Ophiura ( Linnaeus) Vindplaats Zeebrugge. Een stijve schijf tot 3,5 cm doorsnede, met eveneens stijve armen. Aan de basis van de armen bevindt zich een dorsale, dubbele rij korte stekels. De armstekels, de grote buikplaten aan de onderkant van iedere arm zijn van elkaar gescheiden door enkelvoudige, grote porien. Bij LLWS enondiep sublitoraal, op fijne tot grove, modderige zand-en grind bodems. De dieren voeden zich op verschillende manieren : ze eten rondzevendedeeltjes maar kunnen ook actief op andere dieren jagen of aas eten. De eieren komen als planktonische larven uit. Slangsterren danken hun naam aan de vijf lange, dunne,gelede en extreem buigzame armen die gemakkelijk in stukken breken. De schijf is klein invergelijking met de lengte van de armen, gewoonlijk rond en min of meer plat.
|