Laatste etappe voor we terug bij af zijn, de cirkel rond is.
Gisteren hebben we nog en keertje “gekookt” in ons logement, de restaurants waren niet al te dichtbij. Bleek dat er niet veel voor handen was om te koken of te zitten. Goeie plantrekkers als we zijn is het toch gelukt, we kregen een paar borden zodat we de mais en scampi’s konden opwarmen – garen in de microgolf, een 2e stoel leenden we uit de badkamer, afwas in de lavabo …. Kamperen op een ranch heet dit, maar wat telt is dat het goed smaakte.
Eerste stop vandaag is Tadoussac, een toeristische trekpleister. Er vertrekken massa’s toeristen met de boot om walvissen te spotten, ze zijn allen verkleed als brandweermannen (het lijkt toch zo met hun waterbestendige veiligheidsbroeken en vesten).
We kuieren door het dorpje, een wandeling langs de stroom saint laurent (ja we zijn er terug maar nu aan de noordkant) waar het fjord – rivier Saguenay uitmondt. We nemen hier ook het veerpont om de rivier Saguenay over te steken, een brug is er niet.
Net over de rivier houden we halt in Baie Sainte Catherine, een mooie pittige wandeling in het bos – de heuvels – langs meren, is ons programma voor de namiddag. Een bos vol paddenstoelen, mos, bomen die hun herfstkleuren verkrijgen, …. Super mooi.
Het pad loopt op en neer, nu en dan behoorlijk steil maar door de aanwezige touwen lukt dat vlot. En raar maar waar ik heb hier geen last van mijn hoogtevrees, er zijn geen kunstmatige lange bruggen of trappen, vreemd dat het me dan geen parten speelt (of toch weinig, de steile stukken omlaag neem ik toch behoedzaam).
We komen een slangetje tegen, mogelijks heb ik erop getrapt en ze wakker gemaakt, zonder erg. In Suriname heb ik geleerd dat slangen het gevaarlijkst zijn voor de 3e persoon in rij. De eerste trapt erop of passeert ze en maakt ze wakker, bij de 2e persoon is ze ontwaakt maar reageert nog niet, de 3e persoon is de dupe en kan gebeten worden. Of dit klopt of niet weet ik niet, wij zijn niet gebeten en hebben het slangetje verjaagt dat ze niet meer al te dicht bij het wandelpad was.
We overnachten in Malbai in de jeugdherberg, een slaapzaal met 4 bedden, een geluk dat het hoogseizoen voorbij is, er zijn geen anderen in de kamer.
Uit eten in een lokaal restaurant met specialiteit gerookt vlees, ik laat het afsmaken met een lokaal biertje.
22 september houden we halt op het eiland “iles aux coudres” een veerboot brengt ons er heen en terug. Een klein eilandje met de auto heb je het in een uurtje gezien.
Nog een laatste stopplaats aan saint anne de beaupré, beroemd als bedevaartsoord en de basiliek, indrukwekkende kerk, ook ondergronds zijn er diverse kapellen.
Op een heuveltje is er een speciale kapel voor de pelgrims, de 28 treden worden op de knieën l bidden afgelegd, voor degene die dit willen.
We zijn terug bij af nabij Québec en het begint te regenen, perfect ogenblik, gedurende onze 2 maanden hebben we echt niet te klagen over het weer, geen noemenswaardige regen gehad.
In de vooravond arriveren we in Pont Rouge. Na het avondeten kruip ik vroeg in bed, mijn hoofd zit vol van het Frans, er kan niets meer bij, ik heb er genoeg van. Misschien raar om te zeggen maar zo is het, bij gesprekken in het frans moet ik me super concentreren om alleen al de hoofdlijnen te verstaan, en nu heb ik er genoeg van. Om uit te leggen, als ik gesprekken in het Nederlands of engels hoor, dan hoor ik woorden – zinnen, ik begrijp dit. In het frans is het een geluid – klanken en moet ik echt moeite doen om het te verstaan. Een voorbeeld, aankondigingen op het vliegveld, hoor en begrijp ik onbewust direct in het Engels, in het frans hoor ik klanken, ik moet me erop focussen – concentreren om er woorden en zinnen in te horen.
Dit klinkt misschien wat afgezaagd, en moet ik dit hier wel neerschrijven of niet, degene die mijn blogs kennen, weten ondertussen dat ik schrijf wat ik denk – meemaak – voel zonder iets te verbloemen, het is een beetje mijn dagboek, en tja het Frans of mijn gebrek aan een goede kennis ervan heeft toch wel een indruk op me achter gelaten, een grote rol gespeeld. Misschien moet ik eens een paar taalcursussen volgen, maar dan moet ik een leraar vinden met engelengeduld, ik heb geen talenknobbel of taalgevoel en moet de worden 100 keer horen voor ze er goed inzitten.
De 23e is een regendag, dus ideaal om mijn blog bij te werken en te niksen.
Ik besef dat ik over exact 2 weken in een totaal andere wereld zal zitten, op 7 oktober vertrek ik naar Benin om er 11 weken vrijwilligerswerk te doen, ik kijk er al naar uit. Oei Benin daar spreken ze ook frans, en nog verschillende lokale Afrikaanse landen, zal weer in het haar krabben worden.
|