Ik ben Guy Raskin , en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fietscontreien en wandelcontreien.
Ik ben een man en woon in Tongeren (België) en mijn beroep is zoals mijn passie, avontuur zoeken door er op uit te trekken in de natuur.
Ik ben geboren op 12/05/1962 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsreizen en wandelreizen.
Sonja en ik hebben in 2012 de reportagevereniging "Fiets(wandel)contreien" gesticht met als uithangbord ...
Reportagevereniging 'Fiets(wandel)contreien' ter promotie van fiets- en wandelreizen Wandelcontreien
02-01-2011
Wandelen en fietsen in Slovenië
Nationaalpark Triglav in Slovenië
De fiets is één der zaligste manieren om door de Julische Alpen te reizen..
Ieder toerismekantoor biedt kaarten aan met ingetekende fietsroutes,
gemakkelijke familieroutes maar ook zware panoramawegen. De procentuele toename
van toeristen in het Nationaalpark Triglav in het noordwesten van Slovenië piekt
de laatste jaren het hoogst bij de Belgen. Vooral de actieve vakantiegangers
zoals bergwandelaars, fietsers, mountainbikers en liefhebbers van watersporten
als canyoning, rafting en kajak vinden hun weg hier naartoe.
Het Nationaalpark Triglav
Het Nationaalpark Triglav behoort tot de oudste van de Alpen en omvat
praktisch de gehele Julische Alpen. Reeds in 1908 is door Professor Albin Belar
een eerste aanvraag tot Nationaalpark gelanceerd en in 1924 kreeg het 1600 ha
grote Zeven-zeeën-dal het predikaat natuurpark. Pas vanaf 1961 onderging het
park verdere uitbreiding (2000 ha) tot zijn huidige vorm in 1981 (83807 ha). Het
hoogste punt is de bergtop van de Triglav (2864m) en het laagste de
Tolminka-kloof (180 m). Het park is dus genoemd naar de Triglav, wat drie koppen
betekent, en is 83807 ha groot. Het telt ongeveer 150 bergen over de 2000 m
waarvan 25 boven de 2500 m. Naar het oosten gaan deze over in de hoogvlaktes
Pokljuka en Meakla. Talrijke valleitjes snijden in het gebergte als boter. Het
karstgebergte uit poreuze kalksteen met vele grotten en diepe smalle spleten
zorgt ervoor dat het water diep in het binnenste van de bergen in grote
onderaardse kommen en schachten sijpelt. Door de opgestapelde druk komt het
water dan onder de vorm van talrijke watervallen uit de rotswanden gespoten. De
Sava en Soça zijn de belangrijkste rivieren en omsluiten het majestueuze
Triglav-gebergte. Vooral de Soča met zijn helder smaragdgroen water,
zijn vele kloven en stroomversnellingen lokt de recreatieve watertoerist. De
bergkam tussen beide rivieren vormt de waterscheiding tussen de Adriatische en
de Zwarte Zee. Tot de grote rijkdom van het Nationaalpark behoren de
gletsjerzeeën met het Bohinj-meer in het dal en de Triglav-, Kri- en Krn-meren
in het hooggebergte. Tweederde van het gebied bestaat uit bos. Aan de zijde van
de Soça ligt de boomgrens op 1600 m en is de beuk het hoogst voorkomende
exemplaar. Centraal en in het noorden ligt deze bij 1800 m en zijn dit spar,
lariks en dwergdennen. Kenmerkend voor de bergen is de grote verscheidenheid aan
bergweiden, almhutten en nederzettingen. Duizend jaar erfgoed zijn terug te
vinden in de Triglav-regio met traditionele weidelandbouw, melk- en
kaasboerderijen. Voor fauna en flora ben je hier in het gebied van steenarend,
lynx, adder, alpenmarmot en gems. De almen en de overgangszone aan de boomgrens
zijn ware plantentuinen vol wilde bloemen: distels, gele monnikskappen,
klokjesbloemen, geraniums, cyclamen, lelies, sleutelbloemen, lijmkruid,
duizendknoop, margrieten, asters, zeepkruid, guldenroede, Johanneskruid,
wildemanskruid, zonneroosjes, akeleien, gentianen, orchideeën en nog veel meer.
Vele planten zijn typisch en komen enkel in deze regio voor. Zo is er de
Triglav-roos die in feite een ganzerik is: de potentilla nitida.
Zlatorog
Triglav gaat gepaard met Zlatorog. Zlatorog is alom vertegenwoordigd aan het
meer van Bohinj. Het hotel aan het einde van het meer noemt Zlatorog, de camping
en zelfs het bier. Zlatorog, de sage uit de Julische Alpen en Bohinj, genoemd
naar "bog" - God - dat de mensen uit Bohinj "boh" noemen. Toen God de wereld
onder de mensen verdeelde, bemerkte hij een groepje bescheiden en geduldige
mensen die niet aandrongen zoals de anderen. Daarom kregen zij zijn deel, het
mooiste stukje van de aarde. In de Julische Alpen onder de Triglav richting het
meer van Bohinj lag eens een aards paradijs bewoond door de witte vrouwen die
geen indringers toelieten tot hun bergwereld. Hun kudde witte gemzen begraasden
hooggelegen bergweiden die zeer steil in het Soča-dal afhingen. De
leider was een bok met gouden hoorns. De witte vrouwen voorzagen hem van
toverkracht die hem voor alle verwondingen vrijwaarde. Op de aarde waar zijn
bloed druppelde, ontbloeide de Triglav-roos en het opeten van één enkel blad was
voldoende om volkomen te genezen. De gouden hoorn zou ook wonderen verrichten,
één splinter zou voldoende zijn om tot de door meerhoofdige slangen bewaakte
goud- en zilverschat te leiden in de berg Bogatin. Een jonge jager, de beste
schutter uit de buurt, drong het verboden paradijs binnen. Niet alleen uit
lijdensschap voor de schat maar het mooiste meisje uit het dal vroeg hem de
Triglav-roos als bewijs voor zijn liefde. De jager verwondde Zlatorog maar door
de toverkracht at deze de roos ontbloeiend uit zijn bloed, stond snel terug te
poot en stootte de jager in de afgrond. Uit woede verlieten de witte vrouwen het
paradijs en vernielde Zlatorog de mooiste almen. Wat vandaag zichtbaar is in de
kalkrotsen zijn de hoefslagen van zijn machtige poten en de groeven van zijn
hoorns.
Een goddelijke meer
Het meer van Bohinj is langs drie zijden omgeven door bijna loodrechte
bergwanden die door weerspiegeling in het meer een droomwereld scheppen. Vanaf
de toegang aan de oostzijde van het meer is het zicht op deze grote ketel dan
ook imponerend, dat vlakke wateroppervlak omsloten door immense bergwanden die
1000 m en meer langs de oevers de hemel in schieten. Een meer van 4,1 bij 1,2 km
hoofdzakelijk gevoed door de rivier Savica. De vele vaste als periodieke
nevenrivieren zorgen ervoor dat het water in het meer drie maal per jaar
volledig ververst. De gemiddelde temperatuur bedraagt 8,5° C en dat in de zomer
tot 23° opwarmt. Rond het meer loopt een wandelweg van 12 km, aan de noordzijde
loopt deze op de rand van het Nationaalpark geklemd tussen meer en bergwand. Op
de zuidelijke oever ligt deze op een hoogte langs de rijweg. Het gehucht Ukanc
met het hotel en de camping Zlatorog ligt helemaal achteraan aan het meer. Vanaf
dit hotel is het een uur wandelen naar de waterval Savica. Deze ontspringt in de
rotswand van de berg Komarča, op 836 m hoogte en valt 89 m omlaag. Je
wandelt over een houten brug van de Savica onder door aan de Prsivec (1761m)
over een schaduwrijk bospad. Onderweg staat een wandelboom met afstanden naar
Brussel, Parijs, Amsterdam en enkele andere hoofdsteden. Relatieve afstanden
want Brussel en Amsterdam liggen beiden op 900 km? Bij de parking, je kan hier
dus ook met de fiets of de auto naar boven, moet je 552 trappen beklimmen om bij
het dranghek te komen dat de toeristenmassa van de waterval scheidt. Ben je te
voet dan daal je zoals wij dit deden het best langs dezelfde weg terug naar het
meer. We kiezen dan voor het pad langs de noordoever om vrij van alle verkeer
naar Stara Fusina te wandelen aan het andere einde van het meer. Deze wandeling
langs het meer stond niet op ons programma, maar door de slechte
weersvoorspelling voor deze dag waren we verplicht onze huttentocht met één dag
op te schorten. De bergtoppen rond het meer hangen dan ook in een onheilspellend
zwart wolkendek. Gelukkig blijft de regen hier beneden voorlopig uit. We komen
voorbij enkele chalets en ons oog valt op een kapelletje in een boomstronk. Een
kleine tegel met Mariabeeltenis opgesmukt met enkele bloemen. Even later trekken
we door een droge witstenen bedding. Vijf maal per jaar stroomt hier water
afkomstig van de Govic waterval. Bijna duizend meter diep onder het oppervlak
ligt hier een grote ondergrondse bassin dat zich langzaam vult met water dat
door het broze kalkgesteente sijpelt. Wanneer deze dan uiteindelijk vol geraakt,
krijgt de waterval vorm door met kracht uit de rotswand te spuiten. Het
u-vormige dal op het einde van het meer laat uitschijnen hoe hier ooit de
gletsjer doorheen trok. In Strara Fusina bezoeken wij een museum over de
almbedrijvigheid met een almhut, een kaaskuip en boterpersen. In een aanpalende
uitspanning proeven wij streekeigen producten als kaas, botermelk en worst.
Tegen de muur hangen oude sneeuwschoenen en potten. Nog een kilometer verder
ligt het historische bergboerendorp Studor met typische schuren. We nemen de
boot terug naar het andere eind van het meer, lekker droog want de hemelsluizen
staan nu uitbundig open. Op de oever staat de Heiliggeestkerk, een pelgrimsoord,
ergens iets met bidden voor water. Hoe kan het anders, maar het fijne ervan ben
ik vergeten. De boot legt aan op de camping en op weg naar het hotel kom je
voorbij het dalstation van de kabelbaan Vogel. Het eindstation bij hotel Vogel
(1535 m) ligt haast 1000 m loodrecht boven onze standplaats en is één der
steilste kabelbanen van Europa. Wie de uitdaging aandurft geniet boven van een
machtig zicht op de bergen en het meer.
Een plek zonder water
Een frisse bries blaast over het meer wanneer wij op de bus stappen naar
Stara Fusina van waaruit wij onze huttentocht aanvangen. Boven dit dorp begint
de Mostnica-kloof. Helder groen water stroomt in een diepe kloof, watervalletjes
eindigen in metersdiepe natuurlijke watervergaarbekkens. Het pad valt
uiteindelijk samen met het riviertje om dan er weer van weg te lopen. Over de
"Voje", een grote weide met vele zomerhutten, komen we bij de Mostnica-waterval.
Geen massatoeloop hier maar in alle eenzaamheid lekker genieten van het
natuurlijke schouwspel. In het begin van de weide bevindt zich de Planini Koça
na Vojah, een berghut, en bij de waterval een uitspanning. Wil je nog een hapje
of een drankje dan is dit het juiste moment. Nu volgt drie uur omhoog kruipen
over een uiterst steil rotspad in de woudzone, maar liefst 1000 m hoogteverschil
overbruggend tussen dichter op elkaar naderende bergwanden. Links de Jezerski
Stog (2040 m) en de Prevalski Sog (2075 m), rechts de Tosc (2275 m). Nog even
over een alm en dan een kleurrijk bloemenlandschap en verspreide dwergdennen om
bij een meertje te komen dat ... droog staat. Nog een helling op en we staan op
de "Velo Polje", wat niets anders betekent dan grote weide. Enkele oude stallen,
een zomerhut en vele koeien sieren het berglandschap. We nestelen ons op de
zitbank voor de hut en aanschouwen de Triglav (2864 m) die voor ons uit de
wolkenslierten rijst. Voor de rotswand van de Vernar (2225 m) staat de Vodnikov
dom, een berghut die als overnachtingsplaats kan fungeren bij een drie- of
vierdaagse opdeling van de tocht. Wij hebben slechts twee dagen gepland en dat
zal ons, vooral Sonja mijn wederhelft, de volgende dagen nog heugen. De kaasboer
verblijft drie maanden op de alm, hij bereidt juist kaas en wij mogen een kijkje
nemen. Na het vullen van onze drinkbussen laten we de alm achter ons en steken
boven de boomgrens uit. De Velska Dolina leidt ons langzaam richting zadel, in
de verte te bespeuren. Dolina betekent vallei ... Velska? Misschien wel veldkei
want het dal is één grote hoop reuzenveldkeien. De vallei is omsloten door
bergreuzen, in het zuiden de Miselj vrh (2350 m) en de Miseljska Glava (2273 m),
in het noorden de Rjavec (2568 m) met daarachter de Triglav. Ertussen de Dom
Planika, een berghut die vanuit Stara Fusina als kleine stip hoog in de bergen
al te zien was. Het pad zoekt de noordelijke rotswand op. De zadelpassage voor
ons is voor morgen, rechts tussen de rotswanden waar vier paden samenkomen ligt
onze berghut Trsasska Koca (2151 m) of in de volksmond de Dolic-hut, genoemd
naar de berg (2164 m) De hut ligt geprangd tussen de Smarjetna glava (2358 m) en
de Konjavec (2568 m). Voor ons een duizelingwekkende diepte waarachter andere
bergtoppen weer naar boven schieten en daarachter weeral een bergketen. 8,5 uur
in alle eenzaamheid klimmen om dan in een volgepropte berghut te overnachten. 93
bedden verdeeld over kamers en een slaapzaal voor 51 personen en dan lagen er
nog enkele op matrassen in de gang. Dit is blijkbaar de springplank naar de
beklimming van de Triglav. Wat erger is: geen stromend water en Franse toiletten
... buiten. Met vriestemperaturen liever geen nachtelijke avontuur. Wanneer jij
je eigen linnen slaapzak mee de berg opsleept overnacht je aan halve prijs. Eten
en drank zijn gelukkig wel verkrijgbaar.
De paradijselijke vallei
Het is even zoeken naar onze schoenen die we gisteren samen met honderden
anderen in de hal van de hut achterlieten. Het prachtige ochtendgloren maakt dat
de witte bergen schitteren. Nog even vergapen we ons aan het unieke panorama. Je
hebt hier de keus: of je beklimt de Konjavec (2568 m) achter de hut of je
wandelt over de Via Alpina over het zadel dat gisteren lang onze leidraad was.
Wij kiezen voor de Via Alpina. Ook hier moet je klimmen, een enorme puinhelling
omhoog. Het lijkt de Echternach-possessie wel, twee stappen voorwaarts en eentje
terug. De pas ligt tussen de Konjavec (2568 m) en Mieljski konec (2464 m). Dit
is ook de overgang tussen twee bergvalleien: de Velska Dolina van gisteren en de
Dolina Triglavskih Jezero of het dal der zeven Triglav-meren. Op rotsblokken
zien we dan ook in rode verf geregeld de markering "7 Jez". Bij het afdalen na
de pas ligt rechts in de verte op de rotskam de berghut Zasavaska Koča
(2071 m) met de twee eerste meren. Wij laten dit rechts liggen en dalen af naar
het volgende, het Zeleno Jezero of groene meer, vanwege de kleur. Over rotsen
tussen twee bergkammen in dalen we naar het volgende meer. Rechts de bergwand
van de M. Spicje (2312 m) en V. Spicje (2389 m) links die van de V. Zelnarika
(2320 m) en M. Zelnarika (2310 m) met puinsteenwand, langs het pad liggen grote
en kleine witte rotsblokken die van de wand losgekomen zijn. Het V. Jezero
Ledica of niermeer, genoemd naar de vorm, ligt enkele tientallen meters beneden
het wandelpad dat hier in de gruishelling ligt. Veruit de mooiste waterplas in
de vallei, niet verwonderlijk dat vele wandelaars zich een uitgebreide rustpauze
veroorloven op een groene heuveltop aan het einde van het meer. We dalen naar de
boomgrens, opnieuw de dwergdennen en een geel-paars bloementapijt. Het pad loopt
een smalle slonk binnen en we verplaatsen ons in een paradijselijke omgeving,
witte kalkstenen en bergwand van de Kopica (2190 m) en de V. Ticarica (2091 m)
aan één kant, de zich openende vallei met bloemenpracht en vele vlinders aan de
andere. Moci vec noemt het volgende meer, net erachter ligt de berghut Koca pri
Triglavskih jezerih (1685 m) en daarachter weer het Dvojno jezero of dubbelmeer.
Het is intussen middag en het ideale moment voor een dikke bonen- of noedelsoep
met of zonder worst. Je moet weten dat alle extra ingrediënten en brood apart
geprijsd staan, je betaalt hier dus apart voor soep, brood en worst. Hier hebben
we de keuze, rechtstreeks naar het volgende meer crno jezero (1294 m) en dan
over een met een staalkabel beveiligd rotspad naar de Savica warterval of verder
de Via Alpina volgen naar de berghut Dom na Komni (1520 m). Wij kiezen voor het
alpenpad, dalen snel steil naar beneden in de vallei Lopucniska Dolina en
klimmen langs de andere zijde er weer uit. Rotsen, bloemen, dwergdennen op en
neer deinend door een schitterend landschap. De voornaamste bergen rechts van
ons is de Mahavscek (2008 m) met rechts ervan de Bogatin (1977 m) en links de
Vrh skrli (1926 m), erachter de Krn (2244 m). De Bogatin van Zlatarog, is dit
het paradijs? Het landschap heeft er in ieder geval veel van weg. De totaal
gerestaureerde berghut Dom na Komni met goederenkabelbaan ligt op een rotspunt
en we mogen nog eens kort naar boven kruipen. Het uitzicht vanaf het terras op
het bijna duizend meter lager liggende meer van Bohinj met de gletsjermorene is
adembenemend. Een oud ezelspad met 66 serpentines, aangelegd door de partizanen
in oorlogswoelige tijden, brengt ons bij de Savica waterval. Op rotsblokken
vinden we in rode verf het nummer van de bocht terug. Na negen en half uur
stappen staan we terug aan ons uitgangspunt: hotel Zlatorog. Zlatorog zullen we
niet gauw vergeten, we hebben genoten en geleden onder zijn bewind. Aan de hand
van de conditie van de wandelaar en het weer kan je deze tocht door de
aanwezigheid van de veelvuldige berghutten in twee tot zes dagen wandelen. In de
zomermaanden is reservatie aan te raden maar niet noodzakelijk, in de weekends
en begin augustus is het er superdruk. Wij moeten hotel Zlatorog nog eens
vernoemen en dit om twee redenen. Dit hotel is vanaf 2006 het eerste bio-hotel
in Slovenië en bij minstens twee overnachtingen is het mogelijk fietsen te huren
voor meerdere dagen, een pluspunt voor mensen die fietsen willen huren voor een
fietstocht rond het Triglav-gebergte. De huurprijs per dag bedraagt in 2006
20.
Koninklijke behandeling
Door de wandeling een dag op te schuiven en de geboekte overnachtingen niet
allemaal te moeten veranderen rijden we na terugkeer van onze huttenwandeling
diezelfde avond nog door naar Tolmin om daar de volgende morgen onze fietstocht
te starten in plaats van aan het meer van Bohinj. Tolmin ligt op een heuvel bij
de monding van de Tolminka in de Soca. Kenmerkend voor dit plaatsje zijn de
burgruïne op de heuvel Kozlov rob, de oude stadskern en het mooie sportpark
Brajda dat vaak als trainingsbasis fungeert voor gerenommeerde sportsclubs. Ook
kunstenaars en artiesten van internationaal allure zijn te gast in dit stadje.
Tolmin is de festivalstad bij uitstek, liefst vijf zomerfestivals vinden plaats
op de grasvelden en picknickplaats aan de samenvloeiing van Tolminka en Soca. In
Tolmin bevindt zich slechts één hotel, het Krn-hotel. Het grote gezellige terras
aan de rand van het oude centrum is s'avonds dan ook de ontmoetingsplaats bij
uitstek. De nabijgelegen dorpen bieden gastenkamers aan en voor wie met de tent
onderweg is, campings vind je op de fietstocht rond het Triglav-gebergte in
overvloed. Alles ligt in Tolmin centraal, naast het hotel vind je het bureau
voor toerisme en erachter het sporttoerisme-centrum Maya die o.a. wandelingen,
fietstochten, rafting, kajak, canyoning en speleologie in hun programma hebben.
Zij bieden en raden onervaren recreanten dan ook gidsen aan voor alle denkbare
evenementen die enig risico inhouden en geen probleem raakt onopgelost
(www.maya-bn.si). Hier en over de gehele fietsroute zijn resten uit WO I te
bespeuren en vele kleine partizanenmonumenten. Het mooiste monument bij uitstek
is de Heiliggeestkerk van Javorci ter herinnering aan de Oostenrijkse en
Hongaarse gesneuvelden die hoog boven het Tolminka dal uitsteekt, één van de
twee ten noorden van Tolmin gelegen bergvalleien. Tolmin kan als uitvalbasis
dienen voor enkele dagen fiets-, wandel- en wildwaterpret. Ze geven een
toeristische kaart uit over de regio Tolmin-Kobarid, hierop vind je 27
fietsroutes met aanduiding van tijd en moeilijkheidsgraad en 12 gemarkeerde
wandelpaden.
Intermezzo Tolmin
Wil je ten volle van het natuurschoon genieten rond Tolmin trek je best één
of twee extra dagen uit. Het gebied Tolmin-Kobarid noemt niet voor niets het
land van het levende water. De monding van de Tolminka in de Soca is
uitgangspunt van een bewegwijzerde wandeling naar de meest bezochte natuurlijke
bezienswaardigheid in de Tolmin-regio: de Tolminska korita, het ravijn op de
samenvloeiing van Tolminka en Zadlascica. De rondwandelweg loopt eerst langs de
Zadlascica tot aan een tussen de smalle kloof geklemde rotsblok, de Medvedova
glava of de Berenkop. De terug weg draait de Tolminka vallei in waar je naar de
straat klimt. Enkele bochten hoger ligt de Zadlaska of Dante-grot. Het verhaal
gaat dat de beroemde Italiaanse Renaissancedichter Dante Alighieri in de periode
van zijn verbanning aan deze rivier inspiratie vond voor de afgrijselijke
beelden voor zijn werk "Hel". Naar beneden wandel je over de Hudicev most of de
duivelsbrug die 60 m boven de Tolminka ligt. Je kan bij de ingang van het ravijn
ook het wegje inwandelen in het dal van de Tolminka naar de wondermooie
Heiliggeestkerk van Javorci en de Planini Polog, een alm waar nog een kaasboer
actief is. Op weg kom je voorbij aan een oorlogsbegraafplaats van enkele
verzetstrijders. Rechts van de Planini Polog achter de boerderij aan de bedding
van de Tolminka ligt een oorlogsbunker die toegankelijk is, maar de nodige
verlichting en voorzichtigheid vereist. Diepe gaten in de vloer en een in een
schacht weggestoken trap zonder steun zijn niet ongevaarlijk. Beneden aan de
bunker moet je zeker een kijkje nemen bij de afdamming van de rivier. Wij
wandelden niet over de gemoedelijke door het bos klimmende grindweg naar de alm
maar gebruikten onze fietsen die wij daar achterlieten. De afstand vanuit Tolmin
naar de alm bedraagt heen en terug toch 20 km en de wandeling naar de bron en
terug neemt neemt ook nog enkele uren in beslag. Zie dat je fiets stevig staat,
want die Sloveense koeien zijn nieuwsgierig of je komt aan zoals wij met Sonja's
fiets die kantelt en met het stuur in een koeienvlaai terecht komt. De alm is
uitgangspunt naar één van de idyllische plekjes uit onze Triglav-onderneming, de
bron van de Tolminka. De op het einde al sterk verslechterende grindweg gaat
over in een ezelspad dat in serpentines hoogte wint. Af en toe is een bocht
afgesneden, doordat grote kalkrotsblokken, door een aardverschuiving in 1988
naar beneden gekomen, de weg blokkeren. Uiteindelijk komen we bij een berghut
met picknickplaats en ... houten toiletten. De bron bestaat uit zeven gaten die
vandaag door gebrek aan regenwater droog staan. De vallei opent zich in een
droom van een Cirque, een schitterend keteldal omringt door rotswanden. We lopen
even richting rotswand en draaien dan naar rechts naar een enorme witte
steenwoestijn, een droog liggende waterbedding. Even rechts nar beneden steken
we een natuurlijke dam over waarnaar we schuin links een helling omhoog
wandelen. We steken rechtsdraaiend opnieuw een witstenen beekbedding over en
belanden zo op een beboste bergkam die vlak verloopt maar door het grote verval
van de beekbeddingen aan hoogte wint. Heerlijke uitzichten in een wild
romantisch kader. We dalen en komen voorbij aan enkele berghutachtige
vakantiehuisjes op een alm waar de huurders te voet naar toe moeten. In de
verste verte is hier geen weg, hier sleur je jouw spullen de berg op. We zakken
snel naar de Tolminka voor een avontuurlijke overtocht van de heldere over
rotsen kletterende smaragdgroene rivier, een kabelconstructie met een
zelfbedieningsplatform van twee meter op één dat door middel van een zwengel ons
handmatig naar de overkant moet brengen. Nog even dalen over de grindweg van
daarstraks en we staan opnieuw bij onze fietsen ... omsingeld door nukkige
koeien.
De panoramawegen rond Tolmin
Bij goed weer en goede thermiek zal de lucht boven Tolmin zwart zien van
parachutes. Paragliding is hier een begrip met wereldfaam. De weg naar de
Planini Strador met berghut is voor de sportievelingen een uitdaging om naar
boven te fietsen. Of voor de extremisten onder ons verder omhoog over onverharde
wegen en paden naar de Planini Razor (1315 m), eveneens met berghut en dan terug
over het gehucht Tolminske Ravne naar Tolmin (180 m), goed voor 39 km hard
labeur. Vanuit Tolmin loopt op de linkeroever een parallelweg met de op de
andere oever gelegen hoofdverkeersweg. Deze weg doorkruist enkele typische
boerendorpjes met authentieke gebouwen. De weg versmalt in de dorpskernen en
slingert zich tussen de huizen door. Volarja en Kamno zijn geschikte
voorbeelden. Tussen beiden dorpen staat het eenzame kerkje van St. Bric en in
Kamno heb je de keuze. Of je blijft in de vallei of je klimt naar het dorpje
Vrsno en eventueel naar het dorp Krn aan de voet van de gelijknamige berg (2244
m). De specifieke vorm van deze berg springt in het oog en maakt hem tot één der
best herkenbare in de Julische Alpen. In de geschiedenis staat hij bekent als
frontlinie tijdens WO I met uiterst bloederige gevechten. Vrsno is de
geboorteplaats van Simon Gregorcic, geestelijke, aanbidder van de rivier Soca en
Slovenië's meest geliefde dichter. Zijn geboortehuis is nu een museum. In dit
gebied bevinden zich drie beken die zich in de nabijheid van Volarja verenigen
om in de Soca te vloeien. Zij zijn gezegend met talrijke stroomversnellingen en
watervallen waaronder de 104 m hoge Brinta van de beek Malenscek, de 88 m hoge
Gregorcic waterval van de Volarja en de 70 m hoge Dvojni waterval van de Mrzli
potok. Een bezoek aan dit natuurgeweld is aan te raden onder begeleiding van een
ervaren gids. Via het dorpje Smast krijg je vanuit Vrsno terug aansluiting op de
parallelweg in het Soca dal naar Kobarid. Kobarid op het kruispunt van twee
valleien heeft steeds een strategische positie bekleed. Resten van
nederzettingen uit de IJzertijd, talrijke Romeinse vondsten en de antieke burcht
Tonovcev bevestigen dit. We fietsen het stadje binnen over de Napoleonbrug
waaronder de uit een lange kloof vloeiende smaragdgroene Soca zich opent. In
Kobarid lag ook de frontlinie, het Isonzofront, in WO I tussen de Italianen
enerzijds en de Duitsers en Oostenrijkers anderzijds. Het knekelhuis in de
zuilenkerk boven op een heuvel, resten der verdedigingslinies en het Kobarid
museum zijn trieste getuigen van dit schouwspel. Het museum van Kobarid opende
in 1990 zijn deuren en is vooral gewijd aan het Isonzofront, het grootste
slagveld in de geschiedenis van de bergwereld. Het museum fungeert als
anti-oorlogsmuseum en kreeg hiervoor in 1993 de prijs van het beste Europese
museum. Een multimediavoorstelling maakt de bezoeker vertrouwd met de gruwelijke
levensomstandigheden aan het front, de erbarmelijke toestanden in de bergen en
het gebruik van het eerste gifgas. Maquettes van de bergen met ingetekende linie
weerspiegelen de werkelijkheid. Iedere kamer stelt een ander aspect uit de
oorlog voor. Aangrijpend is een gesproken brief van een Duitse soldaat
(levensgrote pop) in een blokhut aan zijn familie. De opgenoemde
bezienswaardigheden samen met misschien wel de mooiste waterval, de Kozjak, zijn
verbonden in een 5 km lange historische wandelweg waar je gerust enkele uren
voor uittrekt. Terugkeren naar Tolmin kan over de hoofdverkeersweg maar ook
over de panoramaweg op de bergkam van de Kolovrats. Deze weg loopt eerst omhoog
naar het dorpje Livek (690 m) en bevindt zich op de bergzadel tussen de Matajur
(1642 m) en de Kuk (1243 m), de hoogste top van deze bergketen. Op de kam op de
Sloveens-Italiaanse grens is het genieten op de Soca en de Julische Alpen in het
noorden en op het heuvelland van Venetië, de Po-vlakte en de Golf van Triest aan
de andere zijde. Naar beneden gaat het dan na 42 km en 940 m hoogteverschil over
Volče terug naar Tolmin.
Waterrijk
Vanuit Kobarid kun je een vlakke fietslus van 25 km in het dal van de Nadisa
maken, één der zuiverste en warmste alpenrivieren. Volgens de locale bevolking
bezit de rivier een heilende werking. Verleng je deze tocht met 20 km tot in het
oord Breginj dat tijdens de aardbeving in 1976 op de kerk na volledig vernield
is en het meest westelijk gelegen dorp van Slovenië Robidisce, dan krijg je 450
m hoogteverschil te verwerken. Na de aardbeving is er werk van gemaakt niet
alleen de huizen opnieuw op te richten en oude gebouwen tot vakantiehuizen te
herstellen maar ook nieuwe fiets- en wandelpaden aan te leggen. Wij fietsten
van Tolmin over de parallelweg naar Kobarid waar we opnieuw een keuze moesten
maken. Of over de hoofdweg met betrekkelijk weinig verkeer of 5 km bergop met
300 m hoogteverschil naar het mooie dorpje Dresnica (540 m) met op een hoogte de
Heilig Hartkerk. Indien je geen berggeit bent en de panoramawegen rond Tolmin
links hebt laten liggen dan kan je nu eventueel inschatten hoe je morgen de
tocht over de Vrsic-pas zal verteren die 10 km lang is met een hoogteverschil
van 900 m. Na de gehuchtjes Jecerca en Magozd verandert de weg in een
steenslagweg die alsmaar verslechtert. Wij fietsten deze laatste route maar
ondervonden dat hij enkel geschikt is voor stevige fietsen, waarover wij
gelukkig beschikken, en zeker niet voor bagagekarretjes of kinderwagens. De
hoofdweg is anders ook zeer mooi en loopt op een hoogte boven de Soca tegen een
rotswand en geeft mooie panorama's op de bergketen. Je moet sowieso even in de
richting van Dresnica fietsen maar na enkele honderden meters ga je links een
grindweg op naar de parking van de Kozjak waterval. Een wandeling van een
halfuur brengt je bij enkele loopplanken tegen de rotswand en even later sta
jij, op een houten platform boven een smaragdgroen bassin met overhellende
rotswanden, je te vergapen aan de naar beneden stortende watermassa. Of je nu
wel of niet de berg op fietst op weg naar Bovec, in ieder geval moet je naar de
hangbrug over de Soca in Trnovo ob Soci (bij de camping en het
watersportcentrum) om een kijkje te nemen naar de rafters en de kajakers in de
immens spectaculaire kloof. Over de hoofdweg gaat het dan verder naar Srpenica
en Zaga. Na eerst een hellinkje omhoog fietst het vlot en lang gezapig naar
benenden. We komen terug bij een brug over de rivier die we eerst nog even
rechts laten liggen. In de volgende bocht ligt een langere brug over een
beekvallei met een spectaculair zicht. Uit de rotswand spuit de grootste massa
water van alle watervallen in de Julische Alpen, 106 m in vrije val met een
verlengde van nog eens 30 m. De Boca is via een wandelpad in 1,5 uur aan de
linkerkant van de brug te bereiken. We fietsen terug naar de brug over de Soca,
die we over een gladde zandweg stroomopwaarts volgen op de andere oever. Het dal
opent zich en wij fietsen de Bovec-vlakte in, een komvormig dal tussen de
bergen. Het eerste dorpje is Ceszoca waar zich een leuke uitspanning bevindt.
Fiets je rechtdoor op het kruispuntje in dit dorp dan blijf je rechts van de
Soca die je dan pas oversteekt aan het begin van de Trenta-vallei. Zo mijd je de
verkeersweg maar ook het toeristische stadje Bovec.
Intermezzo Bovec
Bovec (460 m) is het toeristenplaatsje bij uitstek aan de Soca. Tussen de
twee gotische kerken ligt een plein met typische huizen, restaurants en hotels.
De vlakte van Bovec is omgeven door steile bergwanden met de Kanin (2587 m) als
hoogste berg. Een kabelbaan brengt je in een half uur over vier stations op 2200
m hoogte van waaruit prachtige bergwandelingen vertrekken over gemarkeerde
paden. Vanaf het eerste tussenstation (979 m) kan je downhill mountainbiken naar
het dalstation (436 m). Het pittoreske stadje bezit vele
overnachtingsmogelijkheden waaronder vier campings in de nabije omgeving. In het
centrum heb je twee grote uitnodigende overdekte terrassen, maar een aanrader is
zeker de gerestaureerde Dobra-Vila-Bovec. Een trendy hotel-restaurant, stijl
jaren 60 met kleurrijke kamers, een modern ogend restaurant en wintertuin. Bovec
is net zoals Tolmin standplaats voor de sportieve recreant en geeft een kaart
uit met bewegwijzerde wandelwegen en 15 fietswegen. Het gaat hier om zogenaamde
mountainbikepaden waarvan vele geëigend zijn voor degelijke hybriden. Ook de
panoramawegen, de Trenta-vallei en enkele zijdalen zijn hierin opgenomen als
fietsroute. In Bovec komen de valleien van de Soca en de Koritnica samen. Beiden
rivieren stromen door bergengten waar nog juist extra plaats is voor een weg. De
weg langs de Koritnica loopt naar de Perdelpas (1156 m), de grens met Italië.
Aan de samenvloeiing van de Koritnica en de Sumnik ligt het fort Kluse. Diep
onder de brug stroomt het water in een smalle diepe kloof. Een strategische plek
waar eerst een vesting en later een versterkt fort deel uitmaakten van het
eeuwenlange strijdgewoel. Op de weg naar de Predel-pas ligt ook het dorp Log pod
Mangrtom, je bevind je nu in het dal van de honderd watervallen. Bij voldoende
regen storten zich hier tientallen watervallen naar beneden, niet zichtbaar
vanaf de weg maar verborgen in duistere kloven waar gemarkeerde wandelpaden
naartoe voeren. Ieder nevendal vergezeld door een straatje is de moeite om
omhoog te fietsen of te wandelen, allen eindigen bij een bron, watervallen of in
een cirque van bergwanden die dan weer startpunt zijn voor een bergwandeling.
Net voor de grens vertrekt de 11 km lange Mangrt panoramaweg ( 1100 m - 2040 m),
een tolweg van slechts 3,00 die eveneens vergezeld is van een bewegwijzerd
wandelpad. De tolweg is een uitdaging voor wielerfanaten van alle pluimage,
zowel mannen als vrouwen zien wij naar boven kruipen. De weg is smal en de
dieptes oneindig. Drie onverlichte tunnels en geiten op de weg spreken
boekdelen. Op het hoogste punt van de route, de Mangrt-zadel, wacht je een
hemels panorama. Over het zadel, naar het noorden, vergapen wij ons in het
Italiaanse dal, de Valle della Lavna, met in de diepte de Laghi di Fusine of de
Mangrt-meren (924 en 929 m). Van hieruit wandel je in twee uur (drie uur voor de
via ferrata) naar de top van de Mangrt (2678 m). Hiervoor heb je drie
mogelijkheden: de rechtse Sloveense weg vooral in gebruik als toegangsweg,
hoogtevrees is hier niet op zijn plaats en trapzekerheid is vereist. De linkse
Italiaanse weg is gemakkelijker en zelfs geschikt voor onervaren wandelaars en
kinderen. Aan Italiaanse zijde ligt ook nog een via ferrata, de steilste in de
Julische Alpen waarbij de laatste honderd meter over een loodrechte wand voeren.
Terug op de weg tussen de panoramaweg en de pas Predel tref je op een ruïne van
een Oostenrijks fort. Aan de weg een monument, een grafsteen in de vorm van een
piramide, met aan de voet ervan een gewonde leeuw. Oostenrijkse grensbewakers
leverden hier op 15 mei 1809 drie dagen lang een bitsige strijd tegen de
overmacht van Napoleons leger. Van overgave wilden zij niet weten, ze streden
met de moed van een leeuw en stierven een heldhaftige dood. Interessante
nevenvalleien met Gorges en watervallen zijn het bovendal van de Koritnica, de
Nemclja en de umnik.
De wildromantische Soča
Smaragdgroen helder water en volgens insiders de mooiste bergrivier van
Europa is vanaf de bron tot Tolmin een langgerekte grote bezienswaardigheid.
Tussen Srpenica en Kobarid vloeit hij met grote kracht doorheen de Kobarider
dalengte, een kloof waar kajakers, rafters en andere wildwaterfanaten de enorme
waterkracht trotseren. De stroming richting Tolmin neemt daarna in sterkte af en
het water vloeit door een bedding van ronde witte rolkeien. Veel aandacht van
het natuurbeheer gaat uit naar de kweek van de unieke reuzenforel, de Soca Forel
of Salmo marmoratus met een gemiddelde lengte tussen 50 en 70 cm. Een logo van
deze vis is eveneens het embleem van het wandelpad van de Soca in de Trenta
vallei. Dit is 20 km lang en het oudste pad in het Nationaalpark Triglav. Het
loopt van de bron tot in het dorpje Krsovec op de grens van het natuurpark in de
buurt van Bovec en is te combineren met de bus. Waar de weg langs de Soca terug
de bergengte opzoekt staat het bord dat je opnieuw het nationaalpark betreedt.
Parkeren doe je op de parking bij een oude kabellift. Net voorbij de bocht daalt
een steil voetpad naar de hangbrug bij de ingang van de Gorge at Krovec
Zmuklica, een zeer nauwe kloof. Hier begint ook het wandelpad van de
Soča. Een kilometer verder tref je opnieuw een hangbrug waar je alweer
geniet van het onstuimige water. Van de andere kant van de brug kom je wanneer
je voor Bovec in Ceszoca op de linkeroever van de Soca verder fietst. Op deze
grindweg zal je enkele honderden meters wel verplicht zijn de fiets ter hand te
nemen. Het is omwille van de spectaculaire kloof ook raadzaam al deze
hangbruggen langs de route op te zoeken. De volgende hangbrug fiets je opnieuw
over. Opnieuw rechts van het water gaat het over een zandweg in het dal van de
Lepenjica voorbij aan een camping en gastenkamers (450 m). De Lepenjica vallei
eindigt na 6 km bij de Dom Dr. Klementa Juga (700 m), een berghut en is zeker de
moeite om naartoe te fietsen. Deze berghut is ook uitgangspunt voor een
gemakkelijke twee urenwandeling naar het Krnska jezero of Krn-meer (1394 m) en
de top van de Krn (2244 m) die nog een uurtje verder ligt. Aan de ingang van de
vallei bevindt zich de Lepena Gorge. We blijven rechts van de Soc;a en naderen
het gelijknamige dorp. Pal ervoor ligt de grote Soca Gorge die 750 m lang is en
15 m diep. Net voorbij het dorp stoot je op de volgende nevenvallei, die van de
Vrsnica en de Suhi-potok ... weeral met Gorges en watervallen. Over de
hoofdverkeersweg gaat het dan verder naar Trenta. Typerend is de bouwstijl van
de zogenaamde Trenta-huizen met lang overhangend houten dak en daaronder een
balkon met trap. In het gehucht Na Louga kun je in het informatiecentrum van het
Nationaalpark Triglav via multimediavoorstellingen en exposities alles te weten
komen over hydrologie, geologie, milieu, natuur en cultuur. Op het bovenverdiep
bezoek je een restauratie van een Trenta-huis met schapenalm. Vanuit Trenta (620
m) is een mooie twee- of driedaagse huttentocht (twaalf uren wandelen in het
totaal) te maken naar de top van de Kanjavec (2568 m) met overnachting in de
berghutten Traka Koca (2151 m) of de Zasavska Koca (2071 m).Een ander
natuurschouwspel is de Botanische alpentuin "Julijana" die tot stand kwam door
Albert Bois de Chesne (1871-1953), geholpen door diens bergvriend Julius Kugy.
Je vindt hier niet alleen alpenplanten uit het nationaalpark maar ook planten
uit omringende bergketens, zoals de Karawanken en Kamnik-Savinja Alpen. Even
verder voor de eerste haarspeldbocht richting de Vrsic-pas loopt een weg naar de
parking om de bron van de Soca te bezoeken. Een half uurtje wandelen brengt je
in een wilde vallei. Beneden zie je een ruige bergstroom in ettelijke
watervallen naar benenden storten. Voor de bron moet je naar boven en via een
staalkabel balanceer je op een smalle richel een zevental meters boven het
water. De bron is een bassin in een grot, meestal staat deze in de zomer te laag
om naar buiten te spuiten, maar wees toch op je hoede.
De Vrsic-pas
De Vrsic panoramaweg bestaat uit 50 bochten, 24 omhoog vanuit Trenta en 26
omlaag naar Kransjka Gora. Een reden om de route in deze richting te fietsen is
dat je tot aan het begin van de bergpas haast geen merkbaar hoogteverschil hebt
moeten overwinnen, de hoogteoverwinning verliep vooral in een lang vals plat. De
11,6 km lange klim naar de pas gaat geleidelijk aan een bijna continue stijging
naar boven. De bochten zijn genummerd, maar was het nu in bocht 39 of 38 dat die
waterval lag? Voor wie er tegen aan ziet kan altijd proberen zijn fiets op de
bus te zetten en boven uit te stappen. In de tweede bocht naar boven staat het
standbeeld van Julius Kugy waarnaar de Julische Alpen genoemd zijn. Op de pas
zelf liggen enkele berghutten en heb je een heerlijk uitzicht op de Prisojnik
(2547 m). De afdaling is in 26 bochten opgedeeld over een afstand van 12,4 km.
Ergerlijk zijn hier de kasseien in de bochten. Wanneer je op je zadel zit te
wroeten en dan nog die ellendige kasseien moet verwerken in de klim is een reden
te meer om de route in de door ons voorgestelde richting te fietsen. In de
afdaling kom je voorbij een houten donkerbruine Orthodoxe Russische kapel. In de
bergwand voor ons, na lang zoeken, herken je een gezicht. Peter, onze begeleider
vroeg of we de persoon tegen de bergwand zagen, daar bij die witte stip. Die
bergwand was zover af en wij vroegen ons af waar hij die persoon zag. Dat meisje
daar, herhaalde hij. Welk meisje, hoe weet jij dat het een meisje is. Door dat
lange haar, antwoordde hij. Een lachbui volgende toen bleek dat wij naar een
reuzengroot gebeeldhouwd gezicht in de rotswand moesten uitkijken, dat van die
lange haren had hij even erbij gefantaseerd. Bij de eerste huizen van Kransjka
Gora houden wij halt bij een grote vijver. Op de oever staat een monument van
Zlatorog, de gems met de gouden hoorns. Ons gasthuis Gostilna Cvitar ligt pal in
het centrum van Kranjska Gora, op de markt langs de kerk. Het was een drukke dag
vandaag en al laat. Van vroeg in bed kruipen komt echter niets in huis, tijdens
een nagesprek met de waart vergast die ons op blauwbessenjenever. Na enkele
glaasjes moet Sonja de specialiteit van het huis proeven, een pruimenstrudel.
Nadat Peter en ik de fles schnaps geledigd hebben, laat de waart ons los ...
inmiddels zijn we middernacht al ver voorbij.
Ogen te kort
Kranjska Gora ligt aan de bovenloop van de Sava Dolinka op enkele kilometers
van de Italiaanse en Oostenrijkse grens. De stad is bekend om zijn
wintersportcentrum dat in richting Italiaanse grens ligt. De volgende morgen
fietsen we parallel aan de hoofdweg voorbij aan die skipistes naar de bron van
de Sava. Onze fietsen laten we achter bij de toegang tot een bosje. We gaan te
voet verder want borden maken ons duidelijk dat fietsen hier verboden is. De met
grind verharde wandelpaden in het natte boslandschap Zelenci zijn een aangename
verrassing. Een oase in de bergen waar een goed uitgezette bewegwijzering ons de
weg toont. Uiteindelijk komen we bij een magnifieke biotoop, een veenachtig
gebied met smaragdgroene plas, een uitkijktoren en infoborden. Een plaats van
rust, een plek om even te verwijlen. De bron zit verborgen onder de struiken,
bij iedere sprong op de oever ontsnappen luchtbellen uit de bodem en wij creëren
even een bubbelbad. Terug in Kranjska Gora verlaten wij het stadje langs de
andere zijde over een geasfalteerd fietspad op een oude spoorwegbedding, een
fietssnelweg door bomen onttrokken aan de hoofdweg. In Gozd Martuljek draaien we
rechts de vallei in en laten onze fietsen achter op de wandelparking. We
wandelen een kloof binnen met loodrechte wanden en een met witte keien bezaaide
bedding. Via enkele brugjes komen wij tot bij de onderste Martuljkov waterval.
Imposant hoe het water in zes stages naar beneden stort, met zekerheid is dit in
zijn totaliteit de hoogste waterval op onze rondreis. Het nog steeds
bewegwijzerde fietspad op de voormalige spoorweg naar Mojstrana veranderd in een
goed fietsbaar grindpad. In dit dorp lopen twee wegen naar het zuiden. De
rechtse naar de Vrata vallei met de bergrivier Bistrica die na 11,5 km eindigt
bij de noordwand van de Triglav. Net voorbij de laatste huizen fietsen we links
naar de rivier en stuiten op een prachtig stukje groen, een voortreffelijke
picknickplek aan de met witte keien bezaaide beekbedding. Na 5 km staan wij op
de parking van de Pericnik waterval. Een half uurtje wandelen brengt ons bij de
van een overhellende rots vallende watermassa, 52 m hoog naar beneden. Onder in
de waterval ontwaren wij een regenboog. Leuk is ook dat je achter de immense
watermassa door kunt wandelen in de uitgeholde rotswand. Nat is het wel, door
condens ontsnap je niet aan een frisse douche. Langs de waterval gaat het omhoog
naar het op een rots gelegen waterbekken en merken wij dat ook daar een waterval
van 16 m naar beneden klettert. Aan deze kleinere waterval zit een familie
lekker Vlaams te praten, de wereld is klein, niet? Boven op de rots kun je vanaf
de richel in de diepte kijken, niets voor mensen met hoogtevrees. Na de waterval
wacht ons een klim van 25 % over twee kilometer die daarna uitvlakt. Sonja
besluit bij de blokhut op de parking te wachten zodat ik mijn bagage bij haar
achterlaat. Peter en ik pakken de helse klim richting Triglav noordwand aan.
Gelukkig is de steilste helling geasfalteerd en wanneer ik mij omdraai zie ik
Peter mijn gezel, mountainbiker en 20 jaar jonger, zijn tanden stuk bijten om
dat Belgske te volgen ... hij ziet af en ik maar grappen over plattelandfietsers
en ouderdomsdekens. De Triglav-wand is hier maar liefst 1500 m hoog en geliefd
bij bergbeklimmers. Bij een reusachtige monumentale kettingschakel ter
herinnering aan Partizaanse bergbeklimmers, aanschouwen we nogmaals de wand en
keren daarna terug. Ditmaal bergaf en in geen tijd staan zijn wij terug bij
Sonja. Terug in Mojstrana draaien we naar rechts, de tweede weg naar het zuiden,
en klimmen gelijkmatig de vallei uit. Na 4 km in een bocht net voorbij de top
nemen we rechtdoor een smalle weg omlaag door het bos. Deze mondt uit in de
machtige Radovna vallei met in het verlengde de Krma vallei, die ik maar niet
vastgelegd krijg op camera. Drie-dimensioneel zicht omzetten in twee-
dimensioneel beeld is niet evident en brengt niet altijd het verwachte
resultaat. In het gehucht Zgornja Radovna bevindt zich de museumboerderij Pocar.
De langzaam door het bos dalende grindweg langs de Radovna is van
onbeschrijfbare schoonheid, dit is genieten. Deze vallei is top:
partizanenmonumenten, almen, hutten, hooidroogrekken, kapelletjes, bergwanden en
een zuivere bergrivier. Een tiental informatiebordenborden geven uitleg.
Massatoerisme in Bled
De vallei van de Radovna krijgt naar het einde toe een asfaltlaag en in Gorje
verliezen we de rivier even uit het oog. We vinden hem terug in de kloof
Vintgar. Wellicht het bekendste natuurmonument uit de omgeving en omwille van
het massatoerisme het best vroeg in de morgen of laat in de namiddag te
bezoeken. Zo mijd je op de smalle loopplanken en paden de grote horten toeristen
per bus aangevoerd. De kloof, sinds 1893 toegankelijk gemaakt, is een 1,6 km
lange en 100 m diepe engte met loopbruggen beneden langs de wanden, enkele
meters boven het wateroppervlak. Aan het einde zorgt een afdamming onder een
spoorwegbrug ervoor dat de waterdruk op de 16 m hoge waterval Sum behouden
blijft. Voor een foto moet je een lange trap naar beneden, een eindje verder
over een brug en langs de andere oever over een bospad terug naar de voet van de
waterval. Het ovale meer van Bled (475 m) met in het midden het eilandje is
bekend als vanwege zijn pelgrimskerk met wensklok. Het kerkje is vooral in
gebruik voor huwelijksplechtigheden. Rond het meer ligt een wandel- en fietsweg
van ca. 8 km. Op een rots boven het meer staat de burcht van Bled waarin een
streekmuseum is ondergebracht. Aan de hoofdweg richting het meer met zijn
winkels, hotels en restaurants is veel bedrijvigheid. De pelgrimskerk op het
eiland is bereikbaar per boot. Over de breedte van het meer staan twee banen
getrokken voor de roeiclub. Slovenië is bekend om zijn vermaarde roeiers die
hier en op het meer van Bohinj hun trainingsbasis hebben, zij leverden zelfs
enkele wereldkampioenen. Bled geeft een toeristische kaart uit met ingetekende
fietswegen en 15 wandelwegen met op de achterkant een kleine uitleg en de
geschatte tijdsduur.
Autotrein voor fietsvervoer
Deze etappe gaat naar de autotrein in Bohinjska Bistrica die ons de smalle
weg over een weinig zeggende bergpas moet besparen. De trein rijdt ongeveer om
de twee en half uur. Je hebt twee mogelijkheden om deze trein te halen. De
eerste gaat over de hoogvlakte Pokljuka (1200-1500 m), een heuse klim dus. Boven
op de top gaat de route linksaf over een grindweg door moerassig natuurgebied.
Wij kiezen voor de geleidelijk aflopende hoofdweg naar Bohinjska Bistrica nadat
we eerst eens rond het meer fietsten. Op deze weg liggen drie dorpjes aan onze
rechter kant waar wij telkens de hoofdweg voor enkele kilometers verlaten. Het
eerste dorpje is Bohinsjka Bela. Bela, belle, mooi, zo mag je het dorpje wel
omschrijven. De straat klimt naar het centrum en wringt zich tussen enkele oude
typische huizen en schuren doorheen het dorp. Boven het dorp bij een rotswand
bevindt zich een onbeduidende waterval die te bereiken is via nauwe straatjes.
Interessanter is een geleid bezoek aan de druipsteengrot Pod babjim zobom.
Afspraak van mei tot september op zaterdag om 10 uur voor het gasthof Rot, in
juli en augustus op woensdag, zaterdag en zondag. Het volgende dorp is Nomenj en
via het eerste wegje verlaten wij opnieuw de hoofdweg. Als Bela voor mooi staat,
dan is men dat hier in veelvoud vergeten te vernoemen. Let ook eens op de
kleurrijke bijenhutten in de weiden of gewoon langs de weg. Hutten, want daar
lijken ze op, alleen dat de façade bestaat uit vele op brievenbussen lijkende
bijenkorven die de bijen toelaten naar binnen en buiten te vliegen. De Carnica-
of Carniola-bij is bij imkers een gewaardeerd insect en net zoals in Karinthië
aan de andere kant van het Karawankengebergte is de honing van deze vlijtige
beestjes een gegeerd product. Vanuit het dorp kun je te voet nog naar enkele
watervallen. Wij fietsen niet de hoofdweg op na het dorp maar nemen de in verval
geraakte oude, in het begin haast overwoekerde, weg. Wanneer wij uiteindelijk
dan toch op de hoofdweg geraken, steken we deze over en via een houten brug
geraken we op de andere oever van de Sava Bohinjka met een picknickzone aan de
rivier. We leggen ons in het gras en kijken naar de vissen in het water. Aan de
andere kant van de weg boven een huis stort nog een smalle waterval naar
beneden. Even verder verlaten we opnieuw de hoofdweg en fietsen door het gehucht
Bitnje. In een weide op de rand van het gehucht staat een typisch kerkje met
vierkante toren en gekleurde bakstenen op de hoeken. Hier komt ook de route over
de hoogvlakte Pokljuka naar beneden. Na nog drie kilometer verkeersweg staan we
bij het stationnetje van Bohinjska Bistrica. Een half uur voor de trein van half
twee, goed op tijd dus. Wie de huttenwandeling de eerste twee dagen niet gedaan
heeft raad ik aan om minstens één overnachting in hotel Zlatorog of op de
gelijknamige camping te overwegen en een bezoek te brengen aan de Savica
waterval, het goddelijke meer en al het andere moois. De oude autotrein is na
aanleg van de smalle bergweg over de bergpas haast niet meer in gebruik, maar
voor fietsers is dit een meevaller. In zes minuten sta je na een 6339 m lange
tunnel in Podbrdo (508 m) aan de andere kant van de bergketen en dit voor 6,25
voor twee personen en twee fietsen. Bovendien bevinden zich in de aparte
fietswagon achttien fietshaken en enkele in de bodem verankerde riemen om
karretjes en zo vast te maken. We fietsen nu door de Baska grapa of de vallei
van de Baca. De weg is verlaten, smal en loopt op een hoogte langs de rivier
tegen de rotswand. Op een helling naar een dorpje boven in de vallei na loopt de
25 km lange weg naar beneden tot de rivier uitmondt in de Soca in het dorpje
Baca. De oude spoorbaan uit 1906 met mooie viaducten is uitgegroeid tot een
historisch en architectonisch monument. De spoorweg brengt je tot in Postaja tot
op 7 km van Tolmin en kan dus dienen als alternatief. Onderweg lagen maar enkele
uitspanningen waarvan er slechts ééntje die dag open was, een combinatie van
minisuperette en bar met een terrasje van twee tafeltjes in een bocht boven het
dorpje Knesa. In Baca komen we op de hoofdweg terecht naar Most na Soci,
ertussen ligt het station van Postaja voor wie de trein tot hier nam. Most na
Soci ligt aan het stuwmeer op de samenvloeiing van de Soca en de Idrijca.
Halverwege dit meer is het heerlijk vertoeven in een uitspanning met Zuiderse
sfeer ... een strandhut met cocktailbar en schaduwrijk terras. De weg loopt
langs het langgerekte meer ... Tolmin is niet ver meer.
De Harzer Hexen-Stieg in de Natuurparken Harz en Hochharz
De Harz is het noordelijkst gelegen middengebergte in Duitsland, een ruw oud berggebied aan weerszijde van de voormalige grens tussen Oost- en West-Duitsland. De hoogste berg noemt de Brocken met 1142 m. De nationale parken Harz (Niedersachsen) en Hochharz (Sachsen-Anhalt) beschermen een uniek stuk natuurbrok midden in Duitsland. Het op 1 oktober 1990 gestichte nationale park Hochharz is vandaag 8900 ha groot en beslaat het Brockengebied, het Ecker- en het Ilsedal. Op 1 januari 1994 kwam het nationale park Harz erbij en strekt zich met 15800 ha uit van Bad Harzburg in het noorden naar Herzberg en het Oderstuwmeer in het zuiden. Beide parken zijn sinds 2003 internationaal erkend en verplichten zich hierbij gedurende 20 tot 30 jaar voor 75 % de natuur aan zijn eigen dynamiek over te laten. Geniet van een specifieke fauna en flora met sub-Alpijnse dwergstruikheide, bezemheide, heidebessen, turfmos, moeraszegge, de Brockenanemoon, het Brockenhavikskruid of het Alpenhavikskruid. Vos, haas, lynx en wildkat behoren tot de dierenpopulatie.
De winderigste plek van Duitsland
De boven het dorp Altenau (560 m) gelegen jeugdherberg is onze startplaats. Langs het kerkhof lopen we over een skipiste naar de bosrand. Vanaf hier volgen we een watergrachtje, de Dammgraben, naar Torfhaus. Het pad loopt op de rand van het 23 km kunstmatig aangelegd grachtje, aangelegd voor de zilverontginning. Houten infoborden vertellen over de zilverontginning. het water en de gracht. We komen voorbij aan talrijke sasjes. Het pad loopt langzaam langs de gracht omhoog en kruist de rivieren de Grote en Kleine Oker. Op onze route liggen de Silberbrunnen (Zilverbron) en de Förster-Ludwig-Platz. Een gedenksteen herinnert aan de gestorven boswachters tijdens de eerste wereldoorlog. De plek Wiege des Dammgraben is in feite het aanvangpunt van het grachtensysteem. Hier begint het zwaardere klimwerk. De Maagdeburgerweg klimt naar de Steile Wand, een rotsflank met een dieptezicht van enkele honderden meters. Plots een grondige verandering, rotsen maken plaats voor veengebied. We naderen het gehucht Torfhaus (800 m), de poort naar de Brocken, hoogste berg in de Hochharz. Het voormalige huis voor turfstekers is nu Nationalparkhaus met o.a. een multimediavoorstelling met betrekking tot de Harz en het belang van natuurgebieden. Vanuit Torfhaus begon Johann Wolfgang von Goethe op 10 december 1777 zijn eerste Brockenbestijging in de winter. De onberoerde natuur en bizarre vormen aan de wegrand beïnvloedden hem dusdanig dat Goethe zijn Brockenbelevenis in Faust verwerkte. Vanaf hier trekken we over het Goethepad de Hochharz in. De veengebieden behoren tot de oorspronkelijke natuurlandschappen van de Hochharz. Het Großen Torfhausmoor bezitten ijstijdrelicten zoals dwergberk en moeraszegge. Het turfmos vormt hier grote grastapijten met een uitzonderlijke dikte van vijf meter die door de vochtigheid in de hoogte wassen, terwijl de onderste lagen afsterven en turf vormen. De Harzer-Hexen-Stieg volgt de Goetheweg in gezelschap van de Abbegrabens, een 1540 m lang deelstuk van het Oberharzer waterregaal en dit tot de Eckesprung (900 m). Bij deze bron steken we de voormalige grens tussen de DDR en de Bondsrepubliek Duitsland over. Een houten hut is omgebouwd tot wc-huisje waarvan je er meerdere aantreft in het natuurpark. Enkel hier en nergens elders is een toiletgang toegestaan. Via een oude betontrack die diende voor de grensbewaking klimmen we naar het smalspoor van de Brockenbaan dat al in gebruik is sinds 1898. Ons pad loopt parallel aan dit toeristisch spoor over houten knuppelpaden en granietblokken, voorbij aan het Goethemoor (veengebied). De Brocken is één der drukst bezochte attracties in Duitsland met 30000 bezoekers op topdagen. Op de top genieten we een uitzicht in alle vier windrichtingen, honderden kilometers ver en 1000 m diep. Geluukig genieten we, de hevige rukwinden achterwege gelaten, van een heldere hemel. Met jaarlijks driehonderd neveldagen en een gemiddelde jaartemperatuur van 2,6° bezit hij een klimaat vergelijkbaar met IJsland, met Siberisch koude winden. Dit is immers de eerste hindernisvoor de Atlantische windstromingen. De kale bergtop staat bekend als de windrijkste plek van Duitsland, waar orkaanwinden tot 264 km per uur geen uitzondering zijn. Door dit ruwe klimaat bezit de Brockentop met een hoogte van slechts 1142 m een natuurlijke boomgrens, een rariteit voor een middelgebergte. De top is bebouwd met militaire gebouwen die dienst deden voor spionage doeleinden der DDR, kunststofkoepels met radartechniek van het Sovjetleger, antennegebouwen van de staatsveiligheid, een weerpost, een televisiemast uit 1938 en een uitzichttoren met café-restaurant. Het Brockenhuisje bezit een expositie over natuur en geschiedenis van de berg met beroemde bezoekers als Goethe, Gauß, Guericke, Heine, Bismarck en Lons. Op het hoogste punt (1142 m) staat een rotsblok met hoogtevermelding, eromheen de Brockenklok, koperen platen op de bodem met vermelding van afstanden en windrichtingen. De Brockentuin met typische Brockenplanten is een aanrader, net als de Brockenrondwandelweg voorbij aan grillige rotsen met namen als Teufelskanzel en Hexenaltar en het smalspoorstation.
De steile afdaling naar Schierke gebeurt via de Eckerlochstieg, een pad over enorme granietblokken, kilometers dalen over knuppelpaden en houten trappen.
Snurkende granietrotsen
We wandelen de hoofdstraat door Schierke (610 m) naar beneden. Bij het kerkje vertrekt de Pharstieg, een steil pad dat de smalspoorbaan kruist. Nog even klimmen en we staan bij de Ahrensklint (822 m). De omgeving is rijk aan granietklippen die door verwering in het Pleistoceen als harde kern bleven staan. Oppervlaktewater drong hierbij de spleten binnen, temperatuurveranderingen rond het nulpunt lieten het alsmaar bevriezende water als springstof werken. Ik beklim de Ahrensklint via de ijzeren ladders met een spectaculair uitzicht over Schierke en omgeving. Op de Wurmberg aan de overzijde van de vallei staat boven op de top een springschans. Inmiddels wandelen we terug op de Harzer Hexen-Stieg. Na een volgende graniethoop met laddertjes, de Trudenstein (671 m), loopt een mooi bospad naar beneden. Een kastanjedreef waartussen enkele esdoorns, beuken en ander loofhout geeft uit op het smalspoorstation de Brockenbahn in Drei Annen Hohne (540 m). De Harz beschikt met 131,24 km over het langste samenhangende smalspoornetwerk in Duitsland. Dit technisch waardevolle treinpark met 25 stoom-, 16 stoomlocomotieven en historische passagierswagons, maakt het Harzer smalspoor met de Harzquer-, Selktal- en Brockenbahn tot één der interessantste van Duitsland. De oudste locomotieven dateren uit 1897 en zorgen mede met het unieke smalspoor ertoe dat deze sinds 1972 onder monumentenzorg vallen. Sinds 1992 rijden opnieuw treinen tussen de top van de sagenrijke Brocken, de hoogste berg van Noord-Duitsland, en de Drei Annen Hohne. De Harzquerbahn dwarst de Harz over 60 km van noord naar zuid. Hij komt van Wernigerode omhoog naar Drei Annen Hohne en verder naar Nordhausen. We maken voor een klein stukje gebruik van dit historische smalspoor en sporen naar Elend (520 m). Dit dorpje met pittoresk houten kerkje is net als Schierke gelegen aan het riviertje de Kalte Bode. De top van de Wurmberg ligt 451 m hoger, een deftige klim staat ons te wachten. Een brede grindweg brengt ons bij de Schnarcherklippen (671 m), een natuurmonument bestaande uit twee granieten rotstorens. Één ervan is te beklimmen via zes ijzeren ladders. Boven is het genieten van het silhouet van de springschans op de Wurmberg. Op zijn tweelingrots staat een wit bergkruis. Aan een kompas heb je hier niets, door blikseminslag volgde magnetisering en polarisatie van het gesteente met een afwijking van het nooden tot gevolg. De rotsen verdanken hun naam aan de snurkachtige geluiden die bij zuidoostenwind klinken, Schnarchen betekent immers snurken. Deze beide imposante granietrotsen fascineerden Johann Wolfgang von Goethe bij zijn bewerking van Faust: "Seh die Bäume hinter Bäumen, wie sie schnell vorüberrücken, und die Klippen, die sich bücken, und die langen Felsennasen, wie sie schnarchen, wie sie blasen!"
Een boogsscheut verder stoten we op de Mauseklippe en de Scherstorklippen (694 m). Een steile klim, deels over de oude betonnen grensbewakingweg, brengt ons bij de springschans. Een ongelooflijk lange metalen trap leidt naar de top van de Wurmberg [4] (971 m), de hoogste berg van Niedersaksen. De beklimming biedt schitterende panoramas op de Brocken (1142 m), de hoogste in Saksen-Anhalt. Boven op de schans prijkt een uitzichttoren. De skihut met Wurmberger kabelbaan is uitgangspunt voor de afdaling. Steil dalen we over de ski- en rodelpiste af naar Braunlage (630 m), het grootste toeristencentrum in de Harz. De jeugdherberg ligt een dikke kilometer buiten het centrum.
Het Natuurpark Harz
We dalen naar de Silber Teig (Zilvervijver). Grindwegen wisselen af met bospaden, laaghangende wolken creëren een feeërieke sfeer. Een pad daalt af naar de Rinderstall (495 m), een wandelgaststätte, aan de Oder. De runderenstal diende vroeger als woning voor de herten en als stal voor de runderen. De herdersfamilie hield in een gesepareerd deel van de stal enkele runderen voor eigen consumptie terwijl voorbijtrekkende wandelaars verse melkprodukten aanboden kregen. Een fikse klim over een rotsachtig pad door het Windelträppetal is het meest bergachtige gedeelte in de aanloop naar de Jordanshöhe (723 m). Aan de voet van deze verheffing ligt Sankt-Andreasberg, bekend om zijn zilvermijn en een wel zeer origineel museum,het enige Kanarievogelmuseum ter wereld. In 1485 ontdekte een Spaanse monnik dat een vinkachtig vogeltje in kooi te kweken valt. In 1555 krijgt hij de naam Canariam aviculam of Suikervogeltje. De handelsschipvaart verspreidt de kanarie in Frankrijk, Italië en Engeland. Via de Alpen belandt hij in Sankt-Andreasberg dat na later onderzoek de beste kanaries kweekt. Meer dan 350 families kweken eind 19de eeuw het zangvogeltje, ook nu zijn er nog kanarievogelliefhebbers te vinden. In het Natuurpark Harz wandelen we in tegenstelling tot de Hochharz grotendeels op brede grindwegen. De afdaling naar het riviertje de Sieber door het Fischbachtal gebeurt over de Alten Briefträgerweg, een romantisch hol graspad waarover vroeger de postbodes de post naar het boswachtershuis Schluft brachten. Het dalende pad door een prachtig naaldwoud geeft een fenomenaal uitzicht op het dal van de Sieber. Beneden aan de Sieber (560 m) bij de Schlufter Wiesen (weiden) staat een schuthut. In vele bochten klimmen we over grindwegen terug het dal naar de Acker, een bergrug. Over de kam wandelen we door veengebied naar Stieglitzecke (796 m). We verlaten het natuurpark Harz bij een zendmast en drie windturbines. En wandelen op de vegetatiegrens van venen en hellingbossen op de afgevlakte flank van de Bruchberg. Bij de Branderklippe (765 m) daalt de route tussen reusachtige dennen in één ruk naar Altenau (560 m).
De route is opgedeeld in drie dagtochten: 24,5 23,7 21,3 km. Wie het rustiger aan wil doen kan de tweede etappe inkorten tot 14 km door de, achter de jeugdherberg van Schierke vertrekkende, lokale wandeling rechtstreeks naar de Schnarcherklippen te nemen en vervolgens aan te sluiten op de beschrijving over de Wurmberg naar Braunlage.
Een vierdaagse met overnachting in jeugdherbergen: vertrek vanuit de jeugdherberg in Torfhaus met volgende etappe-indeling:
Schierke Drei-Annen Hohne Elend Schierke; Pfarstieg + Hexen-Stieg + smalspoortrein + locale route door de vallei van de Kalte Bode = 14 km (4:30) uur;
Schierke Wurmberg Braunlage; locale route naar de Schnarcherklippen en de Wurmberg + Hexen-Stieg (B)-variante (B staat voor Brockenumgehung) rond Braunlage = 14 km (5 uur);
Een standplaats driedaagsevanuit Schierke: Brocken heen en terug: 15,5 of 17,5 km (6 tot 7 uur);
Wurmberg heen en terug via de Wurmbergstieg en terug over de Scherstorklippen, Mauseklippe en Schnarcherklippen: 13 km (5 uur);
Schierke Drei-Annen Hohne Elend Schierke; Pfarstieg + Harzer Hexen-Stieg + smalspoortrein + locale route door de vallei van de Kalte Bode = 14 km (4:30 uur);
Bewegwijzering:
Etappe 1: Naar de Brocken loop je over de Harzer Hexen-Stieg, bewegwijzerd door een Heks op bezem. Onderweg staan ook borden met benamingen die je op de kaart terugvindt. De afdaling van de Brocken gebeurt via het kortste pad naar Schierke, aangeduid door een groen kruis.
Etappe 2: wandelwegwijzer Pfarstieg en wandelwegwijzer Ahrensklint; daarna Harzer Hexen-Stieg (groen heksje op bezem) tot Drei Annen Hohne; trein naar Elend; wegwijzers Schnarcherklippen, Mauseklippe, Scherstorklippen, Wurmberg en Braunlage
Etappe 3: Groen heksje op bezem met B erin van Harzer Hexen-Stieg Brockenumgehung tot Jordanshöhe; wandelwegwijzers Siebertal en daarna Stieglitzecke, ook rood kruis X en daarna X / E6; wandelwegwijzer Branderklippe en Altenau; ook X / E6
Alle nodige praktische informatie van deze en 11 andere meerdaagse bergwandelingen vind je in het boek "Korte Bergwandelvakanties" uitgegeven door Lannoo
De afgedankte spoorlijn 128 gekoppeld aan de GR126 staat gelijk aan avontuurlijk wandelen langs de Bocq. Een onstuimige en temperamentvol riviertje in een rotsachtige bedding dat in Yvoir de Maas invloeit. Yvoir was sinds de Gallische periode tot het einde van de 19de eeuw een belangrijk centrum van de ijzerindustrie. Het stadje bezat maar liefst 12 hoogovens die in 1866 een nieuw leven kregen als molen of zagerij. De ijzerindustrie maakte plaats voor ontginning van zandsteen en in mindere mate blauwe steen.
We starten onze wandeling in het centrum van Yvoir. Ze loopt richting Godinne naar de klimrotsen. Wie geen hoogteangst heeft en stapzeker is kan via een rotspad over een richel naar boven en zoekt dan op kaart de GR126 op. Anders keer je terug op je passen en volg een pad naar boven voorbij aan het kasteel van Tricointe treffen we eveneens op de GR126 maar dan vanuit de andere richting. Onmiddellijk verlaten we hem al weer en trekken door het bos van Tricointe met een biotoop van weiden en loofbossen naar het bos van Godinne. Hier staat de chêne de limage, een majestueuze knoestige oude eik met daaraan een postkaart met de beeltenis van de heilige maagd Maria. De knoesten op de schors zijn het gevolg van inkervingen gemaakt door pelgrims die vrome plaatjes onder de schors plaatsten. Aan de nagels in de stam hingen ze medaillons en rozenkransen. Via verborgen paden dalen we naar de Bocq en lopen over de met gras begroeide oever tot we verplicht worden de berm te beklimmen van spoorlijn 128, ook wel de Bocq-spoorlijn genoemd. De lijn is ruim 20 km lang en verbindt Spontin met Yvoir. De spoorlijn is onderdeel van de verbinding Ciney-Yvoir. De aanleg gebeurde van 1898 tot in 1907. Op 31 juli 1960 werd het reizigersverkeer op de lijn afgeschaft en op 7 november 1983 reed de laatste goederentrein tussen Ciney en Spontin naar de steengroeve La Rochette. Uit militair oogpunt is de lijn nooit opgebroken. Intussen is de spoorlijn met wildgroei overwoekerd. We volgen deze tot in het gehucht Bauche. We planten ons neer op het terras van het enige café op deze route. Jammer genoeg is het gesloten vanwege de jaarlijkse verlofperiode en zodus verorberen we buiten onze picknick. We volgen nu de GR128 de heuvel omhoog. Bij de eerste huizen van Évrehailles draaien we terug richting Bocq. Via een steil pad naar beneden bereiken we opnieuw de rivier. In tegenstelling tot de GR128 die naar rechts de rivier volgt en deze dan oversteekt. De GR gaat over de heuvel naar Yvoir, maar wij beklimmen naar links opnieuw de spoorwegberm. Bovenop loopt een pad door het struikgewas, dat zich intussen meester gemaakt heeft van de rails, naar een kilometerlange spoorwegtunnel. Aan het uiteinde staan we terug in Yvoir.
Voor de wandeling gebruiken we de topografische kaart met wandelroutes van Yvoir uitgegeven door het NGI. Onze wandeling is een avontuurlijke variante op wandeling 2 op deze kaart en is ca. 15 km lang.
Fietsend van stad naar dorp, langs rivieren, langs het kanaal van Orléans, over kleine wegen en spoorwegbeddingen komen we o.a. door de Ardense bossen, de sprankelende Champagne, de Koningsvallei aan de Loire, het natuurpark Berry, de Bordeauxstreek, het echte Frankrijk van de Charente, de pijnboombossen van Les Landes, het Toscaanse Gascogne uiteindelijk aan in Lourdes aan de voet van de Pyreneeën.
Een fietsgids opgesteld als doorlopende route zonder vaste etappeplaatsen waardoor hij bruikbaar is voor zowel de occasionele fietser als de getrainde in functie van de fysieke mogelijkheden van het individu. Op de 1467 km lange route is met zorg uitgekeken naar zoveel mogelijk voor de fietser geschikte overnachtingen. Zo veel mogelijk logies op de route staan zowel in de geschreven tekst vermeld als op de gedetailleerde kaarten ingetekend. Zowel de kampeerder als de trekker op zoek naar gastenkamers, pensions, hotelletjes, vinden hun gading in deze gids. De fietsgids is zo opgesteld dat je geen specialist kaartlezer moet zijn om je weg te vinden. Het traject is zo eenvoudig mogelijk gehouden met respect voor de doelstelling van een fietsgids, zo weinig mogelijk confrontatie met gemotoriseerd verkeer.
Op de fiets naar Lourdes is een gids met slechts één doel: in Lourdes geraken. Van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht via de Onze-Lieve-Vrouw Oorzaak Onzer Blijdschap in Tongeren naar de Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis in Lourdes. Een land van contrasten met kerncentrales, krokodillen, Merovingische graftomben en frescos. Een land van eenzaamheid met eindeloze vlaktes en graanplateaus. De vier Heemskinderen, Jeanne dArc, St-Émilion, DArtagnan en uiteraard de Heilige Maagd Maria vergezellen ons. We maken kennis met streekproducten zoals Chaource, Fois Gras, Magrat de Canard, Andoulettes, macarons, lange vingers en chocolade. Bier, appelcider, wijn, champagne, cognac en armagnac drinken we onderweg, maar naar huis komen we met water uit Lourdes.
Een karakterwandeling over velden en weiden, langs en over beekjes, vergezichten en beboste dalen. Neufchâteau herinnert aan barre oorlogstijden. In het dorp vind je op enkele huizen nog verwijzingen naar de aanwezigheid van het Amerikaanse 740ste tankbataljon in WO II. Het fort was het kleinste van de vier forten in de verdedigingsgordel van Luik. We parkeren bij het monument ter gedachtenis van de gesneuvelde Amerikanen van het 740ste tankbataljon in november en december 1944. Het dorp situeert zich boven de pittoreske vallei van het riviertje de Berwinne. Een ideale plek voor een fort met vrij zicht richting oosten, vanwaar de vijand kwam. Fruitplantages omringen het dorp. We maken een bocht langsheen een herenhoeve en nemen een holle weg tussen de plantages door. Plantages maken plaats voor velden, holle weg voor veldweg en karrenspoor. Bruusk daalt het in de vallei naar de Berwinne en een spoorbedding uit vervlogen tijden. Eens spoorweg ten dienste van de koolmijn van Blegny. Na sluiting kreeg deze een nieuw leven als toeristisch treintje, maar ook dit was geen lang leven geschoren. Resten twee rails opgevuld met zwart koolgruis dienstdoend als wandel- en fietspad. Het gaat in het diep uitgesneden valleitje van het beekje de Asse. Een hekje geeft toegang tot een weide met betonnen brugje over het watertje. Een overwoekerd vochtig pad loopt parallel aan het meanderende beekje, maar dan zonder die bochten. Langs het beekje staan talrijke knotwilgen, maar wij lopen tussen metershoog struikgewas. Een pad steil omhoog door het hellingbos geeft, eens boven gekomen, mooie uitzichten over het enorme keteldal van Herve. Met aan de horizon de bedrijven en de watertoren van Battice/Herve, middenin op een reuzenterp het immense witte kruis van Charneux. Via draaipoortjes en overstaphekjes steken we een weidelandschap door. Machtig is het doorkruisen van een dieper gelegen slonk. Het groene tapijt trekt naar boven tot aan een poortje en een kruis afgetekend tegen de horizon. In de diepte van de vallei ontwaren we de mosgroene kerktorens van de Cisterciënzerabdij van Val-Dieu. Le Casse-Croûte, zo noemt het gezellige gewelfde lokaal, vroeger de stal, met terras op de binnenkoer. Cisterciënzerorden waren over de hele wereld gekend als ervaren bierbrouwers. Sinds 1997 mogen we hier opnieuw spreken van een echt abdijbier, gebrouwen in de gebouwen van de abdijhoeve aan de overzijde van de abdijkoer. Smaken doet het gerstenat: Blond, Bruin, Triple en de laatste telg de Grand Cru. Maar niet te veel! Vóór ons ligt een imposante heuvelrug. Het gaat omhoog een weide in naar een wegje dat achteraf als holle bosweg tegen de heuvel aantrekt naar de fruitplantages boven op de kim met langs één zijde het keteldal en aan de andere zijde de heuvels van de voerstreek. Nog even de dieperik in en nog een laatste passage met hekjes door enkele weiden. Boven ons het fort met afweerkanon boven op de muren, een knallend einde van een pittige wandeling door een uniek en typerend ketellandschap.
Praktische fiche
SITUERING: Land van Herve
AFSTAND: 19,7 km
BEWEGWIJZERING: geen, enkele stukjes van de GR563
INKEREN: abdij van Val-Dieu
VERVOER:
MET DE AUTO: A25 afrit Visé-Berneau-Warsage-Neufchâteau
KAARTEN EN GIDSEN: Wandelkaart ING 1:50000 nr. 42 Liège
Het Regionaal Landschap Haspengouw pakt uit met drie nieuwe Greespots: Alden Biesen, Schulensmeer en Grootloon. Deze laatste leunt aan bij de Greenspot Heks en door deze beide te combineren, laat dit toe een buitengewone langeafstandswandeling te maken. Je vertrekt aan het startpunt van de Greenspot Heks bij de Herberg de Horne in het gehucht Heurne te Vechmaal. Naast de eeuwenoude herberg is dit gehucht twee kastelen rijk en de mooie Sint-Pieterskapel. waar kasteel en kerk buiten de woonkern liggen. We volgen de rode driehoek over een oude tramweg, een grasweg en een aarden dreef van het kasteel van Heks. Dan schakelen we even over op het oude traject van de GR128 doorheen een bosje. Op het gele kruisje van de greenspot Grootloon wandel je tussen de laagstam appel- en perenplantages door. In Grootloon is een voorheen overwoekerd pad vrijgemaakt en loopt voorbij aan boomgaarden met hoogstamkersen. Achter het pittoreske kerkje van Grootloon wandel je over een met houten takken afgerasterd graspad opnieuw door de boomgaarden. Vervolgens door de fruitplantages die bekend zijn uit de TV-serie Katarakt. Borgloon kom je binnen via verborgen wegeltjes die driekwart rond het domein van het kasteel De Motte draaien. Op de burchttoren, verstoken achter de bibliotheek aan het marktplein, geniet je van het mooiste panorama van Haspengouw. Door beemd- en grasgebieden verlaat je de gele rechthoekjes volgend de Gravenstad. Op de Bollenberg loop je door vochtig grasland en even verder over een graspad langs de bosrand. Rustbanken laten je genieten van het prachtige agrarische landschap met kleine bosjes, jachtpercelen. Beneden ligt de Manshovenhoeve en hier loop je terug op de rode driehoeken van de Greenspot van Heks. Je wandelt richting kasteel Hex dat bekend staat om zijn open rozen- en groentendagen. De praktische fiche onderaan verwijst naar de evenementendagen op het kasteeldomein. Zo kan je overwegen de wandeling te combineren met een bezoek aan de kasteeltuinen tijdens één der opengestelde weekenden. Over een grasweg tussen velden en beemdgebied, dat je via een slingerend knuppelpad even betreedt, wandel je terug naar de oeroude Herberg De Horne, de perfecte afsluiter na een prachtige zeer gevarieerde tocht.
Guy Raskin
Praktische fiche
ROUTE: combinatie van wandelingen rode driehoek van Greenspot Heks en oranje kruis en gele rechthoek Greenspot Grootloon
SITUERING: tussen Heers en Borgloon
LENGTE: 19 km
BEWEGWIJZERING: combinatie van wandelingen rode driehoek van Greenspot Heks en oranje kruis en gele rechthoek van Greenspot Grootloon
VERTREK: Herberg De Horne in Vechmaal of aan stadhuis in Borgloon
TREIN: stations in Tongeren of Sint-Truiden; bus 23a tot Borgloon
TIP: wandelen in combinatie met een bezoek aan de tuinen van het kasteel Hex kan op volgende data in 2009: Rozendagen 12-13-14 juni Groentendagen 12-13 september
ROUTEBESCHRIJVING:Met rug naar Herberg De Horne = rechtaf rode driehoek voorbij aan herenhoeve Munkhof; op einde kasteeldreef op asfaltwegje LA; boven op heuvel RA = veldweg met twee betonsporen; langs bosje (kan modderig zijn); RD op asfalt; volg wandeltekens oranje kruis via Grootloon naar Borgloon = RD betonweg volgen; vanuit Borgloon oranje kruisje; op eerste splitsing oranje kruisje en gele rechthoek = oranje kruisje volgen; op samenkomst oranje kruisje en gele rechthoek = RA gele rechthoek; na graspad langs bosrand = rode driehoek naar rechts voorbij aan herenhoeve Manshoven en kasteel Hex tot aan Herberg De Horne.
Het 100-jarig pad kwam er ter gelegenheid van de 100-jarige viering de Eifelverein Monschau. Het eigenlijke vertrek van de wandeling is de parking Burgau in Monschau, maar wij vinden het aangenamer om Monschau halverwege op het parkoers aan te treffen om in te keren. Vanaf de wandelparking kan je een afsteker maken naar het Kreuz im Venn. Een enorm wit kruis staat boven op een grote losstaande rotspartij. Via ijzeren trappen en brugjes beklim je de rots met een 360° panorama over de bossen en het veengebied. Onder aan de rots staat een Lourdesgrot met Mariabeeld. Je merkt hier ook de verfstreepjes op van de nieuwe GR15 die je meerdere malen op deze wandeling aantreft. Terug aan de Norbertuskapel trek je via het klooster Reichenstein naar de wildstromende Rur die je op de linkeroever stroomafwaarts volgt tot een heuse steile klim met trappen je boven op een uitstekende rots, de Ehrensteinsley, brengt met majestueus zicht op de vallei. De eerste grote parking die je tegenkomt is Burgau, met het eigenlijke vertrek van de route. Zij loopt achter de parking omhoog. Maar wij raden hier een afsteker aan doorheen het pittoreske Eifelstadje Monschau. Volg hier de markeringen van de Eifelsteig. Via trappenpaadjes verlaat je de weverswijk met zijn typische vakwerkhuisjes. Je komt boven de stad bij één der Eifelblikken die op een bijzonder panorama duiden. De Eifelsteig daalt terug naar de parking Burgau. Een prachtig pad beklimt de steile beboste valleiflank en brengt je bij enkele uitzichtpunten bij macabere rotsen zoals de Teufelsley en de Engelsley. Daar tref je terug op de 100-jarige wandeling die je over een rasechte bergkam begeleidt om vervolgens via enkele rotstrapjes naar het beekje de Perlenbach te dalen. Vroeger, toen het milieu nog reiner was, maakten riviermosselen hier in de beek parels aan. We wandelen over de dam van het stuwmeer van de Perlenbach en verlaten de vallei via een lang getrokken klim naar een Eifelplateau bestaande uit graslanden en weiden. Een fikse afdaling over een pad dat de verbinding maakt tussen een landweg op het plateau en een bosweg in de valleihelling geeft een prachtige doorkijk op het klooster Reichenstein. Je bereikt de Rur en volgt deze tot de Norbertuskapel.
Guy Raskin
Praktische fiche
ROUTE: Het 100-jarige pad
SITUERING: Monschau
LENGTE: 20 km
BEWEGWIJZERING: houten wegwijzers en markeringen 100
VERTREK: Wandelparking Nobertuskapelle aan de Rur tussen Monschau en Kalterherberg
KAART: Wander- und Freizeitkarte Nationalpark Eifel; Rureifel Hohes Venn
Wandelen op de GR573 kruipt in de kuiten. Hartig flirt deze GR met de hoogtes en laagtes in de vallei van de meanderende Vesder. De lus in deze tip loopt over een minder sterk geaccidenteerd gedeelte van de GR 573 en omvat gelukkig voor de enen of spijtig voor de anderen slechts enkele serieus te nemen langere stijgingen. Wij kozen als vertrekpunt het station van Nessonvaux om de reden dat je van hieruit de tocht prima indeelt wat betreft rustpunten met aanwezigheid van een horecazaak. In de vallei van de Vesder wandel je door de beboste heuvelflank naar Pepinster. Gestaag klim je nu naar het plateau boven de vallei. Bossen maken plaats voor weidelandschap. Je trekt over veldwegen door een groen keteldal. Een afsteker naar de kapel van Tancrémont is voor taartliefhebbers een must. Enorme taartpunten krijg je in de twee lokalen bij de kapel geserveerd. Le Vieux Bon Dieu, wat "de Oude Goede God" betekent, is hier al sinds de 9de E een bedevaartoord, lang voordat de verschijningen in Banneux plaatsvonden.In de kapel staat een bijzonder cultusobject, een triomfkruis in de vorm van een Tau-teken (een T), bekend uit verhalen rondom de Heilige Franciscus van Assisi. Bij een beekje aan de bosrand verlaat je de GR. Door het bos en langs het beekje trek je in rechte lijn naar het bedevaartsoord Banneux, de plaats waar de Maagd Maria acht maal aan het meisje Mariette Beco verscheen tussen 15 januari en 2 maart 1933. Op de brede wandelboulevard tussen de kapellen staat een fontein met een gebed dat aanmaant de handen in het water te steken. Aan weerszijden van de fontein tappen pelgrims aan kranen in de muur het zuiverende bronwater af in flessen en bidons. In het verlengde van de bidplaatsen ligt het commerciële centrum met horecazaken en souvenirwinkels. Je volgt nu de GR5 die eerst langzaam maar eenmaal terug in de bossen alsmaar sterker gaat dalen naar een uitzichtpunt op een vooruitstekende rots boven de Vesder. Aan de rivier ligt Fraipont waar je terug overschakelt op de GR573 naar Nessonvaux.
Praktische fiche
ROUTE: GR 573 + GR 5
SITUERING: Tussen Luik en Verviers
LENGTE: 22,4 km
BEWEGWIJZERING: witrode verfstreepjes op de GR 573 en GR 5
VERTREK: Nessonvaux, maar kan ook vanuit Fraipont of Pepinster
KAART: wandeling nr. 3 uit de Luikse dagstapper Randonnéées en Boucle dans la Province de Liège van SGR uitgegeven door Lannoo
TREIN: stations in Nessonvaux, Fraipont en Pepinster
Dagstapper Esneux; pittige wandeling op de GR576 en GR57
De wandelingen uit de Luikse topogids, naar het idee van onze eigen dagstappers, hebben iets wat wij in Vlaanderen jammer genoeg moeten missen, met name het bergachtig karakter. De wandellus geïnspireerd op tracés van de GR576 en GR57 is dit ten voeten uit. Esneux is een typisch Ardens stadje aan de Ourthe met, tussen het station en de brug, een rij cafés, eethuisjes en enkele ijssalons. Erboven op een vooruitstekende rots prijkt het kasteel, het waarteken van dit stadje. Een monumentale trap leidt naar het eveneens hoger gelegen mooie dorpsplein en zijn stadhuis. Esneux ligt op het einde van een gigantische meander in de Ourthe.
Bovenop dit verheven schiereiland ligt het twee straten groot grijsstenen gehuchtje Ham. Een eenheid aan oude huisjes in dezelfde bouwtrend en aan het eind van de 19de E een geliefkoosde ontmoetingsplek van meerdere schrijvers en kunstenaars. Bereiken en verlaten doe je deze entiteit telkens via natuurpaden, door bos en weiden. Tegenover, op het verste punt in de meander achter het gehuchtje Féchereux, rijst de rots Rocher aux Faucons recht omhoog uit de Ourthe. Met enige fantasie herken je in de kale rotsflank tussen woekerend groen een valk. Het pad erbovenop lijkt op een alpinepad. Denk de bomen hier weg en je waant je op een bergkam, maar dan met een afgrond van slechts een goede honderd meter diep. Maak je deze wandeling zoals wij in de late herfst heerst dit gevoel nog sterker. De wandeling is een opeenstapeling van leuke en verrassende momentopnames. Stenen bergachtige paden, passages door drassige weiden, een nauwelijks zichtbaar trekspoor dat uiterst steil de beboste helling omhoog loopt. Om een weide te doortrekken moet je een vijf sproten hoog ijzeren rechtop geplaatst laddertje over. Tussen rotsen, gevolgd door een enig mooie holle weg, beklim je een bosflank. Wanneer je denkt boven te zijn, begint pas de echte klim; honderden meters recht vooruit steil omhoog door een open loofbos. Even wandel je boven op de heuvelkam om dan rechttoe rechtaan door een schitterend valleibos af te dalen naar het al even zo majestueuze Parc de Marie. Je komt bij de Ourthe en even verder sta je terug bij de brug in Esneux. Een prachtwandeling, een Ardennenlandschap waardig, waar vijf fikse hellingen en heel wat ruwe boskilometers en weidepassages borg staan voor een intense natuurbelevenis. Let wel, vorderen op de met bladeren bedekte stenige ondergrond op de steile hellingen kan zich uiten in een ware slijtageslacht. Neem voldoende rantsoen en drank mee want op een eenzaam ijssalon na, gelegen op de ludieke plek Houte-si-Plout (hoort het regenen), kom je onderweg geen bevoorrading tegen.
Steekkaart
ROUTE: GR576 en GR57
STARTPLAATS: Esneux
LENGTE: 21,6 km
BEREIKBAARHEID:
Met de auto: E40 Luik en E26 uitrit Tilff, langs de Ourthe naar Esneux
Met de trein: station in Esneux op de lijn Luik-Jemeppe
KAARTEN EN GIDSEN: Topogids: Randonnées en Boucle dans la province de Liège
Wandelen tussen Tongeren, Hasselt, St-Truiden, Bilzen en Maastricht
GR's in Haspengouw
Haspengouw wordt doorkruist door de GR128 en de GR564 terwijl de GR5 een boog er omheen maakt. De GR128 "Vlaanderenroute", die een deeltraject is van de "Niederstraße Compostella", beschrijft een oost-west verbinding net ten noorden van de taalgrens. De GR564 "Kempen-Condroz", tussen Huy en Lommel, komt Haspengouw binnen bij Landen, loopt oostwaarts naar Borgloon en draait dan noordwaarts naar Hasselt. Alhoewel de GR's ouder zijn, maken zij ongewild een verbinding tussen vele van deze Haspengouwse wandelgebieden. Zo zul je op de GR128 van west naar oost volgende wandelgebieden tegenkomen. Beide GR's kruisen elkaar bij de wandelboom op de Tjenneheuvel nabij Mettekoven. De GR128 levert in Tongeren in combinatie met een stadsvariante een aanbevelingswaardige wandellus op van ca. 18 km.
Wandelgebieden in Haspengouw
De voorbije jaren zijn in Haspengouw prachtige wandelingen in de meest waardevolle landelijke gebieden uitgewerkt. Deze wandelgebieden zijn herkenbaar aan een uniform systeem van bewegwijzering met kleur-symboolcombinatie op een zeshoekig bewegwijzeringsbordje. Aan de vertrekplaatsen vind je altijd een duidelijk overzichtsbord van het wandelgebied. De meeste van de hieronder vermelde wandelgebieden zijn volgens dit systeem uitgewerkt.
Het Regionaal Landschap Haspengouw heeft ook een aantal prachtige wandelingen volgens hetzelfde systeem uitgewerkt. Hiervoor werden enkel de meest waardevolle gebieden (GREENSPOTS) geselecteerd, waar kwaliteit en belevingswaarde voor wandelaar centraal staan. Na Kiewit, Mettekoven, Nieuwenhoven, Rullingen, Vrijhern en Zammelen was Heks aan de beurt. Elke wandeling is in twee richtingen bewegwijzerd.
NIEUWENHOVEN
In het noorden van de gemeente Sint-Truiden ligt het bos van Nieuwenhoven. Het maakt deel uit van het grootste aaneengesloten bosgebied in Zuid-Limburg. Het ligt verspreid in de vallei en op de helling van de Kelsbeek. De ondoordringbare kleilaag in de ondergrond maakt het gebied op sommige plekken nat. Dit is 100% vochtig Haspengouw. Het bos biedt heel wat bijzondere planten onderdak waaronder bosbes en struikheide. In het voorjaar vooraleer de bomen blad krijgen, stelen bloemen zoals bosanemonen, slanke sleutelbloemen en wilde narcissen de show. Dieren zoals de eikelmuis en de rode bosmier profiteren van de natuurlijke rijkdom. Dat het bos sporen draagt van haar kasteelverleden, merk je aan de vaak kaarsrechte lanen. startplaats: kasteel Nieuwenhoven oranje cirkel, lengte 4 km blauwe ruit, lengte 2 km groene rechthoek (mindervalidenpad), lengte 1 km
METTEKOVEN
Dit piepkleine dorpje in Heers staat model voor het landelijke Haspengouw. Gelegen te midden van de akkers en omringd door hoogstamboomgaarden, straalt het een Provençaalse warmte uit. Gedomineerd door drie gigantische vierkantshoeves, lijkt het alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Het landschap is zacht heuvelend en lijkt eindeloos, een échte "grand cru"! Vanuit het centrum vertrekken vier landschapswandelingen het weidse boerenland in. We wandelen op een leemplateau dat langs weerszijden is begrensd door natte natuur in de valleitjes van de Herk en de Herkebeek. Vanop een aantal plaatsen heb je prachtige uitzichten op de kerkdorpjes in de buurt. startplaats: Martenshof rode driehoek, lengte 7 km oranje cirkel, lengte 4 km blauwe ruit, lengte 3 km groene rechthoek (mindervalidenpad), lengte 1.5 km
RULLINGEN
Ergens halverwege tussen Kuttekoven en Berlingen, in het overgangsgebied tussen Droog en Vochtig Haspengouw, ligt het kasteeldomein van Rullingen. Het landschap is er wat heuvelachtiger dan doorgaans in de rest van Haspengouw. Het leemplateau van Midden-België grenst er aan de zandleemstreek. Door de erosiewerking van de riviertjes werd het plateau sterk versneden. De vaak zeer steile hellingen zijn niet geschikt voor akkerbouw en worden meestal ingenomen door boomgaarden. De natte valleigronden worden gebruikt als weilanden of populierenaanplanten. Akkers liggen op de hogere en drogere plateaudelen. Dit gevarieerd landschap en het dichte net aan holle wegen maken van deze omgeving een heerlijk wandelgebied. startplaats: kasteel Rullingen rode driehoek lengte 6.5 km groene rechthoek, lengte 4.2 km
VRIJHERN
In de omgeving van Vrijhern ontspringen talrijke bronnen. Kleine beekjes vormen er samen het begin van de Demer. Dit is vochtig Haspengouw te voeten uit! In deze grond hebben mensen doorheen eeuwen gezwoegd en geploeterd. Dat heeft zijn sporen nagelaten. Een uiterst gevarieerd landschap van bronbossen, weilanden en akkers kreeg zijn huidige vorm. De landschapswandeling vertrekt aan de Kluis van Vrijhern, een prachtige lemen woning die je helemaal terugbrengt tot in de 17de eeuw. startplaats: Kluis van Vrijhern rode driehoek, lengte 8 km oranje cirkel, lengte 6 km blauwe ruit, lengte 4 km
ZAMMELEN
Het pittoreske dorpje Zammelen is het vertrekpunt van drie landschapswandelingen die het typische karakter van deze streek tonen. Historische paden en kerkwegels leiden je doorheen een sterk heuvelend landschap. De Mombeek zorgde voor een grote afwisseling tussen nat en droog. De beek is nooit rechtgetrokken en kan nog heerlijk kronkelen doorheen de vallei. Het gehucht Zammelen ligt op de steile westelijk gerichte valleihelling. Iets noordelijker ligt het kasteeldorp Gors-Opleeuw. Op de wandelingen maak je kennis met een grote variatie aan natuur: hellingbosjes, poelen, hoogstamboomgaarden,... en hoewel je hem wellicht niet ontmoet op je wandeling, hij is er wel: de das. Dit is zijn geliefkoosde leefomgeving. startplaats: kerk van Zammelen rode driehoek, lengte 7 km oranje cirkel, lengte 6 km blauwe ruit, lengte 4 km combinatie van de drie routes, lengte 11 km
KIEWIT
Het natuurgebied van Kiewit is de groene uitlaatklep voor vele Hasselaren. Waardevolle en boeiende natuur in de directe omgeving van de grootste stad van Limburg. Het is een landelijk en bosrijk gebied met een grote variatie aan natuur. Op wandelafstand vind je een mozaïek van park, bossen, open graslanden en plassen. Vanaf het kasteeltje van Kiewit vertrekken verschillende gemarkeerde wandelpaden die tot in Bokrijk lopen. Jarenlang waren de domeinen Kiewit en Bokrijk van elkaar gescheiden door een groot privaat bosgebied. Voor het eerst kan er tussen beide domeinen vrij gewandeld worden. Tijden de wandeling bots je op heel wat verrassingen: zo kom je oog in oog te staan met een Schotse grazer of loop je over een poel zonder natte voeten te krijgen! startplaats: kinderboerderij Kiewit rode driehoek, lengte 8 km oranje cirkel, lengte 6 km blauwe ruit, lengte 4 km groene rechthoek, lengte 1,5 km
HEKS
Vanaf een authentieke herberg vertrekken drie bewegwijzerde wandelingen het landschap van droog Haspengouw binnen. Een buitengewoon boerenland met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale vierkantshoeves en kastelen. Deze omgeving met holle wegen en heerlijke uitzichten vormt een ideaal wandeldecor. startplaats: Herberg de Horne (Heurne-Vechmaal) gele zeshoek, lengte 12 km rode driehoek, lengte 9 km oranje cirkel, lengte 6 km
MUNSTERBILZEN
In het Munsterbos is het heerlijk wandelen door bossen, moerassen en graslanden. Centraal ligt een prachtig vijvergebied waar tal van zeldzame water- en moerasvogels leven. startplaats: park in centrum rode driehoek, lengte 8 km oranje cirkel, lengte 6 km ALDEN BIESEN
De commanderij van Alden Biesen is omgeven door een prachtig heuvelachtig vochtig Haspengouws landschap. Wandelen over kasteeldreven, door boomgaarden met hoogstamkersen en beemdgebieden. De langste route is maar liefst 16 km lang en maakt een verbinding met het wijnkasteel van Genoeldselderen. startplaats: commanderij Alden Biesen gele rechthoek, lengte 16 km oranje kruis, lengte 8,5 km blauwe ruit, lengte 4 km groene rechthoek, lengte 4 km
BORGLOON
Uitzonderlijk start je hier vanuit het centrumhet stadje Borgloon. Prachtige wandelingen tussen en door de vele fruitplantages tussen Borgloon, Grootloon en Broekem. Je maakt ook kennis met de verstoken wegeltjes van de Gravenstad Borgloon met zijn wijngaard en kasteel 'De Motte'. De blauwe route is ook in gebruik als Katarakt-route, gewijd aan de serie op TV1. startplaats: stadhuis Borgloon gele rechthoek, lengte 12 km oranje kruis, lengte 8,5 km blauwe ruit, lengte 5,5 km groene rechthoek, lengte 4 km
SCHULENSBROEK
Wandelen aan het Schulensmeer en in het overstromingsgebied van de Demer met zijn specifieke fauna en flora. startplaats: oude kerk Schulen gele rechthoek, lengte 10 km rode driehoek, lengte 6 km groene rechthoek, lengte 5,5 km
startplaats: 'Vloot Linkhout gele rechthoek, lengte 10 km oranje kruis, lengte 7 km blauwe ruit, lengte 5 km groene rechthoek, lengte 2 km
De provincie Limburg heeft de uniciteit van een wandelgebied gedefinieerd aan de hand van de waardering van een gebied in de landschapsatlas. Voor de gemeente Riemst betekende dit in fase 1:de dorpen Millen, Val-Meer, Zichen-Zussen-Bolder alsook Genoelselderen en Membruggen. Toerisme Riemst ontwikkelde, met de financiële steun van Toerisme Vlaanderen en het provinciebestuur van Limburg twee wandelgebieden. Wandelgebied 1: in Millen en Val-Meer (8) startplaats: Waterburcht Millen Millerpad: blauwe ruit, lengte 5 km Waterburchtpad: rode driehoek, lengte 9 km Kuilenpad: oranje cirkel, lengte 8 km Wandelgebied 2: in Val-Meer en Zichen-Zussen-Bolder (9) startplaats: restaurant 'Delicia' - Visésteenweg 224 - 3770 Zichen-Z-B Mergelpad: rode driehoek, lengte 8,5 km Kampernoeliepad: blauwe ruit, lengte 5 km Kerkepad: oranje cirkel, lengte 7 km Kaart te verkrijgen bij Toerisme Riemst: mevrouw Reinhilde Gielen, toerismeambtenaar - tel. 012-45 19 30
Er zijn toekomstplannen voor de realisatie van andere wandelgebieden in Riemst. De dorpen Genoelselderen en Membruggen zullen tezamen met Ketsingen en 's Herenelderen (Tongeren) opgenomen worden in het kader van de ontwikkeling van een "Greenspot" onder leiding van het Regionaal Landschap Haspengouw. Het dorp Kanne kadert dan weer in het Interregioproject "De Sint-Pietersberg". Maar liefst dertien partners uit Vlaanderen, Nederland en Wallonië werken samen aan de opwaardering van het gebied "Tussen Jeker en Maas". Eén van de projectonderdelen is de realisatie van een toeristisch en recreatief wandel- en fietsnetwerk, over het ganse gebied van de Sint-Pietersberg, met een zelfde signalisatie in alle gemeenten, conform de signalisatie van de huidige wandelgebieden van Riemst. Betrokken gemeenten zijn Maastricht, Visé, Oupeye, Bassenge, Eijsden (NL) en Riemst.
Wandelgebieden Hoeselt
De nieuwe wandeltracés weerspiegelen de rijke diversiteit dat vochtig Haspengouw te bieden heeft aan landschappelijke bakens. Typisch zijn het sterke reliëf van vlakke plateaus afgewisseld met smalle, vochtige beekvalleien, droge heuvelruggen, bosjes, holle wegen en kasteelparken. De huidige verwevenheid tussen het plaatselijk agrarisch gebruik en de natuur is bepalend voor het landschap. De horizontale integratie wordt in het noorden sterker agrarisch geaccentueerd, centraal en zuidelijker is het groene accent sterker aanwezig. De natuurlijke dragers zijn de talrijk aanwezige kleine landschapselementen, de bosgebieden en enkele bijzonder waardevolle (beschermde) natuurgebieden die liggen verspreid in het Catsbeekgebied en het Demergebied. Wandelgebied Hoeselt-Romershoven (10): wandelkaart met 4 wandelroutes startplaats: gemeentehuis, Dorpsstraat 17, Hoeselt Verzenwandeling, blauwe ruit, lengte 5 km Tweekruizenpad, gele zeshoek, lengte 9,5 km Winterbeekvalleiwandeling, oranje cirkel, lengte 6,7 km Stinzenwandeling, rode driehoek, lengte 7,5 km Wandelgebied Hoeselt-Althoeselt-Werm (11): wandelkaart met 4 wandelroutes Demervalleiwandeling, rode driehoek, lengte 7,5 km Buckenlindewandeling, groene rechthoek, lengte 3 km Bronnenwandeling, oranje cirkel, lengte 5,7 km Gerlabeekwandeling, groene rechthoek, lengte 3 km Info en kaartverkoop: Toeristische dienst Hoeselt, gemeentehuis, Dorpsstraat, 3730 Hoeselt, tel: 089-51 03 35, info@hoeselt.be, www.hoeselt.be
Wandelroutenetwerk Sint-Truiden
Het wandelroutenetwerk Sint-Truiden bestaat uit diverse wandelgebieden. Het eerste bevindt zich in de drie deelgemeentes Engelmanshoven, Gelinden en Groot-Gelmen. Het tweede bevindt zich in de deelgemeentes Ordingen, Zepperen en Brustem. In deze gebieden vindt u telkens drie startplaatsen van waaruit telkens een of meer bewegwijzerde wandelingen vertrekken. Deze startplaatsen zijn goed bereikbaar en er is parkeergelegenheid. De wandelingen zijn alle in twee richtingen bewegwijzerd met vrijstaande palen uit 100 % gerecycleerd materiaal. De zwarte pijl geeft de richting aan, de kleur van het symbool verwijst naar de lengte van de wandeling. Een blauwe wandeling is telkens tussen 1 en 5 km lang, een rode wandeling is 6 tot 8 km. Aan ieder startplaats staat een overzichtsbord. Onderweg komt u diverse leuke stopplaatsen tegen: een mooie picknickplek, een typisch dorpscafé, een gezellige taverne, een goed restaurant... Wandelgebied Engelmanshoven, Gelinden en Groot-Gelmen (13) met 5 wandelroutes Startplaats 1: Engelmanshoven: parkeerplaats aan de school van Engelmanshoven blauwe ruit-wandeling, lengte 4,3 km Startplaats 2: Gelinden: parkeerplaats aan de Sint-Quintinuskerk van Gelinden blauwe rechthoek-wandeling, lengte: 5,7 km rode driehoek-wandeling: lengte 8,8 km Startplaats 3: Groot Gelmen blauwe cirkel-wandeling, lengte 4,3 km rode vierkant-wandeling, lengte 7,5 km Wandelgebied Ordingen, Brustem en Zepperen (14) met 5 wandelroutes Startplaats 4: Brustem: aan de Singel nabij het voormalig gemeentehuis van Brustem blauwe cirkel-wandeling, lengte 3,5 km oranje zeshoek-wandeling, lente 5,9 km Startplaats 5: Ordingen: de parkeerplaats aan de H. Harlindis en Relindis-kerk van Ordingen blauwe ruit-wandeling, lengte 3,7 km Startplaats 6: Zepperen: aan de Sint-Genoveva-kerk van Zepperen blauwe rechthoek-wandeling, lengte 4,4 km rode driehoek-wandeling, lengte 7,36 km Prijs wandelkaart per wandelgebied: 4,50 Info: Hilde Hendricx, diensthoofd Toerisme Sint-Truiden, Stadhuis Grote Markt, 3800 Sint-Truiden, tel: 011-70 18 10, hilde.hendricx@sint-truiden.be of hilde.hendricx@skynet.be
Wandelroutenetwerk "Bokkerijdersroute" in Wellen
Het wandelroutenetwerk in Wellen bestaat uit 10 wandelroutes gaande van 3,5 km tot 10 km, die onderling combineerbaar zijn. U kunt dus probleemloos overschakelen van de ene naar de andere wandelroute en zo de totale lengte van uw wandeling zelf bepalen. De wandelroutes lopen deels over de gewone weg en deels over veldwegen. De veldwegen zijn meestal goed begaanbaar maar best zorgt u toch voor stevig, waterdicht schoeisel. De 10 wandelroutes zijn verdeeld over 2 netwerken van 5 routes die verbonden zijn met 2 verbindingstukken, bewegwijzerd met bruine zeshoek. Startplaats 1: kerk dorp Wellen (15) oranje rechthoek, lengte 5 km; langs de oude molen naar de Broekbeemd, een beschermd natuurgebied met hooglandrunderen oranje driehoek, lengte 5km oranje ruit, lengte 5 km oranje zeshoek, lengte 4 km; door het gehucht Bos, de "Grote beemd" en over de oever van de Herk blauwe cirkel, lengte 4km; langs de stroopstokerij van Vrolingen, de enige nog actieve ambachtelijke stroopstokerij van België Startplaats 2: dorpsplein Ulbeek (16) oranje cirkel, lengte 4 km; langs de mooie Mariakapel Oetersloven en het kasteel van Trockaert oranje vierkant, lengte 4,5 km; door een prachtig stukje natuur met name "Ulbeek bos" rode cirkel, lengte 8,5 km; langs de mooie Mariakapel Oetersloven, het kasteel van Rullingen met Jachthuis en de "moordkuil", Wellens bekendste holle weg rode vierkant, lengte 6,5 km, door het gehucht Russelt en de "Grote beemd", een prachtig natuurgebied aan de Herk. Langs het recreatiegebied "Maupertuus" en de "Graetmolen", een vroegere molen blauwe vierkant, lengte 3,5 km
Wandelnetwerk Kortessem
Kortessem (17) heeft d.m.v. kleine pijlwegwijzers met nummer en plaatsnaam op zijn grondgebied een wandelnetwerk in de aard van de fietsroutenetwerken uitgezet. Meer dan 62 km bewegwijzerde wandelwegen in en rond Kortessem, waarbij je zelf de lengte of de vertrekplaats van je wandeling kan bepalen. Prijs: wandelkaart 1,24
Stadswandelingen
Vermeldenswaardig zijn ook de ca. 4 km lange stadswandelingen van Tongeren en St-Truiden. Deze doen alle monumenten, historische gebouwen en parken aan. In Tongeren is deze door koperen klinknagels met Ambiorixhoofd in het wegdek aangegeven, in St-Truiden zijn dat metalen klinknagels. info: www.tongeren.be en www.sint-truiden.be
Wandelen langs de Jeker
van bron tot monding Een wandeling in de Jekervallei maakt een verbinding tussen de GR579 "Brussel - Luik" enerzijds, de GR5/E2 "Noordzee - Riviera" en GR128 "Vlaanderenroute" anderzijds. De bron ligt in de nabijheid van Lens-St-Remy en zijn monding in de Maas vindt hij in Maastricht wat deze tocht een tikkeltje internationaal maakt. Het Jekerdal flirtend met de taalgrens tussen Luiks en Limburgs Haspengouw is een uitgesproken wandelgebied met nog veel ongekende en onverharde paden.
In april 2001 ging ik als redacteur bij het fietstijdschrift "Recreatief
fietsen" van Grote Routepaden van slag dat in 2003 fusioneerde met het
wandeltijdschrift "Recreatief wandelen" uit hetzelfde huis tot het wandel- en
fietstijdschrift "Op Weg".
Ik verleende ook mijn medewerking aan de fiets- en wandelgidsen
"Fietsvakanties dicht bij huis" (2003) en "Korte Bergwandelvakanties" (2005)
uitgegeven door Lannoo.
Wandellus op de GR412 Sentier des Terrils en GR579 Brussel-Luik
De
Franstalige topogids GR412 oost stelt in de buurt van Luik 3 wandellussen voor
in de agglomeratie van Luik. Buiten het thema van de GR412, de verbinding tussen
een aanzienlijk aantal terrils of in Nederlandse termen slakkenbergen, zijn de
twee oostelijk gelegen lussen (12,7 en 18,9 km) de naam GR jammer genoeg
onwaardig. Je wandelt daar op enkele kilometers na constant op straten in de
randgemeenten van Luik. Ten westen van de Luikse agglomeratie richting Namen
trekt de GR412 over het Haspengouwse plateau. Jammer genoeg zijn ook hier de
veldwegen en paden eerder schaars. Deze zijn vaak ingenomen door smalle asfalt-
en betonwegen, maar bezitten toch enige charme. Daarbij is dit een
verbindingsstuk tussen de Luikse en Naamse steenkoolmijnen en ontbreken dan ook
de terrils. Over dit plateau loopt eveneens de GR579 die de steden Brussel met
Luik met elkaar verbindt. Beide GRs combinerend is het mogelijk enkele aardige
wandellussen samen te stellen.
Je
verlaat het gehucht Cahottes via een veel belovend pad, één der zeldzaamheden op
het stuk GR412 dat we hier beschrijven. Je wandelt langs het spookdorp Fontaine
met zijn verlaten huizenruïnes, onteigend ten gunste van de uitbreiding van de
vlieghaven van Bierset. Tussen Hozémont en Dommartin wandel je in het
beekvalleitje van de Bobesse en over het plateau gaat het dan naar Verlaine.
Deze typische Haspengouwse dorpjes zijn meerdere fraaie boerderijen rijk, maar
liefhebbers van onverharde wandelwegen moeten we tot zover ontgoochelen. In
Verlaine kruisen de GR412 Sentier des Terrils en GR579 Brussel-Luik elkaar. De
GR579 kent gelukkig meer afwisseling en dit zowel in landschap,
bezienswaardigheden als in paden. Een pareltje op de route is de omgeving van
het kasteel van Jehay, één der mooiste kastelen van Wallonië gelegen in een
prachtig stukje natuur. Geen terril maar wel een tumulus met een witte kapel er
bovenop tref je aan in Yernawe. Op een steenworp daarvandaan loop je langs een
minuscule chocolaterie, een hutje groot. Over een majestueuze dreef bereik je
het classicistische kasteel van Warfusée. Een mooi onverhard pad, een oud
tramspoor, gevolgd door een pad langs een houtkant dat naar de vallei van de
Awirs daalt. Bovenop de andere valleiwand heerst het kasteel van Hautepenne.
Doorheen het hellingbos in de vallei bereik je de gemeente Awirs die je via een
cité weer verlaat. Je wandelt doorheen een bosje, over velden en langs
een appelplantage naar de Flemalse wijken Les Trixhes en Souxhon. Via een mooi
steil pad langs een hellingbos omhoog, met boven een prachtig panorama, bereik
je een volgende woonwijk. Enkele glooiende veldwegen en paden leiden je
uiteindelijk terug naar het gehucht Les Cahottes. Een leuke landelijke wandeling
op het rijke Haspengouwplateau gevolgd door een heuveltocht in de hellingwand
van de Maasvallei, dit alles gekoppeld aan een brok historisch erfgoed. Je kunt
de route eventueel in twee lussen opdelen door middel van een mooie eigen route
in het dal van de Awirs.
ROUTE: GR412 + GR579
STARTPLAATS: Gehucht Les Cahottes
(Flemalle)
PARKEREN: grote parking op 100 m van
kerkje
LENGTE: 36 km
Eventuele etappe-indeling:
Les Cahottes
Jehay = 16 km
Jehay - Les
Cahottes = 20 km
Lus Les Cahottes met eigen route in het dal van de Awirs
= 18 km
Lus Jehay met eigen route in het dal van de Awirs = 25
km
BEWEGWIJZERING: wir-rode verfstreepjes voor de
GR412, GR579 en verbinding via circuit 1 van de GR412 tussen Les Cahottes en de
GR579 te Souxhon (Flemalle)
SITUERING: ten noorden van de Maas tussen Flemalle
en Andenne
BEREIKBAARHEID:
Met de auto: vanuit Brussel E411, in Namen E42 richting
Luik, afslag nr. 4 Flemalle
Met de trein: Station van Flemalle
KAARTEN EN GIDSEN: NGI-kaart 1;25000 Namur
(wandel-, fiets- en MTB-kaart)LOGIES: Chambres d'Hôtes
max. 5 personen, Mme Timmermans, Rue Zénobe Gramme 19 a, 4540 Jehay, tel: 085-31
33 49, www.chambrehotejehay.be
Prijs: 48,00/2
pers. incl. ontbijt 26,00/pers. incl. ontbijt -11 jaar = ½
prijs
Jaren terug was de bovenloop van de Hoegne nog een ruig en bij nat weer
ontoegankelijk gebied, waar je tot enkelhoogte in de modder wegzakte. Nu wandel
je over grindpaden en knuppelpaden probleemloos richting bron. Modder vind je
wel nog op het wandelpad van Lijn 44, maar voor hoe lang nog? De bedding staat
op het RAVeL-verlanglijstje. We ontwierpen een eendaagse wandellus aan de hand
van de GR 573 en Lijn 44. Vooral het laatste decennium is hier drastisch
ingegrepen om de natuur toegankelijker te maken. Smalle rotspaden zijn
gedynamiteerd, dichtbegroeide wegels verbreed en veenpaden verhard met grindlaag
of een knuppelpad. Boomstammen en rotsblokken maakten plaats voor mooie
verstevigde houten bruggen. De natuur is nu ook toegankelijk voor de
mountainbiker en de buggy, ten koste van de avontuurlijke wandelaar. Het
onstuimige veenriviertje, de Hoegne, moest dit op zijn mooiste tracé lijdzaam
ondergaan. De watervalletjes en het over rotsen kletterende water, imponeren nog
steeds. Bij de stenen brug Pont de Centenaire zoek je de bedding van
spoorlijn 44 op, nu ingericht als wandelverbinding tussen Stavelot en Spa.
Rotswand aan de ene zijde, heerlijke blikken op de Hoegnevallei aan de andere.
Op verscheidene plaatsen hangt een houtschors met het opschrift "Lijn 44", ter
herinnering aan de spoorweg. Het station van Sart is nu een villa in
privé-bezit, even eromheen en dan het tracé van de spoorweg opnieuw opzoeken. De
doorgang onder de E42 kan bij slecht weer ontaarden in een waar modderpad, maar
echte GR-wandelaars laten dit niet aan hun hart komen. Het pad op Lijn 44
versmalt bij iedere wegkruising en een beekje maakt eveneens een tijdje gebruik
van de bedding. Links over de helling kun je dit waterpad omzeilen. De bosrand
nadert, het pad blijft versmallen, rechts een prachtige kijk op de vallei en de
residenties op de heuvel. Je kruist enkele straten, loopt achter enkele huizen
door en staat plots op een hoogte boven een weg. Het spoorviaduct is niet meer,
daal de steile helling af en neem voor je de straat rechts van de berm. Even
verder verandert deze in een pad. Bij een dwarsstraat loop je links van de
omheining door een bosstrook verder naar beneden. Daar ligt het meer van
Warfaaz, een recreatieve attractiepool van Spa. Het is omringd door een
asfaltpad. Op de andere oever loopt de GR 573. Een korte krachtige klim brengt
je uit de vallei bij de eerste huizen van Sart.
STARTPLAATS: Marktplein aan de kerk van Sart; op 2 km van uitrit 8 (E 42) en
7 km van Spa BEWEGWIJZERING: Wit-rode beschildering van de GR 573, deels
zwarte kruisjes op het pad over de voormalige spoorlijn 44 BEVOORRADING: café
na 6 km en picknickplaats na 9 km aan de Hoegne; na 19 km cafés en restaurants
aan het meer van Warfaaz LOGIES: Hotels in Jalhay en Hockai KAART: NGI
1/50.000 nr. 49 TOPOGIDS: GR 573
Kortessem: wandel-paden-netwerk met knooppuntensysteem
De gemeente Kortessem (Limburg) bezit al sinds
het jaar 2000 daadwerkelijk over een 62 km lang wandelnetwerk dat zich baseert
op knooppunten. Het Wandel-paden-netwerk
laat toe het Kortessemse cultuurlandschap al wandelend tot in zijn verste
uithoeken te ontdekken langs goede en veilige wandelwegen. De bewegwijzering
bestaat uit kleine richtingaanwijzers tussen de knooppunten waar verschillend
van de fietsnetwerken niet de knooppunten een nummer toegekend krijgen maar de
curiosa onderweg. Dit nummer is terug te vinden op de achterkant van de
wandelkaart samen met een beknopte omschrijving van de bezienswaardigheid. Aan
de hand van deze wandelkaart stel je zelf de lengte en de startplaats van je
wandeling vast. Het volstaat hierbij de kilometersafstanden tussen de
geselecteerde knooppunten op te tellen. Kom je met de wagen, dan start je best
in de buurt van één van de zeven parochiekerken, waar je de nodige
parkeergelegenheid aantreft. Horecazaken staan op de kaart aangeduid zodat ook
comfortabele wandelstops in te plannen zijn. Het wandel-paden-netwerk geeft om
de één, twee of drie kilometer een keuzemogelijkheid om je weg voort te zetten.
Enig minpunt van dit wandelnetwerk is dat vele vroegere veldwegen en -paden door
verkaveling een bestrating kregen waardoor meer dan de helft van de wandelroutes
over verharde ondergrond verloopt. Deze zijn echter nooit breder dan drie meter
en het mooie glooiende landschap in de noordoostelijke uithoek van vochtig
Haspengouw, evenals de resterende onverharde paden, compenseren dit gebrek
ruimschoots. Naast de fruitplantages bepalen canadapopulieren en beemden op de
meest vochtige gronden in de Mombeekvallei het landschap van Kortessem. Op basis
van de eisen voor GR-wandelingen hebben wij twee lussen op het kaartje van het
netwerk ingekleurd, waarin de mooiste en een maximum aan onverharde paden zijn
opgenomen. Eentje met vertrek in Kortessem en de ander in Zammelen, waar
rekening is gehouden met een mogelijke verkorting en uitbreiding naar de
landschapswandeling in het beemdgebied van de Mombeek, een uniek natuurreservaat
met knuppel- en natuurpaden.
De wandeling vanuit Kortessem loopt voorbij aan de
kapel van Mersenhoven en de Sint-Annakapel naar Wintershoven. Achter de
Sint-Pietersbandenkerk ligt een klein natuurparkje met vijvers. Het recreatief
fiets- en wandelpad op de verlaten spoorwegbedding was vroeger in gebruik als
interstedelijk tramspoor tussen Hasselt en Tongeren. Een mooi lokaal pad brengt
je op het plateau. Vanaf het in een godvergeten uithoek gelegen gehucht
Sitsingen heb je prachtige vergezichten. Het Jong bos van kasteel Jongenbos is
een eik- en haagbeukenbos met op de meest vochtige plaatsen aanplantingen van
canadapopulieren en de spontane ontwikkeling van elzenbroeken. De Bombroekmolen
is nu een watermolen zonder beek. De Mombeekbedding is verlegd en de vijver is
een restant van de vroegere slotgracht van het vroegere kasteel. De Valikhoeve
is een vierkanthoeve in stijl- en regelwerk. Deze rustieke bouwstijl bezit een
gebinte van balken, stijlen, schoren en regels opgevuld met leem bestreken
gevlochten twijgen. Het houtwerk zwart geteerd en het leem gewit. Authentieke
gevels zijn eveneens te bewonderen in het eens agrarisch gehucht Bekes met
daarnaast ook neovakbouw, waar de opvullingen tussen het houtwerk bestaan uit
leem of baksteen.
De wandeling vanuit Zammelen bezit door erosie van de
Mombeek en haar zijbeken een heuvelachtig reliëf. De vallei van de Mombeek vormt
een waardevol natuurgebied met afwisselend beemden, hooilanden met
canadapopulieren, moerassen en broekbosjes. Zammelen grenst aan een enig mooi
natuurreservaat, bestaande uit een alluviaal bosje (door aanslibbing ontstaan
bosje), een rietland, een hooiland en een ruigte en is toegankelijk via
enkele uitzonderlijk mooie wandelpaden. Gors-Opleeuw is een Haspengouws
pareltje. De kern van dit dorp bestaat uit het plein met de Sint-Martinuskerk,
een antieke dorpspomp, het van kasteel Gors, een imposante kwadraatshoeve, het
bakhuis en de rijschool een flashback naar vorige eeuw. Even buiten de
dorpskom staat het neorococokasteel van Opleeuw met kasteelhoeve en voormalige
wachtershuis. Tegen de straatgevel van de zuidelijke gevel is een zonnewijzer
geplaatst. De Oude Winning met vakwerkschuur en de kasteelhoeve Haagsmeer met
Engels park, aan de rand van het Belle-Vuebos, zijn verdere pronkstukken. De
wandelweg loopt dwars doorheen dit Belle-Vuebos en is onaangeroerd
natuurreservaat. Het noordelijke gedeelte is via een wandelpad toegankelijk
gemaakt en is een aanrader, wandelpaneel bevindt zich aan de oostzijde van dit
bos. Het Rood kasteel, eens verblijfplaats van de heren van Guigoven, is na vele
verbouwingen en stijlen omgevormd tot tavernerestaurant. Zeer recent valt hier
ook een kruidentuin te bezichtigen. In Wintershoven wandel je eveneens het mooie
landschapstukje zoals in vorige wandeling beschreven. Even wandel je boven op
een Haspengouws plateau tussen de fruitplantages, maar al snel daal je via een
vochtig pad naar Schabos. Een bosje vol met vakantiehuisjes, je moet hiervoor
wel even van de wandeling afdwalen. Nog even het prestigieuze restaurant
Clos-St-Denis bekijken vooraleer terug te keren naar Zammelen.
Beide beschreven wandelingen
zijn ongeveer 20 km lang die door de netwerkmogelijkheden naar believen in te
korten zijn. Met vertrek vanuit Zammelen is dit misschien raadzaam en combineer
je de netwerkwandeling met de rode driehoekenwandeling van het Regionaal
Landschap Haspengouw (7 km) die door en rond het prachtige natuurreservaat loopt
over grotendeels unieke onverharde paden. In Zammelen vind je aan de kerk, op 50
m van elkaar, zowel een infopaneel van het Wandel-paden-netwerk als van de
wandelingen van Regionaal Landschap Haspengouw.
Ook al zijn ontbrekende of
afgebroken pijlwegwijzers een rariteit, de kaart is
het aangewezen middel om de geplande tocht, waar het nodig blijkt, zonder
problemen te kunnen voleindigen.
Kaart van het
Wandel-paden-netwerk Kortessem is aan 1,5 te bekomen bij Toerisme Kortessem, Kerkplein 14, 3720 Kortessem, tel: 011
37 93 30, toerisme@kortessem.be, www.kortessem.be
De
bovenloop van de Moezel vormt de grens tussen Duitsland en Luxemburg. De
Romeinen hielden ook al van deze streek en al 2000 jaar lang is de Elbling een
rariteit onder de witte wijnen. Wijnen die je vandaag de dag kunt proeven in de
wijnlokalen of bij de wijnboer zelf. Talrijke wandelingen verkennen een
afwisselend landschap van wijnbergen, akkers en bossen. De wijndorpjes Palzem en
Wincheringen op Duitse zijde werkten een geo-wandelroute uit en gaven deze de
naam Via Caliga, een 34 km lange wandelroute die opsplitsbaar is in
twee lussen van 19 en 21 km. Bewegwijzerd is de route door de Caliga,
de Romeinse riemsandaal. 34 km is ook de afstand van een dagmars van de Romeinse
legioenen die tussen de 30 en 40 km bedroeg. De wandelroute loopt deels over de
oude heirbaan Metz-Trier en de verbindingsweg tussen de oostelijk en westelijk
gelegen heirbanen van de Moezel waarbij de Romeinen een brug aanlegden in
Palzem. Een modern monument en een infobord geven de plaats aan waar ooit deze
brug beide oevers verbond. Het infobord maakt deel uit van 24 panelen. Deze
geven informatie over de Romeinse wijn, de heirbaan, fauna en flora, cultuur en
geschiedenis van de bovenloop van de Moezel. Op de wandellus vanuit Palzem
ontdekt de wandelaar sporen van de Romeinse heirbaan in het bos en op de akkers.
Verder zijn er de middeleeuwse versterking van het dorpje Wehr en de domkerk in
Helfkant. Boven op de heuvelrug, op de Romeinse weg, is het genieten van
schitterende uitzichten over de Moezelvallei en de omliggende oude gebergten.
Buiten deze langeafstandswandeling vind je in Palzem en Wischeringen nog
een tiental kortere lokale wandellussen. Het wijndorp Remich (Luxemburgse
Moezelzijde) ligt op wandelafstand. Op de machtige Moezelpromenade staat een
fontein met een bruisende fontein Bachus, de wijngod heft de beker al zittend
op een wijnvat. Nabij Palzem zie je in de heuvelflank het Schloß Thorn. De
Romeinen besloten op een vooruitspringende rots een wachttoren te plaatsen. Deze
toren leidde regelrecht tot naamgeving van het kasteel. Thorn is afgeleid van
het Latijnse turris, turm en betekent toren. Meer antieke
herinneringen vind je de Romeinse villa in Nennig met het best bewaarde mozaïek
ten noorden van de Alpen. In hetzelfde dorp vind je ook een reconstructie van de
heirbaan en een tumulus. En wie niet genoeg krijgt moet naar Borg om origineel
Romeins te tafelen in een volledig gereconstrueerde Romeinse villa compleet
met tuin.
ROUTE: Via Caliga
LENGTE: 34 km opsplitsbaar is in twee lussen van
19 en 21 km
BEWEGWIJZERING: Bordjes met daarop de
Caliga, de Romeinse riemsandaal
SITUERING: Aan de Moezel tussen Frankrijk en
Trier
BEREIKBAARHEID:
Met de auto: over Luik E25 naar Luxemburg, dan A13 tot
afrit Remich, N16 naar Remich, D406/D419 naar Palzem
Met de trein: trein via Luxemburg of Keulen naar Trier en
van daaruit naar Palzem
KAARTEN EN GIDSEN: brochure Via Caliga, Römischer
Wanderweg Palzem-Wincheringen
Wandelen over mijnterrils in het recreatiedomein De Maasvallei
Grootse plannen waren besteed aan de mijnsite
Eisden-mijn. Een heus recreatiepark met bungalowpark, subtropisch zwemparadijs,
was hier gepland achter het kledingmerkendorp, Maasmechelen Village. Het
prestigieuze project ketste af en het terrein ontpopte zich als een
mountainbike- en wandeldomein. Het 250 ha grote ongerepte natuur- annex
recreatiegebied beschikt hierdoor over een unieke fauna en flora. Drie met
vegetatie begroeide mijnterrils waarvan twee toegankelijk en een 100 ha groot
meer met moerassen en schiereilandjes geven het geheel een bergachtig uitzicht
met een verscheidenheid aan landschappen opeen relatief beperkte ruimte. Op het
domein zijn zes routes uitgezet van 5, 7, 9, 11, 12 en 13,5 km die bestemd zijn
voor zowel wandelaars als mountainbikers. De bergroute van 12 km (donkerblauw)
en de Dodentochtroute 13,5 km (rood) beklimmen beide de twee toegankelijke
mijnterrils (slakkenbergen). De eerste van deze kunstmatige bergtoppen gaat
gepaard met een kilometerlange fikse klim. De tweede klim is gemoedelijker, een
asfaltwegje met een aantal serpentines leidt naar boven. Iedere bocht geeft een
spectaculairder zicht op het meer. Bovenop beide bergtoppen, want daar lijkt het
wel op, heb je schitterende panoramas over het meer, de twee andere terrils en
de weidse Kempische bossen. Als wandelaar combineer je best beide routes. Tot na
de eerste mijnterril volg je de blauwe bergroute in tegengestelde richting, deze
is grotendeels identiek aan de rode route, waardoor je in het begin extra om een
ven heenloopt. Je beklimt de eerste terril, de dubbel terril, dan wel langs de
gemakkelijkere kant, maar loopt dan na de afdaling een tijdje aan de bergflank
langs het meer. Lukt het niet de juiste route te vinden volg dan gewoon de rode
route. Eenmaal beide routes terug samen lopen kies je voor de rode route. Een
houten trap gevolgd door een golvend en zwierend bostraject leveren dan een
extra lusje op via deze route. Daarna wandel je rond de immense plas. Bij de
tweede berg, de grote terril, krijg je een splitsing waarbij je uiteraard eerst
kiest voor rood 1X (eerste maal) met een prachtige heidepad over een
schiereiland. Daarna op rood 2X beklim je de grote terril. De top geeft
opnieuw het voorheen besproken panorama met hier als extra de oude mijnsite, de
mijnwijk van Eisden en het Leisure park Maasmechelen Village. Na vier uren
Kempisch bergwandelen, inclusief picknick op een picknickplaats aan het meer
tussen beide terrils, stonden wij terug bij de toegang van het domein. Toegang
tot het domein kost 1,00 en officieel opent de site om 10 uur. Langs de
toegangspoort is een passage die een vroeger bezoek mogelijk maakt of wanneer de
opzichter afwezig blijkt te zijn. Betalen doe je dan achteraf en wees niet
ongerust als je later op jouw tocht de parkwachter ontmoet, deze maakt daar
helemaal geen punt van. Deze wandeling is absoluut een aanrader indien je kennis
wil maken met een uniek natuurlandschap gecreëerd door toedoen van de teloorgang
van de mijnindustrie.
ROUTE: combinatie van de blauwe en de rode
route LENGTE: combinatie
van blauwe en rode route = ca. 14,5 km BEWEGWIJZERING: eerst blauwe, daarna rode
pijlen SITUERING: Achter het
winkelcentrum Maasmechelen Village BEREIKBAARHEID: Met de auto: E314 tot Maasmechelen volg hier de
omleidingsweg naar Maasmechelen Village KAARTEN EN GIDSEN: Foldertje met info over de
routes is te bekomen aan de ingang van het terrein INFO: De Maasvallei, Hoeveweg 59, 3650
Dilsen-Stokem, tel: +32 (0)89-75 10 81, GSM: 0473-240634, info@maasvallei.be, http:///home.scarlet.be/~dm033414 of
+32 (0)472 86 37 03, walterwuyts@hotmail.com
Nadat ik mijn tocht over de Heirwegenroute verdeeld over twee jaar in "Op Weg" neerpende, bewerkte ik voor de uitgeverij Elmar mijn bevindingen in mijn eerste persoonlijk boek, de fietsgids "Fietsen op Romeinse Heirwegen".
Sinds mijn jeugd ben ik geïnspireerd door fietstochten met geschiedkundige thema's. Als Tongenaar (inwoner van Tongeren) kan je niet omheen de Romeinse geschiedenis. In negen etappes fietst de lezer door Frankrijk, België, Nederland en Duitsland van de Atlantische Oceaan naar de Rijn. Aan de hand van zeventien zeer gedetailleerde routekaarten keert deze met een uitgebreid pakket achtergrond- en praktische informatie terug naar de antieke wereld... op ontdekkingtocht naar sporen in het landschap in de voetsporen van de Romeinen. Deze route onderscheidt zich van andere fietsroutes vanwege zijn historische achtergrond. Over 600 km ga je op zoek naar het Romeinse verleden, de antieke wereld, naar sporen in het landschap. Zo zijn er de lange rechte tracés op zich; een voetstuk van een mijlpaal; bedrijven, winkels, cafés met Latijnse benamingen; tumuli; Romeinse muren en torens; straatnaamborden als Chaussée Romaine, Romeinseweg, Römerweg en Römische Straße. De musea onderweg pronken met authentieke Romeinse vondsten. Maar het meest indrukwekkend zijn de archeologische sites als Thérouanne, Bavay, Nemetacum in Arras, het Thermenmuseum in Heerlen en de Romeinse stad Tongeren. Optische sporen als muurresten, Jupiterzuilen, een mijlpaal, een katapult of ander tuig, een marmeren zuil met Romeins opschrift en het café "Aux Centurions" krijgen aandacht. Bij de etappes steeds detailkaarten met extra inzetkaartjes van de grotere plaatsen, trajectkaartjes, veel toeristische informatie, Romeinse geschiedenis, overnachtingsmogelijkheden, voorstelling musea met Romeinse vondsten, aanlooproutes, tips voor meerdaagse tochten, fietslussen, varianten, dagtochten, combinaties met trein, nuttige adressen en nog veel meer praktische informatie. Maak in Frankrijk, België, Nederland en Duitsland kennis met de 'Via Appia van het Noorden' met zijn talrijke grafheuvels en monumenten, de archeologische sites en de antieke vondsten in musea. Archeologen willen deze route evolueren in de aard van de route naar Compostela. Ben je uit op nieuwe ontdekkingen, een aardig (fiets)geschenkje of wil je bij de eersten de Romeinen achterna dan is dit boek absoluut een aanrader. Zeker nu ook allerhande projecten betreffende deze Romeinse Heirbaan op til staan ... zoals een doorlopende tentoonstelling in de belangrijkste Romeinse pleisterplaatsen (Bavay, Waudrez, Liberchies, Tongeren, Heerlen, ...) en dit tijdens de zomer van 2006. Deze gids is trendsetter voor meer... en een uitdaging voor elke fietstoerist.
Begin 2008 komt mijn tweede fietsgids annex wandelgids en city-hopper eraan De Gallo-Romeinse cityhopper
Verwacht: april 2008
1114 km fietsen tussen Gallo-Romeinse steden in Noordoost-Gallië
Naar eigen vermogen in zestien tot twintig etappes door België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Nederland
Naar voorbeeld van streken met een sterk reliëf leent het Jekerdal zich uitstekend voor een meerdaagse wandelroute. De groene vallei wringt zich door Luiks en Limburgs Haspengouw, eens beneden en dan weer boven de taalgrens. De Haspengouwse dorpjes bezitten vele kwadraatshoeves en vaak een kasteel. De Haspengouwse plateaus aan weerszijde van het dal mogen dan een eentonige akkerbouw vertonen, de vallei is daarentegen zeer variatierijk. Bij de bron loop je door vochtig grasland, tussen Lens-St-Servaes en Hollogne loop je op de oever van de Jeker (op Franstalige bodem noemt deze Geer) door dichte bossen. Daarna wandelen we noodgedwongen een eindje van de rivier over rustige, veelal betonnen landwegen naar Waremme. Dit gaat zo verder tot Oreye met zijn suikerraffinaderij waar we de beton tot Tongeren min of meer achter ons laten. Doorheen het natuurreservaat de "Kevie" verlaten we de oudste stad van België. De vallei krijgt een grillige structuur wanneer ze terug op Waalse bodem komt. Diep ingesneden tussen steile mergelwanden die we enkele keren beklimmen, gaat het richting Maas. Eben-Ezer met zijn "apokalyptische" toren en monumentale Cherubijnen, Eben-Emael met zijn fort en Kanne "de parel aan de Jeker" geven een extra dimensie aan de prachtige natuurgebieden die we doorwandelen naar Maastricht.
Achter de kerk te Lens-St-Remy in een weide tref je in een weide één van de bronnen van de Jeker aan. Een andere ligt op het kasteeldomein in het twee kilometer noorderlijk gelegen Blehen. De bron in Lens-St-Servais krijgt doch de vermelding van de bron van de Jeker. Deze bevindt zich in het bos rechtvooruit wanneer je het pad langs de kerk van Lens-St-Servais afdaalt. Ongeloof en lof over de eerste 7 km tussen Lens-Saint-Remy en Hollogne die pal aan de Jeker liggen. Groene paden door beemden, kreupelhout en dicht woud over talrijke brugjes langs een kabbelende Jeker schrijf je niet onmiddellijk toe aan Haspengouw maar eerder aan de Voer of de Ardennen.
Dit gevoel gaat daarna totaal verloren en maakt plaats voorverharde landwegen waar stille dorpjes met kwadraathoeves, kastelen zoals die van Longchamps en Oreye en de stad Waremme het eentonige landbouwlandschap doorbreken. Wie een overnachting in Batsheers overweegt wandelt over een twee meter breed asfaltwegje met weidse uitzichten over het Haspengouwse landschap. Enkele huizen groot is dit gehucht. Een immense kwadraathoeve omgeven door enkele weiden vol ezeltjes is een niet alledaags beeld en typeert de verrassende hoekjes in het vruchtbare Haspengouw.
Limburg binnenstappend verandert dit grondig. Door vochtig gebied loop je over paden opnieuw pal aan de Jeker. In Lauw verlaten we even het dal voor een prachtige holle weg en ontmoeten opnieuw de Jeker bij de Daalmolen, een schaliemolen met ijzeren rad. Op een boogscheut is de Ruttermolen opnieuw in werking gesteld en een deel van het complex dient voor verblijfstoerisme.
De route verlaat opnieuw het dal voor een tracé aan de Ezelsbeek. Rutten bezit een aardig pakketje historisch erfgoed. De Romaanse toren van de St-Martinuskerk kijkt uit over de vallei. De Evermaruskapel is gewijd aan de pelgrim Evermarus die door roofridder Hacco hier vermoord is. De Lenartshoeve behoorde eens toe aan de abdij van Burtscheid nabij Aken. De torenruïne van de burcht van roofridder Aynchon van Hognoul herinnert aan de strijd met het kasteel van de Heren van Hamal, op een boogscheut verwijderd. Een pad door een houtkant maakt opnieuw verbinding met de beemden in het Jekerdal.
Je wandelt nu terug aan de Jeker en dat tot in Tongeren dat je via het stadspark betreedt. Wie Tongeren grondig wil bezoeken neemt hier best de tijd voor. Belgisch oudste stad heeft heel wat geschiedenis te bieden. Het Romeins erfgoed met inbegrip van muren en zijn Gallo-Romeins museum, de Middeleeuwse omwalling met de "Moerenpoort", het begijnhof, de basiliek met schatkamer en Romaanse kloostergang en natuurlijk het standbeeld van Ambiorix de Eburonenkoning zijn de belangrijkste bezienswaardigheden. Deze en nog meer vind je op een 4 km lange stadswandeling bewegwijzerd door in het wegdek aangebrachte klinknagels met Ambiorixhoofd.
Je verlaat Tongeren langs het natuurgebied de Kevie. Eerst over een breed grindpad tussen vochtige weiden, daarna over graspaden langsheen moerasgebied met kreupelhout, maar ook vogelbroedgebied. Nog maar net bestaat ook de mogelijkheid de Jeker doorheen de "Kevie" volledig over de oever te volgen, tijdens de broedtijd - 15 maart tot 15 oktober - is een deel hiervan wel afgesloten voor het publiek.
Op de grens van de dorpen Mal en Nerem staat het Jugendstilkasteel Rosmeulen en de Dubbelmolen. Deze laatste is eveneens aangepast voor verblijfstoerisme en heeft een waterrad in ieder dorp, vandaar de naam. Het pad naar de kerk van Sluizen heeft iets idyllisch, temidden van groen leidt een trap naar een hek in de kerkhofmuur. Een mistsliert creëert hier ongetwijfeld een feeëriek tafereel. Daarna zoek je de valleihelling op om vervolgens enkele holle wegen in te schieten. Je bevindt je nu terug in de provincie Luik. De vallei is hier grilliger en de wandeling zoekt vaker de beboste mergelhellingen op. Nog even raak je Limburg in het gehucht Elst. Op het hoogste punt van Limburg is het genieten van het panorama. Even later sta je bij de Arbre de Gibet, een galgenboom. Ook hier een mooi uitzicht over de vallei en de omgeving.
Veldwegen en paden zakken terug in de vallei naar Roclenge. Een nostalgisch plein met muziekkiosk vertoont gelijkenis met de Avesnois in Frankrijk. Ook op deze zijde van de vallei beklim je de beboste helling bij een mergelwand, om dan een schitterende holle weg in te duiken.Bassenge is bekend van zijn kopie van de Lourdesgrot. Voor deze moet je wel even uitwijken voorbij aan de kerk.
In Wonck bij de kerk bevinden zich rozentuinen en een mergelgrot die op afspraak voor groepen te bezoeken is. Hier stoot je op de GR5 die het verdere verloop naar Maastricht kan bepalen. Deze beklimt door een houtkant de valleihelling, maar meer aangeraden is het prachtig stukje GR5 op de oever van de Jeker te volgen. Na even over een betonnen fietspad te wandelen, de GR gaat hier over een brugje naar de andere oever, kun je over een met silexstenen afgeboord pad ook naar boven. Zo passeer je de "apocalyptische" toren met monumentale Cherubijnen van Eben-Ezer.
Tussen Eben-Ezer en Eben-Emael kreeg de GR5 een betonnen ondergrond ten voordele van het fietsnetwerk. Op de andere oever loopt een piepklein straatje dat uitgeeft op een biotopisch parkje langs de Jeker en is een andere mogelijkheid om bij het fort van Eben-Emael uit te komen. Net voor Kanne kun je in de buurt van de grottoegangen een smal pad tussen weiden naar boven nemen. Even waan jij je hier in de bergen. Een aardeweg leidt terug naar beneden aan de voet van de slingerberg. Maar ik verkies in Eben-Ezer de GR5 te verlaten en de waterscheiding tussen Jeker en Maas te beklimmen. Op de Maashelling bevindt zich immers een immens natuurgebied voor vogelliefhebbers dat eigendom is van RNOB, de evenknie van het Vlaamse "Natuurpunt". (www.rnob.be, www.natuurpunt.be). Bomen overwoekerd door lianen en klimop scheppen een oerwoudsfeer aan de voet van de mergelwand met zijn vele grotten. Over de oever langs het Albertkanaal, dat hier letterlijk doorheen de mergelberg gehakt is, gaat het dan naar Kanne. Wil je evenzeer nog een bezoekje brengen aan het Fort van Eben-Emael, dan kun je op het einde van de mergelberg over een asfaltpad langs de natte gracht de ingang bereiken en zo opnieuw aansluiten op de GR5. Over de kanaalbrug ligt Kanne, "de parel aan de Jeker" met zijn mergelgroeven en kasteel Neercanne. De natuurgebieden bij de hoeve Caestert en de St-Pietersberg geven een extra dimensie op weg naar Maastricht. Vaak grazen er schapen en kun je met hun dagdromen over deze heerlijke trektocht die haast ten einde is. Maar eerst kun je nog de Observant beklimmen, een 120 m hoge kunstmatige grindberg met schitterende panoramas op de Maas, Maastricht en de weidse omgeving.
Maastricht bereik je door de GR5 in te wisselen voor de GR128 en LAW9 die hier samen lopen. Het station van Maastricht ligt in het verlengde van de oude Servaesbrug over de Maas die in gebruik is als fiets- en voetgangersbrug.
STARTPLAATS: Kerk van Lens-St-Remy (bushalte) LENGTE: 79 tot 88 km afhangend van de gekozen wandelweg WEGDEK: vele onverharde wegen en paden afgewisseld met smalle geasfalteerde of betonnen landwegen ETAPPEPLAATSEN: overnachten kan in Boëhle, Opheers, Batsheers, Rutten (weekend of midweek), Tongeren, Nerem-Mal, Kanne en Maastricht. Wie een overnachting in Boëhle overweegt kan hier een lus inlassen van 13 km. Tot Tongeren is er enkel de Ruttermolen die gastenkamers verhuurt, met vertrek vanuit Boëhle kort je zo de etappe in tot 29,4 km i.p.v. 32,7 km. Een andere mogelijkheid om te overnachten is in Oleye uitwijken naar Opheers of Batsheers. De eerste etappe is dan ca. 20 km, de tweede etappe kun je dan doortrekken tot Tongeren met meerdere overnachtingsmogelijkheden en verkiest mijn voorkeur. ETAPPE-INDELING en AFSTANDEN: (1)Boëlhe - Lens-St-Remy - Boëlhe = 13 km (2) Boëlhe - Ruttermolen = 29,4 km (3) Lens-Saint-Remy - Boëlhe = 5,7 km Boëlhe - Opheers = 16,7 km (Batsheers = 16 km) (4) Lens-Saint-Remy - Opheers = 20 km (Batsheers = 19,3 km) (4a) Opheers - Ruttermolen = 20 km (Batsheers = 20,5 km) (5) Lens-Saint-Remy - Ruttermolen = 32,7 km (6) Ruttermolen - Jeugdherberg Tongeren = 8,8 km (6a) Opheers - Jeugdherberg Tongeren = 25,5 km (7) Stadswandeling Tongeren = 4 km (8) Jeugdherberg Tongeren - Dubbelmolen = 5,5 km (9) Dubbelmolen - Kanne = 26,4 km (10) Kanne - Maastricht = 7,6 km
Neem pad links van kerk van Lens-Saint-Remy, = bushalte; RAGR579 achter kerk, is weg naar Abolens; RD in bocht = graspad GR579 door beemden; !!! RD op T-kruising van graswegen, paal met GR-beschildering is verplaatst;GR579 beschildering gaat hier rechtdoor; LA op N637, volg GR579 beschildering; LA pad na kerk van Lens-Saint-Servais,= pad links van toegangspoort van boerderij, volg GR579 beschildering; RA op verbindingsweg, volg GR579 beschildering; onmiddellijk LA pad naar Jeker, volg GR579 beschildering; steeds RD pad rechts van Jeker, volg GR579 beschildering; LA op N637, over Jekerbrug, volg GR579 beschildering; onmiddellijk schuin RA na Jekerbrug, = pad links van Jeker, volg GR579 beschildering; LA op einde op verbindingsweg, GR579 gaat hier naar rechts; RA na Jekerbrug, = pad tussen Jeker en draadafrastering; 2 x RD weg kruisen, = pad langs Jeker; RA op weg, = richting Jeker; LA pad langs Jeker; LA grindweg bij spaarbekken; LA op N637 in Hollogne; RA in bocht, weg naar Berloz; RD voorrangsweg kruisen; Onmiddellijk RA, betonnen landweg; RA op einde, betonnen landweg; LA betonnen landweg, draait links en daarna rechts bij boerderij; RD op einde bosje in; Onmiddellijk RA door bosje parallel aan 10 m gelegen betonnen landweg; LA op betonnen landweg, wordt verder kasseienweg (kasteel Longchamps); RD op kruispunt, onder spoorweg door richting sportcentrum (visvijver met taverne); RD op kruispunt op einde sportcentrum; LA op einde, = N572; RA na 150 m, = N743 over autoweg; RA wegje na autowegbrug, = weg naar Oleye, volg ruitvormige borden Chouette & Nette; RA na circa 2 km, = 3de straat rechts, volg ruitvormige borden Chouette & Nette; Voor overnachting in Batsheers: ga niet RA; LA op volgend kruispunt, = asfaltwegje voorbij aan kerkhof; LA op Y-kruising, = asfaltwegje steeds RD, door Batsheers tot bij het "Karrehof"; terug langs zelfde weg richting kerk; LA weg naar Opheers; steerds RD en vierbaansweg kruisen = N69; RA na 1 km, = verbindingsweg; (*) onmiddellijk LA in bocht, = pad achter huis met brugje over Jeker; Voor overnachting in Opheers: ga niet RA; LA op volgend kruispunt, = asfaltwegje voorbij aan kerkhof; LA op Y-kruising, = asfaltwegje RA op kruispunt van asfaltwegjes na ca. 1km; steeds RD tot in Opheers; RD verbindingsweg kruisen; RA na containerpark, = aardeweg; LA op N784 tot "Michaëlhoeve"; RA net voorbij "Michaëlhoeve", betonnen landweg; RA op kruispunt van betonnen landwegen; LA op volgend kruispunt van betonnen landwegen; steerds RD en vierbaansweg kruisen = N69; RA na 1 km, = verbindingsweg; (*) onmiddellijk LA in bocht, = pad achter huis met brugje over Jeker; LA op N784, voor kerk van Oleye door, volg ruitvormige borden Chouette & Nette; RD op groot driehoekig plein, volg ruitvormige borden Chouette & Nette; RD op kruising met holle weg, wandeling Chouette en Nette draait hier na rechts; RA op einde; RD vierbaansweg kruisen, = N69, volg Bergilers 1 km; (*)(*)RA in bocht naar links in Bergilers, = pad met brugje over Jeker; LA na brugje over Jeker, = voorbij aan kerk van Bergilers RD verbindingsweg kruisen, langs enkele kwadraathoeves door, wordt betonnen landweg; LA op Y-kruising van betonnnen landwegen; Onmiddellijk RA op volgende Y-kruising, = betonnen landweg tussen waterbekkens door; LA aardeweg na waterbekkens; LA op einde bij Jekerbrug in Lens-sur-Geer, = weg bergop haaks op Jeker; RD klimmende holle asfaltweg; Scherp LA bij kapel van Frenay; Scherp RA bij verbindingsstraat, = verharde landweg; LA op T-kruising, betonnen landweg onder N3 door; RA op kruispuntje bij eerste huizen van Oreye; LA op T-kruising, = betonnen landweg voorbij aan grote vierkantshoeve; RA op verbindingsweg na Jekerbrug; LA betonnen landweg tegenover toegang tot kasteel van Oreye; Onmiddellijk RA op T-kruising, = betonnen landweg; Schuin RA graspad naar huizen; RD tot beneden; LA beneden op betonnen verbindingsweg; RA op kruispunt in Otrange, = weg over Jeker; LA na Jekerbrug in bocht naar rechts; LA op kruispuntje met aardeweg, betonnen landweg wordt verder pad; RA na brugje over Jeker, voorbij aan zuiveringstation, = aardeweg langs Jeker; RD betonnen landweg kruisen, = grasweg langs Jeker tot in Lauw, is daar asfalt; LA op einde, 300m na voormalig voetbalveld, = straat omhoog; RA op kruispuntje met landweg; RD op kruispunt, weg draait naar links, niet rechtdoor holle weg naar beneden; RA eerste betonnen landweg bij picknickbank aan laatste huizen van Lauw; Onmiddellijk RA langs weide achter huis, = pad door houtkant naar beneden; LA = holle asfaltweg bij rustbank, volg borden fietsnetwerk; Schuin RD betonnen verbindingsweg kruisen, volg borden fietsnetwerk over brugje Jeker bij Daalmolen; LA op betonnen weg, richting graansilo; LA over gescheiden fietspad langs N614, voorbij aan Ruttermolen (gastenkamers); RA aardeweg voor Jekerbrug; RA op T-kruising na 100 m, = betonnen landweg omhoog; RA op T-kruising met aardeweg; LA op asfaltwegje bij eerste huizen van Rutten; RA op weg; LA kasseien trappen naar beneden, links van Mariakapel en kerk van Rutten, = Kapittelstraat; RA op straat beneden; LA weg naar beneden (café), langs Evermaruskapel door en over beek, weg draait naar links omhoog; LA aardeweg net achter Lenaertshoeve, = eerste hoeve links; RA op straat, = Beekstraat; RD enkele straten kruisen, straat wordt landweg en daarna pad; LA op einde , = asfaltpad; LA op asfaltweg bij burchtruïne van Rutten; onmiddellijk schuin LA, = fietsstrook langs betonnen verbindingsweg terug richting Rutten; Na 200 m scherp RA, = graspad; RD op einde, = betonnen landweg; LA op T-kruising van betonnen landwegen; RA na 100 m, = asfaltpad, volg borden fietsnetwerk; LA op T-kruising bij rustbank over beek, = aardeweg; RA op einde, over Jekerbrug; RA na Jekerbrug, straatje langs Jeker wordt verder pad door weide; RD op einde bij eerste huizen van Tongeren; RD bij Jekerbrug, over gras achter huizen door pal aan Jeker; RD weg kruisen, = straat links van Jeker; RD ringweg kruisen, = rechts langs cultureel centrum door; Schuin LA pad langs vijver aan achterkant van cultureel centrum (taverne); LA op asfalt tussen de twee vijvers; Onmiddellijk RA door hekje het park in; Onmiddellijk LA, = grindpad links langs afrastering van dierenparkje ; RD naar uitgang, metalen hek (taverne bij vijver); LA op straat; Onmiddellijk RA over wandelboulevard voorbij aan gevangenis en begijnhof (jeugdherberg en café); RA voor de brug, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; LA op einde, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; Scherp RA op einde, = Wijkstraat, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; LA (Neremweg), volg GR-tekens GR128 stadsvariant; LA in bocht, onder spoorwegviaduct door, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; RD grindweg, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; Periode 15 augustus tot 15 maart RA na Jekerbrug, RD pad links van Jeker door vogelbroedgebied van "Kevie" (hekje), grindweg draait hier naar links; RD tot einde, = brugje met hekje; RA naar uitgang van drassige weide; Periode 15 maart tot 15 augustus, = vogelbroedtijd RA na Jekerbrug, volg grindweg naar links, volg GR-tekens GR128 stadsvariant; RD op asfalt, GR-tekens GR128 stadsvariant draaien hier scherp naar links; RD op T-kruising, voorbij aan Blaarmolen; RA na ca. 300m op T-kruising bij einde asfalt, = grasweg, wordt verder graspad; Hoofdpad blijven volgen, draait uiteindelijk naar rechts langs beek; RD op einde bij hek, = door drassige weide; RD voorbij aan waterzuiveringcentrale, = links van de Jeker; RD straatje links van Jeker; RA op einde, over Jeker in Mal; LA bij laatste huis van straat aan linker kant, = over parking (café); Onmiddellijk LA straat voor betonnen fietspad, (Dubbelmolen, gastenkamers) wordt grindweg rechts van Jeker; LA bij eerste huizen van Sluizen, = pad over Jeker naar kerk van Sluizen; RA op einde bij kerk van Sluizen, = N 618; Onmiddellijk LA, = weg naar Millen; RA holle betonnen landweg omhoog; !!!RA op 100 m van einde van beton na ca. 1 km, = aardeweg naar beneden; Net voor N618, 2 x LA en terug naar boven, wordt prachtige verwilderde holle aardeweg; Op einde LA aardeweg tussen fruitplantages; Onmiddellijk RA door einde van perenplantage; LA aardeweg, wordt pad door houtkant; RD op einde over strook van 50 m veld, daarna opnieuw veldweg en later betonwegje; RA op einde op T-kruising, = holle asfaltweg omhoog en over autowegbrug; RA na autowegbrug; LA ca. 300 m na alleenstaande galgenboom, = aardeweg; RD op T-kruising aardewegen; RA op asfaltweg; Onmiddellijk RA grindwegje steil naar beneden, wordt asfalt; LA pad voor eerste huizen van Roclenge; = pad tussen bos en weide; RD op betonnen weg, = berg op; RD bij straat komende van rechts; RD bij straat komende van links; !!! RA na ca. 150 m na vorige straat van links, = moeilijk zichtbaar smal pad langs omheining van laatste huis, = steil naar beneden; RA op asfaltstraatje; RD naar beneden op Y-kruising; RA op N618; Onmiddellijk LA naar dorpsplein van Roclenge; schuin RD op kruispunt op einde van dorpsplein bij gemeentehuis en muziekkiosk in Roclenge, = eventjes links uitwijken; RD betonweg onder spoorwegviaduct door, niet de doodlopende weg volgen; Scherp LA na spoorwegviaduct, grindweg draait in enkele haarspeldbochten steil naar boven; LA op kruispunt van veldwegen, holle aardeweg naar beneden; RD naar beneden tot op N618; LA op N618; RA net voor spoorwegviaduct van Bassenge (voor Lourdesgrot onder viaduct door voorbij aan kerk); Onmiddellijk LA op T-kruising; RD in haarspeldbocht; = pad met spoorweg aan linkerhand; RD pad blijven volgen bij volgend spoorwegviaduct; LA bij volgend spoorwegviaduct, onder spoorweg door = asfaltstraatje; RD N619 kruisen; RA op T-kruising, = grindweg, wordt verder pad; steeds RD, = grindpad; RA op einde op T-kruising voor brugje over Jeker bij kerk van Wonck, = pad dat niet over brugje gaat (voor rozentuinen over brugje gaan); LA op straat; LA op T-kruising; Onmiddellijk RA op Y-splitsing; Onmiddellijk RA op volgende Y-splitsing, wordt verder pad langs Jeker, volg GR5-beschildering naar rechts; (hier kun je ook LA omhoog wandelen, GR5-beschildering volgen naar Kanne en de St-Pietersberg, vervolgens de GR128en LAW9 beschildering volgen naar Maastricht) RD op betonnen fietspad (GR5-beschildering gaat hier naar rechts); LA na ca. 200 m, = pad afgeboord door silexstenen in bosje; RA op einde, GR5-beschildering naar rechts volgen (steeds rechts aanhouden, GR5-beschildering voorbij aan Vredestoren uit silex met Cherubijnen - gevleugelde dieren - naar Eben-Ezer); RA na wegviaduct in Eben-Ezer, volg GR5-beschildering; LA op N617, volg GR5-beschildering; !!!RD N 617 verlaten in bocht naar links na rotonde, = rechtse omhoog lopend straatje met haarspeldbocht (GR5 gaat hier RDop linkse straatje); Schuin RA op Y-splitsing; RA op einde op T-kruising van veldwegen; Onmiddellijk LA, = grasweg, wordt even verder pad steil naar beneden met trapjes door natuurreservaat; LA beneden bij bosrand; Trapjes naar boven na ca. 750 m, pad houdt zelfde richting aan; LA na nog eens ca. 1 km, = houten trapjes steil naar boven; RA na ijzeren hekje bij mergelgrotten; RD naar beneden in haarspeldbocht van verbindingsweg; LA voor brug van Lixhe, = jaagpad langs Albertkanaal volgen tot aan brug in Kanne; RA over brug, volg GR5-beschildering GR5-beschildering volgen door Kanne en naar de St-Pietersberg, vervolgens de GR128 en LAW9 beschildering bij arduinen monument volgen naar Maastricht, deze loopt RD over de kam terwijl de GR5 links de helling afgaat.
De voorbije jaren werden in Haspengouw prachtige wandelingen in de meest waardevolle landelijke gebieden uitgewerkt. Deze wandelgebieden zijn herkenbaar aan een uniform systeem van bewegwijzering met kleur-symboolcombinatie. Aan de vertrekplaatsen vind je altijd een duidelijk overzichtsbord van het wandelgebied. Het Regionaal Landschap Haspengouw heeft een aantal prachtige wandelingen volgens hetzelfde systeem uitgewerkt. Na Kiewit, Mettekoven, Nieuwenhoven, Rullingen, Vrijhern en Zammelen was Heks aan de beurt. Elke wandeling wordt in twee richtingen bewegwijzerd met vertrek in Heurne, een gehucht van Vechmaal.
Vanaf een authentieke herberg De Horne vertrekken drie bewegwijzerde wandelingen van 6, 9 en 12 km. Dankzij afspraken met de graaf van Hex en enkele grote boerderijen zijn volledig nieuwe wandelpaden getrokken waardoor dit buitengewone boerenland met zijn koepelbosjes nu ook toegankelijk is voor de wandelaar. De 6 km wandeling doet het dorp en de Hinnisdael-mergelgrotten aan. De mergelblokken uit deze grotten diende o.a. voor de bouw van de basiliek van Tongeren, die je op de langere afstanden af en toe aan de horizon kan ontwaren. Je passeert ook langs het eigendom Hinnisdael. In de 12de E stond hier de ridderburcht van deze familie die eeuwenlang het leven in de streek bepaalde. Een mooie 13de E gerestaureerde toegangspoort met toren siert de kasteelhoeve en het in mergelblokken opgetrokken herenhuis.
De 9 en 12 km lopen vooreerst tezamen. Op de eigendommen van het kasteel van Heks en het Monnikenhof, een machtige kasteelhoeve,of Munkhof in de volksmond, is een meterbreed graspad aangelegd dat de grote landschappelijke waarde doet beleven. Even is dit graspad onderbroken door een passage over een oude trambedding, om uiteindelijk te eindigen op één van de kasteeldreven. De 9 km daalt dan over een landweg in de Herkebeekvallei met daarin het Manshovenhof. Het dorp Heks, opnieuw een meter breed aangelegd graspad langs een bosrand en het gehucht Heurne met enkele monumentale kasteelhoeves vervolledigen dit traject.
Het typische Haspengouwse kasteeldorp Bommershoven, de kastelen Tenhoven en het kasteel van Widooie zijn hoogtepunten op de 12 km met doortocht door de vallei van de Molenbeek. Hier krijg je een drietal kilometers verharde wegen onder de voeten. De monumentale gebouwen eraan gelegen rechtvaardigen ruimschoots de ondergrond. Eenmaal terug op het grondgebied van Vechmaal treft de 12 km wandeling op die van 6 km. Kies je hier voor de bewegwijzering van de 6 km dan krijg je een onverhard surplus van ca. 1 km met twee prachtige holle paden en langsheen de mergelgrotten. De zo bekomen 13 km wandeling is een ware topper die gespijsd is met een grote diversiteit aan ingrediënten: de landelijke sfeer, de oude dorpskernen omringd door monumentale vierkantshoeves en kastelen, holle wegen en heerlijke uitzichten vormen een ideaal wandeldecor. Voor een blik op het kasteel van Heks op de langere afstanden, zul je even van de wandeling moeten afwijken.
Steekkaart
ROUTE: Wandelgebied Heks
SITUERING: op het grondgebied van de dorpen Vechmaal, Heks en Widooie, driehoek Tongeren, Borgloon en Heers
LENGTE: 6, 9 en 12 km
BEWEGWIJZERING: zeshoekige bordjes met kleuren conform de wandelafstand
VERTREK: Herberg De Horne te Vechmaal (gehucht Heurne)
BESCHRIJVING/KAART: vouwblad is te bekomen bij de plaatselijke Toeristische Diensten, bij Toerisme Haspengouw of bij het Regionaal Landschap Haspengouw.