Na mijn eerder gemiste kans om het stadje Boulder te
bezoeken sta ik vanmorgen opnieuw om 0800 op het kruispunt van <Broadway and
13th Street>. Ook nu ga ik weer op zoek naar een gelegenheid om op internet te
kunnen. Onderweg naar het stadscentrum kijk ik even of de winkels vandaag open
gaan en hoera, alles gaat open. Vlug eet
ik een ontbijt in Paradise waar ik de mogelijkheid heb om met al mijn
Skype-vrienden te babbelen, dit met als resultaat dat het snel middag is en ik daarom
nog maar een extra slaatje bestel. Wat later sta ik op straat en verbaast zie
ik dat de aanvankelijk lege straten, nu
het uitzicht hebben van de Meir bij ons. Een gezellige drukte waar her
en der, verscholen onder nu nog kale bomen, een spetterend fontein of gewoon
midden om straat, talloze muzikale would-be artiesten hun kunnen ten berde
proberen te brengen. De lentezon doet aardig
haar best en de kort gerokte of gebroekte wandelaars geven het geheel een uitzicht als ware het kermis. Er zijn
hier heel wat winkels en het is prettig om de spullen die hier verkocht worden,
te kunnen vergelijken met die van bij ons. Ik krijg op deze manier een beter
idee van hoe de doorsnee Amerikaan leeft, en zijn huis inricht. Smaken
verschillen natuurlijk . In de buurt van de mooie fontein vind ik een bank om te
zitten en krijg hier even later het gezelschap van een eekhoorn.
Zes uur in de morgen roept mijn wekker om me klaar te maken voor de korte rit naar Golden. In het stadscentrum stap ik uit de wagen en...vanaf dan sta ik er alleen voor. Nadat Stefan vertrokken is om te gaan klimmen, zoek ik de
eerste de beste bar op waar ze een stevig ontbijt serveren en waar ik het
internet op kan. Spoedig daarna ben ik online, en met vrienden aan het babbelen alsof
ze naast mij aan tafel zitten. Een dampend hete beker zwarte Starbucks Coffee
wordt voor mijn neus gezet , het wordt hier best gezellig. Net voor de middag
begin ik aan mijn lange wandeling naar Lakewood. Met het kompas van mijn Gsm zoek ik het Noorden. Nu nog even de bovenkant van de kaart zoeken, naar het Noorden richten en
dan op stap. In mijn Gps heb ik gisteren wel eerst een waypoint met de
locatie van de plaats waar ik naartoe moet ingevoerd om dit als referentiepunt
te kunnen gebruiken. Eens buiten de stad volg ik een soort betonnen
fietsstrook. Al snel stap ik volgens een soort ritme, aangegeven door de lengte
van de betonstroken. Drie, zes, negen, twaalf meter .toch nog een heel eind te
gaan. Gek dat ik hier vlak naast een autoweg loop. Een beetje verder passer ik
een prachtig gebouw. Het blijkt een gevangenis te zijn, ondergronds verbonden met
het er naast gelegen gerechtshof. Ik hoor en zie de in mates basketballen achter de hoge
tralies binnenin het grijze ronde gebouw. Ik, loop hier buiten gelukkig vrij en
vrolijk rond in een zinderend ontwakende natuur. Totaal ongetraind, ondervind ik
toch eigenlijk weinig of geen last van mijn spieren. Ook de wandelschoenen doen waar
ze voor gemaakt zijn. Zo komt stilaan Green Mountain in zicht. Op de kaart zie
ik een trail die dwars over de berg gaat, een iets kortere route naar Bear
Creek . De zon staat nog hoog genoeg, en dus besluit ik om deze weg te nemen. Al
stappend geniet ik honderduit van de natuur met zijn prachtige vergezichten. Al
is deze berg maar een paar honderd meter hoog, beneden op de highway lijken de
grote Amerikaanse monstertrucks, net Dinky Toys. Onderweg ben ik al talloze mountainbikers
tegengekomen, maar hier op deze berg hebben ze hun jachtgebied denk ik. Op
plaatsen waar ik uit voorzichtigheid voetje voor voetje naar beneden schuifel,
of op stukken zo steil dat ik met plezier een alternatieve weg zou nemen,
fietsen ze me hevig zwetend, maar steeds vriendelijk groetend voorbij. Het
lijken wel berggeiten. En als je nu denkt dat de vrouwen hieraan niet meedoen vergeet
het. Met ware doodsverachting storten ze zich naar beneden en jakkeren zich
daarna weer af om de volgende steile, met kiezels bedekte helling op te rijden.
Dit zijn wat omvang betreft, natuurlijk niet de moddervette figuren die ik
eerder in de stadjes tegenkwam. Neen, mensen hebben
afgetrainde sportieve lichamen. Pet af voor hun prestaties. Ik denk dat
ik toch nog iets meer training nodig heb. Van op de flanken van Green Mountain
heb ik een prachtig uitzicht op de stad Denver, die in de verte opduikt uit een
soort vuile mist. Beaver Creek ligt beneden aan de voet van de berg en een half
uur later sta ik beneden op de parking van de plaatselijk kerk te wachten op Stefan
die me daarna meeneemt naar een Mexicaans restaurant. Lekkere pancakes gevuld
met allerlei groenten en vlees, overgoten met een wel heel pikante saus.!!! Maar
die wordt dan weer geblust met een zalige pint .alweer een fantastische dag.