Ondertussen zijn we al reeds eind januari en dat betekent
Chinees nieuwjaar! Vanaf de 15e januari loopt Beijing min of meer grotendeels leeg en wordt het een redelijk trieste bedoeling. De campus waar je anders op sommige momenten over de koppen kunt lopen, ligt er nu erg verlaten bij. Min of meer alle kantines zijn gesloten en hetzelfde geldt voor de vele kleine winkeltjes. Ook in de omgeving rond de campus is het meer van hetzelfde. De fruitverkopers en baozi-chefs hebben hun biezen gepakt en zijn huiswaarts gekeerd om met hun familie nieuwjaar te vieren. s Avonds zijn er een hoop minder mensen op straat en het valt op dat er veel minder licht dan gewoonlijk brandt. Alleen de felgele M boven de MacDondals blijft dag en nacht branden, maar het aantal Chinese dikkerdjes binnenin is toch duidelijk verminderd.
Ofschoon ik op voorhand niet echt plannen had gemaakt, was het me snel duidelijk dat Beijing eigenlijk niet echt the place to be is gedurende Chinees Nieuwjaar. Met het bange vooruitzicht van elke dag in de MacDonalds te moeten eten indachtig, begon ik te denken over mogelijke alternatieven om Chinees Nieuwjaar te vieren. En ja, een goed alternatief bood zich aan. Ik heb de chance dat ik nog een goeie vriendin van twee jaar geleden in China kende. Ze vertelde dat ik welkom was om haar te vergezellen naar haar oude thuis op het platteland om aldaar het Chinese Nieuwjaar te vieren. Geen plannen voor Chinees Nieuwjaar, dat is not done. En bovendien Chinees Nieuwjaar op den boeren buiten
Ach, waarom ook niet.
Op de 21e januari nam ik de hoge snelheidstrein naar Qingdao (waar ik twee jaar geleden een jaar verbleef). Na ruim vier uur trein kwam ik in de vroege avond aan in het voor mij erg vertrouwde Qingdao. Xiaoyan stond me op te wachten en stond erop dat ik meteen dezelfde een avond een rood onderbroek en rode sokken moest kopen. De reden hiervoor heeft te maken met de Chinese jaartelling. Dit jaar is het jaar van de draak en ik ben zelf ook geboren in het jaar van de draak. Het is een Chinese traditie dat iemand tijdens zijn eigen jaar rood ondergoed draagt, dat brengt geluk. Over een onderbroek meer of minder doe ik niet lastig dus bijgevolg beschik ik nu over een officieel geluksondergoed. Mijn sokken zijn ook een verhaal op zich. Onderaan de sokken staat 小人 of deugniet geschreven. Iedere keer als ik een stap zet, trap ik op een deugniet (踩小人). Zo kan ik er prat op gaan dat ik dit jaar de deugnieten zal afschrikken (plattrappen als het ware) zodat ze mij dit jaar niet schaden.
De volgende dag moesten we om 5 uur opstaan om vervolgens de traagste trein ooit te nemen richting het Chinese platteland (莱阳). Na onze aankomst moest Xiaoyan meteen een paar traditionele taken vervullen. Een van de eerste zijnde geld geven aan haar familie (!). Nu beschouw ik mijzelf als min of meer een goede zoon, maar aan die Chinezen kunnen we toch een puntje zuigen. Xiaoyan deelt maar liefst 6000 yuan (anderhalf maandloon!) uit aan haar familieleden, gaande van haar grootouders, ouders, tantes, nonkels tot jongere zus. Sommigen weigeren de rode envelop met geld en ze krijgt er ook enkele terug, maar dat is toch een redelijke smak geld die ze uitdeelt. Overigens worden deze enveloppen in de meeste gevallen niet gewoon overhandigd. Meestal gaat dit gepaard met een soort van envelopgevecht. Je moet resoluut de envelop weigeren en terug in hun handen duwen. De gevende partij is echter nooit bang voor een duel en zal proberen in een snelle geniepige beweging de envelop in je broekzak te schuiven. Dit spektakel speelde zich meerdere keren af en, toegegeven, tot groot jolijt van mijzelf. Tot ik uiteindelijk, geheel onverwacht, ook in dit spektakel betrokken werd. De bomma stopte plots prompt een rooie envelop in mijn handen. Uiteraard probeerde ik te weigeren, maar uiteindelijk heb ik toch moeten toegeven en de rode envelop aannemen (100 yuan, niet slecht, 10 pinten op café, 30 pinten op straat, 10 keer warm eten in de kantine).
Voor de rest van de dag was het vooral veel eten, vooral dumplings, de nieuwjaarslekkernij bij uitstek. Eten wordt overigens gedaan op het bed van de grootouders. Dit is niet zomaar een bed, maar een huokang(火炕). Via een buizensysteem wordt de rook en stoom van de keuken onder het bed doorgeleid, waardoor het aangenaam warm wordt. Overdag ligt er ook geen matras op, zodat dit bed in feite een grote verwarmde vloer wordt.
De dag erop, de eerste dag van het Chinese nieuwjaar, stonden er als ontbijt weer dumplings op het menu. Alleen waren het deze keer speciale dumplings. In enkele willekeurige dumplings werden immers enkele verassingen gestoken, zoals bijvoorbeeld een muntstuk, een snoepje, fruit enz. Deze hebben ook allemaal een betekenis. Als er iemand op een muntstuk bijt, begon iedereen meteen van aha! Er wordt er ene rijk van de jaar!. Ikzelf had ook een muntstuk in één van mijn dumplings en de tante raadde mij ten stelligste aan met de lotto te beginnen spelen en -in het geval van grote winst- hen niet te vergeten.
Nog een interessante ervaring was eens rond te lopen in het dorp. Ver weg van de pracht en praal van steden als Beijing en Shanghai, liggen over heel China kleine dorpjes als Laiyang verspreid. Onberijdbare wegen, licht verkrotte huisjes met daarrond wat velden, dat is het in een notendop. Veel kleine zaken die ik daar zag heb ik nog wel echter nog nooit eerder gezien. Het zit hem wel in details, dingen die ikzelf niet zou opmerken. Op vele platte daken is er bijvoorbeeld een gat te vinden. Xiaoyan legde me uit dat dit gat dient om graan door te duwen. In de zomer drogen de boeren graan op hun dak waarna ze het door die gaten terug naar binnen kunnen duwen. Onderaan staat dan iemand die het graan in zakken opvangt, klaar voor transport.
Na enkele dagen was de tijd gekomen om terug naar Beijing te gaan. De ervaring was interessant, maar het Chinese platteland is geen plek waar je echt erg lange tijd wilt blijven. In de winter, op het Chinees Nieuwjaar na, is het er toch erg grijs en de opwindendste activiteiten beperken zich dan hoofdzakelijk tot eens rondlopen bij de velden of wat Tai Chi beoefenen.
Volgende week vertrek ik naar de Filippijnen voor een week. Ongetwijfeld zal ik daarna ook nog wat proberen te schrijven over mijn vakantie. Ik bedenk mij nu plots dat ik feitelijk bijna (excuseer me voor het taalgebruik) geen fok weet over dit land. Zo zijn het bijvoorbeeld merendeel christenen, bijgevolg hechten ze geen belang aan Chinees Nieuwjaar in tegenstelling tot vele andere landen in de regio (Japan, Korea, China, Vietnam). Nu dat maakt Filippijnen wel aantrekkelijk om naartoe te reizen voor deze tijd van het jaar. Aangename temperaturen en relatief goedkoop omdat het geen feestperiode is.
|