Ik heb deze week mijn terugvlucht vastgelegd. 20 juli ben ik terug in Belgie! Eerlijk gezegd kijk ik er ook wel wat naar uit. Het zal deugd doen om familie en vrienden terug te zien.
Dus nu ben ik min of meer aan het uitbollen, het is minder dan twee maanden nu. Dat betekent mijn stage nog zo goed mogelijk uitvoeren en nog proberen wat uit mijn studie te halen. En ook nog enkele plaatsen bezoeken. Tussen 13 juli en 18 juli trek ik zuidwaarts richting Fujian. Qingdao en Dalian zijn BY FAR mijn favoriete steden in China (als het op leefbaarheid aankomt) en ik kijk er naar uit om naar Xiamen te gaan (een vergelijkbare stade in Fujian). Daarnaast hoop ik ook nog Shanxi en binnen-mongolie te kunnen bezoeken (een korte trip), we zullen zien uiteraard.
De stage is bij momenten redelijk interessant. In een notendop enkele gebeurtenissen: - Ik en mijn baas (Chris Cheung) hebben een Frans bedrijf bezocht dat mixers produceert. Op zich klinkt dat niet zo wereldschokkend, maar er komt meer bij kijken dan je denkt. Mixers worden in erg veel industrieën gebruikt van farmaceutica, cosmetica en voedingswaren tot de nucleaire industrie. De manager leidde ons rond in de werkplaats en vertelde uitvoerig over hun strategie en het reilen en zeilen van hun KMO in China. Achteraf moest ik er een case study over schrijven. Ik vond het wel een redelijk leerrijke ervaring. - Mijn baas (het hoofd van het business development department) is tevreden dus ik denk dat ik al bij al wel degelijk doe. - Mijn collega's zijn wel "grappig" van tijd tot tijd en het is wel interessant om met hun te lunchen (ze zijn geen studenten meer, dus wat ze vertellen etc. is verschillend van wat ik te horen krijg van mijn vrienden op de campus).
De studie valt wel mee, niet ontzettend nuttig, maar ik kan ook niet klagen. 2 schrijflessen en nog 1 andere les die over allerlei onderwerpen gaat. Ik hoop ze succesvol te kunnen afleggen, dat ik min of meer een certificaat kan krijgen dat ik hier een jaar gestudeerd heb. Dat zou mooi zijn.
Voor de rest in de vrije tijd nog wat sporten en een korte trip maken bij gelegenheid. Ik ga proberen nog naar binnen-mongolië te gaan nu ik hier nog zit.
Ondertussen al een tijdje geleden (30 april), ben ik tezamen met een vriend (Bryan uit Connecticut, VS) naar het autosalon in Beijing geweest. Op zich ben ik niet zot van auto's, bolides etc. maar ik vond het wel de moeite.
In 2010 werden er in China 11,7 miljoen passagierswagen verkocht in China. In datzelfde jaar werden er 9,8 miljoen passagierswagen verkocht in de Verenigde Staten. Met andere woorden, China is op dit ogenblik reeds de grootste automarkt ter wereld. Naar alle waarschijnlijkheid zal China wel echter nooit een echte autonatie naar Amerikaanse (of Europese) normen worden, simpelweg omdat dat niet mogelijk is. In de grote steden zijn de verkeersopstoppingen nu al niet te houden.
Dat gezegd zijnde, hier wat foto's:
Ik bij de ingang
Veel volk (maar niet dermate erg als de Shanghai expo ofzo)
Het blijft wel China uiteraard. Dus van tijd zie je wel eens een kleine met een gat in zijn broek of een kleuter die op een motorkap kruipt.
Lamborghini was er ook.
bugatti mocht ook niet ontbreken
Koenigsegg had ook een stand! (In Top Gear waren ze één en al lof over dit "vliegmachien")
Deze auto deed me fel denken aan de Delorean uit Back to the Future.
wat Klassiek Chinees op je auto, waarom ook niet.
Over het algemeen ben ik geen grote fan van Amerikaanse cadillacs, chevrolets en andere Amerikaanse bolides. Maar als je met een Amerikaan naar de car fair gaat dan moet je natuurlijk wel even bij hun stand halt houden. Bon, hier Bryan met een Chevrolet Camaro, één van de meest bling bling sportwagens van Amerikanase makelijk. Bryan vertelde mij ook dat ze bij hem thuis 5 auto's voor 4 personen hebben (hou daarbij rekening dat hij en zijn zus al lange tijd in het buitenland zitten) en dat dat niet dermate ongezien is in de VS. Toch wel redelijk verschillend van bij ons.
Afgelopen
week was het Tomb Sweeping Day (清明节). Een feestdag waarop de Chinezen
de overleden familieleden eren. Een typisch verschijnsel op deze feestdag is
kleine vuurtjes bij kruispunten. Chinezen verbranden er (nep) papieren geld
voor de voorouders in het hiernamaals. De feestdag betekent ook drie dagen
vakantie van maandag tot woensdag, joepie de poepie! Helaas pindakaas, is de
Chinese wetgeving wel zo dat de Chinezen om dat goed te maken zowel op zaterdag
als op zondag moeten gaan werken. Ook ik moest voor de verandering op zaterdag
naar mijn stage gaan om één extra dag te werken. Maar bon, de Britste baas
(Chris) zei dat het genoeg geweest was om vier uur waarna hij ons wat pinten in
de Irish pub trakteerde, toffe peer die baas. (Overigens is in de Irish pub en
vele andere plaatsen in Beijing ook Stella en Hoegaarden te verkrijgen en die
blijken nog wel relatief populair.)
Gezien
ik het dit semester wat drukker heb, moet ik best van vakanties gebruik maken
om nog wat uitstapjes te maken. Tezamen
met Stjepan en Amos (Zhao Zhejin) namen we trein richting Shanhaiguan in de
Hebei provincie (de provincie rond Beijing) om aldaar twee dagen door te
brengen. Shanhaiguan is een historisch belangrijke plek. Letterlijk betekent
Shanhaiguan (山海关) zoiets als pas tussen de bergen en de zee, en dat is
ook min of meer een goeie omschrijving van de plaats. Tussen het Noordoosten van
China (Manchurije) en het Centraal gelegen deel van China is er een
uitgestrekte bergkam die een natuurlijke grens tussen de twee gebieden vormt.
Op het einde van de Ming-dynastie stonden de Manchus in Manchurije te popelen
om het verzwakte rijk van de Ming binnen te trekken en de rest van China te
veroveren. Helaas vormt deze bergkam een erg vervelend obstakel, des te meer
als je er met een heel leger over moet. Bijgevolg viel de Manchus hun oog op
Shanhaiguan, de enigste pas waarlangs je zonder al te veel kleerscheuren het
gebied van de Ming vanuit het Manchurije kan binnentrekken. Het Minghof bestond
uiteraard ook niet uit idioten en zij hadden de Chinese muur dan ook erg
versterkt bij Shanhaiguan. Maar na een hoop geduw en getrek heeft één of andere
verrader (Wu sangui吴三贵) de poorten opengezet en de rest is geschiedenis. (De
Manchus verdreven de Ming en stichtten hun eigen Qing-dynastie in 1644 om dan
zelf ten onder te gaan in 1911)
Bon
dat gezegd zijnde, kan ik overgaan op wat we daar uiteindelijk echt gedaan
hebben. Op onze eerste dag bezochten we de plaats waar de Chinese muur in de
zee gaat (老龙头). Ook wel het uiterste oostelijke punt van de Chinese
muur (ofschoon ze nog wat muur gebouwd hebben hier en daar in het noordoosten).
Jammer genoeg hebben ze wel een fake boeddhistische tempel bij de ingang
gebouwd, een soort van toeristenval. Deze tempel lijkt de ingang naar de
Chinese muur maar eigenlijk is het een hoop crappy beelden en wat kartonnen
boeddhas in een muf hok. Bij de uitgang aangekomen merk je dan dat je voor het
verkeerde betaald hebt (zij het maar 20 renminbi). Dat durven ze soms wel,
toeristenvallen bouwen. Uiteindelijk hebben we dan beslist om via het strand
naar de muur te gaan en dat was wel de moeite.
Later
op de dag hebben we dan nog wat rondgelopen in het stadje. Shanhaiguan heeft wel
zijn charmes. De stad is omringd door een stadsmuur en ze hebben geprobeerd een
deel van de stad op te knappen waar ze aardig in geslaagd zijn. In de avond
hebben we dan nog Shaokao (geroosterde stokjes lamsvlees, varkensvlees, courgetten )
gegeten. Shaokao kom je erg vaak tegen in China, maar dit was de beste die ik
tot nog toe heb gegeten.
De
tweede dag gingen we nog een deel van de Chinese muur bezoeken op een berg
nabij de stad (角山). Helaas had twee dagen voordien iemand een bosbrand
veroorzaakt dus hadden ze bij gevolg een groot deel afgesloten. Maar dat kon de
pret niet drukken, wat ter plaatse rondlopen was best fijn. Snel daarna was het
alweer tijd om terug naar Beijing te keren. En dat is het einde van dit verhaal
;).
Ik
zal later deze week nog wat fotos posten van Shanhaiguan.
Nog
wat terzijde:
·Twee weken geleden was er een Belgische party in
Beijing. Brusselse DJs waren speciaal naar Beijing afgezakt om een set te
draaien. Hoewel ik dit jaar zelden erg laat uitga, was het nu nog eens van den
dienen. Sid (sinoloog uit Leuven) organiseerde mee het gebeuren en kreeg mij
gratis binnen. Daarnaast heb ik ook erg goed van het gratis vat Vedett kunnen
genieten. Helaas pindakaas ben ik er wel in geslaagd om toch nog ruim 300 rmb
uit te geven en ook mijn pull kwijt te spelen (sorry ma). On the bright side,
ik ben wel een vedett T-shirt rijker en heb met redelijk wat interessant volk
kunnen klappen. Redelijk wat Belgen alsook een Amerikaan die voor Duvelmoortgat
in China werkt (en mij die T-shirt kado heeft gedaan o/).
·Laatste tijd nog redelijk wat Majiang (mahjong)
gespeeld. Best fijn zo met zijn vieren. Ik ben nog niet zo goed, maar de
tegenstanders meestal ook niet. Dus veel geld verlies ik dan niet. Soms doet
onze Chinese kameraad Zhaoxin mee, hij is een beetje gokverslaafd en speelt bijgevolg
nogal goed. Dan is de kans op winnen wel kleiner, maar uiteraard spelen we voor
erg lage bedragen.
·Ik ben er recentelijk achter gekomen dat de
bewaker van ons kotgebouw een 17-jarig meisje is. Ze staat merendeelvan de tijd gewoon bij de ingang met haar gsm
te spelen. Waarom ze een 17-jarig meisje van 45kg als bewaakster aannemen is
mij echt een raadsel. Maar ja, hier kan je echt alles tegenkomen.
·Ik ben ingelicht over de scores van de twee
examens die ik vorig semester heb meegedaan . Voor 全球化经济问题与政策(globalization: economic problems and policy) en 财务管理(corporate
finance) heb ik respectievelijk 87% en 77% gehaald. In vergelijking met thuis
smijten ze hier wel redelijk hard met punten. Voor de rest gaat dit semester
wel degelijk wat lessen betreft. Ik volg twee lessen schrijven, weinig huiswerk
en ook nog zon 6 uur andere vakken. Ik ga proberen om in totaal 6 vakken
succesvol af te leggen. Als je drie vakken per semester aflegt wordt je
beschouwd als een student wiens beurs mag verder gezet worden. (Niet dat ik
hier van plan ben te blijven volgend semester, maar het is hoe dan ook beter om
hier als goede student buiten te gaan). Tel daar dan nog eens drie volle
dagen werken bij op en ik krijg mijn dagen wel aardig gevuld.
·Kwatongen beweren dat er een staatsgreep op
komst is. De charismatische leider van Chongqing, Bo Xilai werd de laan
uitgestuurd en hier en daar is naar het schijnt zelfs een tank gespot! Soit,
wat er van aan mogen zijn, ik merk alleszins niet veel abnormaals. En hoewel ik
weinig afweet van wat er echt in Zhongnanhai (het politieke hart van Beijing)
gaande is, denk ik wel dat er meer nodig zal zijn dan 1 opstandig dorp (Kanding)
of één ontslag om de diepgewortelde communistische partij met zijn ruim 70
miljoen leden op één, twee, drie van de troon te stoten.
·Op de stage bij het EU SME Centre gaat alles
goed. Vorige week nog de Beijing international technology transfer conference
gaan bijwonen. Tijdens deze conferentie konden Chinese bedrijven contacten
leggen met Europese bedrijven die over expertise binnen bepaalde sectoren
(green building, pharmaceuticals, en andere)beschikken. Wij moesten er ook één
om Europese KMOs op de hoogte te brengen van ons center. En ook tegelijkertijd
kijken naar wat voor technologie de Chinezen op zoek zijn (en dus ook welke
marktmogelijkheden er bestaan voor Europese KMOs). Ik vond het wel leuk om dit
eens te doen, eens wat anders dan op kantoor zitten. Er waren veel Scandinaven
(die uiteraard erg sterk staan in green building) en ook vreemd genoeg redelijk
veel Slovenen (die er met een delegatie waren).
Het
tweede semester is ondertussen al een tijdje bezig en dus is het nog eens tijd
om wat van me te laten horen. Al bij al zijn er echter niet zo veel bijzonder
spannende dingen gebeurd. Ik heb geen tropische bestemming meer aangedaan en
ook geen bijzondere Chinese feestdagen gevierd. Maar ik deel jullie nog even
het volgende mee:
Gezien
ik niet veel zin had om dit semester alleen wat loeisaaie lessen bij te wonen,
ben ik tijdens de vakantie op zoek gegaan of ik geen halftijdse stage kon
vinden. Met wat chance is dat gelukt en bijgevolg ben ik nu drie dagen per week
aan het werken bij het EU SME Centre. Dit EU SME Centre is een centrum in
Beijing van de Europese Unie dat Europese KMOs helpt die willen exporteren
naar of investeren in China. Ik ben assistent in de afdeling business
development. Wat wij vooral doen is vragen van Europese KMOs beantwoorden en
ook marktonderzoek uitvoeren naar verscheidene (sub)sectoren in China. Deze KMOs
hebben vaak zelf niet de middelen om bepaalde onderzoeken uit te voeren en zijn
bovendien compleet vreemd aan de Chinese markt. Er zijn immers een hoop zaken
waar je rekening mee moeten houden als je naar China exporteert. De Chinese
standaarden (die bepalen of een product al dan niet binnen China mag verspreid
worden) zijn erg verschillend van de Europese. Ook de vereisten wat betreft
labelling en dergelijke zijn verschillend. Als je deze regels niet correct
naleeft, kan je container met goederen wel eens gewoon worden vastgehouden in
de haven, met grote verliezen voor deze KMOs tot gevolg. Er komen hier vooral
veel vragen binnen in verband met douanevereisten, standaarden, labelling,
importtarieven en dergelijke. Daarnaast voeren we ook nog marktonderzoek uit.
Wat naar mijn inzien vaak veel waardevolle informatie oplevert. De wijnsector in
China is bijvoorbeeld wel een goed voorbeeld. Hoewel China, zoals geweten, bijzonder
veel inwoners heeft, blijft de markt voor vele typische westerse producten (zoals
wijn) in China vooralsnog redelijk klein. Ten eerste heeft maar een fractie van
de Chinezen dezelfde levensstandaard als ons. Ten tweede staan ook niet alle
rijke Chinezen te springen om wijn(of chocolade, snoep of andere) te kopen.
Voeg daar aan toe dat er ook al wat Chinese wijnmerken redelijk stevig in de
markt staan en het is duidelijk dat het geen sinecure is om massaal (Franse,
Spaanse, Italiaanse ) wijn te kunnen verkopen in China. Het Centrum probeert
per sector wat meer klaarheid te scheppen voor Europese KMOs. Dat is zo een
beetje in een notendop wat er daar zoal gebeurt in het EU SME Centre. Ik ben
wel zeer tevreden, ik denk dat ik redelijk wat bijleer en dat het goed is voor
mijzelf als persoon om toch al wat werkervaring op te doen. Anderzijds is het
bij momenten wel een beetje doorzetten (door veel statistieken gaan) en spreek
ik niet zo bijzonder veel Chinees op mijn werk doordat de groep internationaal
is (Brit, Bulgaar, Spanjaard, Duitser, Fransen en Chinezen).
Voor
de rest heb ik ook nog twee dagen wat les. In totaal zon 8 a 12 uur les per
week, afhankelijk van hoeveel uren ik effectief ga ;) . Op zich vind ik dat een
goed evenwicht. Niet te veel les en niet te veel werken, wat afwisseling is
aangenaam. Mijn lessen zijn onder andere wat Chinese schrijflessen (relaxed) en
ook nog wat meer economische vakken.
Ondertussen
begint het ook eindelijk wat warmer te worden in Beijing en is de smog ook
minder erg als voorheen. Gisterennacht sneeuwde het zelfs nog voorwaar, zonder
dat ze neerslagraketten in de lucht hebben geschoten!
Op
dit moment is het ook nationale volkscongres in beijing, tijdens dewelke
afgevaardigden van over het hele land naar Beijing afzakken om de koers die het
land moet varen te bepalen. Daar wordt ook nog wel wat over bericht, maar
eigenlijk is dat allemaal een beetje wazig en vaag, maar dat zijn we wel gewoon
van de Chinese media:
We moeten de veiligheid van het Chinese
volk garanderen
We moeten goede relaties met onze buurlanden bewerkstelligen
En later dit jaar is het dan partijcongres
waarop de algemene koers voor de komende vijf jaar en de nieuwe leiders worden
aangeduid.
Wat
betreft mijn vrije tijd is er niet zo veel veranderd. Gezien ik maar liefst 35
RMB (4 euro) moet betalen om een uurtje te kunnen badmintonnen, hou ik het
meestal op eens fitnessen van tijd tot tijd of eens voetballen.
Kort
nog even dit:
·Waarschijnlijk ga ik binnenkort een voetbalmatch
van Beijing Guoan bijwonen. Voetbal maakt zijn opmars in China en het team van
Beijing doet het niet slecht. Deze week nog was het Beijing Guoan - Shanghai Shenhua
(beetje gelijk Paris Saint-Germain tegen Marseille) en ja dan ist van den dienen.
Beijing heeft gewonnen tot groot plezier van de fanbase van Guoan.
·Ik plan wel nog een trip binnen China als ik nog
eens vakantie heb, vermoedelijk later op het jaar nog een aantal dagen.
·Ik heb rundskop gevonden in de fake Chinese DVD
shop, goeie film. Blij dat ik nog eens iets degelijks van thuis hier kan
vastkrijgen.
·Ik moet mij drie dagen per week in de ochtend op
de metro persen, vreemde ervaring keer op keer. De metro hier is super
efficiënt, helaas pindakaas zijn er wel bijzonder veel mensen die hier in de
ochtend naar hun merk moeten.
·Ik ga geen fotos kunnen opsturen omdat ze mijn
kodak gepikt hebben. Ik vermoed dat ze mijn bagage hebben opengemaakt toen ik
terugkwam van de Filippijnen. Want ik ben min of meer 100% zeker dat ik die in
mijn grote rugzak had gestopt.
·Mijn fiets is nog steeds niet gepikt, in
tegenstelling tot die van vele andere buitenlandse studenten.
·Ik heb julie (KUL, zelfde jaar afgestudeerd) gezien
vorige week. Erg fijn om nog eens iemand van Leuven te zien. Zij werkt in
Shanghai en ze stelt het daar goed, haar werk klinkt erg interessant.
·4 dagen per week heb ik het Macdonalds ontbijt.
Voor ongeveer 1 euro, krijg je een degelijke koffie en een broodje met een
omelet erin. Niet dat ik vandejaar veel dikker ben geworden, nog steeds
hetzelfde als toen ik vertrok denk ik.
·Het tragische busongeluk in Zwitserland is ook
groot nieuws in China. Redelijk wat mensen hebben mij er al over aangesproken
(zowel Chinezen als buitenlanders).
Om
de wintervakantie af te sluiten, besloten ik en vier van mijn medestudenten om
er nog eens op uit te trekken. Immers, zo veel kansen krijg je immers in je
leven niet om aan de andere kant van de wereld wat te kunnen rond reizen.
Francis (Amerikaan van Hong Kongse originie) wou dolgraag naar Boracay op de
Filippijnen. Boracay is een eiland dat steevast terug te vinden is in menig
lijstje mooiste stranden ter wereld. Stjephan (Kroaat wiens naam ik niet deftig
kan uitspreken) was hier ook voor te vinden en aangezien ik niet veel beters te
doen had voegde ik mij ook maar bij het team.
Op
twee februari trokken we er met ons vijven op uit richting het zuiden. Even
voorstellen, omdat sommige mensen mij soms vragen met wat voor mensen ik hier
rondhang:
Stjephan:
studeert Chinees aan de unief hier. Fijne kerel best, min of meer gelijke
interesses met mij: eens ene gaan drinken, beetje sporten, wat rondhangen in
Beijing
Tena:
Chinese vriendin van Stjephan. Ze studeert Kroatisch (!) aan de
talenuniversiteit van Beijing. In Beijing kan je bijna elke taal studeren. Ik
heb ook al twee mensen ontmoet die Nederlands studeren, ik moet wel zeggen dat
ik best onder de indruk was. Ze spreken onze taal echt wel redelijk goed rekening
houdend met het aantal jaren dat ze het gestudeerd hebben.
Dora:
Roemeense, studeert een programma economie in het Engels. Officieel ben ik nu
in datzelfde programma ingeschreven, maar aangezien sommige studenten hun
engels van abominabel niveau is en bovendien het programma in se ook niet
interessant is, volg ik meestal andere lessen.
Francis:
Amerikaan, had de reis tot in de puntjes voorbereid. Nu niet dat we ons aan een
plan gehouden hebben, maar het was wel handig om iemand mee te hebben die min of
meer weet wat er te doen valt.
Terug
naar de reis. De volgende dag (na twee vluchten, een hobbelige rit en een ferry
naar het eiland) kwamen we dan uiteindelijk aan op Boracay. En het mag gezegd
worden, ik heb nog nooit zon idyllisch strand gezien en ik betwijfel of ik in
mijn leven iets zal zien dat dit kan overtreffen. De zee zo ver het oog kan
rijken is azuurblauw en ontzettend helder. Het parelwitte strand met her en der
wat palmbomen die verkoeling brengen ligt er netjes bij. Als laatste was ook de
lucht een verademing, zon heldere, klare lucht heb ik letterlijk in geen
maanden gezien (is ook niet moeilijk als je van Beijing afreist).
Het
is min of meer in deze setting dat we de rest van onze vakantie doorgebracht
hebben. Ik omschrijf wat van de zaken die we gedaan hebben, buiten wat chillen
op het strand:
De
eerste dag zijn we meteen gaan snorkelen. Je kruipt op zon bootje en dan mag
je in de open zee wat naar de koralen kijken. Ik had dit nog nooit eerder
gedaan en vond dit best wel eens fijn om te doen.
Onze
uitstap op de tweede dag vond ik ongetwijfeld het fijnste van de hele reis. Een
boot bracht ons naar een ander eiland waar we de rest van de namiddag zouden
doorbrengen. Je kon er vanalles doen, zoals onder andere cliff diven. In feite gewoon vanop verschillende hoogtes in het
water springen. Eerste 3 meter, dan 5meter, dan 7 meter tot 15 meter. Uiteindelijk heb ik toch vanaf 15 meter
een sprong gewaagd, toegegeven, ik kneep hem wel .Na nog wat elegante sprongen -lees:
bommetjes- van lagere hoogtes was het tijd voor wat kanovaren. We sprongen
allemaal in een kano en baanden ons een weg naar een nabij gelegen eiland. Daar
aangekomen klom een Fillipino in een metershoge palmboom en smeet wat
kokosnoten naar beneden, wij stonden op veilige afstand uiteraard. Daarna
werden de kokosnoten met een machete opengekapt en konden we verse
kokosnootmelk drinken.
De
dagen daarop hebben we nog enkele vergelijkbare zaken gedaan. Fietstochtje op
het eiland, snorkelen, skim boarden (soort van surfen voor amateurs)
En
uiteindelijk kwam dan weer het moment om weer huiswaarts te keren. Na nog één
dag in een middelgrote stad door te brengen stapten we op ons vliegtuig
richting Beijing. Ofschoon we maar twee dagen echt in Filipijnse omgeving hebben
doorgebracht, was het voor mij toch duidelijk dat dit land wel een beetje
vreemd eend in de bijt is in de regio. Eerst en vooral kan quasi iedereen
relatief goed Engels (hun onderwijs is gedeeltelijk in het Engels). Dit staat
in schril contrast met Chinezen, Japanners, Koreanen, Vietnamezen Ik betrapte
er mezelf meerdere malen op leurders in het Chinees te zeggen dat ik niet
geïnteresseerd was in hun prulletjes.
Ten
tweede is bijna iedereen katholiek in de Filippijnen. Geen Chinese feestatmosfeer,
geen vuurwerk gedoe, geen eetstokjes Hun geloof is echter wel veel sterker dan
hier. Vele Mariabeeldjes en ook stukken uit de bijbel vind je her en der op
muren geschilderd. In de luchthaven was er naast de gebruikelijke ruimte voor
moslims ook een groot Mariabeeld met bijbels voorhanden.
Tegelijkertijd
denk ikdat er toch ook wel redelijk wat
schort in de Filippijnen. De kloof tussen arm en rijk is hier naar mijn inzien
duidelijker dan in China. Manillas luchthaven is omring door sloppenwijken, er
is wel een poepsjiek winkelcentrum met casino in de buurt. (Stjephan en Xiaoou
zijn gaan gokken met hun laatste 100 pesos en hebben dat bedrag vertienvoudigd
tot 1000 pesos, daarna wel weer de helft verspeeld. Haha.) Zulke situaties
zijn in China minder duidelijk. Uiteraard zijn er ook een groot aantal yuppies
die lopen te pronken met hun Iphones en bmws. Maar door het feit dat nog
steeds de helft van de Chinezen op het platteland woont, heb je minder
krottenwijken. Ik heb in Beijing nog nooit gehoord van slechte wijken of
dergelijke. Niet dat er geen problemen in China zijn uiteraard.
Dit
semester ga ik drie dagen per week stage doen en de overige twee dagen pak ik
nog wat lessen. Eenmaal het semester op gang is zal ik daar wat over schrijven.
Ondertussen is het ook al februari. Het zal weer snel beginnen gaan denk ik. Op
dit ogenblik is mijn terugvlucht gepland voor de 30e juni, mogelijks
kan dat wat later zijn, maar ik schat zeker tegen half juli thuis te zijn.
Ondertussen zijn we al reeds eind januari en dat betekent Chinees nieuwjaar! Vanaf de 15e januari loopt Beijing min of meer grotendeels leeg en wordt het een redelijk trieste bedoeling. De campus waar je anders op sommige momenten over de koppen kunt lopen, ligt er nu erg verlaten bij. Min of meer alle kantines zijn gesloten en hetzelfde geldt voor de vele kleine winkeltjes. Ook in de omgeving rond de campus is het meer van hetzelfde. De fruitverkopers en baozi-chefs hebben hun biezen gepakt en zijn huiswaarts gekeerd om met hun familie nieuwjaar te vieren. s Avonds zijn er een hoop minder mensen op straat en het valt op dat er veel minder licht dan gewoonlijk brandt. Alleen de felgele M boven de MacDondals blijft dag en nacht branden, maar het aantal Chinese dikkerdjes binnenin is toch duidelijk verminderd.
Ofschoon ik op voorhand niet echt plannen had gemaakt, was het me snel duidelijk dat Beijing eigenlijk niet echt the place to be is gedurende Chinees Nieuwjaar. Met het bange vooruitzicht van elke dag in de MacDonalds te moeten eten indachtig, begon ik te denken over mogelijke alternatieven om Chinees Nieuwjaar te vieren. En ja, een goed alternatief bood zich aan. Ik heb de chance dat ik nog een goeie vriendin van twee jaar geleden in China kende. Ze vertelde dat ik welkom was om haar te vergezellen naar haar oude thuis op het platteland om aldaar het Chinese Nieuwjaar te vieren. Geen plannen voor Chinees Nieuwjaar, dat is not done. En bovendien Chinees Nieuwjaar op den boeren buiten Ach, waarom ook niet.
Op de 21e januari nam ik de hoge snelheidstrein naar Qingdao (waar ik twee jaar geleden een jaar verbleef). Na ruim vier uur trein kwam ik in de vroege avond aan in het voor mij erg vertrouwde Qingdao. Xiaoyan stond me op te wachten en stond erop dat ik meteen dezelfde een avond een rood onderbroek en rode sokken moest kopen. De reden hiervoor heeft te maken met de Chinese jaartelling. Dit jaar is het jaar van de draak en ik ben zelf ook geboren in het jaar van de draak. Het is een Chinese traditie dat iemand tijdens zijn eigen jaar rood ondergoed draagt, dat brengt geluk. Over een onderbroek meer of minder doe ik niet lastig dus bijgevolg beschik ik nu over een officieel geluksondergoed. Mijn sokken zijn ook een verhaal op zich. Onderaan de sokken staat 小人 of deugniet geschreven. Iedere keer als ik een stap zet, trap ik op een deugniet (踩小人). Zo kan ik er prat op gaan dat ik dit jaar de deugnieten zal afschrikken (plattrappen als het ware) zodat ze mij dit jaar niet schaden.
De volgende dag moesten we om 5 uur opstaan om vervolgens de traagste trein ooit te nemen richting het Chinese platteland (莱阳). Na onze aankomst moest Xiaoyan meteen een paar traditionele taken vervullen. Een van de eerste zijnde geld geven aan haar familie (!). Nu beschouw ik mijzelf als min of meer een goede zoon, maar aan die Chinezen kunnen we toch een puntje zuigen. Xiaoyan deelt maar liefst 6000 yuan (anderhalf maandloon!) uit aan haar familieleden, gaande van haar grootouders, ouders, tantes, nonkels tot jongere zus. Sommigen weigeren de rode envelop met geld en ze krijgt er ook enkele terug, maar dat is toch een redelijke smak geld die ze uitdeelt. Overigens worden deze enveloppen in de meeste gevallen niet gewoon overhandigd. Meestal gaat dit gepaard met een soort van envelopgevecht. Je moet resoluut de envelop weigeren en terug in hun handen duwen. De gevende partij is echter nooit bang voor een duel en zal proberen in een snelle geniepige beweging de envelop inje broekzak te schuiven. Dit spektakel speelde zich meerdere keren af en, toegegeven, tot groot jolijt van mijzelf. Tot ik uiteindelijk, geheel onverwacht, ook in dit spektakel betrokken werd. De bomma stopte plots prompt een rooie envelop in mijn handen. Uiteraard probeerde ik te weigeren, maar uiteindelijk heb ik toch moeten toegeven en de rode envelop aannemen (100 yuan, niet slecht, 10 pinten op café, 30 pinten op straat, 10 keer warm eten in de kantine).
Voor de rest van de dag was het vooral veel eten, vooral dumplings, de nieuwjaarslekkernij bij uitstek. Eten wordt overigens gedaan op het bed van de grootouders. Dit is niet zomaar een bed, maar een huokang(火炕). Via een buizensysteem wordt de rook en stoom van de keuken onder het bed doorgeleid, waardoor het aangenaam warm wordt. Overdag ligt er ook geen matras op, zodat dit bed in feite een grote verwarmde vloer wordt.
De dag erop, de eerste dag van het Chinese nieuwjaar, stonden er als ontbijt weer dumplings op het menu. Alleen waren het deze keer speciale dumplings. In enkele willekeurige dumplings werden immers enkele verassingen gestoken, zoals bijvoorbeeld een muntstuk, een snoepje, fruit enz. Deze hebben ook allemaal een betekenis. Als er iemand op een muntstuk bijt, begon iedereen meteen van aha! Er wordt er ene rijk van de jaar!. Ikzelf had ook een muntstuk in één van mijn dumplings en de tante raadde mij ten stelligste aan met de lotto te beginnen spelen en -in het geval van grote winst- hen niet te vergeten.
Nog een interessante ervaring was eens rond te lopen in het dorp. Ver weg van de pracht en praal van steden als Beijing en Shanghai, liggen over heel China kleine dorpjes als Laiyang verspreid. Onberijdbare wegen, licht verkrotte huisjes met daarrond wat velden, dat is het in een notendop. Veel kleine zaken die ik daar zag heb ik nog wel echter nog nooit eerder gezien. Het zit hem wel in details, dingen die ikzelf niet zou opmerken. Op vele platte daken is er bijvoorbeeld een gat te vinden. Xiaoyan legde me uit dat dit gat dient om graan door te duwen. In de zomer drogen de boeren graan op hun dak waarna ze het door die gaten terug naar binnen kunnen duwen. Onderaan staat dan iemand die het graan in zakken opvangt, klaar voor transport.
Na enkele dagen was de tijd gekomen om terug naar Beijing te gaan. De ervaring was interessant, maar het Chinese platteland is geen plek waar je echt erg lange tijd wilt blijven. In de winter, op het Chinees Nieuwjaar na, is het er toch erg grijs en de opwindendste activiteiten beperken zich dan hoofdzakelijk tot eens rondlopen bij de velden of wat Tai Chi beoefenen.
Volgende week vertrek ik naar de Filippijnen voor een week. Ongetwijfeld zal ik daarna ook nog wat proberen te schrijven over mijn vakantie. Ik bedenk mij nu plots dat ik feitelijk bijna (excuseer me voor het taalgebruik) geen fok weet over dit land. Zo zijn het bijvoorbeeld merendeel christenen, bijgevolg hechten ze geen belang aan Chinees Nieuwjaar in tegenstelling tot vele andere landen in de regio (Japan, Korea, China, Vietnam). Nu dat maakt Filippijnen wel aantrekkelijk om naartoe te reizen voor deze tijd van het jaar. Aangename temperaturen en relatief goedkoop omdat het geen feestperiode is.