Op facebook las ik op 25 december dit bericht van Jason: alles aan boord gezet en morgen op t zeetje. Merry Xmas. Reactie van zijn klasgenoot Zakaria: have fun matje xx en ook Gilles wenste hem een goeie reis. Saskia pende veel vangst en voorzichtig zijn. Ik kon niet uitblijven en wenste Jason behouden vaart, waarop hij komje niet eens kijken als we uitvaren? Waarom ook niet, dacht ik en zette mijn wekker voor zondag tweede kerstdag op een ontieglijk vroeg uur.
En zo sta ik op 26 december in alle vroegte op de kaai in Zeebrugge. Zowat de hele visserijvloot van Zeebrugge ligt er, maar zoveel zijn dat er tegenwoordig ook niet meer en de Z.53 Van Eyck heb ik al snel gevonden. Hij is net bezig zijn tas met kleren en nog wat eten, zijn plastiek hanschoenen en zijn laarzen aan boord te brengen. Ik kijk dan toe hoe ze de machines in gang steken, hoe vader Steve Jason wat uitleg geeft over knoppen en hendels en weet ik veel. Steve is trots op zijn schip en is blij dat zijn oudste zoon Kenneth het nu voert en dat straks ook zijn jongse zoon Jason vissr wil worden. Nu gaat hij enkel in de vakanties mee, maar toch al het derde jaar op rij. Als scheepsjongen staat hij nog maar onderaan de ladder, zegt vader Steve. En hij moet nog veel leren, maar t zit erin! Jason is inderdaad uit het goeie hout gesneden, uit het hout waarmee eertijds boten werden gebouwd en masten gemaakt. Hij gaat varen, dat staat buiten kijf. Nu zit hij in het vierde jaar van de Ibis, volgend jaar gaat hij naar Mercator, de visserijschool, en binnen twee jaar is hij achttien en afgestudeerd en kan hij gaan varen.
Ondertussen zijn ook de twee matrozen, de stuurman, de machinist aangekomen met een handdruk en de wens zalig kerstfeest die algauw ontaardt in zalige kerstboom. Ze moeten nog wat wachten tot de sassen opengaan en ondertussen herstellen ze de netten en doen nog wat klusjes. Jason is naalden aan t vullen. Met zijn knalgele Cécémel-muts is hij niet om aan te zien en ik vraag dus of hij even die muts af wil doen. Waarop hij me een fotogenieke glimlach toestuurt.
Daarna gaan ze een hapje eten. Ze vragen of ik ook een kop kofie wil. Dat het verse koffie is
al dan niet met een scheut Baileys in, omdat het kerstdag is. En dan is er dat tyische gezwam, dat gedoe onder mannen, dat geplaag en stekken geven over en weer. En Jason die in een hoekje zit, moet als scheepsjongen natuurlijk ook heel wat incasseren. Reder Steve is trots op zijn ploeg. Ik heb hier een goeie bemanning, zegt hij. En dat zie je. De kameraadschap spat er gewoon van af. En dan krijgen ze t signaal dat ze mogen vertrekken, dat de sassen opengaan. Ik geef de mannen een hand, een zwaai naar schipper Kenneth achter zijn ruitje, een kus aan Jason en stap dan samen met Steve op de kaai vanwaar we kijken hoe het schip van de kaai draait en dan wegvaart. Ik wil nog een fotootje van Jason en roep dus nog maar eens: Doe die domme mutse af!
26-12-2010 om 15:20
geschreven door katrien vervaele 
|