1947)

     

    (1) Op deze tekst volgen nog een paar mededelingen in opdracht. Deze werden hier niet opgenomen.

    11-01-2014 om 11:16 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NAAR ASSEBROEK

    Onze jaarlijksche dankbeevaart naar O.L.Vrouw is, van de jare, vervroegd en komt morgen, Zondag 18 Mei.

    We zijn in een tijd van 't jaar dat de Zondagen regelmatig bezet zijn. 't Schoon weer, of ten minste de kanse op schoon weer, is daar voor entwat tusschen. Regelmatig bezet, zeg ik, of dubbel en driedubel bezet. Met onze beevaart, die den laatsten Zondag van Mei kwam, om reden van Sinxen acht dagen te vervroegen, zijn we op wat anders gebotst, en valt de Brugsche dankbeevaart samen met een andere plechigheid: de toewijding van Assebroek aan 't Onbevlekt Hart van Maria. Maar die twee plechtigheden kunnen goed samengaan. Er is maar een dingen dat aan ons programma moet gewijzigd worden: 't Pontificaal lof in open lucht op 't kerkplein, op 't ver-Assebroek, is niet te vieren, maar te vijven, en wordt gedaan voor de twee groepen: het beevarend Brugge en 't feestvierend Assebroek. Met 't lof later te stellen, gaan onze groepen ook later vertrekken, maar daarover vindt ge inlichtin­gen in 't parochienieuws.

    We moeten in ons Brugsch Kerkelijk Leven geen reclame maken voor die van Assebroek — ze doen dat zelve en ze doen 't goed — maar voor den Bruggeling, die nieuwsgierig is om te weten hoe dat ze 't daar aan boord leggen, zij gezeid dat er een groote stoet is, met vijf praalwagens, die rond drie uur op 't plein komt aan «'t Perretje». (1) Daar aan 't gemeentehuis waar een gedenksteen wordt gesteld, zal de toewijding gebeuren. De stoet gaat dan naar 't ver-Assebroek, waar hij rond den vijven aankomt. In de stoet, na de praalwagens, wordt het miraculeus beeldeke van O.L.Vrouw gedragen, lijk dat de Franschen deden met O.L.Vrouw van Boulogne: ze laten O.L.Vrouwe zelf op beevaart gaan. Zaterdag wordt het beeldeke uitgesteld in Sint Jozef en Sint Kristoffel(2). Den Zondag, na de hoogmis, gaat het van Sint Jozef naar Sint Kathelijne; en vandaar gaat het rond 2 1/2 u. in triomf naar zijn eigen troon en thuis: de kerke van Assebroek. En 't wordt gedragen door mannen-vrijwilligers ! Daar we, te Brugge, soms geen vrouwen of meisjes meer vinden om O.L. Vrouwtje in de processie te dragen, of dat moeten laten gebeuren aan zooveele per uur. Assebroek, lijk veel andere randgemeenten van stad, schijnt wel al 't frisch en 't jong leven van de stad afgeleid te hebben, ook een beetje op religieus gebied. Ziet eens met welke flinke groep Sint Baafs elke jaar opkomt naar den Ommegang van 't H. Bloed! Gaan wij, van 't oud Brugge, ons bepaald laten declasseeren tot menschen zonder fut!

    Met al dat stoeten en feesten zal de groote baan van Assebroek niet erg geschikt zijn voor beevarende en biddende groepen, 't Zal misschien best zijn voor onze Brugsche parochiegroepen, de beevaart te doen langs de Daverloostraat — ten minste als er geen regen de weg onbegaanbaar maakt. De Daverloostraat is, bij de stad, maar een eentonige en prozaïsche straat; maar 't is er stil, en zonder dat gerij van wagens, moto's en fietsen, dat de steenweg naar Assebroek onveilig maakt. En als ge een goe vijf minuten ver zijt, geraakt ge op een echt landelijke baan (3) midden Gods schoone natuur, waar het goed en gemakkelijk gaat om te bidden.

    Zij die nog jonge beenen hebben, tegen 't staan en 't marcheeren kunnen, en nieuwsgie­rig zijn om de stoet te zien, kunnen voor dezen keer niet meegaan met hun parochiegroep, rond kwart voor drie dicht bij 't Perretje zijn, en, na de plechtigheid aan 't gemeentehuis, zich voegen bij de biddende groep die 't miraculeus beeldeke volgt. Zoo vinden ze op 't kerkplein hun eigen parochiegroep terug, voor 't lof.

    't Bijzonderste blijft dat we met velen zijn om te beevaren naar Assebroek. In de bange dagen, wanneer 't gevaar en de nood van alle zijden dreigde, dan vonden we tijd om O.L.Vrouwtje om hulp en bijstand te vragen. Dan hadden de mannen geen menschelijk opzicht en dorsten ze met hun rozenhoedje in de hand naar O.L.Vrouw van Assebroek gaan. Een keer dat de nood zoo niet meer nijpt, vergeet men rap ! Is het dan te verwonderen dat Ons Heer ons dikwijls in nood laat! 't Blijkt de eenige manier te zijn om ons in 't goede spoor te houden. Maar hoeveel liever had Ons Heer en zijn Goede Moeder niet, dat we hen zoo niet dwongen om strafmethoden te gebruiken voor ons eigen welzijn. Onze Moeder ziet liefst haar kind altijd tevreden en gelukkig, niet alleen hiernamaals, maar nog hier op aarde.

    (Kerkelijk Leven, 3de jaargang Nr. 20, 18-24 mei 1947)

     

    (1)     Het huidige Gaston Roelantsplein.

    (2)     Parochiekerk te Assebroek.

    11-01-2014 om 11:12 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Izegem
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WEEK

    Met de vroege zomer en 't mild weer, wil de mensch genieten van Gods schoone natuur, die zich in groen en bloemen tooit: we gaan wandelen. Zoo doet ook onze Moeder de H. Kerk; maar ze gaat wandelen al biddend, dat is: ze houdt processie. We hebben zoo pas onze H. Bloedprocessie achter de rug, en er zijn nog zoo veel processies in 't zicht dat, moesten we onze devotie een beetje in proportie kunnen brengen met de kerkelijke plechtigheden, de komende weke een echte goe weke zou zijn, en Brugge een heilige stad.

    Daar is vooreerst, den Zondag, de groote Ommegang. Om 10 uur wordt de mis gelezen op den Burg, (bij slecht weer in St Salvators), en daarna begint de beevaart, Van de jare is er een lichte verandering in de volgorde van de groepen. Vooraan komen onze drie groote jon­gensgestichten : de broeders Xaverianen, St. Leo en St. Lodewijks. Daarna de geestelijken: regulieren, seculieren en kapittel met de Rijve van 't Heilig Bloed, gevolgd door de edele Confrerie en de Overheden. Hierop volgen de Stadsparochies in de gewone volgorde: Kris- tus-Koning, Magdalena, St. Anna, St. Walburga, St Gillis, St. Jacobs, O.L.Vrouw en St. Sal­vators. Daarna komen de parochies van buiten stad. Groepen en vereenigingen die aan den Ommegang deelnemen worden gevraagd zich bij de respectieve parochies aan te sluiten. De zegen met 't H. Bloed zal maar gegeven worden wanneer al de groepen op den Burg teruggekeerd zijn,

    't Zal ook een soort stille processie en beevaart zijn, die onze vrome Bruggelingen, dien eigensten Zondagnamiddag en volgende dagen, naar de kapel van onze Colettenunnetjes zal brengen, om er 't eeuwfeest van Ste Coleta te vieren en de schoone relikwieën en gedachtenissen te vereeren die, voor de omstandigheid, van wijd en zijd in ons Brugsch klooster zijn vergaard en uitgesteld. Onze zustertjes zullen 't wel doen, te oordeelen naar 't plakkaat dat aan de kerken is uitgeplakt, wel en prinselijk, 'k Was te wege te zeggen dat onze Arme Klaartjes, voor de omstandigheid, een keer diepe in hun zak geschoten hebben. Maar hun H. Moeder die ze thans vieren, heeft als erfdeel aan haar kinderen niet anders gelaten als een bedelzak. Onze welstellende menschen mogen er wel op peinzen dat de Arme Klaartjes leven in armoe, en... van charitaten. Maar dat het in 't arm kapelletje (1) deze keer prinselijk zal vergaan, wordt duidelijk als men leest wat al prinsen van de H. Kerk, bisschoppen en prelaten, ter eere van Ste Coleta, er komen pontificeeren. Al dat purper en goud, waarmee de H. Kerk haar eminente zonen heeft getooid, ligt hier als een hulde voor de voeten van de heilige, die in een gelapt en getapt habijt leefde en stierf; en wilde dat haar geestelijke kinderen het pover kleed van hun Moeder zouden blijven dragen, 't Is maar in de Heilige Kerk dat men zulke voorbeelden van «Vrijheid, Broederlijkheid en Gelijkheid» kan vinden. Revolutie en demagogie schrijven die schoone leuzen op hun vaandel; de Kerke Gods schrijft ze in en door haar daden. Niemand minder dan Ons Heer heeft ons vermaand : «Aan de vruchten kent men den boom». En nog: «Operibus credite», dat is, laat u niet paaien en verleiden door schoone woorden; maar kijkt naar de werken.

    Maandag, Dinsdag en Woensdag hebben we de Kruisdagen en Kruisprocessies. Die smeekprocessies zijn ingesteld met, als eerste bedoeling, Gods zegen afsmeeken over de nieuwe gewassen en de vruchten der aarde. Wat me doet denken aan dien Waal, die als kapelaan op een Vlaamsche landsche parochie stond, en die, met zijn «beau temps» en «fruits de la terre» in 't hoofd, preekte dat de kruisprocessies ingesteld zijn «voor de schoonen tijd en de fruiten der aarde». De landsche menschen, die, meer dan de steêlingen, hun goe en slechte jaren rekenen naar Gods regen en zonneschijn, zijn meer dan wij trouw gebleven aan de Kruisprocessies, en 't is iets machtig schoons zoo'n landelijke processie, 's morgens vroeg, door de velden te zien trekken. Laat ons ook eerlijk bekennen dat 't laat uur, waarop onze Brugsche Kruisprocessie uitgaat, een ruime deelname van den kant van 't volk onmogelijk maakt.

    In den ouden tijd rekende de Kruisprocessie te Brugge onder de «generale processies», waaraan de geestelijkheid van al de kerken deelnam. Drie kerken stonden zoowat op den voorrang: de drie kapittelkerken van St. Salvators, O.L.Vrouw en St. Donaas. Elk van de drie dagen werd de processie ingericht en geleid door een van deze kerken, 't Is te zeggen dat men in een van de drie bijeenkwam, om dan gezamenlijk te beevaren naar een der subalterne kerken van 't kapittel dat aan de beurt was. Vroeger ging men naar een kerk buiten stad; maar na de Geuzetijd bleef men binnen de muren. Den Maandag was het St. Salvators die de processie leidde, en was de statie in St. Jacobs. Den Dinsdag was 't de toer van O.L.Vrouw, en ging men naar St. Gillis. Den Woensdag kwam 't kathedraal kapittel van St. Donaas aan de beurt, en ging men naar St. Anna. Van die oude schikking is nog iets overgebleven, nl. de statiekerken; maar de orde is omgekeerd, omdat St. Salvators, vroeger het jongste kapittel, nu het eenig nog bestaande kapittel is. Zoodat zijn vroeger subalterne kerk, St. Jacobs, den laatsten dag bezocht wordt.

    En om heel die reeks processies te sluiten, krijgen we, Zondag toekomende, de vervroegde Mei-beevaart naar Assebroek. Waarover, als 't God belieft, later.

     

    (Kerkelijk Leven, 3de jaargang-Nr. 19, 11-17 mei)

     

    (1) Intussen vernieuwd en aangepast.

    11-01-2014 om 10:56 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HEILIG-BLOEDDAG


    In de loop van 't jaar, meest nog in de zomermaanden, hebben we feesten en vieringen bij de machte : Nationale feesten, gemeentefeesten, wijkkermissen, allerhande. Maar voor ons, Bruggelingen is dat alles toch een beetje tweederangs doeninge. Pastoor Maertens zaliger, die onze H. Bloedprocessie herkneedde en herbakte, en dat wel deed, liet de eerste groep opstappen met een «beloenberd» met de woorden: «Brugge's schoonste dag». En dat is juist gezien. Moest ge 't eerste 't gereedste broekventje vragen: Wanneer is 't Brugsche feeste ?, dan zou die bubbel niet lange moeten peinzen en u antwoorden: H. Bloeddag!

    Onze Brugsche moeders —voor dien keer ten minste —zullen 't roerend eens zijn met hun kleine mannen, 't Is nu weken en weken dat ze aan 't wasschen en plasschen zijn, dat ze geschuurd hebben en geschommeld, gekobbenet, geplakt en geschilderd. Terwijl elders in 't land de huizen onder water stonden door den hoogen vloed, stonden ze hier te Brugge onder water door de groote kuisch. Voor 't mannevolk was dat precies geen plezierige tijd : dat zijn van die dagen dat men zelfs thuis zich niet meer thuis voelt, en dat een dampend pijpje met schuwe oogen bekeken wordt, als ware 't een Vesuvius in volle werking. Maar dat is nu voorbij, en 't mannevolk zal, lijk d'anderen en meer dan d'anderen, er preutsch en gelukkig om zijn dat alles zoo net staat en ordentelijk. God loone onze Vlaamsche huismoeders, die zich doodslaven om van hun thuis een hemel te maken. We mogen van niemand kwaad spreken ; maar die nog ooit bij de Walen gereisd heeft, zal thuis gekomen zijn met een groot gedacht over onze neerstige nooit-moede huisvrouwen, en over onze spreekwoordelijke Vlaamsche zindelijkheid.

    En in al onze vriendelijk-nette huizen wordt er vandaag gekerremist. En waarom niet ? H. Bloeddag is wel een godsdienstig feest, en de hoofdschotel blijft onze groote processie met de spelende en zingende groepen, het getoover van kleuren en beweging, het gouden schrijn van de kostbare Relikwie met de krans van gemijterde prelaten — van de jare zijn er tien ! Maar Ons Heer zal er niets tegen hebben dat we, na die lange lastige tocht, een keer goed uitrusten aan een wei-voorziene feesttafel, in den gezelligen kring van de «overkomste», die bij de meesten niet zal ontbreken. Er is een kerkelijke spreuke die luidt: Fes- turn in choro, festum in refectorio», wat we mogen vertalen : een feest ingezet in de kerk, moet voortgezet aan de feesttafel. Zoodat wij Bruggelingen, met vandaag eens hartelijk te kermissen, bewijzen dat we den echt kerkelijken en kristen zin bezitten. Alle zwartkijkers en zuurpruimen ten spijt.

    Maar let een keer goed op de spreuke : wat voortgezet wordt thuis, aan de kerremistafel, moet ingezet worden met Ons Heer. En dat wilde ik bij alle deftige Bruggelingen een keer goed inscherpen : we moeten beginnen met Ons Heer. Ons H. Bloeddag mag een hertelijk, leutig feestvieren zijn, maar 't godsdienstig karakter ervan moet gave blijven en bewaard. En er zijn van die kleine dingen die daar geweldig veel kunnen toe helpen. Ik zeg niet dat we juist dien dag het H. Bloed moeten gaan vereeren: we hebben dan ons handen meer dan vol met extra-werk van allen aard. En daarbij we mogen dien dag wel overlaten aan de dui zende en duizende vreemde mensen die onze H. Bloedkapel letterlijk bestormen. Maar die H. Bloedviering duurt een goe veertiendagen, en een Bruggeling, die zijn naam weerdig wil blijven, zal toch niet nalaten van een of meer keeren de kostbare Relikwie te gaan vereeren. Vrouwen die gaan winkelen of markten kunnen langs daar voorbijkomen, en een oogenblikske binnenloopen : 't momentje dat we aan Ons Heer geven is nooit verloren tijd.

    Laten we niet vergeten dat de processie eerst en meest is: een akte van godsdienstigheid. Dit geldt al zoowel voor hen die gaan kijken als voor hen die in de processie gaan. Zij die eenvoudig gaan kijken kunnen dat op meer dan een manier. Willen we dat wel doen, dan moeten we ons deftig houden en gemanierd, zooals het aan wel opgevoede menschen betaamt. We gaan daar niet meer over zeggen: een Bruggeling is doorgaans een beschaafd mensch en 't is in zulke omstandigheden dat hij dat kan toonen. Zij die in de processie gaan mogen daar ook eens op peinzen. Niet de rijkdom en schitterende costumes maken indruk op de toeschouwers, maar de ernstige diep-religieuze houding van de figuranten. Is dat er niet bij, dan verwordt alles tot comedie en caricatuur. Niet dat onze figuranten op dat puntje in gebreke blijven; maar het kan geen kwaad daar nog eens op te wijzen. Dat figureeren in die urenlange processie is wel een last. Waar het gebeurt zooals 't moet, wordt dat een echt gebed, en het is een predicatie voor die duizende toeschouwers, waaronder zooveel ongeloovigen zijn.

    Er is nog een klein puntje dat ik wilde aanraken. Onze Brugsche H. Bloeddag met al zijn drukte en lawaai, is en moet blijven een godsdienstig feest. Van dat godsdienstige blijft er, buiten de processie zelf, zoo weinig over op straat. Het wildemansgedoe met zijn pick-ups en negermuziek op de Groote Markt (1) vind ik persoonlijk, een echte profanatie. Ik ben absoluut niet tegen de foorekramers, — die menschen moeten ook leven — maar er zou voor die brave menschen en hun negotie wel een andere, beter geschikte plaats kunnen gevonden worden te Brugge. Het is niet te verstaan hoe we, te Brugge, in de dagen dat we 't meest vreemdelingen op bezoek krijgen, de schoonste plaats van het openluchtmuseum, dat onze stad is, zoo laten veranderen in een rumoerig negerdorp ! Laten we daar niet te veel over jammeren; enkel wenschen dat men daar eens op peinze. Intusschen mogen we wel vragen dat men de hand houde aan ’t reglement dat al dat lawaai verbiedt op den doortocht der processie.

    We hebben, gelukkig nog een kalmer atmosfeer thuis. Zelfs bij groote overkomste en gezellig feestvieren. Kunnen we daar thuis niet met een kleinigheid het godsdienstig karakter onzer H. Bloeddagen onderlijnen ? Ik vraag het liefst aan ons jong volk, studenten en studentinnen, kristen-arbeiders en arbeidsters, die van zulke dingen een handje hebben en altijd op de bres staan voor 't goed. Moesten we eens tegen H. Bloeddag, in onze net opgeschikte huiskamer, het kruisbeeld omhangen met een frissche krans groen of versieren met bloemen! In vereering en uit dank voor het kostbaar Bloed dat, voor ons aller redding, vloeide uit het met doornen gekroonde Hoofd, uit de doornagelde Handen en Voeten, uit het doorboorde Hart! We vergeten te gemakkelijk, Heer, dat de druppel Bloed, dien we in ons fonkelend gouden schrijn hebben gestoken, het symbool is van uw groote liefde! Moest in onze huiskamer het kruisbeeld zijn tooi en versiering krijgen op onze H. Bloeddagen, dan zouden we daar aan herinnerd worden. Aanzien doet gedenken.

    De prelaten in onze processie van 1947.

    Men heeft er altijd aan gehouden de H. Bloedprocessie te verheffen door 't geschitter van mijters en staven. We zien in de oude stadsrekeningen dat men telken jare, tegen H. Bloeddag, stadsboden uitzond om prelaten uit te noodigen. Aan die oude traditie is men getrouw gebleven. Van de jare tellen we tien mijters: onze bisschop; Mgr. Cento, de Nun­tius, die ook de hoogmis zingt; de volgende missiebisschoppen: Mg. Lagae van de Domi- nikanen; Mgr. Catry van de Kapucijnen; Mgr. de Hemptinne van de Benediktijnen; Mgr. Tanghe van de Kapucijnen en Bruggeling; Mgr. Haghedorens van de Passionisten, en onze drie gemijterde abten in 't bisdom: die van Sint-Andries, van Sint-Sixte en van Steenbrugge.

    (Kerkelijk Leven, 3de jaargang-Nr. 18,4-l0 mei 1947)

    (1) De jaarlijkse "meifoor" stond op de Grote Markt tot 1955.

     

    11-01-2014 om 10:40 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze jaarlijksche dankprocessie

    Ze wordt gehouden op de Plechtigheid van Sint-Donaas, dit jaar den zondag 20 October. Zooals verleden jaar komend e onderscheiden parochiale processies tegen 3.30 uur bijeen op den Burg, waar een driedubbele ‘Statie’ gehouden wordt. Daarna gaan de groepen onder ’t bidden van den Rozenkrans, naar hun eigen kerk terug, en daar wordt het Allerheiligste uitgesteld en de Rozenkransoefening besloten met de Litanie van O.L.Vrouw, ’t gebed tot Sint-Jozef en den zegen. Kort en goed. Moest het tegenslaan met ’t weer, dan wordt de oefening – Lof, Rozenkrans en Processie – binnen de onderscheiden kerken gehouden.

    Wenschelijk is het dat elke parochie zijn Mariabeeld meebrenge en zijn Relikwieën. en meer nog dat er een goe opkomst zij. Laten we niet vergeten dat we tegenover Onze Lieve Heer een groote dankschuld hebben. En dat we daarenboven nog veel moeten vragen. De toekomst is niet wat we ‘rooskleurig’ kunnen heeten.

    Vandaag een woordje over de driedubbele ‘Statie’ op den Burg.

    ‘Statie houden’ onder een processie is stilhouden bij een beeld of heiligdom. Zooiets is een oeroude liturgische gewoonte: zij die de gewoonte hebben de misgebeden te volgen in het Missale, zullen met dat woord vertrouwd zijn en weten dat het gebruik met onze vroegste kerkelijke traditie als vergroeid is. Te Rome houdt men ‘Statie’ op alle hooge plechtigheden van ’t jaar. Maar wat misschien minder bekend is, is dat onze locale kerkelijke gewoontenop die Romeinsche voorbeelden waren afgekeken. Vóór den Geuzentijd ging onze H. Bloedprocessie rond de stadsvestingen , en een handschrift in ’t Museum der Kartuizerinnenstraat geeft ons de verschillende gezangen bij de heiligdommen, kerken en kloosters die men onderweg ontmoette. Bij de ‘generale processies’, die bij nood- of vreugdetijden de stad doorkruisten, hield men stil bij ’t Mariabeeld aan de Halletoren. Den Woensdag na Pinksteren kwamen verschillende processies op den Burg bijeen en hield men ‘Statie’ bij ’t Mariabeeld aan ’t Stadhuis. Daar zong men bij het Salve Regina. Er is geen enkel bruggeling die het Salve niet kent dat elken Zaterdagavond bij onze Discalsen gezongen wordt. Ge ziet er de paters devoot groeten elken keer dat ze ’t woord Salve (wat we kunnen vertalen door Wees gegroet) uitspreken. Zoo gebeurde ’t ook op den Burg, en naar dit ceremonieel heette die bekende Woensdagbêvaart ‘Knikprocessie’. Met onze ‘Statie’ zijn we dus ten volle in de kerkelijke en eigen brugsche traditie terecht gekomen.

    Er is een driedubbele Statie.

    De eerste wordt gehouden op de eigenste plaats waar vroeger onze Kathedraal stond. Elke bruggeling weet dat deze heerlijke kerk gebouwd werd als een relikwieschrijn voor Sint-Donaas. En weet nog dat die Sint-Donaaskerk als de wieg is geweest van onze Stad en het uitgangspunt van ons groot glorievol verleden. ’t Is nog in die eigenste kerk dat Karel de Goede gemarteld werd. Het heiligdom dus van onze brugsche patroonheiligen en beschermers. Laat nog dat de Sansculotten, in hun dwaze vernielingszucht, het heerlijk monument hebben gesloopt en de kunstschatten, die er lagen opeengestapeld, geroofd en vernield. De relikwieën zijn bewaard en ons oud Geloof is ons gebleven: en elk jaar komen we, met een dankbaar gebaar, de rijven neerzetten op het dierbaar plekje grond waar ze vroeger eeuwen lang werden vereerd door onze vrome voorvaderen.

    De tweede Statie is bij O.L. Vrouw aan het Stadhuis. De Lieve Vrouw van het Salve en de Knikprocessie. De Lieve Vrouw van de Mariastad, die in zoo talrijke hachelijke omstandigheden haar mantel als een schutste over haar angstige kinderen uitspreidde. In alle nooden blijft ze de milde, machtige Moeder. Onze voorouders stelden die glimlachende Madonna als hun Stadskoningin op den gevel van hun monumentaal stadhuis. Tijdsduur, geweld en geloofshaat hebben meer dan eens het oude beeld kunnen vernielen, telkens is de Madonna terug op haar troon gekomen. Geen menschengeweld kan die milde Moederlach doen verstarren, noch de Moederliefde in dat hart verlammen, noch de dankbare en betrouwvolle wederliefde in onze kinderharten. Salve! En laat ons dan geestdriftig meezingen: Liefde gaf U duizend namen...

    Onze derde en laatste Statie wordt gehouden bij het H. Bloed, waar de Bisschop ons zegent met de kostbare Relikwie. Brugge is de wereld door bekend als de H. Bloedstad. In onze beroemde H.Bloedprocessie is er een praalwagen waarvan de symbolische betekenis ons niet mag ontgaan: het bloed van het Paaschlam, geteekend op den drempel van de huizen, verdreef den engel van de vernieling (1). Is het Bloed van het ware Paaschlam, dat we te Brugge sedert eeuwen bewaren, niet het geheimzinnig teeken geweest dat onze Stad behoedde midden oorlogsgeweld? Blijve, Goede Jezus, Uw dierbaar Bloed onze schutse, om alle gevaar naar lijf en ziel af te keeren van het oude en trouwe kristen-Brugge.

    (Michiel English, Kerkelijk Leven, 2de jg. nr. 42, 20-26 oktober 1946)

    11-01-2014 om 10:13 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe onze Brugsche dankprocessie wordt gehouden

    Tot in 1939 ging het zoo. Op den Zondag van Sint-Donaasplechtigheid had men te 9 uur, hoogmis in S. Salvators. Daarna processie langs den kleinen toer, met Statie op den Burg.

    Geen ideale schikking. De deelname was beperkt. in de parochies was de orde der Zondagmissen gestoort. Die ver afwoonden – denkt aan Sint-Gillis en Kristus-Koning – en groepsgewijze naar S. Salvators kwamen, hadden het vrij lastig.

    Nu houden wij onze dankprocessie ’s namiddags, wanneer iedereen vrij is, of zich vrij kan maken. En ieder parochie vormt een eigen processie, die naar den Brug komt, om er te drie en half uur, aan de gezamenlijke huldiging deel te nemen. De plechtigheid op den Burg omvat drie deelen:

    1.     Vereering der relikwieën van S. Donaas en Karel den Goede, op de plaats der oude S. Donaaskerk.

    2.     Vereering van het Mariabeeld aan het stadhuis.

    3.     Vereering en zegen van het H. Bloed.

    Daarna gaat elke parochiegroep, processiegewijze terug naar haar eigen kerk waar de zegen gegeven wordt met het Allerheiligste. Zoo is de taak voor iedereen verlicht en dragelijk. en wordt aan elke parochie de gelegenheid geboden om te toonen wat ze vermag. Wedijver is hier gezonde wedijver. We moeten ervoor zorgen dat we tegenover de anderen geen pover figuur maken. elk doet zijn best en ’t zal schitterend zijn. Wenschelijk is het dat elke parochie ‘zijn’ Mariabeeld meebrenge. Zoo deden ze te Brussel, elkeen sprak er met lof over. maar Brussel is niet, zoals Brugge, ‘de Mariastad bij uitstek in ons land’, zooals Paus Pius II eens getuigde. Zullen we onze oude adelbrieven zoo maar in andere handen laten overgaan?

    Wenschelijk nog dat de prachtige rijven onzer parochiekerke meegaan. Wel dat is een oude brugsche traditie. In dagen van nood en vreugde zien we deze kostbare schrijven te voorschijn komen. Hoe heerlijk zal dat niet zijn op onzen ‘Burg’ in dat kader van oude prachtgebouwen en goudgele herfstloovers! Schittering van goud en zilver. Weelde van aloude Mariabeelden, ‘met hun kroon en sleep van kant’ Brugge dat neerknielt voor O.L.Vrouw van ’t Stadhuis en, na anderhalve eeuw onderbreking, het ‘Salve’ aanheft, dat dat tot bescherming over de hoofden wordt geteekend met het ‘dierbaar Bloed’!

    Een heerlijk programma. Iets dat ons warm moet maken. Iedereen zal meewillen. Hopen dat het weer meewil.

    (Michiel English, Kerkelijk Leven, 1ste jg. nr. 36, 7-13 oktober 1945)

    11-01-2014 om 09:43 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe onze Dankprocessie tot stand kwam in 1919: en hoe ze in 1944 gewijzigd werd

    Zondag 14 oktober houdt Brugge zijn jaarlijksche dankprocessie om het behoud van de stad in de opeenvolgende oorlogen 1914-1918, 1940-1945. Hierover de volgende aanteekeningen, die bij onze lezers welkom zullen zijn.

    October 1918. Onder het octaaf van Sint Donatiaan, patroon der stad, komt Brugge weerom vrij, na vier jaar oorlog. De grijze bisschop, Mgr. Waffelaert, die veel devotie had voor Sint-Donaas, had tijdens de bezetting een belofte gedaan: zoo de stad gespaard bleef, zou men telen jare een dankprocessie houden ter eere van Sint-Donaas. En we bleven gespaard. In 1919 ging de processie voor den eersten keer uit. biddende groepen. De rijve van Sint-Donaas ging mee. Men volgde ‘den kleinen omgang’ zoals ze te Brugge zeggen, in tegenstelling met den grooten ommegang of H. Bloedweg.

    In 1921 kwam er een kleine verandering. Naast de rijve van Sint-Donaas droeg men nog een relikwie van Karel den Goede. Zoo zijn de twee stadspatronen vertegenwoordigd en vereerd.. Patronen zijn beschermers. Hadden ze ons dierbaar Brugge niet wonderbaar beschermd? Verdienen ze niet dat beetje dank en eere? En meteen kwam een lichte wijziging in den omgang. In plaats van langs den Malleberg om te gaan, ging men dwars over den Burg, over de plaats waar de aloude Sint-Donaaskerk een duizend jaar gestaan had, toen de domme woede der Sansculotten dat heerlijk monument ter gronde toe afbrak. De prachttempel werd gebouwd als een groot steenen schrijn voor de relikwieën van Sint-Donaas wanneer onze eerste graaf ze naar Brugge overbracht, en den Burg bouwde; en meteen de grondsla legde voor Brugge’s groot verleden. ’t Was in die zelfde kerk dat, den 2 Maart 1127, Karel de Goede werd vermoord. Onder de hooge boomen werden de rijven neergezet en geschiedde een korte plechtigheid. Men hield ‘statie’ zooals men oudtijds zegde. In 1927, dat ons het achtste eeuwfeest bracht van Karel de Goedes Marteldood, was er iets bijzonders, de groote rijve van Karel de Goede – acht man zijn er noodig om ze te dragen – ging mee, en bij de ‘statie’ onder de boomen hield Pater Tillo (1) een aangrijpende toespraak.

    Op alles komt er slete. Vooral op de dankbaarheid. Twintig jaar is een heelen tijd en zelfs onze godsdienstige bevolking schijnt niet goed te beseffen wat het beteekent: gespaard te zijn geweest. Ge moest Ieper gezien hebben, en Nieuwpoort en Diksmuide. Weldaden worden licht vergeten.

    En daar is Ons Heer om ons aan onze dankschuld te herinneren!

    1940. Een andere wereldoorlog, met een nog grooter verwoesting en grooter leed dan deze van 1914-18, die we meenden te zijn – de allerlaatste oorlog! Nood en beproeving doen ons opschouwen naar boven. Daar is veel gebeden geweest in Vlaanderen. In steden en dorpen werden honderden Mariakapelletjes opgericht waar het volk ging bidden. Steden zoals Ieper, Izegem, Roeselare, werden tot echte Mariasteden herschapen. Een weinig beschamend voor ons Brugge, de eeuwenoude Mariastad, waar we, behalve op Sint-Gillis, niets van dien aard hebben gemerkt. Maar onze oude mirakelbeelden, vooral O.L.Vrouw van Vrede in de O. L. Vrouwkerk, waren druk vereerd. En dan, bij elke godsdienstige bruggeling was dat betrouwen ingeankerd, dat het H. Bloed ons zou beschermen. Heerlijke beetochten, die Goe-Vrijdag-ommegangen tijdens de Duitsche bezetting. en dat betrouwen en die godsvrucht zijn beloond. Brugge met al zijn kunstschatten en herinneringen is opnieuw ontsnapt aan de verdelging, die ons van zoo nabij bedreigde in 1940 en 1945.

     

    Onze dankprocessie in October, dankprocessie om de redding in 1918 en 1945, moet uitgroeiden tot een grootsche betoging, waarin we hulde brengen aan onze stadspatronen en beschermers, aan onze goede Moeder, aan het H. Bloed. Zoo worden drie traditioneele brugsche devoties samengebracht. Hoe dat nu juist gebeuren moet, zal iemand anders die er meer van weet dan ik U vertellen. Maar voor een bruggeling, die zijn naam eer wil aandoen en zijn godsdienstig verleden trouw wil blijven, zal het genoeg zijn hierop te wijzen om hem geestdriftig te maken. Het ordewoord moet zijn: Allen meedoen.

     

    (1)  Pater Tillo stond toendertijd bekend als ‘de pater Kapucien van de Schipperschool’ langs de Komvest te Brugge (08/06/1888 – 28/02/1962)

     

    (Michiel Englisch, Kerkelijk Leven,  1ste jgr nr. 36, 7-13 oktober 1945)

    11-01-2014 om 09:27 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Heilig-Bloedprocessie

    De ‘toer’ van de processie of de Ommegang heeft in den loop der tijden ook zekere veranderingen ondergaan. Oorspronkelijk was het een Ommegang rond de stad, in de letterlijke zin van ’t woord. De processie ging van de Burg weg, langs de Breidelstraat, Markt, Steenstraat, Zuidzandstraat, Vrijdagmarkt, Boeveriestrat tot aan de Boeveriepoort. Hier ging men buiten de Stadsvestingen en deed men wat de Bruggelingen nog heten ‘Bruggerond’ of de volledigeomgang van de stad.We bezitten nog teksten van de gezangen die op dien langen toer werden gezongen. Eigenaardig is het dat deze liturgische gezangen telkens verwijzen naar de heiligen wiens heiligdommen men voorbijkwam, of warvan men de gebouwen en torens over de middeleeuwse versterkingsmuren kon zien oprijzen. Als men, na de omgang, aan de Boeveriestraat teruggekomen was, ging de processie langs de Boeveriestraat en de bovengemelde straten naar de Burg terug. De gewoonte ‘processie te dragen’ rond de stadswallen is een echt middeleeuwse opvatting. Men vindt dat in vele oude steden, onder meer, in onze gewesten te Doornik.

    Maar het was een lange en lastige weg. Ook was de gewoonte ingebracht, dat prelaten en hoge burgelijke waardigheidsbekleders de hele toer niet meer meegingen, en de processie slechts vergezelden tot aan de Boeveriepoort om daar binnen te gaan in ’t Godshuis van Sint Jelijn of Juliaan. Daar wachtten ze tot dat de stoet de omgang gedaan had en terug in stad kwam. Na de Geuzentijd, wanneer de processie na jaren onderbreking hernam, werd die grote Ommegang ingekort tot wat hij thans is. Een lichte wijziging blijft de wensch van de meeste Bruggelingen: dat de processie van den Dijver tot de Mariastraat zou doorgaan; wat ongetwijfeld een allerbeste verandering zou zijn.

    (Michiel English, Kerkelijk Leven, 1ste jg. nr. 14, 7-13 mei 1945)

    11-01-2014 om 09:10 geschreven door westvlaamseprocessies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:processie Brugge


    Archief per week
  • 23/06-29/06 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 10/06-16/06 2013
  • 19/11-25/11 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 16/05-22/05 2011
  • 25/04-01/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs