Egoïsme is een grote begoocheling, het levert ten slotte niets anders op dan teleurstelling, leemte of verborgen wanhoop J. Henry Dunand
29-01-2007
Begoochelaar
Hoe staat ge daar nu? Gij begoochelaar van mijn gevoelens. Gehuld in uw mantel der liefde En belicht door de schijn van je genegenheid
En ik lig hier ergens In de coulissen achter jouw toneel. Een vergeten wit konijntje, uit jouw grote zwarte hoed.
In de zaal hoor ik gefluit Terwijl je reeds geniet van je volgende kunstgreep. Hoor ik in het duister een stem die fluistert: Doorsteek de band en volg mijn leiddraad
We zullen ons n.a.v. de gedichtendag eens van onze beste dichterskant laten zien. Dit jaar met het thema Stilte
In de vroegte van het ochtendgloren adem ik de stilte in. Een nieuwe dag werd net geboren, maar de school zij ontwaakt nog niet. De gangen leeg en doods, zonder het lawaai van het leven. Geen kind dat roept, geen kind dat loopt. Ook de bel houdt zich afzijdig en kijkt wat in de stilte. Eenzaam stap ik door de gang, en schuifel de stilte voorbij
Sommigen weten het, sommigen niet, maar sinds enkele weken ( 6 om precies te zijn) loop ik stage op een interne leerlingenbegeleidingsdienst op een Middenschool. Een van de dingen die me vooral opvalt is het pesten. Van "kleine scheldpartijen" tot systematisch treiteren, ambeteren, koeioneren, ... . En speciaal voor alle pesters heb ik het volgende tekstje opgesnord. Mensen uit de omgeving van Boom zal het misschien bekend in de oren klinken, het is deze tekst die Pol Goosens op het Vredesmoment vlak voor de kerstvakantie heeft voorgelezen. Pesters Wee U!
Kinderen of niet, pesters zijn gruwelijke schepsels. Ze vergelijken met beesten is een oneer voor de beesten. Die doen zoiets niet. Om zoiets te doen moet je verstand hebben. Pesters zijn in het beste geval dieven, in het slechtste geval moordenaars. Het stelen van iemands gemoedsrust loopt wel s faliekant af. Vergelijk het met Guantanamo: mensen ambeteren, lastigvallen, jennen en de duivel aandoen. Zit het in de genen? Dan rammen we het er best uit, van kindsbeen af. Dankzij de baasjes hun consequente aanpak heb ik al menig vriendelijke pitbull mogen ontmoeten, genetisch bepaalde superbijtkracht incluis. Waar een wil is, is dus een weg. Natuurlijk helpt het geen zier om tegen gepesten, mentaal en fysiek onbekwaam zich te verdedigen, te zeggen dat ze van zich moeten afbijten en er desnoods op kloppen. Goodwill van derden in de buurt moet de zaken op orde stellen. Ouders, leraars, collegas, medeleerlingen met hoog in het vaandel: in mijn buurt wordt niet gepest. Als kind had ik het al. Ik rook het gewoon als iemand gepest werd. Kom maar bij me staan. Als een beschermend roofdier dat verloren welpen adopteert en belagers te lijf gaat. Driemaal horen en dan voelen. Een peer op hun appel. Tot moes, als het moest. Eentje riskeerde ooit, na meer dan één verwittiging, nogmaals een poot uit te steken naar mijn beschermeling en zal het zich 45 jaar na datum ongetwijfeld nog herinneren. Ik hààt pesters, dat druipt van mijn bakhuis. Bij ludieke studentendopen onderdruk ik moordneigingen, nog nét. Gebuurte van gepesten, kom voor ze op. Verdrààg dat gehannes niet langer. Er zijn nog altijd merkelijk méér mensen die niet pesten, dan wél. Ontmasker ze, tem ze. Broek af en in blote billen aan de schandpaal. Heb geen angst. Angst is kak om pesters te lijf te gaan. Woede moet er zijn. Ik draag een bril en mijn hond is ros. Ik raad iedereen af ons hiermee ook maar één stonde te pesten. Het zal hun beste dag niet zijn.
Als men mij zou vragen, wat mijn favoriete song van The Cranberries is, dan zou ik na lang twijfelen, wikken en wegen voor Dreams gaan. Waarom? Voor mij is het simpel, een rustige, doch niet saaie melodie en een zachte stem van een vrouw die zingt. Meer hoeft dat voor mij niet te zijn.
Nu we 2006 naar de schroothoop van de geschiedenis hebben verwezen, kan ik iedereen van jullie een gelukkig, gezond, aangenaam, ... 2007 wensen. Voor mijn 1ste bericht van het jaar heb ik wel even lopen denken over wat ik nu zou schrijven. Gezien ik nogal aan mijn gezondheid gehecht ben, heb ik niet echt zin om over de ophanging van Sadam te gaan zitten keuvelen. Hoewel, het moet toch wel lastig zijn dat je op 30 december opgehangen wordt, net op de dag van het offerfeest. Misschien is Bush toch moslim. Enfin, gedaan over Sadam, kruis er over. Ander onderwerp.
Misschien over de goede voornemens, wel ja. Ik heb mezelf voorgenomen om dit jaar wat meer te lezen, en om het jaar goed in te zetten, ben ik begonnen met een meesterwerkje uit de Oud Nederlandsche Taalkunde en filosofie: Stultitiae Laus, of De lof der Zotheid van Erasmus. Een boek waarin Erasmus zichzelf als de zotheid in eigen persoon ziet, en een toespraak houdt. Schitterend geschreven. Ik kan het niet nalaten jullie te laten meegenieten van dit meesterwerk, daarom een kort fragmentje.
Het stuk dat ik ga citeren, is punt 2, en een stukje van punt 7 uit "De Toespraak van Moria", waarin hij de menigte toespreekt, in naam van de zotheid (Moria is oud grieks voor zotheid als ik het boek goed begrepen heb). "Aanstonds zal ik U vertellen, waarom ik hier voor u sta met op het hoofd een zotskap, een ongewone dracht voor redenaars. Wilt dus goed luisteren, niet met dat halve oor, dat gij aan de boetepredikers pleegt te schenken, maar met de aandacht, warmee gij martschreeuwers, piassen en hansworsten aanhoort, met oren dus als Midas eens voor Pan opzette. De kwestie is namelijk, dat ik er vandaag plezier in heb om voor U eens de sophist te spelen - ik bedoel niet zo een van dat slag als tegenwoordige studenten syllogismen inprenten, zodat dezen nog hardnekkiger leren kijven dan vrouwen. Neen ik wil een van die oude sophisten navolgen, die, om in de slechte reuk staande benaming "wijsgeren" te vermijden liever sophisten (d.i. "wijsmakers") genoemd willen worden. Het was hun lust en leven om de loftrompet over goden en hleden te steken. En daarm zult gij ook van mij thans een lofrede horen, maar niet op helden of op wijzen, doch op mij zelf: de dwaasheid" ... "Ge weet nu dat ik moria heet. Maar gij mijne toehoorders, hoen noem ik U? Welke andere eretitel dan Opperzotten kan ik u geven? Kan godin Moria een passender naam bedenken voor haar volgelingen?" Om geen last te krijgen met de auteursrechten vereniging en andere houdt hierbij mijn citatenronde op. U mag nu applaudiseren.