We zijn nu een goeie drie weken bezig in Kigali en daarmee is de laatste etappe van ons avontuur ingezet. We zitten in een huisje van een Belgische vereniging voor onderwijsontwikkeling, het VVOB. Het is een gezellig huisje in een voormalig elitaire wijk in Kigali, met wel meer mzungus. Onze huisgenoten konden niet beter gekozen zijn, Annelies en Carl uit repectievelijk Gent en Kortrijk. Zij zijn hier om twee maand vrijwilligerswerk te doen in een weeshuis in Nyamirambo. Annelies komt al 4 jaar naar Rwanda en is dus al een beetje habituée en vooral haar Rwandese tongval maakt indruk.
We zijn alle drie een nieuwe stage gestart in het CHUK, het universitair ziekenhuis van Kigali. We kozen er elk voor stage te lopen in de discipline waarin we gaan specialiseren. Céline staat op opthalmo bij een vrouwelijke dokter die in Leuven gestudeerd heeft, Dr. Mudereva. Silke staat op anesthesie en heeft de langste dagen. Ik sta op NKO. NKO is niet echt een afrika stage, want de meeste van de patiënten horen bij de rijkere laag van de bevolking en komen niet met onmiddellijk levensbedreigende problemen. Maar ik kan veel oefenen en assisteren en ik zie geregeld toch wel spectaculaire dingen. Zoals een man die komt omdat hij al 2 maand hoofdpijn heeft. Maar je moet zelfs je best niet doen om te zien dat er een tumor is die langs alle mogelijke wegen zijn hoofd uitpuilt. Daar had hij wel geen last van, het was de hoofdpijn die hem naar de dokter bracht.. Ik ben zelf ook al onderhanden genomen door een dokteres op de dienst, nadat ik bij het wandelen op een of andere manier een snee in mijn been heb veroorzaakt. Dus nu 4 hechtingen en later een herinnering aan Rwanda...
Ik (Silke) sta op anesthesie, zoals Julie al had vermeld. De stafleden keken allemaal nogal raar toen ik mij de maandagmorgen vrijwillig kwam aanmelden op de staf om 1,5 maand stage op hun dienst te lopen. Ik werd wel enthousiast en met open armen ontvangen! Anesthesie is hier niet zo populair, de meeste artsen en toekomstige artsen zijn van mening dat het een veel te stresserende en gevaarlijke job is, die te veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Dit kan misschien wel verklaren waarom er in heel Rwanda maar 9 anesthesisten zijn?
Om eerlijk te zijn,vind ik het wel nogal een saaie stage... De maandag volg ik samen met de 7 assistenten een lessenreeks die gedoceerd wordt door buitenlandse anesthesisten, meestal afkomstig uit de VS of Canada. Je kunt je niet voorstellen hoe lang het duurt voor iemand van de assistenten een simpel antwoord kan geven op een gestelde vraag: het Engels hebben ze hier duidelijk nog niet zo lang geleden ingevoerd. Soms krijg ik zin om te vragen of ze niet in het Frans willen antwoorden, zodat ik vervolgens als tolk zou kunnen fungeren: t zou alleszins rapper gaan... Maar voor de rest geen commentaar: iedereen is supersympathiek!
Net zoals voor oftalmo, bestaat er hier een opleiding anesthesie voor verpleegkundigen. Na 3 jaar verpleegkunde en 3 jaar anesthesie, wordt je tot technicien anesthesiste benoemd. Zij doen zowat alles en ze doen dit ook erg goed! Momenteel is er een nieuwe lading stagiairs toegekomen (de opleiding verpleger-anesthesist is hier veel populairder dan de opleiding arts-anesthesist), met als gevolg dat we deze morgen met 11 (ELF!!) stonden te koekeloeren naar een technicien die spinale anesthesie aan t geven was. Je zou voor minder je hoofd draaien, naar een andere zaal lopen en daar zelf die spinale doen... Zo gezegd, zo gedaan!
Verder is er nog 1 iets waar zelfs ik, aka sluffer, mij aan erger: de patiëntenwissels! Vanmorgen was er staf van 7 tot 8. Daarna vertrok iedereen richting OK, waar ik voor de zoveelste keer onnozel werd omdat de eerste patiënt maar om 10u30 op tafel kwam te liggen. Was Nadia Den Blauwen hier maar :(... Het was een keizersnede, wat dus helemaal niet lang duurt, en toen ik hoorde dat het de enige patiënt was in plaats van de 4 die er gepland waren op gynaeco, ben ik het dan maar wijselijk afgetrapt...
Lichtjes gefrustreerd nam ik de moto-taxi naar huis. God dacht waarschijnlijk ocharme, ik zal haar eens wat adrenaline bezorgen, ze verdient het, en toen liet hij de auto die voor ons reed maar tegen een lantaarnpaal en boom vliegen. Als eerste op de plaats van het ongeluk aangekomen, vroeg ik als een echte dokter Is er iemand gewond? en dan heel stilletjes Ik ben dokter..., om al eens te oefenen voor binnen enkele weken... Gelukkig was er niemand gewond, en ik heb mijn tocht naar huis te voet verdergezet...
Hallo, this is Céline speaking live vanuit Kigali. Ik sta alweer op oftalmo, kwestie van me te focussen op mijn toekomst ;-) en vanwege een uitgesproken nutteloos gevoel op andere diensten. Ook ik loop stage in het CHUK, bij een rwandese dokteres die haar opleiding in Leuven heeft gehad. Een toffe vrijgevochten madam met een groot gevoel voor humor! Mijn eerste 2 weken waren vrij relax met veel vrije middagen en toch zeer interessante voormiddagen. Een ideale combinatie; slimmer worden in de voormiddag en het leven vieren in de namiddag, olé ola!!! Maar mijn rustig leventje heeft een drastische wending aangenomen sinds er afgelopen zaterdag een oogarts vanuit Oostende is aangekomen om hier 2,5 weken te komen operen. Maar ik treur niet, Dokter Pollet heeft zijn opleiding ook in Leuven gedaan, aangevuld met een chirurgische opleiding in Zuid-Afrika. Nu komt hij al een jaar of 5 geregeld naar Kigali en voorziet hij de dienst van oogdruppels, implantlenzen, technisch materiaal en dergelijke. Dokter Mudereva heeft zijn agenda voor de komende weken goed volgezet. 10 Cataract-operaties per dag en dan in de late namiddag nog een paar consultaties... Ik ben de baby van het gezelschap en wordt in de watten gelegd. Ik zie veel interessante casussen en heb vandaag al mijn eerste naald in een oog mogen zetten, jochei jochei. Het beloven nog 2 toffe weken te worden, maar helaas nadert het einde. In dit kamp zullen tranen vloeien, met bakken... Maar goed, daar mogen we nog niet te veel aan denken, we moeten genieten van onze laatste dagen hier... Adios, ik geef het woord terug aan Djoelie!
Kigali is een zeer aangename, propere stad om een aantal maand in te verblijven. Het geeft een erg westerse indruk, met grote flatgebouwen, blitse autos, uitstekende infrastructuur en goed uitgerust wegennetwerk. Overal staan mensen van de groendienst te werken en mensen die de straat vegen. Je moet haast je best doen om een bedelaar of een zwerver tegen te komen. Iedereen op publieke plaatsen spreekt zowel Engels als Frans. In de kranten niets dan goed nieuws en vooruitgang. Allemaal dankzij het regime van de huidige president. Helaas is er ook een andere zijde van de medaille. Doordat hij Kigali probeert op Europees niveau te krikken, komt een groot deel van het land in de kou te staan. De bedelaars en de zwervers die we niet vonden, worden zonder pardon de stad uitgejaagd. Mensen die er arm uitzien, die sjofel gekleed zijn en geen schoenen dragen, worden om duistere redenen opgepakt en verdwijnen achter de tralies. Een groot aantal van wat oudere bedienden die enkel Frans spraken, werden ontslaan en vinden nu geen werk meer.
Er is ook een enorm contrast tussen Kigali en het over-overbevolkte platteland, waar de weelde dan weer ver te zoeken is. Boeren die voorheen een stukje land bezaten, juist genoeg voor zelfvoorziening van de familie, werden onteigend door grootgrondbezitters. Terwijl het de bedoeling is dat ze het land van de grootgrondbezitter bewerken als werknemer, neemt het bedrijf in werkelijkheid veel minder werknemers aan dan onteigenden. We hebben zo het gevoel dat de regering enkel met een kleine, selecte, elitaire groep van de bevolking vooruit wil. Met andere woorden een beetje de situatie van vόόr de burgeroorlog. Alles wordt hier ziekelijk gecontroleerd. Je kan geen 100 meter stappen zonder een gewapende soldaat te passeren. Alle kranten, radios en televisie zijn gecontroleerd en gecensureerd. Oppositie kranten zijn verboden. Internet wordt gescreend. Er mag bijvoorbeeld in het openbaar niet over politiek gesproken worden, want daarvoor kan je worden opgepakt. Zelfs als blanke moet je hier mee oppassen. Daarom dat ik ook geen namen of eigennamen in deze tekst ga gebruiken. We voelen ook wel duidelijk dat de spanning begint te stijgen naar aanleiding van de verkiezingen die komen in augustus. Na het invallen van de duisternis neemt het aantal soldaten en politiemannen nog eens toe. Alle straten in de omgeving van de presidentiële residentie worden afgezet. Naar het schijnt wisselt de president regelmatig zijn ganse entourage, uit angst voor een mol. Zijn tegenstanders worden op alle mogelijke manieren in het nauw gedreven, tot in de gevangenis of in verbanning. Belangrijke kopstukken mogen het land niet meer uit, uit schrik dat ze niet meer terugkeren. Net voor ons vertrek was er een bomaanslag in een busstation van Kigali. Bij ons weten, was dit het enige. Eenmaal was er vals alarm geslagen in de ambassade, maar overigens hebben we een ongelooflijk veilig gevoel. Alhoewel de manager van het VVOB gisteren vertelde dat er reeds meerdere aanslagen hadden plaatsgevonden, die steevast ontkend worden door de regering. Misschien om te laten uitschijnen dat ze de situatie onder controle hebben. De president houdt openbare toespraken en grote bijeenkomsten op de plaatsen van de aanslagen om te tonen dat ze niet terug deinen.
Maar er leeft veel meer onder de bevolking dan dat je op het eerste zicht zou denken. Iedereen kijkt met afschuw en verschrikking terug op de gebeurtenissen van 16 jaar geleden, maar er zijn velen die kampen met wrange gevoelens en vinden dat ze onrecht zijn aangedaan. Er zijn mensen die nog steeds elke nacht wakker worden met nachtmerries, mensen die iedereen rondom hen zijn verloren. Het grootste deel van de bevolking wil enkel rust, en als het een beetje kan, een beter leven. Maar in buurlanden zouden er nog milities van rebellen zitten die enkel azen op de kop van de president en instabiliteit willen veroorzaken. Laat ons hopen dat de rebellen, de regering en de internationale gemeenschap beter nadenken en dat er kan geleerd worden uit het verleden. Rwanda is een land met een lang verhaal, waarbij het einde nog niet in zicht is.
Dit weekend hebben we de grootste Memorial Site van de Genocide bezocht. Een beklijvende plaats, die geen mens onberoerd laat. Het blijft hoe dan ook een zeer lange en ingewikkelde geschiedenis, die wij alle drie, door het oog van een negenjarige, van ver hebben meegemaakt. Het wordt enkel nog pijnlijker als je er bij nadenkt dat de mensen die je hier hebt leren kennen, je vrienden en je collegas, dit alles doorstaan hebben. We hopen steevast dat alle memorials en herdenkingsplechtigheden intens genoeg zijn om dergelijke gebeurtenissen in de toekomst te vermijden. Een van de dingen die ons opviel toen wij mensen leerden kennen uit andere Afrikaanse landen zoals Congo of Tanzania, is dat het Rwandese volk erg gesloten is. Elk draagt zijn eigen vreselijke verhaal, stil en moedig. Want velen hebben in hun familie minstens wel één slachtoffer en vaak ook nog een moordenaar of een collaborateur. En als je mensen wat beter leert kennen, komt er altijd wel een pijnlijk moment in een gesprek voor. Als je vraagt naar broers of zussen, naar ouders, naar geboorteplaatsen, naar hun jeugd...
Wat ook wel even het vermelden waard is, is ons bezoekje aan de Gorillas. Het weekend van één mei had dus meer voor ons in petto dan enkel gigantisch hevige en langdurende regenbuien. Maar we besloten ons niets van het weer aan te trekken, en kozen ervoor om de moeilijkst bereikbare groep te bezoeken. De Susa groep is een van de vijf groepen berggorillas die in het vulkanisch gebied tussen Rwanda, Congo en Uganda leeft. Het is de grootste groep, en was ooit, zon 30 jaar geleden, de studiegroep van Dian Fossey (u allen wel bekend van Gorillas in the mist). We waren met 7 bezoekers en 4 gidsen die ons een weg baanden door het woud naar de dieren, door stevig met de machete in het rond te hakken. Na een stevige tocht van 2,5 uur in de rimboe, kwamen we al meteen oog in oog te staan met een van de 6 Silverbacks van de groep. Toen hij plots zijn viriliteit aan ons duidelijk wou maken, door recht op te gaan staan met zijn volle 2m, te brullen en op zijn borstkas te trommelen, voelden wij ons plots iets minder viriel... Maar het zijn ongelofelijk fascinerende dieren. We hebben er in totaal een stuk of 30 gezien, waaronder een tweeling en 5 Silverbacks op enkele luttele meters of minder. De afdaling terug naar de jeep was erg modderig en glad. We hebben dan ook elk een aantal keer moeten toegeven aan de zwaartekracht van moeder natuur. Een van de bezoekers, een Japanse vrouw van rond de 35 jaar, kon het fysiek niet zo goed aan. Al na een half uur stappen, was ze reeds buiten adem en toevallig of niet maar in het half uur erop heeft haar knie het begeven. Wat er precies van aan was, weten we natuurlijk niet, maar we hadden wel al snel door dat er voor een groot deel hysterie bij te pas kwam. We dachten nochtans dat Japanners ijzer braken met hun tanden.. Na een aantal uur empathie, geraakte ons geduld toch wel op. De gidsen droegen haar op hun rug en vervolgens op een berrie van bamboe. De weg was niet voor de handliggend en ze vielen meermaals in de modder, met de Jap op hun rug, die alles vanzelfsprekend vond. Haar echtgenoot was een Zuid-Afrikaan, en keek vol medeleven toe. Algauw konden we kreten als stomme spleetoog niet meer onderdrukken. Maar plots had Silke het licht gezien en keerde zich tot haar echtgenoot: So Sir, you come from South Africa? So you speak Sud Afrikaans? So you must understand us, isnt it?.
Zeer duidelijk, klonk het antwoord van de arme man...
Gisenyi was een van onze laatste uitstapjes. Gisenyi is een stadje aan de oevers van Lake Kivu en ligt tegen het Congolese Goma aan. Wij zaten met onze bikini en handdoek in de aanslag, maar deze keer zat het ons niet mee. Het was erg koud (naar tropische normen toch), het hield niet op met regenen en er was meer modder in plaats van zand. We zijn dan maar terug afgedropen naar Kigali, waar het ondertussen als onze thuis aanvoelt...
Tot de volgende!!
|