Om
de wintervakantie af te sluiten, besloten ik en vier van mijn medestudenten om
er nog eens op uit te trekken. Immers, zo veel kansen krijg je immers in je
leven niet om aan de andere kant van de wereld wat te kunnen rond reizen.
Francis (Amerikaan van Hong Kongse originie) wou dolgraag naar Boracay op de
Filippijnen. Boracay is een eiland dat steevast terug te vinden is in menig
lijstje mooiste stranden ter wereld. Stjephan (Kroaat wiens naam ik niet deftig
kan uitspreken) was hier ook voor te vinden en aangezien ik niet veel beters te
doen had voegde ik mij ook maar bij het team.
Op
twee februari trokken we er met ons vijven op uit richting het zuiden. Even
voorstellen, omdat sommige mensen mij soms vragen met wat voor mensen ik hier
rondhang:
Stjephan:
studeert Chinees aan de unief hier. Fijne kerel best, min of meer gelijke
interesses met mij: eens ene gaan drinken, beetje sporten, wat rondhangen in
Beijing
Tena:
Chinese vriendin van Stjephan. Ze studeert Kroatisch (!) aan de
talenuniversiteit van Beijing. In Beijing kan je bijna elke taal studeren. Ik
heb ook al twee mensen ontmoet die Nederlands studeren, ik moet wel zeggen dat
ik best onder de indruk was. Ze spreken onze taal echt wel redelijk goed rekening
houdend met het aantal jaren dat ze het gestudeerd hebben.
Dora:
Roemeense, studeert een programma economie in het Engels. Officieel ben ik nu
in datzelfde programma ingeschreven, maar aangezien sommige studenten hun
engels van abominabel niveau is en bovendien het programma in se ook niet
interessant is, volg ik meestal andere lessen.
Francis:
Amerikaan, had de reis tot in de puntjes voorbereid. Nu niet dat we ons aan een
plan gehouden hebben, maar het was wel handig om iemand mee te hebben die min of
meer weet wat er te doen valt.
Terug
naar de reis. De volgende dag (na twee vluchten, een hobbelige rit en een ferry
naar het eiland) kwamen we dan uiteindelijk aan op Boracay. En het mag gezegd
worden, ik heb nog nooit zon idyllisch strand gezien en ik betwijfel of ik in
mijn leven iets zal zien dat dit kan overtreffen. De zee zo ver het oog kan
rijken is azuurblauw en ontzettend helder. Het parelwitte strand met her en der
wat palmbomen die verkoeling brengen ligt er netjes bij. Als laatste was ook de
lucht een verademing, zon heldere, klare lucht heb ik letterlijk in geen
maanden gezien (is ook niet moeilijk als je van Beijing afreist).
Het
is min of meer in deze setting dat we de rest van onze vakantie doorgebracht
hebben. Ik omschrijf wat van de zaken die we gedaan hebben, buiten wat chillen
op het strand:
De
eerste dag zijn we meteen gaan snorkelen. Je kruipt op zon bootje en dan mag
je in de open zee wat naar de koralen kijken. Ik had dit nog nooit eerder
gedaan en vond dit best wel eens fijn om te doen.
Onze
uitstap op de tweede dag vond ik ongetwijfeld het fijnste van de hele reis. Een
boot bracht ons naar een ander eiland waar we de rest van de namiddag zouden
doorbrengen. Je kon er vanalles doen, zoals onder andere cliff diven. In feite gewoon vanop verschillende hoogtes in het
water springen. Eerste 3 meter, dan 5
meter, dan 7 meter
tot 15 meter. Uiteindelijk heb ik toch vanaf 15 meter
een sprong gewaagd, toegegeven, ik kneep hem wel . Na nog wat elegante sprongen -lees:
bommetjes- van lagere hoogtes was het tijd voor wat kanovaren. We sprongen
allemaal in een kano en baanden ons een weg naar een nabij gelegen eiland. Daar
aangekomen klom een Fillipino in een metershoge palmboom en smeet wat
kokosnoten naar beneden, wij stonden op veilige afstand uiteraard. Daarna
werden de kokosnoten met een machete opengekapt en konden we verse
kokosnootmelk drinken.
De
dagen daarop hebben we nog enkele vergelijkbare zaken gedaan. Fietstochtje op
het eiland, snorkelen, skim boarden (soort van surfen voor amateurs)
En
uiteindelijk kwam dan weer het moment om weer huiswaarts te keren. Na nog één
dag in een middelgrote stad door te brengen stapten we op ons vliegtuig
richting Beijing. Ofschoon we maar twee dagen echt in Filipijnse omgeving hebben
doorgebracht, was het voor mij toch duidelijk dat dit land wel een beetje
vreemd eend in de bijt is in de regio. Eerst en vooral kan quasi iedereen
relatief goed Engels (hun onderwijs is gedeeltelijk in het Engels). Dit staat
in schril contrast met Chinezen, Japanners, Koreanen, Vietnamezen
Ik betrapte
er mezelf meerdere malen op leurders in het Chinees te zeggen dat ik niet
geïnteresseerd was in hun prulletjes.
Ten
tweede is bijna iedereen katholiek in de Filippijnen. Geen Chinese feestatmosfeer,
geen vuurwerk gedoe, geen eetstokjes
Hun geloof is echter wel veel sterker dan
hier. Vele Mariabeeldjes en ook stukken uit de bijbel vind je her en der op
muren geschilderd. In de luchthaven was er naast de gebruikelijke ruimte voor
moslims ook een groot Mariabeeld met bijbels voorhanden.
Tegelijkertijd
denk ik dat er toch ook wel redelijk wat
schort in de Filippijnen. De kloof tussen arm en rijk is hier naar mijn inzien
duidelijker dan in China. Manillas luchthaven is omring door sloppenwijken, er
is wel een poepsjiek winkelcentrum met casino in de buurt. (Stjephan en Xiaoou
zijn gaan gokken met hun laatste 100 pesos en hebben dat bedrag vertienvoudigd
tot 1000 pesos, daarna wel weer de helft verspeeld. Haha.) Zulke situaties
zijn in China minder duidelijk. Uiteraard zijn er ook een groot aantal yuppies
die lopen te pronken met hun Iphones en bmws. Maar door het feit dat nog
steeds de helft van de Chinezen op het platteland woont, heb je minder
krottenwijken. Ik heb in Beijing nog nooit gehoord van slechte wijken of
dergelijke. Niet dat er geen problemen in China zijn uiteraard.
Dit
semester ga ik drie dagen per week stage doen en de overige twee dagen pak ik
nog wat lessen. Eenmaal het semester op gang is zal ik daar wat over schrijven.
Ondertussen is het ook al februari. Het zal weer snel beginnen gaan denk ik. Op
dit ogenblik is mijn terugvlucht gepland voor de 30e juni, mogelijks
kan dat wat later zijn, maar ik schat zeker tegen half juli thuis te zijn.
Tot
volgende blogs!
|