Over zon, duizend heuvels en afrikaanse ziekenhuizen...
10-03-2010
De eerste nacht van wacht..
Tussen de regendruppels door heb ik na mijn eerst nacht van wacht op de dienst pediatrie toch nog de courage gevonden om even te stoppen aan het internetcafé. Het was een heuse ervaring. Gisteren op stage vroeg een van de assistenten me of ik het zou zien zitten om de wacht samen met hem te doen (het was misschien wel meer gebiedende wijs, al lachend dan). En zo ben ik deze nacht in het hospitaal gebleven. Deze avond is Céline aan de beurt en morgen waagt Silke haar kans. Het was een behoorlijk drukke nacht, maar heb toch een uur of twee kunnen slapen, nu ja in mijn bed liggen, veel heb ik niet geslapen. Ik ben al geen sterke slaper en mede aan het feit dat de muggen rond je oren zoemen en je geen muskietennet ter beschikking hebt doet er niet veel goed aan (alhoewel de malaria mug niet hoort te zoemen, maar ja). 's Nachts doet de assistent van wacht (eigenlijk een laaste jaarsstudent) spoedconsultaties, neemt nieuwe patienten op en lost acute problemen op op de afdeling. Er was die dag een kindje opgenomen die in shocktoestand was door sepsis (bloedvergiftiging), ik heb zowat elk half uur van de 24 ( of toch bijna) aan zijn bed gestaan om zijn parameters te bepalen. In de middag zag het er even beter uit, tot grote vreugde van allen, was het kind alerter en was er een klinische vooruitgang. Na de overdracht van de nieuwe patienten en de staf kwam de assistent me melden dat het kind met de shock toch overleden was. Zijn woorden zullen mij nog lang nazinderen: "Your duty is inaugurated by death". En nu naar mijn bed. Julie
Het heeft
eventjes geduurd voor we ons terug op het wereldwijde web konden aansluiten,
maar hier zijn we dan terug. Er is ondertussen al heel wat te vertellen. De
zondag na onze aankomst begaven wij ons voor het eerst onder de Rwandese
bevolking in de hoofdstad Kigali. We waren alle drie even hard onder de indruk
als dat de rwandezen waren van die wandelende melkflessen. Het centrum van
kigali is een mierennest van mensen, een wirwar van straatjes, een heksenketel
van mototaxis/autos/busjes... Kinderen komen naar je, raken je hand aan en
roepen Muzungu, muzungu, het rwandees voor blanke. Door onderschatting van de
afrikaanse zon en de onthouding van zonlicht tijdens onze koudste Belgische
winter sinds lang, leidde onze eerste verkenningstocht al onmiddelijk tot
roodverschroeide huiden en pijnlijke nachten.
De volgende dag
waren we al veel meer op ons gemak in de stad, de mensen staren je aan met ogen
die bijna uit hun kassen rollen, maar los van dat zijn ze super vriendelijk, goedlachs
en lief. Onze trip ging langs het goed beveiligd fort van de Belgische
ambassade, waar we dankzij een connectie van Julies grootouders toch binnen
zijn gelaten. Vervolgens hebben we een bezoekje gebracht aan ons appartement in
Kigali voor over 6 weken, waarbij we geweldig verloren zijn gelopen, want in
Rwanda kent niemand een straatnaam. Onderweg tijdens het wandelen, fluisterde
Silke opeens verschrikt, er loopt een man achter ons met een speer in zijn
hand.. Helaas had ze niet goed gekeken en liep de arme man bij nader inzien
met een paraplu niet gewapend tegen blanken maar tegen tropische regens. Na het
vervolledigen van onze boodschappenlijst, gingen we terug naar onze
uitvalsbasis Auberge Beauséjour. Dinsdagmorgen hebben we onze trip gepakt en
gezakt verder gezet richting Butare helemaal in het zuiden van het land. De
busreis was een heel mooie ervaring. Rwanda is een zeer groen land, en zijn
bijnaam het land van Mille collines is niet overdreven.
Butare, de tweede
grootste stad van Rwanda, blijkt niet meer te zijn dan 1 geasfalteerde lange
straat waarrond een aantal wijken liggen met stoffige en soms zeer modderige
straatjes. We hadden op voorhand geen verblijf kunnen regelen daar we de
opgegeven adressen nooit hebben kunnen bereiken. Céline en Silke hadden,
gelukkig genoeg, bij het afhalen van ons visum op de ambassade in België
Emanuel, een rwandese professor economie leren kennen, die de taak voor onze
huisvesting op zijn rug had genomen. Hij heeft zijn PhD in Louvain-La-Neuve
gedaan en zou blijkbaar goed geholpen zijn door belgische studenten, en nu was
het volgens hem zijn beurt. Dus zo gezegd, zo gedaan, bij aankomst hadden we
een afspraak met Emanuel en hij zou ons huizen laten zien... Het was, niet
overdreven, een huzarentocht. Het eerste huis was veel te groot, een zaal met
daaraan 4 slaapkamers met elk hun eigen badkamer, niet bemeubeld en erg
ongezellig. De eigenaar beloofde ons, in geval dat we het appartement namen
tegen de avond te zorgen voor 3 bedden, 3 matrassen, 1 tafel, 3 stoelen, 1
kookfornuis, zetels voor 3 en 1 bureau. Maar een hoog stemmetje in ons hoofd
fluisterde ons wantrouwig toe, dat, aan het tempo waarmee de mensen in het
Zuiden leven het wel nog even zou duren voordat wij in een bed zouden kunnen
slapen. Op naar het volgende huis. Dat zag er op het eerste zicht wel charmant
uit, ondanks dat het op meer dan een uur stappen van het ziekenhuis was. Het
lag in de nieuwe wijk Taba. De living met een salon en eettafel was best
gezellig, maar daar stopte het ook. Alle kranen waren afgekraakt of geslaan,
het wc was stuk, de bedden zagen er erbarmelijk uit om dan nog maar te zwijgen
van de keuken. Eigenlijk had het wel iets griezeligs, alsof het overvallen en
vernield was. Dus vroegen we, met beschaamde kaken aan Emanuel, of hij nog iets
voor ons in petto had. Wat wel een beetje vervelend was, aangezien wij ons
verplaatsten met taxis en Emanuel er op stond deze te betalen. Hij zei dat hij
eerst zelf ging gaan kijken naar het derde alternatief of het effectief wel
iets was. En... we hoefden elkaar zelfs niet aan te kijken, we dachten alle 3
onmiddellijk: Ja, dat is het. Het is een groot ommuurd huis van 3 verdiepen,
waar de onderste verdieping bewoond wordt door een canadese die getrouwd is met
een rwandees, de tweede verdieping staat leeg en wij bezetten de eerste
verdieping. We hebben rond om rond terras en beneden is er een tuin. We huren
het aan een priester, Abbé Gabriel, die ons een betrouwbare man lijkt. Er is
ook een tuinman/wachter, Deo Gratias, die erg vriendelijk en super schattig is
maar helaas geen woord frans of engels spreekt. We kunnen niet koken, en we
hebben al 1x waterpanne gehad, maar voor de rest kunnen we niet klagen. In
Silke haar kamer was er niets om een muskietennet aan te bevestigen de priester
heeft zich opgeofferd daar iets aan te veranderen. Na door de lattenbodem van
het bed te zakken, een brok plaaster uit het plafond te trekken en vervolgens
de gordijnbak met gordijnen eraan in zijn val mee te sleuren, hangt er
uiteindelijk toch een nageltje. Merci prêtre!
Het weer is hier
uiterst aangenaam, erg warm maar niet bedrukkend (misschien wel iets aangenamer
dan Kigali). Maar in 2 minuten kan de hemel, angstaanjagend zwart worden en
komen er druppels zo dik als een dikke bromvlieg naar beneden. Dan ben je in
een fractie van een seconde doorweekt tot op je huid. En de straten in onze
wijk of beter aardewegels worden dan een grote modderstroom. Wel vervelend om
dan toe te komen in het ziekenhuis met slijk tot aan je ...
Stage... Wij zijn
vorige week woensdag alle drie begonnen met de stage pediatrie in het
universitair ziekenhuis van Butare. De kinderafdeling bestaat uit 2 grote zalen
met telkens ongeveer 14 bedden en 2 kleine neonatologiezaaltjes. Gelukkig waren
we al wat ingelicht door onze vorige collegas want pediatrie in Rwanda heeft
weinig overeenkomsten met pediatrie in Belgenland...
De dag begint er
om 7h30 met een stafvergadering (wat betekent dat wij om 5u30 moeten opstaan),
die geleid wordt door 2 oudere professoren. Op de staf worden de nieuwe patienten
voorgesteld door de laatstejaarsstudenten geneeskunde, de internes. Deze
internes, 5 in totaal, doen eigenlijk al het dokterswerk op de afdeling. Op de
staf bekijken de proffen wel eens een onderzoeksresultaat of stellen ze wel het
één en het ander in vraag, maar finaal zijn het vooral de internes die de
patiënten opvolgen, voorschriften schrijven, labos aanvragen,...
Elke interne is
ook 1 of 2 nachten per week van wacht. De kans is reëel dat ook wij volgende
week af en toe een bed (helaas waarschijnlijk het grauwe guestbed...) bevolken
in het ziekenhuis. Well keep you up to date!
Elk opgenomen
kind heeft een care-taker bij zich. Meestal is dit de moeder, soms een
grootmoeder of een oudere broer/zus. Deze care-taker zorgt ervoor dat het kind
gewassen wordt en eten krijgt. Zowel de care-takers als de dokters blijven
continu stoïcijns kalm, wat voor ons soms zeer vreemd is, zeker wanneer er
belangrijke onderzoeken om bizarre redenen geannuleerd/verzet worden of wanneer
(soms levensnoodzakelijke) geneesmiddelen niet voorhanden zijn of niet kunnen
betaald worden.
De schrijnendste
taferelen zie je helaas op de prematurenafdeling. De kinderen liggen er soms
wat aan hun lot overgelaten... Urine en stoelgang blijft in de couveuse liggen
tot er iemand het doekje vervangt, voedingssondes die slecht gepositioneerd
zijn worden herplaatst nadat het kind de voeding ophoest, prematuren die niet
bijkomen in gewicht krijgen pas een echo-onderzoek wanneer ze op leven na dood
zijn...
Ook gevonden
kinderen worden binnengebracht op neonatologie. Kevin is de vierde baby op 3
maand tijd die er opgevangen wordt... Helaas kan hij niet in het weeshuis van
Butare terecht want dat zit vol. Zijn moeder die hem achtergelaten heeft is
ondertussen al onderschept door de politie en zit nu in de gevangenis. De kans
bestaat dat Kevin zijn moeder vervoegt in de gevangenis of dat hij naar een
ander weeshuis wordt gebracht...
Wij blijven nog 2
weken op pediatrie, vervolgens gaan Céline en Silke voor 3 weken naar de
afdeling chirurgie en Julie gaat naar verloskunde. We hopen om nog een weekje
verloskunde te kunnen doen in het Kabutare District Hospitaal. Tot zover de
derde lezing, met de complimenten van Abbé Gabriel.
Bij deze even een kort berichtje om een aantal dingen te melden: 1) Het is hier warm! 2) We zijn dus goed toegekomen (Although de psychopathische passagier naast Silke daar maar al te graag een stokje had voor gestoken...) 3) Het wereld wijde web ligt hier blijkbaar aan onze voeten, vandaar de vlugge blog-update. Wij kunnen jullie evenwel geen vlot vervolg garanderen. 4) De regen valt hier met bakken uit de hemel. Bij Julie heeft het deze ochtend ook tropisch geregend. 5) Daarnet op de luchthaven was er een chinees aan de haal met de grote zak (23kg!) van Céline. Silke heeft hem gelukkig gepotjelapt. 6) We hebben hier al croque monsieurs gegeten, bier gedronken en ze vinden ons hier lesbiez omdat we per sé laken en leed willen delen. 7) Dit alles speelde zich al gedeeltelijk af in de duisternis wegens een eerste, en waarschijnlijk niet de laatste elektriciteitspanne. 8) Bij deze vieren wij vanavond onze eerste vrij-gezellige avond. 9) Tot de volgende 10) ... Kleine negers
X, de dagtrippers.
PS: Wie foto's wil zien van onze aankomst/eerste avondmaal, klink op de link (kaartje op je linkerkant met "zonnige groetjes"!)!!
Dag lieve vrienden, Het is bijna zover... Binnen 14 dagen staan we aan de vooravond van ons vertrek naar Rwanda. Vandaag nemen we alle 3 onze eerste Lariampil in, benieuwd wie er vreemde dromen zal hebben komende nachten... Spannend! Nog 15 nachten in een comfortabel bed en Brussels Airlines vliegt ons naar het land van Duizend Heuvels. Waar we zullen overnachten is voorlopig een raadsel. We krijgen weinig respons op onze emails/telefoons/smeekbeden in de ambassade en het ziet er naar uit dat we terplaatse een onderdak zullen moeten zoeken. Maar wie zoekt, die vindt! Wij blijven zoeken en wij zullen vinden. Tot zover mijn testbericht op deze nieuwe blog! Tot binnenkort, Julie, Silke en Céline