STAAT VAN GOED CATHELIJNE MASIJN (Pollinkhove, 25.276)
Transcriptie door Ivo Metsu, 06.03.2012
Versie 205.09.2012; DOKUMENT 25276.doc
Wijze van transcriptie
[ .. ] : tekst weggelaten in de woordafkorting in het originele document
( ) : eigen vertaling naar hedendaagse schrijfwijze
der : schuine letters voor een onzekere interpretatie van het origineel
alle namen (behalve een eventueel eerste deel van de familienaam) schrijven we in hoofdletters, in tegenstelling tot het origineel
Nadien een alfabetische lijst van de aangetroffen persoonsnamen met de folia waarop ze voorkomen en de relatie met Cathelijne Masijn.
Daarna desgevallend meer informatie over deze personen via de parochieregisters.
Daarna volgt een analyse van de rekening en van allerlei bijzonderheden
Woordverklaringen uit : WNT (Woordenboek van de Nederlandse Taal); MNW (Middelnederlands Woordenboek); VMNW (Vroeg Middelnederlands Woordenboek)
Metrologie
Oppervlaktematen
Een gemet is een oude vlaktemaat. De maat is waarschijnlijk gelijk aan de oppervlakte van het zaailand dat een koppel paarden kan omploegen tussen zonsopgang en zonsondergang.Dit is een gemiddelde, omdat het land dat bewerkt moest worden ook zwaaarder en lichter kon zijn voor een paard. Met deze oorspronkelijke groottebepaling is de gemet vergelijkbaar met de in de Angelsaksische landen veelgebruikte acre, zij het dat daar het werk van een os per dag ten grondslag aan de maat ligt. (1)
Er zijn verschillende maten bekend. De kasselrij Veurne heeft een gemet van 4677,72 m² = 0,467772 ha. (1) Hoornaert (3) hanteert daarentegen 0,45 ha (afronding van 300 x 0,0015147664 ha = 0,45442992 ha).
De roede (ook: roe) is een oude oppervlaktemaat en een oude lengtemaat, die van plaats tot plaats verschilde. Een vierkante roede wordt gevormd door een vierkant oppervlak met een lengte en breedte van een strekkende roede. (2)
De Veurnse roe was 14,5924 m² en één lijn (100 roe) was omgerekend 1459 m². (2)
Hoornaert (3) vermeldt daarentegen 15,147664 m².
Eén Vlaams gemet is 304 (andere bronnen spreken van 300) Vlaamse roede. (1)
300 roede (of 3 lijnen) vormden één gemet. Alléén in Kortrijk was één gemet 500 roeden. (2)
We gebruiken hier: 0,47 ha voor 1 gemet; 14,6 m² voor 1 roede, 1460 m² voor 1 lijn.
(1) via Internet: Gemet - Wikipedia
(2) via Internet: Roede (oppervlaktemaat) Wikipedia
(3) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 4. Roede en gemet overgenomen uit A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984; p. 52.
Inhoudsmaten
een achtendeel = inhoudsmaat van koren en havermaat: 1 razier = 4 spinten = 8 achtendelen; 1 razier (koren) = 146,8 l; 1 razier (haver) = 158,7 l; soms werd voor haver ook de korenmaat gebruikt (1)
(1) A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984.
Gewichten
M.b.t. het botergewicht in de Kasselrij Veurne gold vermoedelijk 1 pond boter = 0,436 kg (1)
(1) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 1.
Muntstelsel
ponden parisis = Parijse ponden, Veurne Ambacht behoorde tot Frankrijk inde periode ...
1 pond parisis (libra) = 20 schellingen parisis (solidi) (1)(2);
1 schelling parisis = 12 penningen parisis (denarii of deniers) (1)(2)
1 pond Vlaams = 12 pond parisis = 240 deniers of penningen groten Vlaams (2)
(1) A. Van de Walle, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Belgisch Centrum voor landelijke Geschiedenis, Publikatie 82, Gent, 1984.
(2) Via Internet: Laurent Hoornaert, Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), scriptie, hfdst 3: Metrologie, p. 4.
Transcriptie
(eigen nummering)
Voorblad
Overghebrocht den 14 july 1683
Staet van goede ghemaeckt ten sterfh[uis]e van Cathelijne f[ili]a Pieter Masijn overleden huisvrauwe van Jan Metsu anno 1683 s[alighe]r m[emori]e
Folio 1 recto
Pollijnchove
Den staet inventaris ende verdeel van de achterghelaten goederen bleven ende bevonden naer de doot ende overlijden van Cathelijne fi[li]a Pieter Masijn de soone Pieters bij Janneken fi[li]a Jacq[ue]s Calenbeun, ende deselve Cathelijne gheprocreert bij Franchijn fi[li]a Laureins Annaert de soone Jacques bij Marguriete fi[li]a Ghuilliames Pontvoort, ende den selven Laurentius bij Janneken fi[li]a Pieter Grison, overleden binnen de prochie van Pollijnch[ov]e opden xx (20)en april 1683, s[alighe]r memorie, ceurezuster der stede ende casselrije van Veurne, die voor haeren man ghetrauwt hadde ende voor blijfver achterghelaeten heeft Jan Metsui fi[liu]s Jan gheprocreert bij Cathelijne fi[li]a Carel Claerebout ceurbroeder uut den hoofde van sijn vader, ghemaeckt ten versoucke ende in proffijtte vanden voornomden Jan Metsui blijfver ende madelaere ten desen sterfhuise, midtsg[hade]rs ten versoucke van Fran[choi]s De Boom als vooght van Jan Bap[tis]te oudt sedert den xx (20)en maerte 1682, t eenich minderjaerich kijndt van de overledene dat sij ghewonnen heeft bijden blijfver, staende ten deser doot verweest ten weeserije van Veurne onder de prochie van Pollijnckhove, bij ons s[ieur]e Roelant van Houcke ende dh[ee]r Fran[choi]s De Vos gheeede prij[ser]s ende deellieden der stede ende casselrije van Veurne.
geprocreert = voortgebracht
ceursuster, ceurbroeder = inwoner
blijfver = de achterblijvende echtgenoot
weeserije = instelling belast met het toezicht op de wezen
prijser = schatter
deelsman = (Middelnederlands) rechter of scheidsman in zaken van boedelscheiding (MNW); regelaar van eene erfdeling of boedelscheiding (WNT);
De selve hoirs (werden) geinsinueert te compareeren ten voorseyde sterfhuuse binnen de veerthien daeghen omme deellieden te helpen kiezen (Cost. Van Brouckburch XI, 5 a° [1615](WNT); dus mogelijk konden de hoirs zelf kiezen uit enkele daartoe aangestelde personen; in Brugge werden er zes aangesteld per Ambacht (MNW);
Folio 1 verso
leenen commende vanden overledens weghe haer competeerende per vaders doot, als oock de gonne die haer ghecocht heeft in huiwelicke wesende met haere moeder inghevolghe den staet van goede ghemaeckt in daten xij (12)en maerte 1680 [omst] (ondertekend) R van Houcke ende F Devos
Pollijnchove
Alvooren in de prochie van Pollijnchove seven lijnen tseventich ro[ed]en ofte daerontrent leen inden Waeterhouck streckende suit ende noort paelende metten noorteijnde opden Burghwech doostz[eijd]e tleen vanden hoirs feodal van Jan Baptiste Heven tsuiteinde tleen van Jo[nke]r Fran[choi]s Joannes Aerlebout ende de westside veure ghemeens jeghens tleen van s[ieu]r Jan Peel sijnde twalleken ten noortende groot ontrent i (1) lijne hiermede gaende, dat noch in cheinse is voor drije jaeren aen wijlent L[udovicus]c Schoreel voor vj (6) L[ibra]s s[jae]rs boven ses carpels s[jae]rs behoor[ende] goet sullende tleste jaer vanden cheins
seven lijnen tseventich ro[ed]en = 11.234 m²
leen = voormalige rechtsterm voor een lichamelijke, later ook een onlichamelijke onroerende zaak die door een heer ( leenheer) aan een ander (man, leenman, vazal) in bruikleen afgestaan wordt, met onderlinge verbintenis van schut (WNT)
den Waterhouck = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove,
den Burgwech = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove
hoirs feodal = hoirs = gerechtigde erfgenamen
(in: Pieter Donche, Erfeniskwestie uit de pruikentijd triggert 250 jaar genealogisch onderzoek: de familie de Baenst, Westhoek jrg. 28 nr. 1 (voorjaar 2012) p. 21
veureghemeens = voregemeens, met vore = ploegvore of greppel
1 lijne = 1459 m²
cheinse = cijns
carpels = thans nog in verschillende dialecten voorkomende naam voor de vis die in de gemene Nederlandse landstaal karper heet (Cyprinus carpio L.) (WNT)
Folio 2 recto
vallen te baefmisse 1686 ghehouden tsel[ve] leen van[den] Hove van Bistervelt toebehoorende dheer Jan Baptiste Leuridan staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van
(puntjes in de tekst) elcker veranderijnghe, ende veranderende bij coope is schuldich den x (10)en pennijnck met gelijck relief,
baefmisse = dag van St.-Bavo (1 oktober), waarop pacht-, en huurprijzen werden betaald, vlak na het binnenhalen van de oogst
leen = feodale grond:
Binnen het rechtsgebied dat een heerlijkheid is, zijn er drie soorten gronden volgens de manier van verhandelen:
- allodiale gronden: gewoon tussen personen verhandeld als eigenaars.
- cijnsgronden: verhandeld via de schepenbank.
- feodale gronden: onderworpen aan het leenhof waartoe ze behoren; de eigenlijke bezitter is de leenman of leenhouder, maar deze is schatplichtig aan de theoretische eigenaar of leenheer (meestal de vorst).
Telkens er een wijziging van bezit voorkomt moet de bezitter de theoretische eigenaar een speciale taks betalen (reliefgeld, kamerlinggeld). Meestalis dit 10 parisis of de beste vrome, zijnde de beste jaroobrengst binnen de drie eerstvolgende jaren.
Naast het verhefgeld moet bij een leenverkoop in Vlaanderen ook nog 10% verkoopsbelasting (de 10e penning) aan de leenheer worden overgemaakt. Voor het innen van deze belasting staat steevast de kasselrijbaljuw in.
Hove van Bistervelt = het leenhof van de heerlijkheid waartoe dit leen behoort of de naam van de heerlijkheid zelf.
staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten relieve van elcker veranderijnghe, ende veranderende by coope =
den x (10)en pennynck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven
relief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
Tselve leen vercreghen bij Adriaen Masijn soverledens vaders vooght bij sessije ende opdracten ten behouve vanden selven overledens vader, ende sijne susters ghedaen bij Jaecques Colenbeun ende Marguriete fi[li]a Abisai vande Weghe sijne huisvrouwe voor de somme van acht hondert Lxxvij (877)tich pon[den] par[esi]s mitsg[ade]rs xxij (22) L[ibra] xiiij (14) B (schellen) ij (2) gr[ooten] vl[aam]s over vijf jaeren crois[eerend] vande voornomde somme die waeren spruitende over den coop van een peirt ende twee coijen, ende andersints bij den selven
sessije = sessie = keer dat een college vergadert, zitting (WNT)
pon[den] par[esi]s = Parijse ponden
gr[ooten] vl[aam]s = 1 pond grooten vlaams = 12 ponden parisis
crois[eerend]= van crois of croos = een Vlaams woord in de betekenis aanwas, vermeerdering, bepaaldelijk interest, rente, een afleiding van croître (Fr.) of crescere (Lat.); aldus bv. mijn geld krozeert aan vijf per honderd (MNW) zie bijlage
Folio 2 verso
Colenbeun ghecocht in de venditie ghehouden van soverledens grootvaeder alles volghende den veschatun daer van sijnde ghepasseert voor bailliu ende mannen van leene vanden selven Hove van Bistervelde in daeten 15en meije 1654 gheteeckent Adriaen Outterssoone M de Schoolm[eeste]re, ende C Hobbe, soo dat doverledens vaeder bij de selve opdrachte daer in competeerende een derde dat nu toebehoort Pieter sijn soone als hoir feodael sijnde de twee resteerende derden bijde overledens vader in huwelicke met haere moeder vercreghen bij coope van sijne voorn[omde] susters dus hier over deselve twee derden,
v (5) lijnen xiij (13) 1/3 r[oede]n
- venditie = openbare verkoping aan de meestbiedende (WNT)
- bailliu = baljuw = vertegenwoordiger van de heer op lokaal vlak: kasselrij of heerlijkheid, met bevoegdheid tot: rechtsvervolging; straatschouwingen; jacht- en visrecht en andere heerlijke rechten; tot samenroepen van de wethouders; tot voorzitterschap van de schepenbank, onderhandelingen met vreemde legers,
Hij staat dus aan het hoofd maar ook ten dienste van de locale gemeenschap. (Achiel De Vos, Geschiedenis van Waarschoot, Gem. Best. Waarschoot, 1990)
mannen van leene = leenmannen
Hove van Bistervelt = het leenhof van de heerlijkheid waartoe dit leen behoort of de naam van de heerlijkheid zelf.
competeerende = toebehorende
hoir feodael = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
Item in de selve prochie van Pollijnchove inden grooten Boishouck twee distincte leenen danof teerste groot is vier ghemeten ende tander ses ghem[eten] st[reckend]e de sel[ve] vier ghemeten oost ende west, de suitside den Varschendijck aldaer ghemeten op
leen = feodale grond: zie f 2 recto
Boishouck = op te zoeken plaatsnaam in Pollinkhove
distincte = verschillende
vier ghemeten = 1,871088 ha
ses ghem[eten] = 2,806632 ha
st[reckend]e = in de lengterichting
den Varschendijck = op te zoeken plaatsnaam in Pollinkhove
Folio 3 recto
seven voeten de cruine westeinde dhooirs Jooris Libaert de noortsijde tgemet leen van dheer Louis Janssens ende metten oosteinde de uutdreve vande hofstede van Jan Bouden daer Fran[choi]s Savers woont de selve gheheele hier mede gaende met last van tservituit als van ouden tijden de tweede partie groot ses ghemeten strect suit ende noort metten suiteinde jeghens tvoornomde ghemet leen vanden voors[eijd]en Jansens de westsijde de voornomde hoirs Libaert den noorteinde tlandt vande Labiette tot Rijsel, ende metter oosts[eijd]e de voors[eijd]e uutdreve hier oock ghehele medegaende met last alsvooren dus tsamen in lande,
x (10) gemeten
voet = lengtemaat, van oudsher verwijzend naar de (gemiddelde) lengte van een menselijke voet. De maat verschilde van streek tot streek en raakte in de loop van de 19de eeuw in onbruik door de invoering van het metrieke stelsel. De Veurnse voet is 0,2728 meter; 7 voeten is dus 1,9096 m
dhooirs = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
tgemet = hier vermoedelijk in zijn ongewoon overdrachtelijke toepassing gebruikt, van een stuk gronds in het algemeen, zonder het denkbeeld van een bepaalde maat(WNT) zie bijlage
servituit = erfdienstbaarheid
ses ghemeten = 2,806632 ha
Labiette tot Rijsel = klooster;
In t jaer 1276 fondeerde Margarita graevinne van Vlaenderen en van Henegouw te Rijssel een maegdenklooster onder het order van den H. Dominicus, t welck doorgaans Labiette genoemt is. Zy was er toe beweegt, gelyk zy in haer diploom zegt, omdat zy haere consciëntie zeer belast vond, en dat zy tot byzonderen hulpmiddel, om Gods bermhertigheyd te verkrijgen, rekende, godvrugtige persoonen door weldadente verpligten, om voor haer te bidden. Deze princesse is wonderbaer toegedaen geweest tot de Broeders Predikers, omdat sy in hun eene ware devotie en iver der zielen bemerkte. Ook heeft den provinciael der Predikheeren openbaerlyk getuigt, dat zy hunne fondatersse, voedster en moeder was.
(uit Corneille Smet, 1809, Heijlighe en roemweerdige personen dewelke bezonderlijk medegewerkt hebben om de Roomsch-Catholieke religie ingeheel Neerland uyt te bryden, vast te stellen en te bewaeren, Vol II p. 306 (googlebooks, uit Universiteit Gent)
10 gemeten = 4,67772 ha
Ghehouden de selve twee leenen, ende elck in beisonder vanden Hove ende heerlichede Van den Broucke staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen bij coope den thienden penninck met gelijck relief ende camerlijnck ghelt
- vanden Hove ende heerlichede Van den Broucke = heerlijkheid: een rechtsgebied met aparte rechtspraak
- staende ten dienste van trauwe ende waerhede = rechtsformule
- ende ten reliefve van x (10) telcker veranderijnghe, ende veranderen bij coope = zie leen, f 2 recto
- den tienden penninck met gelijck relief = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven; relief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven
- camerlijnck gelt = camerlincgelt = benaming van een heerlijk recht, ook met een Franse uitgang camerlinggage geheten. Hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. Vanwaar de benaming afkomstig is, is niet met zekerheid bekend. Waarschijnlijk is het eigenlijk geld dat aan de kamerling of schatbewaarder wordt uitgekeerd. (WNT) zie bijlage
Folio 3 verso
gheldende bovendien thervaertghelt, vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coop van s[ieu]r Jan Boudens fi[liu]s Cornelis volg[hens] de leen[brief?] van erfvenisse daer van sijnde ghepasseert voor Jacob de Laetre als bailliu ende wettel[icke] manheere van mannen van leene vanden selven Hove, ende heerlichede Van den Broucke, Jo[nke]r Ch[ar]le de Wijntre, dheer Jan van Rentergheem, ende ander mannen van leene daertoe verleent in daten 15en junij 1672 gheseghelt ende gheteeckent J de Laetre zijnde den selven coop geschiet voor xij (12) B te goode lijfcoop xij (12) L[ibra]s een dobbel ducaet voor svercoopers huisvrouwe ende van principaelen coope achthien ponden grooten vlaams tgemet, erfven, ende onterfven cooprelief thienden penninck camerlijnck ghelt etc[eter]a svercoopers laste op wel[cke] coopsomme aen soverledens vader moeste valideeren het capitael van eene rente van hondert ponden grooten daermede de selve twee leenen belast waeren sijnde ten laste van den cooper de verloopen tsedert den lasten
- thervaertghelt = tervaert = snel spoedig, dadelijk, onmiddellijk (WNT)
- bailliu = baljuw, zie f 2 verso
- manheere van mannen van leene = de baas van de leenmannen
- Hove, ende heerlichede Van den Broucke = heerlijkheid, een rechtsgebied
- lijfcoop = eigenlijk de wijn die als bewijs van een gesloten overeenkomst en ter bekrachtiging ervan door koper, verkoper en getuigen (lijfscoopliede of wijncoopsliede geheten) gedronken en door de koper betaald werd; het gelag, waaraan bij het sluiten van een handel (vooral bij eigendomsoverdracht door koop) de er bij betrokken personen en enige andere deelnamen. De wijn kon ook door bier worden vervangen. Eindelijk werd ook het drinken van bier vervangen door het geven van geld in de plaats van de drank zelf. Zo werd de betekenis van wijncoop langzamerhand gewijzigd tot die van handgeld, dus tot een synoniem van goodspenning of Ndl. drinkgeld. (MNW) zie bijlage
- ducaet = gouden munt, oorspronkelijk uit de Republiek Venetië (eerst in 1284), in navolging ook elders in Europa, ook in de Nederlanden (vanaf 1586), met zelfde gewicht en goudgehalte. De voorzijde toonde een ridder met een zwaard en pijlenbundel, de achterzijde bevatte een tekst. De waarde was ruim5 gulden. De Nederlanden kenden ook een zilveren dukaat (1659-1816), met de waarde van de voormaalige rijksdaalder (50 stuivers) en werd ook al snel zo genoemd. (Dukaat - Wikipedia)
- grooten vlaams = 1 grooten vlaams is 12 ponden parisis
- tgemet = per gemet
- erfven, ende onterfven = rechtsterm normaal gebruikt voor de verhandeling van cijnsgronden (erven) voor de lokale schepenbank volgens A. De Vos (Geschiedenis van Waarschoot, Gem. Best. Waarschoot, 1990), hier blijkbaar ook voor een leen.
- cooprelief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2 recto
- thienden penninck = zie hiervoor
- camerlijnck ghelt = zie hiervoor
Folio 4 recto
valdach ende de voorgaende vercoopers, ende tloopende jaer pacht was scoopers proffitte welcke leenen alsnoch belast sijn met de voors[eijde] hondert ponden grooten capitael den pennink xvj (16) in proffitte van Jan de Haese in huwelicke hebbende de weduwe P[iete]r Delbecke
valdach = vervaldag
1 pond grooten vlaams is 12 ponden parisis
den pennink xvj (16) = rente
Dient ghenotteert dat soverledens vader sedert den voorseijden coop de sel[ve] twee leenen grootelickx heeft gemelioreert, ende verbetert met tcoopen, ende daer op te voeren van veele mesch ten diversche jaeren, daer over hij grootelicx te coste is gheweest,
mesch = dierlijke mest
Item inde selve prochie van Pollijnchove een partie leen groot vier ghemeten dat voordesen snijlandt gheweest is ende als nu gars ten twee parcheelen danof het eene is aboutteeren[de] metten oosteijnde op tlandt van m[eeste]re H[eindri]c Ghijsebrecht
vier ghemeten = 1,871088 ha
snijlandt = ? hooiland
gars = gras
aboutteerende = grenzend
Folio 4 verso
de suitsijde wijlent Jo[nke]r Pieter Blomme ende de noorts[ijd]e dhoirs dheer Corn[eli]s vanden Hellenaere ende tander stick ten westeinde daer aen streckende suit ende noort abboutteerende van suiden ende deele van westen tlant van Jo[nke]r Jan Fran[choi]s Delatour heere van Thoore ende desel[ve] wests[ijd]e bij den noorteijnde ende tselve noorteinde tlandt vande kercke van Harijnghe, ghehouden tselve leen vanden Hove van Fontaine staende ten dienste van trauwe ende waerhede, ende ten reliefve vande beste vrame telcker veranderijnghe ende bij coope den x (10)e pennijnck ghel[icke] relief ende camerlijnck ghelt dus als vooren
iiij (4) ghemeten
- dhoirs = gerechtigde erfgenamen (zie 1v)
- ghehouden = behorend tot
- Hove van Fontaine = een heerlijkheid, verder op te zoeken
- ten dienste van trauwe ende waerhede =
- ten reliefve van = ; relief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hierboven.
- de beste vrame = de beste vrome = opbrengst, vruchten of inkomsten uit landerijen: ter bester vrome is een term uit het leenstelsel, een verplichting die op een nieuwe leenman rust; nl. die aan de leenheer uit te keren
de opbrengst van een der drie eerstvolgende jaren,ter keuze van de landheer; Frans: la meilleure récolte of la meilleure despouille (MNW) zie bijlage
- den x (10)e pennijnck = zie hierboven , f 2 recto
- ghel[icke] relief = op t zelfde moment reliefgeld te betalen
- camerlijnck ghelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
vercreghen tselve leen bij soverledens vader ende moeder in coope van Jo[nke]r Marcus Antoine de Waterleet heere vande selve platse Caneghem etcetera Jo[nke]r Ch[ar]l[es]Waterleet heere van Schart etcetera sijnen oudsten broeder die in deselve vercoopijn[ghe]
Folio 5 recto
was consteerende als outsten nasten hoir ende successeur, volg[hens] derfvenisse daer van ghepasseert voor Sebastiaen Coolaert erfachtich van Hove ende heerlicheede van Fontaine voorseijt, dheeren Adriaen de Vos, ende Jan Reijphens mannen van leene in daten xvj (16)en 9 bre (november) 1672 geseghelt ende gheteeckent F[rans] Reijphens sijnde den coop voor xxiiij (24) Bs te gode ende van principaelen coope hondert patagons eens, ende den prijs van twee jaeren pacht der selver daer vooren den cooper moeste betaelen den x (10)e penninck erfven ende ontherven,
hoir = gerechtigde erfgenaam (zie 1v)
Hove ende heerlicheede van Fontaine = naam van het leenhof en de heerlijkheid
mannen van leene = leenmannen
patagons = pat(t)acon = een in de Zuidelijke Nederlanden veel gebruikte munt en rekeneenheid; hij was dan ook bij veel van onze voorouders bekend. De zilveren munt wordt aangeduid als kruisdaalder, kruisrijksdaalder of kortweg rijksdaalder. De munt werd ingevoerd in 1612 (tijdens de Tachtigjarige Oorlog) onder bewind van de aartshertogen Albrecht en Isabella(1598-1621) en was gangbaar tot ver in de 18de eeuw. Het duurde enkele jaren voor de nieuwe naam gemeengoed was. De munt blonk uit door zijn kwaliteit, niet enkel qua gewicht en gehalte, maar ook qua ontwerp en afwerking. Op de voorzijde is een gekroond St.-Andrieskruis (vandaar ook: kruisdaalder) te zien met in het midden de vuurslag en het Gulden Vlies. Op de keerzijde zien we het gekroonde Bourgondische wapen tussen de ketting van het Gulden Vlies. De waarde van de pattacon veranderde mettertijd zodat we mogen spreken van een veranderende geldkoers. De pattacon had aanvankelijk een waarde van 48 stuiver - 2 gulden 8 stuiver en groeide al snel uit tot een belangrijke handelsmunt die tot ver buiten het oorspronkelijke muntgebied werd gebruikt. (Genealogie Limburg Wiki (genwiki.nl)) zie bijlage
den x (10)e penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
erfven ende ontherven = rechtsterm, normaal voor cijnsgronden, zie f 2 recto
Item noch inde selve prochie van Pollijnchove een leen consisteerende in twee sticken te weeten het eerste groot ontrent twee ghemeten weede ligghende west aenden hove ende huispleck van Jan Bouden ghebruickt bij Fran[choi]s Savers str[eckende] oost ende west
twee ghemeten = 0,935544 ha
Folio 5 verso
de suits[eijd]e tleen deel vande voors[eijd]e hof[sted]e twesteijnde tlandt vande kijnderen s[ieu]r Nicolaij Baselen, ende de cooninclicke ma[jesteij]t, de noorts[eyd]e den Beverdijckbaert, ende het andere stick groot oock twee ghemeten ofte daer ontrent light suit oost van daer str[eckende] oock oost, ende west toosteinde tlant van
(puntjes in de tekst) aenghetrocken bij sijne ma[jesteij]t voor de coorenschult de suitsijde tlandt van tclooster van de Labiette twesteijn[de] tleste vorschreven leen ende de noorts[eijd]e dheer P[iete]r Stormlant, gehouden tselve leen van den Hoove ende heerlicheede van Fontaine, staende ten dienste van trauwe ende waerhede ende ten reliefve van x (10) L[ibra]s telcker veranderijnghe, ende veranderen[de] bij coope den thienden penninck in het gelick relief, ende camerlijnck gelt, dus hier in lande
iiij (4) ghemeten
Beverdijckbaert = op te zoeken plaatsnaam te Pollinkhove
twee ghemeten = 0,935544 ha
de coorenschult = zie coorenschult lant (korenschuldland), een synoniem voor spijkerland, zo genoemd naar de spijkerbelasting die in koren moest betaald worden: zachte en harde haver, tarwe.
tclooster van de Labiette = zie 3 recto
ten dienste van trauwe ende waerhede = rechtsformule
ten reliefve van = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2recto
den thienden penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
in het gelick relief = op t zelfde moment reliefgeld te betalen
camerlijnck gelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
4 ghemeten = 1,871088 ha
vercreghen bij soverledens vader, ende moeder in coope van Jo[nke]r Roeland Fran[choi]s Damarijn, heere van Heule
Folio 6 recto
ende dheer Jaecques Bervoet machtich bij procuratie over dheer Guilliames Bervoet sijnen broeder volghens de letteren van erfvenisse ghepasseert voor tselve Hof van Fontaine in daeten iiij (4)e marte 1646 gesegelt ende geteeckent
(puntjes in de tekst) sijnde desen coop gheschiet voor xij (12) schelle te gode lijfcoop naer discretie ende van principaelen coope jc iiijxx vj L[ibra]s tghemet, daermede svercoopers laste het cooprelief thienden penninck camerlinck ghelt, ende ander hovel[icke] ende heerlicke rechten,
machtich bij procuratie = als gevolmachtigde optredend
letteren van erfvenisse = erfenis: gerechtelijke in bezit stelling van een onroerend goed;
(uit: Glossarium van technische termen; www kuleuven-kulak.be)
Hof van Fontaine = heerlijkheid, een rechtsgebied
te gode lijfcoop = lijfcoop = eigenlijk de wijn die als bewijs van een gesloten overeenkomst en ter bekrachtiging ervan door koper, verkoper en getuigen (lijfscoopliede of wijncoopsliede geheten) gedronken en door de koper betaald werd; het gelag, waaraan bij het sluiten van een handel (vooral bij eigendomsoverdracht door koop) de er bij betrokken personen en enige andere deelnamen. De wijn kon ook door bier worden vervangen. Eindelijk werd ook het drinken van bier vervangen door het geven van geld in de plaats van de drank zelf. Zo werd de betekenis van wijncoop langzamerhand gewijzigd tot die van handgeld, dus tot een synoniem van goodspenning of ndl. drinkgeld.(MNW) zie bijlage
het cooprelief = verhefgeld: speciale taks bij bezitswijziging te betalen door de bezitter aan de leenheer, zie hiervoor f 2recto
thienden penninck = verkoopsbelasting bij leenverkoop ten voordele van de leenheer, zie hierboven f 2r;
camerlinck ghelt = hetgeen de nieuwe leenhouder of leenvolger den heer verschuldigd was, wanneer een leen, hetzij door een overeenkomst (wandelcoop), hetzij door overlijden (sterfcoop) in andere handen overging. (zie 3 recto)
ander hovel[icke] ende heerlicke rechten =
Samen de voornomde leenen bedraeghende xix (19) ghem[eten] ij (2) lijnen xiij (13) r[oede]n 1/3 danof omme soverledens moeder dhelft is ix (9) ghem[eten] ij (2) lijnen Lvj (56) r[oede]n 2/3 ende soverledens twee broeders de 2/3 vande selve wederhelft blijft hier over tresteerende derde,
iij (3) ghem[eten] iiijxx v (85) roe[de]n 5/9
xix (19) ghem[eten] ij (2) lijnen xiij (13) r[oede]n 1/3 = 8,89075567 ha
iij (3) ghem[eten] iiijxx v (85) roe[de]n 5/9 =1,405564 ha
04-10-2012, 00:00
Geschreven door ivometsu 
|