Geef je e-mail adres op
voor in de maillist te komen.
14-05-2009
Zeenaald :
Syngnathus Acus : Naaldvissen. De zeenaald heeft een dun lijf, in doorsnee zeshoekig, met een kleine staartvin en een slecht ontwikkelde anale vin. Aan de romp zitten 19-21 ringen, aan de staart 43-46. De kleur van deze vissen varieert van grijsgroen tot lichtbruin of roodachtig. Soms zijn ze zelfs zwart, met bruine strepen . De zeenaald leeft meestal in ondiepe kustwateren, tussen algen en waterplanten . Ook in volle zee wordt hij wel aan-getroffen, maar brak water mijt hij. De voortplanting, die tussen mei en augustus gebeurt, heeft een interessant aspect. De vrouwtjes leggen de kuit in een zakje dat aan het achterlijf van het mannetje zit en dat beschermd wordt door huidplooien en benen schildjes. In dit zakje komen de eitjes tot ontwikkeling; ze worden van zuurstof voorzien door adertjes die door de slijmerige wanden van het zakje lopen. Na het uitkomen van de eitjes worden de larven met de stroom meegevoerd. De zeenaald voedt zich met schaaldiertjes en jongen van verschillende vissoorten.
Lengte :30-40 cm, maximaal 45 cm , vruchtbaarheid :100-250 eitjes