In de 12de of 13de eeuw
was het het gehucht Kampvere:de plaats waar het veer vertrok van Walcheren naar
Noord-Beveland. Het veer voer naar het in 1530 verdronken dorp Campen, later
naar Kamperland..
De Grote Kerk stamt uit 1348, het Stadhuis uit
de vijftiende eeuw, de toren met het klokkenspel uit het einde van de zestiende
eeuw.
In 1509 werd de stad door een stormvloed
getroffen. In 1541 werd het een stapelplaats van Schotse wol in de Nederlanden
en zo tot grote bloei. Het stapelcontract, een verdrag tussen Karel V, heer der
Nederlanden en de Schotse koning leidde tot de vestiging van een grote Schotse
kolonie in de kleine havenstad. De Schotse Huizen aan de Kaai werden in de
zestiende euw gebouwd door rijke Schotse kooplieden.
In 1600 waren 300 van de 3000 inwoners Schots
en zij bezaten in hun Lord conservator, een door de Schotse koning benoemde
bestuurder, een eigen notaris, ouderling, politieagent en rechter.
De Schotten waren in een bijzonder privilege
vrijgesteld van de accijnzen op bier en wijn en mochten van 1613 tot 1795 in
een eigen herberg aan de Wijngaardstraat goedkoop drinken. Er was ook een
Schotse, presbyteriaanse, kerk, waarin de rite van de Schotse staatskerk werd
gevolgd en in het Engels werd gepreekt.
In de Tachtigjarige oorlog werd Veere
Spaansgezind, tot in 1572 op 4 mei een groepering geuzen voor de poorten
stonden en de Inname van Veere binnen een dag een feit was.
In 1572 sloot Veere zich, met de meeste andere
Walcherse steden, aan bij de opstand tegen het bewind van Alva. In de republiek
nam de stad een vooraanstaande plaats in.
Einde 17de eeuw stonden zon 750
huizen binnen de stadswallen, nu amper 300.
Tijdens de Bataafse Republiek werd Veere in
plaats van een handelsstad weer een (arme) vissershaven.
John Turing, de laatste Lord Conservator
verliet in 1795 de stad toen de Franse troepen en de terugkerende Nederlandse
patriotten Zeeland veroverden.
In 1961 werd het Veerse Gat afgesloten, het
ontstaan van het Veerse Meer.
-
Neeltje MESUE
woonde in Domburg
& Veere,1 okt 1795 (trouwgeld bruid) met
Bartel Koppoolse
woont onder Veere
Bron: Archief Rekenkamer Zeeland D inv. Nr.
44661;
Zeeuws Archief, Bevolking Zeeuwse eilanden
1811. Toegevoegd 30.03.2010.
In Middelburg
- Abram MESU (begr Middelburg, 8 aug 1680)
wonend in de
Gravenstraat
Bron: Archief Rekenkamer van Zeeland D
(begraaf. Ontvangers collaterale successie); opgenomen in Genealogische
Afschriften 437.
Zeeuws Archief, Begraven Middelburg personen
1651-1805. Toegevoegd 19 sep 2007
- Jacobus MESSUE
kerkenraadslid,
bevestiging Middelburg, 16 mei 1700
Bron: F.
Nagtglas: De algemeene kerkeraad der Nederduitsch hervormde gemeente te
Middelburg van 1574-1860, Middelburg 1860. Opgenomen in Genealogische
Afschriften nr
Bron: Archief Rekenkamer van Zeeland C
(Ontvanger-generaal te Lande); zie voor verwijzingen naar inventarisnummers
NADT69.
Zeeuws Archief, leveranciers en uitvoerders
1583-1805. Toegevoegd 04.04.06.
- Abraham MESSU
kerkenraadslid, ambt
van diaken, bevestiging Middelburg, 16 mei 1745
Bron: F.
Nagtglas: De algemeene kerkeraad der Nederduitsch hervormde gemeente te
Middelburg van 1574-1860, Middelburg 1860. Opgenomen in Genealogische
Afschriften nr 952.
Bron: Archief Rekenkamer van Zeeland C
(Ontvanger-generaal te Lande); zie voor verwijzingen naar inventarisnummers
NADT69.
Zeeuws Archief, leveranciers en uitvoerders
1583-1805. Toegevoegd 04.04.06.
- Abraham MESSU
kerkenraadslid, ambt
van diaken, bevestiging Middelburg, 16 mei 1745
Bron: F.
Nagtglas: De algemeene kerkeraad der Nederduitsch hervormde gemeente te
Middelburg van 1574-1860, Middelburg 1860. Opgenomen in Genealogische
Afschriften nr 952.
Bron: Archief Rekenkamer van Zeeland D
(begraaflijsten Ontvangers collaterale successie); opgenomen in Genealogische
Afschriften 445.
Zeeuws Archief, Begraven Middelburg personen
1651-1805. Toegevoegd 19 sep 2007
- Maria
MESSU (gest Middelburg, 8 feb en begr. in het auditorium, 14 feb 1766)
wonend Korte Noordstraat, Middelburg
Bron: Archief Rekenkamer van Zeeland D
(begraaf. Ontvangers collaterale successie); opgenomen in Genealogische
Afschriften 446.
Zeeuws Archief, Begraven Middelburg personen
1651-1805. Toegevoegd 19 sep 2007
OPM. mogelijk dezelfde als Maria MESSUE die in
Grijpskerke op 29 nov 1743 werd geattesteerd als lid van de Nederduitsch
Hervormde kerk, met mutatie naar Middelburg.
Verwerkt hiervan: Aagtekerke, Meliskerke en Terneuzen tot 1850, rest
tot 1800.
MASSU: 10; MASSUE: 1, MASSUWE: 0
MITSU: 0; MITSUE: 0; MITSUWE: 0
METSUS: 0
MISSU;
MISSUE, MISSUWE
We merken hier op:
1. De variatie in de stamwoorden is beperkt,
en gaat er geleidelijk aan bijna volledig uit.
- maar 1 METSUE
- veel MESSU(E)
- zeer veel MESU(E)
- 10 MASSU, 1 MASSUE
- geen MITSU, -E, -WE
- MISSU
2. De uitgang we is reeds totaal afwezig.
3. Geen METSU, slechts 1 METSUE in Vlissingen.
Geen spoor van de Amsterdamse kooplui (zie aldaar) onder deze namen.
4. Wel veel MESSU (70), en ook MESSUE (45)
maar de hoofdmoot is MESU (> 1000!), en deze blijven verder voorkomen in
Zeeland. Slechts MESU vinden we terug bij de volkstelling van 1947 en de
registraties van 2007. De spellingsvormen MESSU(E) en MESU worden in enkele
gevallen door elkaar gebruikt voor dezelfde personen, in diverse gemeentenen over de hele tijdsperiode, ook nog na de
Franse Revolutie (zie hieronder). We zien dus geen strakke spellingsnormering
optreden, waarschijnlijk wel een geleidelijker invloed.
We citeren hier
even An Marynissen:
De spelling
van de Belgische familienamen ziet er archaïscher uit dan de schrijfwijze van
hun Nederlandse tegenhangers. De grens tussen de spellingen c/k, uy/ui, ck/k,
ae/aa, gh/g, s/z enz. in familienamen valt in grote mate samen met de
staatsgrens. In Nederland was in 1804 (voor de door de Fransen opgelegde
verplichting tot registratie dus) de spelling Siegenbeek ingevoerd, waarmee de
spelling van het Nederlands voor het eerst genormeerd werd. Voor de
schrijfwijze van de familienamen richtte men zich naar die spellingregels. (An
Marynissen)
De uitgang E valt als eerste weg. In
verschillende voorbeelden zie we MESSU veranderen in MESU. Tenslotte blijft enkel
MESU over in de 20e eeuw, ten koste van MESSU(E).
MASSU kan als naam gewoon zijn uitgestorven,
maar het is ook zo dat geassimileerde hugenoten dikwijls hun naam
vernederlandst hebben.
MISSU is blijven bestaan.
- Joost MESUE/MESSUE in Kleverskerke
- Hendricus/ Hendrik MESSU/ MESU en zoon
Johannes MESSU (geb akte 1835) / MESU (overlijdensakte 1838) alles in
Terneuzen.
5. We zouden kunnen stellen dat MESSU en MESU
oudere naamvarianten betreft, die we ook in de eigen familiestamboom aantreffen
in dezelfde periode, maar daar dan vrij snel verdwijnen, trouwens ook in de
rest van Vlaanderen, terwijl ze dus in Nederland blijven verder bestaan: MESSU
(1647 -1938); MESSUE (1597-1817).
MESU is in feite een fonetische spellingsvorm,
met klemtoon op de eerste lettergreep, zoals het vermoedelijk altijd geweest
is, ook in MASSU en MESSU, met behoud van de voornaamste klanken: s en u.
6. Er komen wel 10 MASSUs voor. Daarbij is er
een Jean, wat wijst op een Frans(talige) afkomst, en 1 MASSUE. In de
volkstelling van 1947 en de registraties van 2007 zijn deze naamvarianten
volledig verdwenen.
7.De
meeste van de gegevens hebben te maken met de Nederduits Hervormde kerk. Uit
ons literatuuronderzoek over de hugenoten (zie aldaar) blijkt, dat de
hugenoten, calvinisten zijnde, aanvankelijk geheel samenwerkten met de
Nederduits Hervormde kerk, en pas later afzonderlijk gingen optreden.
8. In de meeste gevallen hebben we geen
stamboom kunnen opstellen door het ontbreken van ouder/kind gegevens.
Desalniettemin kunnen we een zekere verwantschap veronderstellen via de tweede
naam, die, in tegenstelling tot de Vlaamse gegevens, dikwijls de naam van de
vader vermelden, maar dat daarmee is nog geen afkomst bewijs geleverd. Daarom
hebben we deze individuen toch apart vermeld.
In de bronnen staat ook nog iets over
kwartierstaten, en teruggaan tot generatie VIII, wat erop wijst dat er
stambomen moeten gemaakt zijn (alleen bij MESUs in Domburg). Via het internet
kunnen we deze echter niet bekomen, er is voor zover gezocht, geen stamboom
specifiek voor MESU gemaakt.
7. We weten niets over hun oorspronkelijke
herkomst, al is de plaats, namelijk de Zeeuwse eilanden, op zich al een
aanwijzing voor mogelijke immigratie. Enkele individuen zijn uit
Zeeuws-Vlaanderen, maar de overgrote meerderheid woont op Walcheren, waar
Vlissingen de ingangshaven was. Verder zijn er nog enkele individuen in het
naburige eiland Schouwen-Duiveland ten noorden.
Sommige namen van partners wijzen ook op
Zuidnederlandse oorsprong: bijvoorbeeld van Vlaanderen.
In de literatuur over de hugenoten in Zeeland,
wordt ook de naam MESU vermeld als afkomstig van hugenoten immigranten.
Trouwens ook de naam Cevaal (echtgenoot van Elisabeth MESSU (afkomstig van Domburg, inwoner Oost-Souburg,
1811)
Hier is verder onderzoek nodig naar oudere
bronnen, en eveneens naar oudere Engelse bronnen.
8. In de voornamen komt steeds de h voor in
Johannes, Johanna:
Situering van de gemeenten:
In
Zeeuws-Vlaanderen:
- Sluis (aan de grens),
- Nieuwvliet: ten noordoosten van Sluis en
halverwege naar Breskens
- Breskens: aan de Westerschelde, tegenover
Vlissingen
- Biervliet, halfweg Breskens en Terneuzen, in
het binnenland
- Terneuzen: onder Zuid-Beveland
- Hoek: nu deel van Terneuzen
- Hulst: boven Sint-Niklaas, ten oosten van
Terneuzen
- Stoppeldijk, ook Rapenberg genoemd: nu deel
van de gemeente Hulst
Op
Walcheren (het westelijke deel van de landstrook tussen
Westerschelde en Oosterschelde; andere delen zijn Noord- en Zuid-Beveland)
We onderscheiden, misschien wat kunstmatig)
twee groepen: Vlissingen en Middelburg enerzijds, de westkust anderzijds, en
bespreken de gegevens per gemeente in die volgorde.
Groep 1
- Vlissingen: aan de Westerschelde, tegenover
Breskens
- West-Souburg en Oost-Souburg, net ten
noorden van Vlissingen
- Ritthem: net onder Oost-Souburg
- Middelburg: niet ver ten noordoostenvan Vlissingen en West- Souburg en ten
noordwesten van Oost-Souburg
- Kleverskerke: bij Middelburg
- Koudekerke: net ten noorden van West-Souburg
en bijna ter hoogte van Middelburg
- Biggekerke: ten noorden van Koudekerke en
ten westen van Middelburg
- Veere: ten noordoosten van Middelburg
Groep 2
- Westkapelle: helemaal in het westen van
Walcheren, aan de zee.
- Melis- en Mariekerke: ten oosten van
Westkapelle
- Domburg: langs de noordoostelijke kustlijn
verder ten noorden van Westkapelle
- Aagtekerke, ten noordoosten van Westkapelle,
wat meer in het binnenland dan Domburg
- Oostkapelle: ten noordoosten van Aagtekerke
en Domburg
- Grijpskerke: ten noorden van Middelburg en
ten zuidoosten van Oostkapelle
op
Zuid-Beveland (het zuidelijk deel van de landstrook
tussen Westerschelde en Oosterschelde; andere delen zijn Noord- Beveland, en
ten westen Walcheren)
- Wissekerke
op
Schouwen-Duiveland (eiland ten noorden van Walcheren,
en dus van Noord-Beveland)
- Zierikzee: haven in het zuiden van Duiveland
- Bruinisse: ten oosten van Nieuwerkerke, aan
de noordkust, ten oosten van Zierikzee
Na 1900 vinden we MESUS in Zeeland in de
volgende gemeenten (gemakshalve hebben we hier vermeldingen van individuen met
dezelfde voornaam als één individu gerekend)
Zeeuws-Vlaanderen
- Sluis (0)
- Nieuwvliet (0)
- Breskens (0)
- Biervliet (0)
- Terneuzen (0)
- Hoek (0)
- Hulst (0)
- Stoppeldijk (0)
- Westdorpe (2)
Walcheren
Groep 1
- Vlissingen (7)
- West-Souburg en Oost-Souburg (1)
- Ritthem (4)
- Middelburg (39)
- Arnemuiden (6)
nieuw
- Sint Laureins
(11) nieuw
- Nieuw- en Sint
Joosland (24) nieuw
- Kleverskerke (0)
- Koudekerke (5)
- Biggekerke (1)
- Veere (12)
- Zoutelande (2)
(nieuw)
Groep 2
- Westkapelle (0)
- Domburg (5)
- Aagtekerke (5)
- Oostkapelle (7)
- Gapinge (1)
(nieuw)
- Serooskerke
(Walcheren) (3) nieuw
- Grijpskerke (5)
- Vrouwenpolder
(22) niet echt nieuw
Noord- Beveland
(nieuw)
- Kortgene (2)
nieuw
Zuid- Beveland
(nieuw)
- Goes (4)
- Heinkenszand (1)
- Kapelle (2)
- Krabbendijke (2)
- Oudelande (2)
- s Heer
Arendskerke (3)
- Wolphaartsdijk
(2)
- Bergen-op-Zoom
(5) nieuw
nog te vinden:
- Ens (1)
Dus ook na 1900 in
Zeeland vrijwel dezelfde locaties, met uitbreidingen in de directe omgeving,
met de hoofdmoot op Walcheren en het aangrenzende Noord- en vooral
Zuid-Beveland, en Bergen op Zoom. Zonder locatie
- Cathelijntje
le Massu
Bron: Handschriftenverzameling Rijksarchief in
Zeeland (1206-1748), toegang 33.1. in 543
Zeeuws Archief, Personen in Toegang. Toegevoegd
22.02.07.
- Anthonine MASSUE (geen geg.)
& Jan Bisscop (geen geg.)
Giftbrief voor de
Burgemeester en Schepenen van Oostende van een stuk land, lang ongeveer 29
roeden en breed ongeveer 19 voeten, liggende binnen het nieuwe schependom van
Oostende, toebehoord hebbende aan Anthonine Massue en Jan Bisscop, thans toekomend
aan Pieter Halout en zijn vrouw Bastianekin Hendricx, 1580. 1 charter
OPM. Voor zijn dood in 1598 had Filips II de macht over de Nederlanden
overgedragen aan
zijn dochter Isabella
en haar man, Albert van Oostenrijk. Zij behaalden nog enkele overwinningen,
waaronder de inname van Oostende na een lange belegering in 1601.
Aan de namen te
oordelen betrof het hier allicht hugenoten, in een periode dat Oostende nog in
handen was van de Staten-Generaal van Nederland.
Bron: Zeeuws Archief, 1 charter van de familie
Van Reigersberg-Versluys..
In Zeeuws-Vlaanderen
OPM.: Collaterale successie was een belasting
betaald door de erfgenamen in de zijlinie. De overledene werd het collateraal
subject genoemd, de relatie is degene die de belasting moest betalen.
In Sluis
- Margaretha MESSU
& Jacob Kasteleijn
kinderen:
1.Johannes Kasteleijn (° Sint-Kruis, 29 dec 1748,
49 jr) dagloner
& 22 nov 1798 (2 Frimaire an VII) (akte 10 municipale Adm de Sluis)
versie 27.02.2013; 37103n.doc; Transcriptie door Ivo Metsu
Folio 1 recto
Overgebr[ocht] den 18 mey 1647
Crombeke 1647
Staet Inventaris ende verdeel van de achterghelaeten goederen bevonden naer de doot ende overlyden van Janneken tonderjaerich kyndt van Damast Massu f[ili]a Eloijs de moeder af was Janneken fi[li]a Jooris Regheere f[iliu]s Corn[eli]s bij Mayken fi[li]a Jan Dehaene overleden binnen de prochie van Crombeke ceurzuster synde der Stede ende Casselrije van Veurne dit ten versoucke van[de] Fran[choi]s Obijn in huuwel[icke] synde met Maijken fi[li]a Jan Massu de soone Eloij, Jan Massu f[iliu]s Jans soo over hem sel[ven] ende als voocht vande kynderen van Ph[i]lips Massu Jaecques Massu ende Omaer Deweert in huuwel[icke] hebbende Leonore Massu de vijf kynderen van Jan Massu f[iliu]s Eloy maeckende
ceurzuster = inwoonster van de kaseelrij Veurne
Folio 1 verso
een hooft, Claeijs van Sandtvoorde den sel[ven] als voocht over de kynderen van Daneel van Sandtvoorde Fran[choi]s Rondenhooft f[iliu]s Fran[choi]s in huuwelicke synde met Maeijken van Sandtvoorde ende Janneken van Sandtvoorde de vyer kijnderen van Claeijs van Sandtvoorde geprocreert by Wullemijncken f[ili]a Eloij Massu maeckende een tweede hooft, ende de kynderen van Mahieu de Raet by Janneken fi[li]a Eloij Massu maeckende een derde hooft by my Jan Platevoet deelsman der Stede ende Casselrie van Veurne hiertoe versocht
Folio 2 recto
Dit sterfhuus compt goet op Jan Chederij in huuwel[icke] hebbende Janneken des overledenes moeder over tgonne de selve weese in ghereet ghedeelt hadde ten sterfhuuse van hueren voorn[omde] vader bedraghende suijner boven vij (7) L[ibra] viij (8) Sch gemijnct over den sallaris vanden voocht int belasten vande vooghdie maecken ende overdraghen van het staetken ten sterfhuuse van[de] voorn[omde] overledenes vader met trecht van tregistreeren van tweesepampier noch in ghepermitteerden ghelde
iijc iiijxx (380) L[ibra] xvj (16) Sch
ghereet = kontant geld
ghemijnct = verminderd met
Angaende tgonne dit sterfhuuse staet te hebben van Corn[eli]s Deplantere ontfangher vanden vrundelicke coopdach ghehouden ten sterfhuuse
vrunde = vriend, verwante, familie (HCC! Genealogie, trefwoordenboek)
coopdach = 1. Oorspronkelijk: de dag waarop een (openbare) verkoping gehouden wordt. In deze betekenis weinig gebruikt; 2. Vandaar: de verkoping zelf; 3. In het bijzonder: openbare verkoping (WNT), zie bijlage koopdag;
Folio 2 verso
vande overledenes vader binnen de prochie van Westcappel alsoo dienangaende niet en is gheliquideert noch datter gheene madelrie rekenyn[ghe] ghedaen en is ten voorn[omde] sterfhuuse van dese overledenes vaeder sullen dese hoirs daer inne t eijn[delicke] vanden selve madelrie heffen hemlieder porty
Memorie
hoir = wettelijke erfgenaam
Somme per soij
iijc iiijxx (380) L[ibra] xvj (16) Sch
Folio 3 recto
Uutschulden
Alvooren men is schuldich an Maijken de wed[uw]e van Jooris Regheere grootmoeder materneel vande overledene over de leverijngghe van tdootcleet ende kiste voor tdoodt lichaem vnde overledene met trecht van pitmaecken ende begraven vande selve midtsgh[ader]s over traictement vande persoonen ende kynders t dood lichaam inde begravijn[ghe] gheaccompagneert thebben tsamen ter somme van
xij (12) L[ibra] x (10) Sch
Jan Platevoet deelsman compt goet over tmaecken van dit staetken
L (50) Sch par[isis]
Den selven over tmaecken van drye doubels te weten eene omme ten comptoire ende eene voor de vaderl[icke] en[de] dander voor de moederl[licke] hoirs tsamen
Franchois Obijn als wylent voocht vande overledene compt goet over syne vacca[ti]e int vuerdraghen van dit statken met trecht van[de] comptoir is tsamen
Lij (52) Sch par[isis]
vacca[ti]e = vaccatiën = vacatiën (schrijftaal) of vacaties (spreektaal); Een meestal ambtelijke, vaak gerechtelijke handeling, b.v. het uitbrengen van een exploit door een deurwaarder, het aanwezig zijn van een rechter of griffier bij het opmaken van een akte enz.; tijd die men aan een dergelijke handeling besteedt. Vergoeding verschuldigd voor een vacatie; vacatiegeld. (WNT) gelatiniseerd uit fr. vacationberoep, ambt, tijd aan een werk besteed en vergoeding voor dat werk, dat is afgeleid van fr. vaquer met iets bezig zijn (BLOCH). (WNT, zie bijlage vacatie)
Somme uutschult tsamen xx (20) L[ibra] par[isis] is in ghepermitteerden gheldt naer den tegenwoordighen cours
- deelsman = (Middelnederlands) rechter of scheidsman in zaken van boedelscheiding (MNW); regelaar van eene erfdeling of boedelscheiding (WNT); De selve hoirs (werden) geinsinueert te compareeren ten voorseyde sterfhuuse binnen de veerthien daeghen omme deellieden te helpen kiezen (Cost. Van Brouckburch XI, 5 a° [1615](WNT); dus mogelijk konden de hoirs zelf kiezen uit enkele daartoe aangestelde personen; in Brugge werden er zes aangesteld per Ambacht (MNW);
Compt danof deen helft voor soverledenes moeder is
jc.iiijxx ij (182) L[ibra] viij (8) Sch
Ende omme de vaderlicke hoirs dander helft is ghel[icke]
jc.iiijxx ij (182) L[ibra] viij (8) Sch
Daer van ghetrocken over de vacca[ti]en van Fran[choi]s Obijn als wylent voocht over synen dienst vande selve hoirs gheaduerteert thebben ende anders
xLviij (48) Sch
Folio 4 recto
Blijft onder hemlieden deelsaem
jc.iiijxx (180) L[ibra] par[isis]
Compt in drije hoofden voor elck
Lx (60) L[ibra] par[isis]
Compt ande vijf kijnderen van Jan Massu voor elck
xij (12) L[ibra] par[isis]
Ende omme de vijer kijnderen van Claeijs van Sandtvoorde voor elck
xv (15) L[ibra] par[isis]
Ende omme de kijnderen van Mahieu de Raet t samen
Lx (60) L[ibra] par[isis]
Alle tontfanghen vanden voor[omde] Jan Chederij in huuwel[icke] hebben[de] dese overledens moeder onder wijen de selve sijn sustende
sustende = sustente = van levensmiddelen voorzien, onderhouden, ondersteunden (WNT)
Aldus staet ghemaect ende verdeelt onder de protestatie costhumiere by my deelsman voorn[oem]t ende gheslooten in presentie van Jan Chederij in huuwel[icke] syn[de] met soverledenes moeder, en[de] van Fran[choi]s Obyn wijlent haer voocht desen xxvj (26) meye 1647 toorcon[de]
staat van goed Cathelijne Masijn (RAB, KV, 25.276) deel 4, analysevervolg
3. Bijzonderheden
3.1. Over de eigenaars van land
3.1.1. Leenrecht
Binnen het rechtsgebied dat een heerlijkheid is, zijn er drie soorten gronden volgens de manier van verhandelen:
- allodiale gronden: gewoon tussen personen verhandeld als eigenaars.
- cijnsgronden: verhandeld via de schepenbank.
- feodale gronden: onderworpen aan het leenhof waartoe ze behoren; de eigenlijke bezitter is de leenman of leenhouder, maar deze is schatplichtig aan de theoretische eigenaar of leenheer (meestal de vorst). Telkens er een wijziging van bezit voorkomt moet de bezitter de theoretische eigenaar een speciale taks betalen (reliefgeld, kamerlinggeld). Naast het verhefgeld moet bij een leenverkoop in Vlaanderen ook nog 10% verkoopsbelasting (de 10e penning) aan de leenheer worden overgemaakt. Voor het innen van deze belasting staat steevast de kasselrijbaljuw in.
M.b.t. tot de successieis er sprake van de hoir feodal: het oudste kind; indien twee kinderen van gelijke rang, wordt het mannelijke voorgenomen. (zie nr.1 en 3)
(via internet: Costumen van de Stede ende Casselrie van Belle, Rubriek VII: van Successie en verdeel van Leenen)
Bij een leen van de Hove van Fontaine is er nog sprake van de beste vrame (4v)
Op diverse plaatsen komen we hier zulke feodale gronden tegen:
1. Pollijnchove, 7 lijnen 70 roeden (1v, 2 r, 2 v), leen inden Waeterhouck
- streckende suit ende noort
- paelende metten noorteijnde opden Burghwech
- doostzeijde tleen vanden hoirs feodal van Jan Baptiste Heven
- tsuiteinde tleen van Jo[nke]r Fran[choi]s Joannes Aerlebout
- ende de westside veure ghemeens jeghens tleen van s[ieu]r Jan Peel sijnde twalleken ten noortende groot ontrent i (1) lijne hiermede gaende, dat noch in cheinse is voor drije jaeren aen wijlent L[udovicus]c Schoreel voor vj (6) L[ibra]s s[jae]rs boven ses carpels s[jae]rs behoor[ende] goet sullende tleste jaer vanden cheins vallen te baefmisse 1686
- ghehouden tsel[ve] leen van[den] Hove van Bistervelt toebehoorende dheer Jan Baptiste Leuridan staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van (puntjes in de tekst) elcker veranderijnghe, ende veranderende bij coope is schuldich den x (10)en pennijnck met gelijck relief,
- Tselve leen vercreghen bij Adriaen Masijn soverledens vaders vooght bij sessije ende opdracten ten behouve vanden selven overledens vader, ende sijne susters ghedaen bij Jaecques Colenbeun ende Marguriete fi[li]a Abisai vande Weghe sijne huisvrouwe voor de somme van acht hondert Lxxvij (877)tich pon[den] par[esi]s mitsg[ade]rs xxij (22) L[ibra] xiiij (14) B (schellen) ij (2) gr[ooten] vl[aam]s over vijf jaeren crois[eerend] vande voornomde somme die waeren spruitende over den coop van een peirt ende twee coijen, ende andersints bij den selven Colenbeun ghecocht in de venditie ghehouden van soverledens grootvaeder alles volghende denveschatun daer van sijnde ghepasseert voor bailliu ende mannen van leene vanden selven Hove van Bistervelde in daeten 15en meije 1654 gheteeckent Adriaen Outterssoone M de Schoolm[eeste]re, ende C Hobbe, soo dat doverledens vaeder bij de selve opdrachte daer in competeerende een derde dat nu toebehoort Pieter sijn soone als hoir feodael sijnde de twee resteerende derden bijde overledens vader in huwelicke met haere moeder vercreghen bij coope van sijne voorn[omde] susters dus hier over deselve twee derden,
De voorgeschiedenis van de eigendom wordt toegelicht. Chronologisch hebben we:
Eerst een verkoping die plaats vond voor het leenhof van Bistervelde, met de baljuw en de mannen van leene, op 15 mei 1654, ondertekend door Adriaen Outterssoone, M de Schoolmeestere, ende C Hobbe. De verkoping was in het kader van een openbare verkoping van goederen van Cathelijnes grootvader.
Verkoper was Jaecques Colenbeun ende Marguriete fi[li]a Abisai vande Weghe sijne huisvrouwe voor de somme van 877 ponden paresis.
Daarbij kwamen nog (croiseerend vande voornomde somme) 22 ponden 14 schellen 2 stuivers grooten vlaams over vijf jaeren, van het kopen van een paard en twee kceien, en andere zaken door dezelfde Colenbeun gekocht in de venditie (openbare verkoping) gehouden van de goederen van de grootvader van de overleden Cathelijne Masijn. Deze grootvader is allicht Pieter (I) Masijn (1r) = de oude, gehuwd met Janneken Calenbeun (1r), allicht = Colenbeun en een verwante van Jacques.
Koper was Adriaen Masijn, handelend in opdracht van Pieter (II) Masijn, vader van de nu overleden Cathelijne Masijn, en zijn twee zusters.Dit waren Maijken (8r) en Jacquemincken (8r) Masijn, dochters van Pieter (I) Masijn de oude.
Adriaen was de voogd van Pieter (II) (en vermoedelijk ook van zijn twee zusters). Elk kreeg 1/3.
De twee zusters van vader Pieter (II) hebben dan elk hun derde verkocht aan hun broer, tijdens zijn huwelijk met Cathelijnes moeder.
De staat van goed van Pieter (II), Cathelijnes vader dateert van 12 maart 1680, en is ondertekend door Roelant van Houcke en Franchois Devos.
Het stuk van Pieter is overgegaan naar de oudste zoon, ook een Pieter (III) Mazijn, de broer van Cathelijne, die in het feodaal recht dit voorrecht geniet als hoir feodal, ten nadele van eventuele andere kinderen.
Het gaat hier in de staat over de 2/3 die Pieter (II) had overgekocht van zijn twee zusters.Berekend uit 7 lijnen 70 roeden geeft dat evenwel4 l + 170 r x 2/3 = 5 l + 70 x 2/3 = 5 l 46 r 2/3, in tegenstelling tot de tekst: 5 lijnen 13 1/3 roeden!?
Deze overgang van een leen komt voor het leenhof van het Hof van Bistervelt toebehorend aan de heer Jan Baptiste Leuridan, dus de leenheer, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van (puntjes in de tekst) elcker veranderijnghe, ende veranderende bij coope is schuldich den x (10)en pennijnck met gelijck relief, dus 10 % te betalen gelijk met het leenverhef (de overdracht).
2A. Pollijnchove, 4 gemeten, leen inden grooten Boishouck (2v, 3r, 3v)
- streckende oost ende west,
- de suitside den Varschendijck aldaer ghemeten op seven voeten de cruine
- westeinde dhooirs Jooris Libaert
- de noortsijde tgemet leen van dheer Louis Janssens
- ende metten oosteinde de uutdreve vande hofstede van Jan Bouden daer Fran[choi]s Savers woont de selve gheheele hier mede gaende met last van tservituit als van ouden tijden
2B. Pollijnchove, 6 gemeten, leen inden grooten Boishouck (3r, 3v)
- strect suit ende noort
- metten suiteinde jeghens tvoornomde ghemet leen vanden voors[eijd]en Jansens
- de westsijde de voornomde hoirs Libaert
- den noorteinde tlandt vande Labiette tot Rijsel,
- ende metter oosts[eijd]e de voors[eijd]e uutdreve hier oock ghehele medegaende met last alsvooren
- Ghehouden de selve twee leenen, ende elck in beisonder vanden Hove ende heerlichede Van den Broucke staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen bij coope den thienden penninck met gelijck relief ende camerlijnck ghelt gheldende bovendien thervaertghelt,
- vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coop van s[ieu]r Jan Boudens fi[liu]s Cornelis volg[hens] de leen[brief?] van erfvenisse daer van sijnde ghepasseert voor Jacob de Laetre als bailliu ende wettel[icke] manheere van mannen van leene vanden selven Hove, ende heerlichede Van den Broucke, Jo[nke]r Ch[ar]le de Wijntre, dheer Jan van Rentergheem, ende ander mannen van leene daertoe verleent in daten 15en junij 1672 gheseghelt ende gheteeckent J de Laetre
zijnde den selven coop geschiet voor xij (12) B te goode lijfcoop xij (12) L[ibra]s een dobbel ducaet voor svercoopers huisvrouwe ende van principaelen coope achthien ponden grooten vlaams tgemet,
erfven, ende onterfven cooprelief thienden penninck camerlijnck ghelt etc[eter]a svercoopers laste op wel[cke] coopsomme aen soverledens vader moeste valideeren het capitael van eene rente van hondert ponden grooten daermede de selve twee leenen belast waeren sijnde ten laste van den cooper de verloopen tsedert den lasten valdach ende de voorgaende vercoopers, ende tloopende jaer pacht was scoopers proffitte welcke leenen alsnoch belast sijn met de voors[eijde] hondert ponden grooten capitael den pennink xvj (16) in proffitte van Jan de Haese in huwelicke hebbende de weduwe P[iete]r Delbecke
We verstaan deze voorgeschiedenis van de eigendom als volgt:
Verkoper was sieur Jan Boudens filius Cornelis.
Kopers waren vader Pieter Masijn en moeder Franchijn Annaert van Cathelijne Masijn.
De verkoop is gepasseerd voor Jacob de Laetre als baljuw en wettelijke manheer van mannen van leen van het Hof en de heerlijkheid Van den Broucke, Jonker Charle de Wijntre, de heer Jan van Renterghem, en andere mannen van leen daartoe verleend op 15 juni 1672 gezegeld en getekend J. de Laetre. De betekenis van volg[hens] de leen[brief?] van erfvenisse iseen term van de leenoverdracht, want het begrip erfenis komt in de andere overdrachten ook telkens voor. Erfven is hier dan meer in de betekenis van land in bezit krijgen.
De verkoopprijs is 18 ponden grooten vlaams tgemet, met een tractatie voor de koop (lijfcoop) van 12 schellen, en een dubbele ducaet voor sverkopers huisvrouw.
In dit geval zijn alle bijkomende lasten (belastingen) voor de verkoper: verkoopsbelasting van 10 erfven ende onterfven cooprelief thienden penninck (10%), camerlijnck ghelt etc[eter]a
Daarbij komt dat de twee lenen belast waren en zijn met een rente van 16% m.b.t. een kapitaal van 100 ponden grooten, ten voordele van Jan de Haese, gehuwd met de weduwe van Pieter Delbecke. Alle renten tot aan de laatste vervaldag zijn voor de verkoper, die daarna voor de koper. Het lopende jaar pacht is ten profijte van de koper.
- Dient ghenotteert dat soverledens vader sedert den voorseijden coop de sel[ve] twee leenen grootelickx heeft gemelioreert, ende verbetert met tcoopen, ende daer op te voeren vanveele mesch ten diversche jaeren, daer over hij grootelicx te coste is gheweest,
3. Pollijnchove, 4 gemeten, leen, voordesen snijlandt gheweest ende als nu gars (4r, 4v, 5r)
- twee parcheelen
- het eene is aboutteeren[de] metten oosteijnde op tlandt van m[eeste]re H[eindri]c Ghijsebrecht
- de suitsijde wijlent Jo[nke]r Pieter Blomme
- ende de noorts[ijd]e dhoirs dheer Corn[eli]s vanden Hellenaere
- ende tander stick ten westeinde daer aen
- streckende suit ende noort
- abboutteerende van suiden ende deele van westen tlant van Jo[nke]r Jan Fran[choi]s Delatour heere van Thoore
- ende desel[ve] wests[ijd]e bij den noorteijnde ende tselve noorteinde tlandt vande kercke van Harijnghe,
- ghehouden tselve leen vanden Hove van Fontaine staende ten dienste van trauwe ende waerhede, ende ten reliefve vande beste vrame telcker veranderijnghe ende bij coope den x (10)e pennijnck ghel[icke] relief ende camerlijnck ghelt dus als vooren iiij (4) ghemeten
- vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coope van Jonker Marcus Antoine de Waterleet heere vande selve platse Caneghem etcetera Jonker Charles Waterleet heere van Schart etcetera sijnen oudsten broeder die in deselve vercoopijnghe was consteerende als outsten naesten hoir ende successeur, volghens derfvenisse daer van ghepasseert voor Sebastiaen Coolaert erfachtich van Hove ende heerlicheede van Fontaine voorseijt, dheeren Adriaen de Vos, ende Jan Reijphens mannen van leene in daten xvj (16)en 9 bre (november) 1672 geseghelt ende gheteeckent F[rans] Reijphens sijnde den coop voor xxiiij (24) Bs te gode ende van principaelen coope hondert patagons eens, ende den prijs van twee jaeren pacht der selver daer vooren den cooper moeste betaelen den x (10)e penninck erfven ende ontherven,
We verstaan deze voorgeschiedenis van de eigendom als volgt:
Verkoper was Jonker Marcus Antoine de Waterleet heer van de plaats Caneghem etcetera, en Jonker Charles Waterleet, heer van Schart etcetera, zijn oudste broer die in die verkoping tevens optrad als oudste naaste familielid, erfgenaam en opvolger.
Kopers waren vader Pieter Masijn en moeder Franchijn Annaert van Cathelijne Masijn.
Opnieuw spreekt men van het passeren van de erfvenisse daervan voor Sebastiaen Coolaert erfachtich van het Hof ende heerlijkheid van Fontaine (dus de leenheer), dheeren Adriaen de Vos ende Jan Reijphens mannen van leene, op 16 november 1672 gezegeld en getekend Frans Reijphens.
De verkoopprijs bedraagt 24 pond en honderd patagons.
Daarenboven is er de prijs van twee jaar pacht door de koper te betalen en nog 10% verkoopsbelasting (de 10e penning erfven ende ontherven)
4. Pollijnchove, leen, consisteerende in twee sticken te weeten (5r, 5v, 6r)
4A. 2 ghemeten weede ligghende west aenden hove ende huispleck van Jan Bouden ghebruickt bij Fran[choi]s Savers
- str[eckende] oost ende west
- de suits[eijd]e tleen deel vande voors[eijd]e hof[sted]e
- twesteijnde tlandt vande kijnderen s[ieu]r Nicolaij Baselen, ende de cooninclicke ma[jesteij]t,
- de noorts[eyd]e den Beverdijckbaert,
4B. 2 ghemeten light suit oost van daer
- str[eckende] oock oost, ende west
- toosteinde tlant van (puntjes in de tekst) aenghetrocken bij sijne ma[jesteij]t voor de coorenschult
- de suitsijde tlandt van tclooster van de Labiette
- twesteijn[de] tleste vorschreven leen
- ende de noorts[eijd]e dheer P[iete]r Stormlant,
- gehouden tselve leen van den Hoove ende heerlicheede van Fontaine, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen[de] bij coope den thienden penninck in het gelick relief, ende camerlijnck gelt, dus hier in lande 4 ghemeten
We verstaan deze voorgeschiedenis van de eigendom als volgt:
De verkoper is hier Jonker Roeland Franchois Damarijn, heer van Heule en de heer Jaecques Bervoet, gevolmachtigd als procuratiehouder over de heer Guilliames Bervoet, zijn broer.
Kopers waren vader Pieter Masijn en moeder Franchijn Annaert van Cathelijne Masijn.
De verkoping is gepasseerd voor het Hof van Fontaine op 4 maart 1646, gezegeld en ondertekend door (puntjes in de tekst) zoals staat in de akte (de letteren van erfvenisse).
De verkoopprijs is 186 pond het gemet, met als tractatie bij de verkoop 12 schellen (lijfkoop), waarbij de verkoper instaat voor de 10% verkoopsbelasting (cooprelief thienden penninck), camerlinck ghelt, ende ander hovelicke ende heerlicke rechten
Verschillende heerlijkheden worden hier bij name vernoemd (zie ook in de tekst: vetjes)
Hove van Bistervelt
Hove ende heerlichede Van den Broucke
Hove ende heerlichede van Fontaine
We vonden hierover nog geen bijkomende informatie
3.1.2. Spijkerland, coorenschult, enz.
Spijkerlanden (7r)
= gronden belast met een spijkerrente, een grafelijke belasting jaarlijks te betalen in natura (harde en zachte haver, tarwe). Van deze gronden werden nauwkeurige registers bijgehouden waarbij de verschillende stukken met nummers per ammanij werden aangeduid, wat toelaat de stukken in verschillende opeenvolgende registers te volgen. (in: Pieter Donche, De Familie Heinderycx in de Kasselrij Veurne in de 16de tot de 18de eeuw, Vlaamse Stam, jrg. 42 nr. 4, juli 2006)
Elke ammanij werd nog eens ingedeeld in hoofdmanschepen.
coorenschult lant (korenschuldland) is een synoniem voor spijkerland, zo genoemd naar de spijkerbelasting die in koren moest betaald worden: zachte en harde haver, tarwe.
(J. Cailliau, Redenaars van de Spycker van de Stede en de Kasselrij van Veurne, [Stadsarchief Veurne 843], Brugge VVF-afd. Brugge, 1983, p. 6 in: Pieter Donche, De Familie Heinderycx in de Kasselrij Veurne in de 16de tot de 18de eeuw, Vlaamse Stam, jrg. 42 nr. 4, juli 2006)
We zetten deze gronden hier op een rijtje. Ze werden in een aparte administratie geregistreerd en behandeld, wat interessant kan zijn bij verder opzoekingswerk :
1. Pollinkhove, madelhofstede, groot 1 gemet 73 roeden (6v)
Alvooren de madelhofstede te weten het opperhof daar de huijsijn[ghe], scheure, ende stallijn[ghe], op staen metten voorhove besuiden daer aen, ende bomgaert bewesten aenden walgracht, groot 1 gemet 73 roeden
- streckende suit ende noort
- tnoorteinde Jaecques Colenbeun
- tsuiteinde tnaervolghende
- ende van westen de Labiette van Rijsel
2. Pollinkhove, den oostersten suit bomgaert, groot 1 lijne 68 roeden (6v)
- streckende suit, ende noort
- noorteinde tvoorschreven lant
- tsuiteinde Jaecques Isack vanoosten ende westen ons volghende land
3. Pollinkhove, den westersten suit bomgaert, groot 2 lijnen 56 roeden (7r)
bij coope jeghens Jan Allenssoone
- streckende alsvooren suit ende noordt,
- westelijk van de vorige boomgaard;
- tsuiteinde Adriaen Mazijn ende sone Jaecques Isacqx lant,
- de wests[eijd]e de Labiette van Rijsel ende wilent dheer Ghuill[iamu]s Tassaert
4. Pollinkhove, een stick ende wijlent tweesticx dat nu jongen bomgart is, groot 7 lijnen 36 roeden,
- streckende suit ende noort
- beoosten de voorn[omde] bomgaerden over ende aen het stratjen
- tsuiteinde dhoirs Jooris Libaert, ende h[]t den Exter
- tnoorteinde ende wests[eijd]e het stratjen
- doosts[eijd]e de selve hoirs
tsamen vijf ghemeten xxxiij (33) roe[de]n (klopt!, som is 1g 10 l 233 r) welcke vier parsien sijnen hooftmanschip onder den spicker van Veurne, ammanie van Loo ar[ticul]o 112 groot vijf ghemeten Lxxvij (77) - ghelast met een hoet en half thiende sesthiende part terwe ende thalf derde part harde haver hier inne volghen doirs (7r) Laurens Verschelle nu dit sterfhuis dat deel is van de voorschr[even] leste partie met een ghemet,
- van welcke vijf ghemeten xxxiij (33) r[oede]n is soverledens vaders patri, ende matrimonie 1/3 ghemeene met tnaervolghende conquest ghedaen bij haer vader ende moeder jeghens sijn susters tot de resteerende 2/3 is v (5) lijnen xi (11) r[oede]n, daer van een derde omme de overledene ghemeense met haer twee broeders, is, j (1) lijne Lxx (70) 1/3 roets (7v)
De twee zusters van vader Pieter (II) hebben dus elk hun van vader Pieter (I) geërfd derde deel verkocht aan hun broer, tijdens zijn huwelijk met Cathelijnes moeder, zodat de oorspronkelijke 5 gemeten 33 roeden is herenigd. Maar dan is er plots sprake van 5 lijnen 11 roeden die in drie worden verdeeld, tussen Cathelijne Masijn en haar twee broers: Pieter (III) en Passchier Masijn, zodat er voor elk 1 lijne 70 en 1/3 roeden is.
5. Pollijnchove, drije ghemeten xxx (30) roe[de]n proostielandt ligghende inden Boijshouck suidt oost vande kercke genaemt de Leckersije ten twee sticken aen anderen
- danof toosterste heeft eenen wal inden suitoosthouck
- streckende beede suut ende noort weesende maijgars
- abboutteerende mette oost[eijd]e van toosterste stick aen tlandt van wijlent Jaecques Colunbeun
- tnoorteinde dhoirs van s[ieu]r Nicolais Baselen lant
- metten suiteinde jeghens den selven (7v) Colenbeun ende Pauwels Aerlebout
- de wests[eijde] aen het westerste van beede de selve sticken,
ende tselve westerste stick
- abboutteert met den noorteinde aende hoirs Baeselen landt,
- de wests[eid]e tlant van Anna Schipman,
- ende tsuiteinde vande voorn[omde] hoirs Pauwels Aerlebout
sijnde deel van een hooftmanschip ten spijcker van Veurne ar[ticul]o 97, ammanie van Pollijnchove, groot, int gheheele vijf ghemeten danof tdeel van dit landt in de jaerlicxsche spicker rente afghelost is
- vercreghen de voorn[omde] partie bij soverledens vaeder bij coope ghedaen ter vierschaere slans van Veurne, jeghens dheer Lieven de Witte als vooght vande kijnderen dheers ende m[eeste]re Pieter Teerlinck in sijn leven eersten raadspensionaris der stede, ende cassel[rie] van Veurne
- ghepasseert voor bailliu ende redenaers vande prostie van S[in]te Donaes tot Brugghe in daeten xix (19)en junij 1669 gheseghelt (8v) ende gheteeckent PF Reynaert dus hier alsvooren iij (3) ghemeten xxx (30) r[oede]n (9r)
We verstaan dit dus als volgt:
Verkoper was Lieven de Witte, optredend als voogd van de kinderen van de heer en meester Pieter Teerlinck, in sijn leven eersten raadspensionaris der stede, ende cassel[rie] van Veurne.
Kopers waren vader Pieter Masijn en moeder Franchijn Annaert van Cathelijne Masijn.
De verkoop vond plaats voor de vierschaar van het land van Veurne voor de baljuw en de redenaars van de proosdij van Sin-Donaas van Brugge op 19 juni 1669, en werd gezegeld en ondertekend door PF Reynaert.
Als we het goed begrijpen is het land van Veurne niet de kasselrij, maar een rechtsgebied van de proosdij.
6. Pollijnchove een leen consisteerende in twee sticken te weeten
het eerste groot ontrent twee ghemeten weede ligghende west aenden hove ende huispleck van Jan Bouden ghebruickt bij Fran[choi]s Savers
- str[eckende] oost ende west
- de suits[eijd]e tleen deel vande voors[eijd]e hof[sted]e
- twesteijnde tlandt vande kijnderen s[ieu]r Nicolaij Baselen, ende de cooninclicke ma[jesteij]t,
- de noorts[eyd]e den Beverdijckbaert,
ende het andere stick groot oock twee ghemeten ofte daer ontrent light suit oost van daer
- str[eckende] oock oost, ende west
- toosteinde tlant van (puntjes in de tekst) aenghetrocken bij sijne ma[jesteij]t voor de coorenschult
- de suitsijde tlandt van tclooster van de Labiette
- twesteijn[de] tleste vorschreven leen
- ende de noorts[eijd]e dheer P[iete]r Stormlant,
- gehouden tselve leen van den Hoove ende heerlicheede van Fontaine, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen[de] bij coope den thienden penninck in het gelick relief, ende camerlijnck gelt,
- dus hier in lande iiij (4) ghemeten vercreghen bij soverledens vader, ende moeder in coope van Jo[nke]r Roeland Fran[choi]s Damarijn, heere van Heule ende dheer Jaecques Bervoet machtich bij procuratie over dheer Guilliames Bervoet sijnen broeder volghens de letteren van erfvenisse ghepasseert voor tselve Hof van Fontaine in daeten iiij (4)e marte 1646 gesegelt ende geteeckent (puntjes in de tekst)
- sijnde desen coop gheschiet voor xij (12) schelle te gode lijfcoop naer discretie ende van principaelen coope jc iiijxx vj L[ibra]s tghemet, daermede svercoopers laste het cooprelief thienden penninck camerlinck ghelt, ende ander hovel[icke] ende heerlicke rechten,
zie bij de leengronden
7. Renijnghe noort over, 3 gemeten vette weide (9v)
teenen sticke met een laene inden midden
- str[eckende] suijt ende noort
- metten noorteinde op de Walleboomstraete,
- de westz[eyde] jeghens de voor thien ghemeten toebehoorende heer Anderies Jeurdighe
- doosts[eyd]e jeghens tlandt vande kijnderen dheer Jan Cauwe
- ende metten suidteinde jeghens de vette weede van s[ieu]r Arnolt Dequicke
- ende is coorenschult weesende een hooftmanschip onder denspicker van Veurnear[ticul]o 90 ammanie van Loo groot met sijn volghers vier ghemeten j (1) lijne xvj (16) r[oede]n ghelast met vier hoet 1/5 part terwe hier inne volght de voornomde hoirs dheer Jan Cauwe met vier lijnen xvj (16) roe[de]n
- vercreghen bij coope bij soverledens (9r) vaeder ende moeder
- van Pieter Callioot maedelaere ten sterfhuise van jo[nke]r Maerten Fran[choi]s Aerlebout volghens derfvenisse ghepasseert voor den sel[ven] bailliu ende redenaers van[de] proostdie van S[in]te Donaes in daeten 7e junij 1643 gheteeckent P F Reijnaert, (9v)
- welcke voors[eijd]e leenen ende landen commende van soverledens weghe werden ghedeelt bij de weese van desen sterfh[uis]e midts dhelft in bijleven aenden blijfver synen vader [ende] dhoudenisse naer costuume (9v)
We verstaan dit als volgt:
Het stuk belast met korenschuld is 4 gemeten, 1 lijne en 16 roeden groot.
Verkoper was Pieter Callioot de madelaar of boedelredder van de nalatenschap (ten sterfhuise) van jonker Maerten Franchois Aerlebout. De verkoopakte is verleden (ghepasseert) voor de baljuw en de redenaars van de proosdij van Sint-Donaes op 7 juni 1643, en ondertekend door P F Reijnaert
Kopers waren vader Pieter Masijn en moeder Franchijn Annaert van Cathelijne Masijn en vermoedelijk nog Jan Cauwe. Eerstgenoemden kochten 3 gemeten, Jan Cauwe (nu de erfgenamen) bezitten daarvan 4 lijnen 16 roeden = 1 gemet 1 lijn 16 roeden, oostelijk gelegen daarvan.
Vreemd genoeg blijkt dit in zijn geheel eigendom can Cathelijne te zijn, en niet gedeeld met haar broers dus, want het gaat nu over naar de (halve) wezen van Cathelijne, waarbij de helft in handen blijft van haar (overblijvende) echtgenoot, hun vader, voor het samenwonen en de houdenisse van de kinderen.
- Dheer Lowijs Janssens ontfangher (f22r en v) vanden spickerschult van Veurne heeft goet over het landt dat den blijfver vanden selven spijcker is ghebruicker boven tgonne hij voorts verpacht heeft te baefmisse 1683 Lxvj (66) L[ibra]s
3.1.3. Kloosters
In deze staat komen we heel wat bezittingen tegen die behoren tot verschillende kloosters. Daar deze een aparte administratie vertegenwoordigen kan dat ook weer interessant zijn voor verder opzoekingswerk.
- klooster vande Labiette tot Rijsel
Hierover vonden we tot nog toe alleen het volgende:
In t jaer 1276 fondeerde Margarita graevinne van Vlaenderen en van Henegouw te Rijssel een maegdenklooster onder het order van den H. Dominicus, t welck doorgaans Labiette genoemt is. Zy was er toe beweegt, gelyk zy in haer diploom zegt, omdat zy haere consciëntie zeer belast vond, en dat zy tot byzonderen hulpmiddel, om Gods bermhertigheyd te verkrijgen, rekende, godvrugtige persoonen door weldadente verpligten, om voor haer te bidden. Deze princesse is wonderbaer toegedaen geweest tot de Broeders Predikers, omdat sy in hun eene ware devotie en iver der zielen bemerkte. Ook heeft den provinciael der Predikheeren openbaerlyk getuigt, dat zy hunne fondatersse, voedster en moeder was.
(uit Corneille Smet, 1809, Heijlighe en roemweerdige personen dewelke bezonderlijk medegewerkt hebben om de Roomsch-Catholieke religie ingeheel Neerland uyt te bryden, vast te stellen en te bewaeren, Vol II p. 306 (googlebooks, uit Universiteit Gent)
In de staat staan vermeld:
1. Item in de selve prochie van Pollijnchove inden grooten Boishouck twee distincte leenen
teerste groot is vier ghemeten
- st[reckend]e oost ende west,
- de suitside den Varschendijck aldaer ghemeten op (2v) seven voeten de cruine
- westeinde dhooirs Jooris Libaert
- de noortsijde tgemet leen van dheer Louis Janssens
- ende metten oosteinde de uutdreve vande hofstede van Jan Bouden daer Fran[choi]s Savers woont de selve gheheele hier mede gaende met last van tservituit als van ouden tijden
de tweede partie groot ses ghemeten
- strect suit ende noort
- metten suiteinde jeghens tvoornomde ghemet leen vanden voors[eijd]en Jansens
- de westsijde de voornomde hoirs Libaert
- den noorteinde tlandt vande Labiette tot Rijsel,
- ende metter oosts[eijd]e de voors[eijd]e uutdreve hier oock ghehele medegaende met last alsvooren
2. Item noch inde selve prochie van Pollijnchove een leen consisteerende in twee sticken te weeten
het eerste groot ontrent twee ghemeten weede ligghende west aenden hove ende huispleck van Jan Bouden ghebruickt bij Fran[choi]s Savers
- str[eckende] oost ende west (5r),
- de suits[eijd]e tleen deel vande voors[eijd]e hof[sted]e
- twesteijnde tlandt vande kijnderen s[ieu]r Nicolaij Baselen, ende de cooninclicke ma[jesteij]t,
- de noorts[eyd]e den Beverdijckbaert,
ende het andere stick groot oock twee ghemeten ofte daer ontrent light suit oost van daer
- str[eckende] oock oost, ende west
- toosteinde tlant van (puntjes in de tekst) aenghetrocken bij sijne ma[jesteij]t voor de coorenschult
- de suitsijde tlandt van tclooster van de Labiette
- twesteijn[de] tleste vorschreven leen
- ende de noorts[eijd]e dheer P[iete]r Stormlant,
gehouden tselve leen van den Hoove ende heerlicheede van Fontaine, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen[de] bij coope den thienden penninck in het gelick relief, ende camerlijnck gelt, dus hier in lande, iiij (4) ghemeten (5v)
3. Pollijnchove, alvooren de madelhofstede te weten het opperhof daar de huijsijn[ghe], scheure, ende stallijn[ghe], op staen metten voorhove besuiden daer aen, ende bomgaert bewesten aenden walgracht
- streckende suit ende noort
- tnoorteinde Jaecques Colenbeun
- tsuiteinde tnaervolghende
- ende van westen de Labiette van Rijsel
- groot, j (1) ghem[et] Lxxiij (73) r[oede]n (6v)
4. Item bet westen daer aen den westersten suit bomgaert
- streckende alsvooren suit ende noordt,
- tsuiteinde Adriaen Mazijn ende sone Jaecques Isacqx lant,
- de wests[eijd]e de Labiette van Rijsel ende wilent dheer Ghuill[iamu]s Tassaert
bij coope jeghens Jan Allenssoone
groot, ij (2) lijn[en] Lvj (56) roe[de]n (7r)
5. Tclooster vande Labiette tot Rijsel sal goet commen te baefmisse 1683 van ses ghemeten lants bijden blijfver ghebruickt xxxvj (36) L[ibra]s
- de canonijnghen van Ste Maertens tot Ipre
Hierover vonden we enkel dat dit klooster te Ieper gelegen was.
In de staat staat vermeld:
1. tghebruick van 24 ghemeten (11,226528 ha)landts de jaeren 1681 en 1682, boven 240 L[ibra]s daerop betaelt, 432 L[ibra]s te betalen. Verder te baefmisse 1683 over tloopende jaer pacht boven 90 L[ibra]s die Jan Vetu daerinne moet betaelen nog 246 L[ibra]s (23r)
- de prostie van S[in]te Donaes tot Brugghe
We vonden hierover een uitgebreide tekst via Wikipedia onder: Proosdij van Sint-Donaas in Brugge.
De Proosdij van Sint-Donaas was een kerkelijke heerlijkheid, die een aantal lenen bezat en die uit twee elkaar aanvullende maar afzonderlijke delen bestond: het Proosse en het Kannunikse. De uitgestrektheid hiervan was aanzienlijk en vormde enclaves in niet minder dan negen kasselrijen. De bewoners van het grondgebied, die de nationaliteit van de proosdij bezaten werden proostlaat genoemd. Beide besturen ressorteerden onder de Wetachtige Kamer van Vlaanderen.
De proost werd in de uitoefening van zijn wereldlijk ambt bijgestaan door 28 magistraten, redenaars genoemd. Ze bestuurden zowel de vierschaar of rechtbank als het leenhof dat op de talrijke lenen toekeek.
De vierschaar had volledige rechtsbevoegdheid en kon alle zaken, ook de zwaarste, behandelen. Beroep kon enkel bij de Raad van Vlaanderen worden aangetekend.
Naast het leenhof in Brugge werd gewerkt met vijf ondergeschikte leenhoven, die van de proosdijen van Sint-Donaas in Veurne, Kassel, Belle, Sint-Winoksbergen en Rijsel. Ook de schepenbanken van die proosdijen hingen af van de Brugse Proosdij. De redenaars waren tevens belast met de controle op de Spijker in Brugge en alle betwistingen hieromtrent kwamen in eerste instantie bij hun vierschaar voor behandeling.
Buiten de stad vormden de Proostlanden enclaves in 36 verschillende parochies. De totale oppervlakte hiervan besloeg méér dan 3000 ha. De drie voornaamste gebieden bevonden zich in Slijpe (780 ha), Sint-Kruis (327 ha) en Mannekensvere (261 ha). Bij de Proostlanden bevonden zich onder meer: het vissersdorp Wenduine, de paardenmarkt van Jabbeke en verder vooral grondgebied in Frans-Vlaanderen onder de kasselrijen Sint-Winoksbergen, Belle en Kassel. Verder waren er nog kleinere leengebieden in Rijsel, Kortrijk, Broekburg, Veurne Ambacht en zelfs in de Oudburg van Gent.
Met het oog op het innen van de belastingen werd het Proosse onderverdeeld in zes districten.
De Sint-Donaaskerk (uiteraard nog geen kathedraal) was de voornaamste en waarschijnlijk de oudste collegiale kerk te Brugge, die over een kapittel van kannuniken beschikte (vanaf de tiende eeuw).
Op 31 oktober 1089 bevestigde de toenmalige graaf van Vlaanderen, Robrecht I de Fries, de rechten en de privileges van de proost en het kapittel, en stelde hem ook aan als kanselier van Vlaanderen en algemeen ontvanger van de grafelijke inkomsten. De voorwaarde was dat de graaf voortaan zijn goedkeuring moest hechten aan de benoeming van de proost die door het kapittel werd verkozen.
Dit bleef echter niet duren, omdat de graaf zijn eigen administratie en gezagsdragers het liefst los van de kerkelijke hiërarchie wilde, en ook omdat de Paus van Rome zich van langsom meer met de benoeming van de proosten ging bemoeien.
Het hoeft niet te verwonderen dat de drie bevoegdheden van de proost: het kerkelijke en geestelijke bestuur - het beleid als feodale heer - het kanselierschap -, maakten dat hij een beetje als de plaastelijke bisschop werd beschouwd en tegelijk een verre voorafbeelding was van wat veel later een eerste minister zou zijn.
Toen het bisdom Brugge in 1559 gesticht werd, werden de functies zowel van proot van het kapittel als van erfelijk kanselier van Vlaanderen (met de eraan verbonden inkomsten) overgedragen aan de bisschop, zodat het ook om deze reden aanvaardbaar is de proosten van Sint-Donaas te beschouwen als de voorgangers van de bisschoppen van Brugge. Vavaf 1559 (in de praktijk slechts vanaf 1564) en tot op het einde van het Ancien Regime was de bisschop van Brugge tevens proost van het kapittel van de Sint-Donaaskathedraal en kanselier van Vlaanderen.
Bisschoppen van Brugge in deze periode (lijst en biografieën in Wikipedia):
François de Baillencourt (28 juli 1671- 1 november 1681)
Humbert-Guillaume de Precipiano (21 maart 1683 - 1690)
Archieven in RAB - Sint Donaas
In de staat staat vermeld:
1. Item inde selve prochie van Pollijnchove drije ghemeten xxx (30) roe[de]n proostielandt ligghende inden Boijshouck suidt oost vande kercke genaemt de Leckersije ten twee sticken aen anderen danof
toosterste heeft eenen wal inden suitoosthouck
- streckende beede suut ende noort weesende maijgars
- abboutteerende mette oost[eijd]e van toosterste stick aen tlandt van wijlent Jaecques Colunbeun
- tnoorteinde dhoirs van s[ieu]r Nicolais Baselen lant
- metten suiteinde jeghens den selven (7v) Colenbeun ende Pauwels Aerlebout
- de wests[eijde] aen het westerste van beede de selve sticken,
ende tselve westerste stick
- abboutteert met den noorteinde aende hoirs Baeselen landt,
- de wests[eid]e tlant van Anna Schipman,
- ende tsuiteinde vande voorn[omde] hoirs Pauwels Aerlebout
- sijnde deel van een hooftmanschip ten spijcker van Veurne ar[ticul]o 97, ammanie van Pollijnchove, groot, int gheheele vijf ghemeten danof tdeel van dit landt in de jaerlicxsche spicker rente afghelost is
- vercreghen de voorn[omde] partie bij soverledens vaeder bij coope ghedaen ter vierschaere slans van Veurne, jeghens dheer Lieven de Witte als vooght vande kijnderen dheers ende m[eeste]re Pieter Teerlinck in sijn leven eersten raadspensionaris der stede, ende cassel[rie] van Veurne
- ghepasseert voor bailliu ende redenaersvande prostie van S[in]te Donaes tot Brugghe in daeten xix (19)en junij 1669 gheseghelt ende gheteeckent PF Reynaert dus hier alsvooren, iij (3) ghemeten xxx (30) r[oede]n (8r)
2. Inde prochie van Renijnghe noort over drije ghemeten vette weede
- teenen sticke met een laene inden midden
- str[eckende] suijt ende noort
- metten noorteinde op de Walleboomstraete,
- de westz[eyde] jeghens de voor thien ghemeten toebehoorende heer Anderies Jeurdighe
- doosts[eyd]e jeghens tlandt vande kijnderen dheer Jan Cauwe
- ende metten suidteinde jeghens de vette weede van s[ieu]r Arnolt Dequicke
ende is coorenschult weesende een hooftmanschip onder den spicker van Veurne ar[ticul]o 90 ammanie van Loo groot met sijn volghers vier ghemeten j (1) lijne xvj (16) r[oede]n ghelast met vier hoet 1/5 part terwe hier inne volght de voornomde hoirs dheer Jan Cauwe met vier lijnen xvj (16) roe[de]n vercreghen bij coope bij soverledens (9r) vaeder ende moeder van Pieter Callioot maedelaere ten sterfhuise van jo[nke]r Maerten Fran[choi]s Aerlebout volghens derfvenisse ghepasseert voor den sel[ven] bailliu ende redenaers van[de]proostdie van S[in]te Donaes in daeten 7e junij 1643 gheteeckent P F Reijnaert, (9v)
redenaer = rekenmeester, rentmeester (uitsluitend gebruikelijk in het Brugse, na de 17de e verouderd. Volgens de Costuume van de Proossche van Brugge (1511) mochten giften ontvangen van proostlanden enkel door redenaers worden ontvangen en van canoniclande enkel door canonicken. (WNT) zie bijlage; zie ook uitleg bij de kloosters in deze tekst
3.1.4. Edellieden
Vele gronden zijn hier van edellieden, ook heel wat gronden met direkte be
staat van goed Cathelijne Masijn (RAB, KV, 25.276) deel 2
Folio 15 recto
Prijsie van de vlietende ende inhoudende cateilen ten desen sterfhuise,
Alvooren alle den groenen ende droghen loopenden houtprijs soo op de hofsteede als uutlanden mitsg[aede]rs den meschprijs boven jc (100) L[ibra]s dat staende prijs is
115 - 0 - 0
Beestiaelen
Een grauwe merrie ter elde van seven jaeren met een cachtel ghepresen metten arnassche vanden swinghen voortwaert,
432 - 0 - 0
ter elde = oud
cachtel = jong veulen;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
Vijfthien ghetijde coijen, twee jaerlijnck veersen, ende vier drinckelijn[ghen]
1104 - 0 - 0
ghetijde =
jaerlijnck = jaarling = dier van één jaar, maar nog geen twee jaar;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
veerse = vaars = koe van het vrouwelijk geslacht;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
drinckelijn[ghen]= zogend kalf
Acht vette coijen tweejarsche versen ende een stier inde vette weede ghenaemt de thien ghemete
600 - 0 - 0
Drije verwe coijen, drije
verwe coijen = verwe koe = vaar; in het westvlaams komen verwe (1541), verve en varwe (1870) voor.
1. van koeien: die men niet heeft laten bevruchten doch doormelkt, hetzij om ze een jaar te doen overslaan met kalven, hetzij, wat meestal het geval is, om ze vet te mesten en te slachten. In deze betekenis komt vaar voor in Groningen, Holland, westelijk Zeeuws-Vlaanderen en plaatselijk in West-Vlaanderen;
2. (Gewest) die men niet bij de stier laat, doch ze voor vetweiden bestemt en dus droog laat (wat gewoonlijk gebeurt bij slechte melkkoeien); vandaar: droog, geen melk gevend;
3. (Westvlaams) die geen kalf wil opnemen, onvruchtbaar.
(WNT) Zie bijlage vaar.
Folio 15 verso
jaerlijnghen danof een stier inde vette weede bij t wittenhuijseken met een sogher calf
294 - 0 -0
Een seughe met ses cleene jonghen ende een ander staende te vetten
72 - 0 - 0
voor alle de hennen ende haenden achter hove
15 - 0 - 0
Drooghe vruchten ende groene opden acker,
Ses hondert sucrioen schoven weschietende ontrent een rasiere thondert
42 - 0 - 0
sucrioen = een soort van gerst, zomergerst (MNW) zie bijlage
weschietende = schieten hier in de betekenis van opbrengen (VMNW)
een rasiere = inhoudsmaat van koren en havermaat: 1 razier = 4 spinten = 8 achtendelen; 1 razier (koren) = 146,8 l; 1 razier (haver) = 158,7 l; soms werd voor haver ook de korenmaat gebruikt;
(uit: A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984)
ontrent thien ghemeten lants bestaen met terwe
640 - 0 - 0
thien ghemeten = 4,67772 ha
bestaen = bezet met of bezaaid met;
in Lexicon van C. Moeyaert, Nederlandse schrijftaal in de Westhoek in Frankrijk. Staat van goederen bij de dood van Jan Sapelier (gest 1693) in Gijvelde, in: Ons Erfdeel 2008.
ontrent een half ghemet rugghe
een half ghemet = 0,233886 ha
rugghe = rogge
Folio 16 recto
ende vier ghemeten haver
140 - 0 - 0
vier ghemeten = 1,871088 ha
vier ghemeten bomen ende cruit met twee lijnen boucwiet
114 -0 - 0
twee lijnen = 2918 m²
Tachtergars van ontrent de xx (20) ghemete melckgars
108 -0 - 0
20 ghemete = 9,35544 ha
Tachtergars van ontrent achthien ghemeten en half vette weede,
216 -0 - 0
tachtergras = vermoedelijk = nagras = het tweede gewas van gras, nadat het eerste gehooid is (WNT)
achthien ghemeten en half = 8,653782 ha
Drie ghemeten hoijgars sijnde de leckegeije
45 - 0 - 0
drie ghemeten = 1,404316 ha
de leckegeije= op te zoeken plaatsnaam in Pollinkhove
T fruit inden bomgaert ende [overlijn] in het hof
36 - 0 - 0
overlijn = ? voorbij de grens ervan
Ontrent xiiij (14) hondert snouckel[inghen] bondels, een duist busschen, ende een deel wilgh ende ander brant hout
120 - 0 - 0
snouckel[inghen] = gesnoeide tak, lot of rank; hetzelfde als snoeyelinc (MNW) zie bijlage
Alvooren twee waeghens staende ten oughste, danof teene met besleghen wielen
96 - 0 - 0
oughste = oogste = ?op het veld
Een twee paer soole ende sloofsoole
30 - 0 - 0
soole ende sloofsoole = zoolle = zool, zole = 1. gewestelijke benaming voor de wielploeg, een ploeg met een raam of voorstel waaraan de wielassen en de ploeglichamen zijn bevestigd; gebruikt om zwaar land te beploegen dat men wil bezaaien of beplanten; (WNT) zie bijlage
sloof = ijzeren ring ter versteviging van iets; (WNT) zie bijlage
Een eeghde met slee ende met sleepeeghde tolke ende carreback
26 - 0 -0
eeghde = eg
tolke =
vier waeghen houpen een diesel met arnasch waeghemande ende neghen mesch barders, mitsg[aede]rs eenich out waghen arnasch
voor alle de diltpersen, graender vijsen, ende calverback
12 - 0- 0
diltpersen = dilt = hooi; persen = pertse = in t algemeen staak, stok, roede; in verschillende toepassingen; (WNT)
(uit: 31-1-1786: Etats de bien, Guillaume Cornelis Palmaert, gest 21-12-1785 te Spycker (ADN J466205); paléografie et traduction: Régine Vantorre en Pierre Stevenoot.)
graender vijsen = ?wellicht om graan zelf te vermalen, graanmolentje
ontrent de vier hondert voet abeelen bart met drie appelaere bardens
30 - 0 - 0
- voet = lengtemaat, van oudsher verwijzend naar de (gemiddelde) lengte van een menselijke voet. De maat verschilde van streek tot streek en raakte in de loop van de 19de eeuw in onbruik door de invoering van het metrieke stelsel. De Veurnse voet is 0,2728 meter; (Wikipedia - Voet); hier 400 voet = 109,12 m
- abeelen = soort populier
- bart = bard = houten plank
Folio 17 recto
ontrent twee hondert stroij bonen een hondert gleij ende seven duist stroijbanden
17 - 0 - 0
- bond = bundel, bos. Met betrekking tot verschillende stoffen, inzonderheid hout en stro; soms bepaaldelijk als inhoudsmaat. (WNT)
Een pluimen bedde hooftheijnde twee hoorcussens ghefloijnt twee slaplaeckens groene sarge ende behanck
36 - 0 - 0
sarge = serge, vroeger ook sarge, sargie, sergie, in het Middelnederlands saerge, saerdse, saergie, ontleend aan oudfrans serge, sarge en Frans serge = a. gekeperde wollen stof, waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Zie bijlage serge;
b. wollen deken (WNT)
ghefloijnt = fluwijn, flouwijne van Middelnederlands fluwine; kussensloop; bvb. een oorcussen met een flauwijne (Cost. van Antw (1582)); er bestaat ook fluwijnekant, een zekere soort van grove speldewerkkant, stropkant (WNT) zie bijlage
Tselde van een tresoir, ende een langhe ende ronde postettafel,
24 - 0 - 0
een tresoir = dressoir = dressoor, in oudere taal ook tresoor, ontleend aan Frans dressoir,
1. dientafel, buffet; 2. spijskast, keukenkast (in de oudere taal) (WNT)
postettafel =
Een rechbanck ende twee laeden slotvast
30 - 0 - 0
rechbanck = rebbank = een soort keukentafel, lang en smal, van onderen van kastjes voorzien, waarop eten wordt klaargemaakt, later geëvolueerd tot een commode of buffetkast;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
laeden = kist, kistje, koffertje, in het algemeen een houten voorwerp, waarin iets geborgen (of geladen) wordt (MNW); een voorwerp om iets in te bergen en weg te sluiten, kast, kist, koffer. In de algemene taal verouderd maar gewestelijk nog wel bekend, bv. in Frans- en een deel van West-Vlaanderen (WNT), zie bijlage
slotvast = kan gesloten worden
Een eiren ketel, banck ende vier mattestoelen
14 - 0 - 0
eiren = eeire sleghketel = pelle ovale (p. 12);
(uit: Maison mortuaire (SvG) Matheus Clavel cabaretier, 1750 prochie en heerlichede van Pitgam, vertaald door Fabrice Bassot)
Seven tinnen tailliooren veer plateelen een tinnen soutvat, ende schuttel, met acht tinnen lepels,
15 - 0 - 0
- teljoor = bord, schotel waarop vlees wordt voorgesneden (in deze zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in t Middelnederlands de gewone betekenis: tafelbord, etensbord, bord; uit Fr. tailloir (WNT), zie bijlage
- veer = vier
- plateel = een vlakke schotel of schaal van metaal, hout, aardewerk, enz. Eertijds dikwijls van tin vervaardigd, maar ook: schotel van aardewerk; van Oudfrans platel en Frans plateau; (WNT) zie bijlage.
voor alle de aerden becquers galeijsche tailliooren, ende strijck iser,
galeijsche = galleysch = een soort vaatwerk van fijne witte aarde verglaasd met tin-as (geen porselein)
Folio 17 verso
bustel ende ander complusijnghen
3 - 0 - 0
complusijnghen = pluysynge = babioles = objet de peu de valeur;
(uit: 31-1-1786: Etats de bien, Guillaume Cornelis Palmaert, gest 21-12-1785 te Spycker (ADN J466205); paléografie et traduction: Régine Vantorre en Pierre Stevenoot.) en: (uit: Régine Vantorre en Pierre Stevenoot, Inventaris van alle de cleederen ende lynwaet in de casse op de caemer van Joe Ryngaert, 1734, (ADN J466160).)
een roo incarnaeten rock met severen canten ende groene voerijn[ghen]
30 - 0 - 0
severen =
een blautebroxken bruin luicken roo perpetuaenen rocklijf sterminen livicken bruschblau, ende swarte seden schorte
42 - 0 - 0
- blautebroxken =
- perpetuaenen =perpetuaan = benaming van een duurzame, driedradige wollen stof, die inzonderheid in Engeland vervaardigd wordt sedert de 16de eeuw. Ook: een stuk van deze stof. van Fr. perpétuane of Eng. perpetuana. De naam is blijkbaar eene afleiding van lat. perpetuus, bestendig, met den romaansen uitgang -ana; verg. stofnamen als everlasting, durance, duivelssterk en dergelijke. (WNT)
- rocklijf = roklijf = 1. benaming van een kort bovenkledingstuk (verouderd); 2. keurslijf, rijglijf; 3. kinderkledingstuk, kinderjakje of - jurkje (WNT)
- sterminen = stermijn = Middelnederlands voor zeef, ontleend aan Frans étamine; dunne wollen stof, vlaggedoek; stamet (WNT)
- bruschblau =
- seden =
twee scabbekens wit linnewaet met twee sticken op den bleeck lanck tsamen Liij (53) ellen sonder de schabben
10 - 0 - 0
53 ellen = el = oude lengtemaat, gebaseerd op de menselijke onderarm; werd lokaal, in ieder belangrijk handelscentrum vastgesteld, waardoor er verschillen optraden; Wase el (69,8 cm), Brabantse (69,2), Dendermondse (69,8)(Wikipedia); dus ca 3,5 m
En wit liveken groene saijen schorte 25 cornetten 7 craeghen ende vier neusdoucken,
24 - 0 - 0
vier halfve mauwen veerthien serveiten 32 haelsekleers ende ii (2) stropmuitsen met 6 ander,
21 - 0 - 0
haelsekleers = halskleed = in t Middelnederlands en Hoogduits een soort van mantel (schoudermantel); In andere opvatting: een halsdoek als vrouwendracht.
stropmuitsen = stropmuts = vrouwemuts die met een strop in de nek vastgemaakt wordt in plaats van met linten onder de kin (WNT)
15 vrauwehemdens
27 - 0 - 0
13 dwaelen
13 - 0 - 0
dwaelen = zie dwaal = 1. Doek die bij het wassen gebruikt wordt, handdoek; 2. tafellaken, dekservet; 3. doek in het algemeen; 4. sluier. (WNT) zie bijlage
drie paar slaplaeckens
8 - 0 - 0
twee blauwe rocx een paer roo coussen
Folio 18 recto
een lijveken ende rocklijf met mauwen
12 - 0 - 0
- rocklijf = roklijf = 1. benaming van een kort bovenkledingstuk (verouderd); 2. keurslijf, rijglijf; 3. kinderkledingstuk, kinderjakje of -jurkje (WNT)
een gouden traurijnck
16 - 0 - 0
op de vaulte
voor alle het swijnen vleesch
21 - 0 - 0
een waeghen wijtte ende cafbedde met groene sarge
15 - 0 - 0
waeghen wijtte = wijte = huif, linnen overtrek van een kar of wage cf wijtewagen = huifwagen, huifkar (WNT) zie bijlage)
cafbedde = een caffen bedde = bed van het kaf van graan. Het kaf deed men in zakken waarop men sliep; dit kaf werd elk jaar vervangen;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
sarge = serge, vroeger ook sarge, sargie, sergie, in het Middelnederlands saerge, saerdse, saergie, ontleend aan Oudfrans serge, sarge en Frans serge = a. gekeperde wollen stof, waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Zie bijlage serge;
b. wollen deken (WNT)
een vleeschstande, ander stande twee tonnen drie carteelen ende een troch
17 - 0 - 0
vleeschstande = een groot pekelvat waarin varkensvlees wordt bewaard;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
carteelen = karteel =
1. In t algemeen. De naam van zekere maten voor droge en natte waren, en van vaten die zulke waren inhouden. (zie ook analyse: boterproductie)
2. In t bijzonder een vat voor walvisspek en -traan;
3. In Vlaams-België. aalton, gierton.
(WNT) zie bijlage
grote bak om levensmiddelen, meestal graan, op te slaan;
(uit: Nieuwsbrief VVF-Westhoek, jrg. 3 nr. 1 p. 2-4: Een vissersmenagie in Oostduinkerke anno 1792 (SvG 38.774))
staat van goed Cathelijne Masijn (RAB, KV, 25.276) deel 1
STAAT VAN GOED CATHELIJNE MASIJN (Pollinkhove, 25.276)
Transcriptie door Ivo Metsu, 06.03.2012
Versie 205.09.2012; DOKUMENT 25276.doc
Wijze van transcriptie
[ .. ] : tekst weggelaten in de woordafkorting in het originele document
( ) : eigen vertaling naar hedendaagse schrijfwijze
der : schuine letters voor een onzekere interpretatie van het origineel
alle namen (behalve een eventueel eerste deel van de familienaam) schrijven we in hoofdletters, in tegenstelling tot het origineel
Nadien een alfabetische lijst van de aangetroffen persoonsnamen met de folia waarop ze voorkomen en de relatie met Cathelijne Masijn.
Daarna desgevallend meer informatie over deze personen via de parochieregisters.
Daarna volgt een analyse van de rekening en van allerlei bijzonderheden
Woordverklaringen uit : WNT (Woordenboek van de Nederlandse Taal); MNW (Middelnederlands Woordenboek); VMNW (Vroeg Middelnederlands Woordenboek)
Metrologie
Oppervlaktematen
Een gemet is een oude vlaktemaat. De maat is waarschijnlijk gelijk aan de oppervlakte van het zaailand dat een koppel paarden kan omploegen tussen zonsopgang en zonsondergang.Dit is een gemiddelde, omdat het land dat bewerkt moest worden ook zwaaarder en lichter kon zijn voor een paard. Met deze oorspronkelijke groottebepaling is de gemet vergelijkbaar met de in de Angelsaksische landen veelgebruikte acre, zij het dat daar het werk van een os per dag ten grondslag aan de maat ligt. (1)
Er zijn verschillende maten bekend. De kasselrij Veurne heeft een gemet van 4677,72 m² = 0,467772 ha. (1) Hoornaert (3) hanteert daarentegen 0,45 ha (afronding van 300 x 0,0015147664 ha = 0,45442992 ha).
De roede (ook: roe) is een oude oppervlaktemaat en een oude lengtemaat, die van plaats tot plaats verschilde. Een vierkante roede wordt gevormd door een vierkant oppervlak met een lengte en breedte van een strekkende roede. (2)
De Veurnse roe was 14,5924 m² en één lijn (100 roe) was omgerekend 1459 m². (2)
Hoornaert (3) vermeldt daarentegen 15,147664 m².
Eén Vlaams gemet is 304 (andere bronnen spreken van 300) Vlaamse roede. (1)
300 roede (of 3 lijnen) vormden één gemet. Alléén in Kortrijk was één gemet 500 roeden. (2)
We gebruiken hier: 0,47 ha voor 1 gemet; 14,6 m² voor 1 roede, 1460 m² voor 1 lijn.
(1) via Internet: Gemet - Wikipedia
(2) via Internet: Roede (oppervlaktemaat) Wikipedia
(3) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 4. Roede en gemet overgenomen uit A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984; p. 52.
Inhoudsmaten
een achtendeel =inhoudsmaat van koren en havermaat: 1 razier = 4 spinten = 8 achtendelen; 1 razier (koren) = 146,8 l; 1 razier (haver) = 158,7 l; soms werd voor haver ook de korenmaat gebruikt (1)
(1) A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984.
Gewichten
M.b.t. het botergewicht in de Kasselrij Veurne gold vermoedelijk 1 pond boter = 0,436 kg (1)
(1) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 1.
Muntstelsel
ponden parisis = Parijse ponden, Veurne Ambacht behoorde tot Frankrijk inde periode ...
(1) A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984.
(2) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 4.
Transcriptie
(eigen nummering)
Voorblad
Overghebrocht den 14 july 1683
Staet van goede ghemaeckt ten sterfh[uis]e van Cathelijne f[ili]a Pieter Masijn overleden huisvrauwe van Jan Metsu anno 1683 s[alighe]r m[emori]e
Folio 1 recto
Pollijnchove
Den staet inventaris ende verdeel van de achterghelaten goederen bleven ende bevonden naer de doot ende overlijden van Cathelijne fi[li]a Pieter Masijn de soone Pieters bij Janneken fi[li]a Jacq[ue]s Calenbeun, ende deselve Cathelijne gheprocreert bij Franchijn fi[li]a Laureins Annaert de soone Jacques bij Margurietefi[li]a Ghuilliames Pontvoort, ende den selven Laurentius bij Janneken fi[li]a Pieter Grison, overleden binnen de prochie van Pollijnch[ov]e opden xx (20)en april 1683, s[alighe]r memorie, ceurezuster der stede ende casselrije van Veurne, die voor haeren man ghetrauwt hadde ende voor blijfver achterghelaeten heeft Jan Metsui fi[liu]s Jan gheprocreert bij Cathelijne fi[li]a Carel Claerebout ceurbroeder uut den hoofde van sijn vader, ghemaeckt ten versoucke ende in proffijtte vanden voornomden Jan Metsui blijfver ende madelaere ten desen sterfhuise, midtsg[hade]rs ten versoucke van Fran[choi]s De Boom als vooght van Jan Bap[tis]te oudt sedert den xx (20)en maerte 1682, t eenich minderjaerich kijndt van de overledene dat sij ghewonnen heeft bijden blijfver, staende ten deser doot verweest ten weeserije van Veurne onder de prochie van Pollijnckhove, bij ons s[ieur]e Roelant van Houcke ende dh[ee]r Fran[choi]s De Vos gheeede prij[ser]s ende deellieden der stede ende casselrije van Veurne.
geprocreert = voortgebracht
ceursuster, ceurbroeder = inwoner
blijfver = de achterblijvende echtgenoot
weeserije = instelling belast met het toezicht op de wezen
prijser = schatter
deelsman = (Middelnederlands) rechter of scheidsman in zaken van boedelscheiding (MNW); regelaar van eene erfdeling of boedelscheiding (WNT);
De selve hoirs (werden) geinsinueert te compareeren ten voorseyde sterfhuuse binnen de veerthien daeghen omme deellieden te helpen kiezen (Cost. Van Brouckburch XI, 5 a° [1615](WNT); dus mogelijk konden de hoirs zelf kiezen uit enkele daartoe aangestelde personen; in Brugge werden er zes aangesteld per Ambacht (MNW);
Folio 1 verso
leenen commende vanden overledens weghe haer competeerende per vaders doot, als oock de gonne die haer ghecocht heeft in huiwelicke wesende met haere moeder inghevolghe den staet van goede ghemaeckt in daten xij (12)en maerte 1680 [omst] (ondertekend) R van Houcke ende F Devos
Pollijnchove
Alvooren in de prochie van Pollijnchove seven lijnen tseventich ro[ed]en ofte daerontrent leen inden Waeterhouck streckende suit ende noort paelende metten noorteijnde opden Burghwech doostz[eijd]e tleen vanden hoirs feodal van Jan Baptiste Heven tsuiteinde tleen van Jo[nke]r Fran[choi]s Joannes Aerlebout ende de westside veure ghemeens jeghens tleen van s[ieu]r Jan Peel sijnde twalleken ten noortende groot ontrent i (1) lijne hiermede gaende, dat noch in cheinse is voor drije jaeren aen wijlent L[udovicus]c Schoreel voor vj (6) L[ibra]s s[jae]rs boven ses carpels s[jae]rs behoor[ende] goet sullende tleste jaer vanden cheins
seven lijnen tseventich ro[ed]en = 11.234 m²
leen = voormalige rechtsterm voor een lichamelijke, later ook een onlichamelijke onroerende zaak die door een heer ( leenheer) aan een ander (man, leenman, vazal) in bruikleen afgestaan wordt, met onderlinge verbintenis van schut (WNT)
den Waterhouck = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove,
den Burgwech = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove
hoirs feodal = hoirs = gerechtigde erfgenamen
(in: Pieter Donche, Erfeniskwestie uit de pruikentijd triggert 250 jaar genealogisch onderzoek: de familie de Baenst, Westhoek jrg. 28 nr. 1 (voorjaar 2012) p. 21
veureghemeens = voregemeens, met vore = ploegvore of greppel
1 lijne = 1459 m²
cheinse = cijns
carpels = thans nog in verschillende dialecten voorkomende naam voor de vis die in de gemene Nederlandse landstaal karper heet (Cyprinus carpio L.) (WNT)
Folio 2 recto
vallen te baefmisse 1686 ghehouden tsel[ve] leen van[den] Hove van Bistervelt toebehoorende dheer Jan Baptiste Leuridan staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van (puntjes in de tekst) elcker veranderijnghe, ende veranderende bij coope is schuldich den x (10)en pennijnck met gelijck relief,
baefmisse = dag van St.-Bavo (1 oktober), waarop pacht-, en huurprijzen werden betaald, vlak na het binnenhalen van de oogst
leen = feodale grond:
Binnen het rechtsgebied dat een heerlijkheid is, zijn er drie soorten gronden volgens de manier van verhandelen:
- allodiale gronden: gewoon tussen personen verhandeld als eigenaars.
- cijnsgronden: verhandeld via de schepenbank.
- feodale gronden: onderworpen aan het leenhof waartoe ze behoren; de eigenlijke bezitter is de leenman of leenhouder, maar deze is schatplichtig aan de theoretische eigenaar of leenheer (meestal de vorst).
Telkens er een wijziging van bezit voorkomt moet de bezitter de theoretische eigenaar een speciale taks betalen (reliefgeld, kamerlinggeld). Meestalis dit 10 parisis of de beste vrome, zijnde de beste jaroobrengst binnen de drie eerstvolgende jaren.
Naast het verhefgeld moet bij een leenverkoop in Vlaanderen ook nog 10% verkoopsbelasting (de 10e penning) aan de leenheer worden overgemaakt. Voor het innen van deze belasting staat steevast de kasselrijbaljuw in.
Hove van Bistervelt = het leenhof van de heerlijkheid waartoe dit leen behoort of de naam van de heerlijkheid zelf.
staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van elcker veranderijnghe, ende veranderende by coope =
den x (10)en pennynck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven
relief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
Tselve leen vercreghen bij Adriaen Masijn soverledens vaders vooght bij sessije ende opdracten ten behouve vanden selven overledens vader, ende sijne susters ghedaen bij Jaecques Colenbeun ende Marguriete fi[li]a Abisai vande Weghe sijne huisvrouwe voor de somme van acht hondert Lxxvij (877)tich pon[den] par[esi]s mitsg[ade]rs xxij (22) L[ibra] xiiij (14) B (schellen) ij (2) gr[ooten] vl[aam]s over vijf jaeren crois[eerend] vande voornomde somme die waeren spruitende over den coop van een peirt ende twee coijen, ende andersints bij den selven
sessije = sessie = keer dat een college vergadert, zitting (WNT)
crois[eerend]= van crois of croos = een Vlaams woord in de betekenis aanwas, vermeerdering, bepaaldelijk interest, rente, een afleiding van croître (Fr.) of crescere (Lat.); aldus bv. mijn geld krozeert aan vijf per honderd (MNW) zie bijlage
Folio 2 verso
Colenbeun ghecocht in de venditie ghehouden van soverledens grootvaeder alles volghende denveschatun daer van sijnde ghepasseert voor bailliu ende mannen van leene vanden selven Hove van Bistervelde in daeten 15en meije 1654 gheteeckent Adriaen Outterssoone M de Schoolm[eeste]re, ende C Hobbe, soo dat doverledens vaeder bij de selve opdrachte daer in competeerende een derde dat nu toebehoort Pieter sijn soone als hoir feodael sijnde de twee resteerende derden bijde overledens vader in huwelicke met haere moeder vercreghen bij coope van sijne voorn[omde] susters dus hier over deselve twee derden,
v (5) lijnen xiij (13) 1/3 r[oede]n
- venditie = openbare verkoping aan de meestbiedende (WNT)
- bailliu = baljuw = vertegenwoordiger van de heer op lokaal vlak: kasselrij of heerlijkheid, met bevoegdheid tot: rechtsvervolging; straatschouwingen; jacht- en visrecht en andere heerlijke rechten; tot samenroepen van de wethouders; tot voorzitterschap van de schepenbank, onderhandelingen met vreemde legers, Hij staat dus aan het hoofd maar ook ten dienste van de locale gemeenschap. (Achiel De Vos, Geschiedenis van Waarschoot, Gem. Best. Waarschoot, 1990)
mannen van leene = leenmannen
Hove van Bistervelt = het leenhof van de heerlijkheid waartoe dit leen behoort of de naam van de heerlijkheid zelf.
competeerende = toebehorende
hoir feodael = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
Item in de selve prochie van Pollijnchove inden grooten Boishouck twee distincte leenen danof teerste groot is vier ghemeten ende tander ses ghem[eten] st[reckend]e de sel[ve] vier ghemeten oost ende west, de suitside den Varschendijck aldaer ghemeten op
leen = feodale grond: zie f 2 recto
Boishouck = op te zoeken plaatsnaam in Pollinkhove
distincte = verschillende
vier ghemeten = 1,871088 ha
ses ghem[eten] = 2,806632 ha
st[reckend]e = in de lengterichting
den Varschendijck = op te zoeken plaatsnaam in Pollinkhove
Folio 3 recto
seven voeten de cruine westeinde dhooirs Jooris Libaert de noortsijde tgemet leen van dheer Louis Janssens ende metten oosteinde de uutdreve vande hofstede van Jan Bouden daer Fran[choi]s Savers woont de selve gheheele hier mede gaende met last van tservituit als van ouden tijden de tweede partie groot ses ghemeten strect suit ende noort metten suiteinde jeghens tvoornomde ghemet leen vanden voors[eijd]en Jansens de westsijde de voornomde hoirs Libaert den noorteinde tlandt vande Labiette tot Rijsel, ende metter oosts[eijd]e de voors[eijd]e uutdreve hier oock ghehele medegaende met last alsvooren dus tsamen in lande,
x (10) gemeten
voet = lengtemaat, van oudsher verwijzend naar de (gemiddelde) lengte van een menselijke voet. De maat verschilde van streek tot streek en raakte in de loop van de 19de eeuw in onbruik door de invoering van het metrieke stelsel. De Veurnse voet is 0,2728 meter; 7 voeten is dus 1,9096 m
dhooirs = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
tgemet = hier vermoedelijk in zijn ongewoon overdrachtelijke toepassing gebruikt, van een stuk gronds in het algemeen, zonder het denkbeeld van een bepaalde maat(WNT) zie bijlage
servituit = erfdienstbaarheid
ses ghemeten = 2,806632 ha
Labiette tot Rijsel = klooster;
In t jaer 1276 fondeerde Margarita graevinne van Vlaenderen en van Henegouw te Rijssel een maegdenklooster onder het order van den H. Dominicus, t welck doorgaans Labiette genoemt is. Zy was er toe beweegt, gelyk zy in haer diploom zegt, omdat zy haere consciëntie zeer belast vond, en dat zy tot byzonderen hulpmiddel, om Gods bermhertigheyd te verkrijgen, rekende, godvrugtige persoonen door weldadente verpligten, om voor haer te bidden. Deze princesse is wonderbaer toegedaen geweest tot de Broeders Predikers, omdat sy in hun eene ware devotie en iver der zielen bemerkte. Ook heeft den provinciael der Predikheeren openbaerlyk getuigt, dat zy hunne fondatersse, voedster en moeder was.
(uit Corneille Smet, 1809, Heijlighe en roemweerdige personen dewelke bezonderlijk medegewerkt hebben om de Roomsch-Catholieke religie ingeheel Neerland uyt te bryden, vast te stellen en te bewaeren, Vol II p. 306 (googlebooks, uit Universiteit Gent)
10 gemeten = 4,67772 ha
Ghehouden de selve twee leenen, ende elck in beisonder vanden Hove ende heerlichede Van den Broucke staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen bij coope den thienden penninck met gelijck relief ende camerlijnck ghelt
- vanden Hove ende heerlichede Van den Broucke = heerlijkheid: een rechtsgebied met aparte rechtspraak
- staende ten dienste van trauwe ende waerhede = rechtsformule
- ende ten reliefve van x (10) telcker veranderijnghe, ende veranderen bij coope = zie leen, f 2 recto
- den tienden penninck met gelijck relief = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven; relief = verhefgeld:speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven
- camerlijnck gelt = camerlincgelt = benaming van een heerlijk recht, ook met een Franse uitgang camerlinggage geheten. Hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. Vanwaar de benaming afkomstig is, is niet met zekerheid bekend. Waarschijnlijk is het eigenlijk geld dat aan de kamerling of schatbewaarder wordt uitgekeerd. (WNT) zie bijlage
Folio 3 verso
gheldende bovendien thervaertghelt, vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coop van s[ieu]r Jan Boudens fi[liu]s Cornelis volg[hens] de leen[brief?] van erfvenisse daer van sijnde ghepasseert voor Jacob de Laetre als bailliu ende wettel[icke] manheere van mannen van leene vanden selven Hove, ende heerlichede Van den Broucke, Jo[nke]r Ch[ar]le de Wijntre, dheer Jan van Rentergheem, ende ander mannen van leene daertoe verleent in daten 15en junij 1672 gheseghelt ende gheteeckent J de Laetre zijnde den selven coop geschiet voor xij (12) B te goode lijfcoop xij (12) L[ibra]s een dobbel ducaet voor svercoopers huisvrouwe ende van principaelen coope achthien ponden grooten vlaams tgemet, erfven, ende onterfven cooprelief thienden penninck camerlijnck ghelt etc[eter]a svercoopers laste op wel[cke] coopsomme aen soverledens vader moeste valideeren het capitael van eene rente van hondert ponden grooten daermede de selve twee leenen belast waeren sijnde ten laste van den cooper de verloopen tsedert den lasten
- thervaertghelt = tervaert = snel spoedig, dadelijk, onmiddellijk (WNT)
- bailliu = baljuw, zie f 2 verso
- manheere van mannen van leene = de baas van de leenmannen
- Hove, ende heerlichede Van den Broucke = heerlijkheid, een rechtsgebied
- lijfcoop = eigenlijk de wijn die als bewijs van een gesloten overeenkomst en ter bekrachtiging ervan door koper, verkoper en getuigen (lijfscoopliede of wijncoopsliede geheten) gedronken en door de koper betaald werd; het gelag, waaraan bij het sluiten van een handel (vooral bij eigendomsoverdracht door koop) de er bij betrokken personen en enige andere deelnamen. De wijn kon ook door bier worden vervangen. Eindelijk werd ook het drinken van bier vervangen door het geven van geld in de plaats van de drank zelf. Zo werd de betekenis van wijncoop langzamerhand gewijzigd tot die van handgeld, dus tot een synoniem van goodspenning of Ndl. drinkgeld. (MNW) zie bijlage
- ducaet = gouden munt, oorspronkelijk uit de Republiek Venetië (eerst in 1284), in navolging ook elders in Europa, ook in de Nederlanden (vanaf 1586), met zelfde gewicht en goudgehalte. De voorzijde toonde een ridder met een zwaard en pijlenbundel, de achterzijde bevatte een tekst. De waarde was ruim5 gulden. De Nederlanden kenden ook een zilveren dukaat (1659-1816), met de waarde van de voormaalige rijksdaalder (50 stuivers) en werd ook al snel zo genoemd. (Dukaat - Wikipedia)
- erfven, ende onterfven = rechtsterm normaal gebruikt voor de verhandeling van cijnsgronden (erven) voor de lokale schepenbank volgens A. De Vos (Geschiedenis van Waarschoot, Gem. Best. Waarschoot, 1990), hier blijkbaar ook voor een leen.
- cooprelief = verhefgeld:speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2 recto
- thienden penninck = zie hiervoor
- camerlijnck ghelt = zie hiervoor
Folio 4 recto
valdach ende de voorgaende vercoopers, ende tloopende jaer pacht was scoopers proffitte welcke leenen alsnoch belast sijn met de voors[eijde] hondert ponden grooten capitael den pennink xvj (16) in proffitte van Jan de Haese in huwelicke hebbende de weduwe P[iete]r Delbecke
valdach = vervaldag
1 pond grooten vlaams is 12 ponden parisis
den pennink xvj (16) = rente
Dient ghenotteert dat soverledens vader sedert den voorseijden coop de sel[ve] twee leenen grootelickx heeft gemelioreert, ende verbetert met tcoopen, ende daer op te voeren vanveele mesch ten diversche jaeren, daer over hij grootelicx te coste is gheweest,
mesch = dierlijke mest
Item inde selve prochie van Pollijnchove een partie leen groot vier ghemeten dat voordesen snijlandt gheweest is ende als nu gars ten twee parcheelen danof het eene is aboutteeren[de] metten oosteijnde op tlandt van m[eeste]re H[eindri]c Ghijsebrecht
vier ghemeten = 1,871088 ha
snijlandt = ? hooiland
gars = gras
aboutteerende = grenzend
Folio 4 verso
de suitsijde wijlent Jo[nke]r Pieter Blomme ende de noorts[ijd]e dhoirs dheer Corn[eli]s vanden Hellenaere ende tander stick ten westeinde daer aen streckende suit ende noort abboutteerende van suiden ende deele van westen tlant van Jo[nke]r Jan Fran[choi]s Delatour heere van Thoore ende desel[ve] wests[ijd]e bij den noorteijnde ende tselve noorteinde tlandt vande kercke van Harijnghe, ghehouden tselve leen vanden Hove van Fontaine staende ten dienste van trauwe ende waerhede, ende ten reliefve vande beste vrame telcker veranderijnghe ende bij coope den x (10)e pennijnck ghel[icke] relief ende camerlijnck ghelt dus als vooren
iiij (4) ghemeten
- dhoirs = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
- ghehouden = behorend tot
- Hove van Fontaine = een heerlijkheid, verder op te zoeken
- ten dienste van trauwe ende waerhede =
- ten reliefve van = ; relief = verhefgeld:speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
- de beste vrame = de beste vrome = opbrengst, vruchten of inkomsten uit landerijen: ter bester vrome is een term uit het leenstelsel, een verplichting die op een nieuwe leenman rust; nl. die aan de leenheer uit te keren de opbrengst van een der drie eerstvolgende jaren,ter keuze van de landheer; Frans: la meilleure récolte of la meilleure despouille (MNW) zie bijlage
- den x (10)e pennijnck = zie hierboven , f 2 recto
- ghel[icke] relief = op t zelfde moment reliefgeld te betalen
- camerlijnck ghelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coope van Jo[nke]r Marcus Antoine de Waterleet heere vande selve platse Caneghem etcetera Jo[nke]r Ch[ar]l[es]Waterleet heere van Schart etcetera sijnen oudsten broeder die in deselve vercoopijn[ghe]
Folio 5 recto
was consteerende als outsten nasten hoir ende successeur, volg[hens] derfvenisse daer van ghepasseert voor Sebastiaen Coolaert erfachtich van Hove ende heerlicheede van Fontaine voorseijt, dheeren Adriaen de Vos, ende Jan Reijphens mannen van leene in daten xvj (16)en 9 bre (november) 1672 geseghelt ende gheteeckent F[rans] Reijphens sijnde den coop voor xxiiij (24) Bs te gode ende van principaelen coope hondert patagons eens, ende den prijs van twee jaeren pacht der selver daer vooren den cooper moeste betaelen den x (10)e penninck erfven ende ontherven,
hoir = gerechtigde erfgenaam (zie 1v)
Hove ende heerlicheede van Fontaine = naam van het leenhof en de heerlijkheid
mannen van leene = leenmannen
patagons = pat(t)acon = een in de Zuidelijke Nederlanden veel gebruikte munt en rekeneenheid; hij was dan ook bij veel van onze voorouders bekend. De zilveren munt wordt aangeduid als kruisdaalder, kruisrijksdaalder of kortweg rijksdaalder. De munt werd ingevoerd in 1612 (tijdens de Tachtigjarige Oorlog) onder bewind van de aartshertogen Albrecht en Isabella(1598-1621) en was gangbaar tot ver in de 18de eeuw. Het duurde enkele jaren voor de nieuwe naam gemeengoed was. De munt blonk uit door zijn kwaliteit, niet enkel qua gewicht en gehalte, maar ook qua ontwerp en afwerking. Op de voorzijde is een gekroond St.-Andrieskruis (vandaar ook: kruisdaalder) te zien met in het midden de vuurslag en het Gulden Vlies. Op de keerzijde zien we het gekroonde Bourgondische wapen tussen de ketting van het Gulden Vlies. De waarde van de pattacon veranderde mettertijd zodat we mogen spreken van een veranderende geldkoers. De pattacon had aanvankelijk een waarde van 48 stuiver - 2 gulden 8 stuiver en groeide al snel uit tot een belangrijke handelsmunt die tot ver buiten het oorspronkelijke muntgebied werd gebruikt. (Genealogie Limburg Wiki (genwiki.nl)) zie bijlage
den x (10)e penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
erfven ende ontherven = rechtsterm, normaal voor cijnsgronden, zie f 2 recto
Item noch inde selve prochie van Pollijnchove een leen consisteerende in twee sticken te weeten het eerste groot ontrent twee ghemeten weede ligghende west aenden hove ende huispleck van Jan Bouden ghebruickt bij Fran[choi]s Savers str[eckende] oost ende west
twee ghemeten = 0,935544 ha
Folio 5 verso
de suits[eijd]e tleen deel vande voors[eijd]e hof[sted]e twesteijnde tlandt vande kijnderen s[ieu]r Nicolaij Baselen, ende de cooninclicke ma[jesteij]t, de noorts[eyd]e den Beverdijckbaert, ende het andere stick groot oock twee ghemeten ofte daer ontrent light suit oost van daer str[eckende] oock oost, ende west toosteinde tlant van (puntjes in de tekst) aenghetrocken bij sijne ma[jesteij]t voor de coorenschult de suitsijde tlandt van tclooster van de Labiette twesteijn[de] tleste vorschreven leen ende de noorts[eijd]e dheer P[iete]r Stormlant, gehouden tselve leen van den Hoove ende heerlicheede van Fontaine, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen[de] bij coope den thienden penninck in het gelick relief, ende camerlijnck gelt, dus hier in lande
iiij (4) ghemeten
Beverdijckbaert = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove
twee ghemeten = 0,935544 ha
de coorenschult = zie coorenschult lant (korenschuldland), een synoniem voor spijkerland, zo genoemd naar de spijkerbelasting die in koren moest betaald worden: zachte en harde haver, tarwe.
tclooster van de Labiette = zie 3 recto
ten dienste van trauwe ende waerhede = rechtsformule
ten reliefve van = verhefgeld:speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2recto
den thienden penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
in het gelick relief = op t zelfde moment reliefgeld te betalen
camerlijnck gelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
4 ghemeten = 1,871088 ha
vercreghen bij soverledens vader, ende moeder in coope van Jo[nke]r Roeland Fran[choi]s Damarijn, heere van Heule
Folio 6 recto
ende dheer Jaecques Bervoet machtich bij procuratie over dheer Guilliames Bervoet sijnen broeder volghens de letteren van erfvenisse ghepasseert voor tselve Hof van Fontaine in daeten iiij (4)e marte 1646 gesegelt ende geteeckent (puntjes in de tekst) sijnde desen coop gheschiet voor xij (12) schelle te gode lijfcoop naer discretie ende van principaelen coope jc iiijxx vj L[ibra]s tghemet, daermede svercoopers laste het cooprelief thienden penninck camerlinck ghelt, ende ander hovel[icke] ende heerlicke rechten,
machtich bij procuratie = als gevolmachtigde optredend
letteren van erfvenisse = erfenis: gerechtelijke in bezit stelling van een onroerend goed;
(uit: Glossarium van technische termen; www kuleuven-kulak.be)
Hof van Fontaine = heerlijkheid, een rechtsgebied
te gode lijfcoop = lijfcoop = eigenlijk de wijn die als bewijs van een gesloten overeenkomst en ter bekrachtiging ervan door koper, verkoper en getuigen (lijfscoopliede of wijncoopsliede geheten) gedronken en door de koper betaald werd; het gelag, waaraan bij het sluiten van een handel (vooral bij eigendomsoverdracht door koop) de er bij betrokken personen en enige andere deelnamen. De wijn kon ook door bier worden vervangen. Eindelijk werd ook het drinken van bier vervangen door het geven van geld in de plaats van de drank zelf. Zo werd de betekenis van wijncoop langzamerhand gewijzigd tot die van handgeld, dus tot een synoniem van goodspenning of ndl. drinkgeld.(MNW) zie bijlage
het cooprelief = verhefgeld:speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2recto
thienden penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
camerlinck ghelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
ander hovel[icke] ende heerlicke rechten =
Samen de voornomde leenen bedraeghende xix (19) ghem[eten] ij (2) lijnen xiij (13) r[oede]n 1/3 danof omme soverledens moeder dhelft is ix (9) ghem[eten] ij (2) lijnen Lvj (56) r[oede]n 2/3 ende soverledens twee broeders de 2/3 vande selve wederhelft blijft hier over tresteerende derde,
iij (3) ghem[eten] iiijxx v (85) roe[de]n 5/9
xix (19) ghem[eten] ij (2) lijnen xiij (13) r[oede]n 1/3 = 8,89075567 ha
iij (3) ghem[eten] iiijxx v (85) roe[de]n 5/9 =1,405564 ha
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!
In deze gloednieuwe blog komt het stamboomonderzoek van Pierre en Ivo Metsu. Het zal niet alleen een stamboom zijn, maar een uitgebreid verslag van de gedane opzoekingen, zodat van daaruit verder kan worden gegaan. Het bevat enkele staten van goed die volledig werden getranscribeerd met aanvullend een analyse met onder meer een volledige lijst persoonsnamen, wat interessant kan zijn voor andere stamboomonderzoekers, of voor lokale geschiedschrijving. Via allerlei stukjes randinformatie hopen we nog een beter idee te kunnen geven van de levenswijze en levensomstandigheden van onze voorouders. Graag ontvingen we verbeteringen en aanvullingen. Dank bij voorbaat.
Zie verder: Het Boek der Massu-Metsu: voorwoord met indeling