 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
21-06-2015 |
Droom 227: vuur-druppels en appelsienenboom met chocolade schoenen |
Ik ben op school en we moeten onverwachts nog een test afleggen in het labo. Ik maak me zorgen of ik het wel ga kunnen omdat ik er niet op voorbereid ben. We krijgen elk een erlenmeyer met een lichte roze vloeistof in. We moeten het opdrinken. Het smaakt naar één of ander alcoholische aperitief. Als mijn potje leeg is, merk ik dat het zich vanzelf stilaan weer vult. Ik drink het weeral leeg.. en nogmaals begint het zich te vullen. Ik heb zo een drietal volle potjes leeggedronken tot het zich weer een keer begint te hervullen en ik zie dat het glas begint te barsten. Ik waarschuw de rest dat het op ontploffen staat en ik loop naar de andere kant van het lokaal. We staan een tijdje af te wachten wat er gebeurt en dan schieten de vlammen in het drankje en niet veel later ontploft inderdaad het hele boeltje. Het geeft een luide knal en al snel staat het plafond in brand. Ik stap weg van de muren, waar precies lava druppels lijken af te druppen, maar dan merk ik dat de druppels ook al van het plafond vallen. Ik wil onder een tafel schuilen, maar zelfs onder de tafels lekt het vuur-druppels. Ik ren het lokaal uit en roep naar de rest dat ze ook het gebouw moeten verlaten, maar zij blijven binnen en roepen mij dan terug naar binnen. Als ik terug binnenkom is er al geen vuur meer. Het lokaal ziet er alleen wat dof en stoffig uit wat aangeeft dat er zonet iets gebeurd is. Er zit precies een soort jury ofzo die lichtjes geïrriteerd aan een rij banken zit te wachten. Ik ga dan terug zitten en krijg een aantal kleine papiertjes met opdrachten die ik praktisch moet uitvoeren. Ik krijg ook een bakje met appelsienen waarmee ik de proeven moet doen. Een paar klasgenoten krijgen collages en mogen iets creatief maken, blijkbaar rond hetzelfde thema want we moeten er een groepswerkje mee maken. Buiten staan een aantal werktafels in de tuin. Mijn klasgenootjes hebben een tafel helemaal achterin uitgekozen en roepen me. De tafel staat onder een boom. Ik begin mijn appelsienen uit de kist te halen en door de wind valt er plots iets uit de boom. Het blijken ook appelsienen te zijn. Ik zie dan in mijn kist dat er een aantal rotte appelsienen tussen zitten en vraag me af of ik die slechte appelsienen zou mogen wisselen met een paar verse uit de boom, ook al is het niet dezelfde soort. Dan plots vallen er geen appelsienen uit de boom, maar chocolade schoenen! Ik vind het een heel leuk stel gympies, maar als ik mijn 'baas' zie afkomen verstop ik de schoenen snel naast een kist. Hij heeft het echter gezien en zegt, geef mij daar ook maar een stuk van. Ik baal enorm want ik wou de schoenen graag zelf houden, maar ik geef hem dan toch een stuk. Hij eet er heel smakelijk van. Ik zeg.. eet het dan maar volledig op.. en geef hem de rest van de chocolade.
|
|
|
 |
17-06-2015 |
Droom 226: ik merk plots dat het zo lekker was dat ik alles zelf heb opgegeten |
Ik heb een maaltijd bereid voor een jury, maar als ik aan tafel aan het proeven en babbelen ben met een lerares, merk ik plots dat het zo lekker was dat ik alles zelf heb opgegeten en er niets meer overblijft om te laten beoordelen als de jury arriveert. Er is niet genoeg tijd meer over om nog iets nieuws te maken, want ze zijn al onderweg.
|
|
|
 |
07-06-2015 |
Droom 225: bananen in promo |
Ik ben met twee vrienden in een supermarkt. De bananen zijn in promo, maar de beste zijn al weg. Mijn vrienden zijn tussen de slechte bananen aan het kiezen, maar ik wacht tot ze een nieuwe kist komen brengen. Een verkoopster zet dan een nieuwe kist neer, maar het is maar een kleine kist en ik besluit om het hele kistje mee te nemen. De bananen zijn nu brikjes vanille-drank geworden en ik verdeel een gedeelte onder mijn vrienden. Zij krijgen elk 2 pakjes en ik heb er dan nog 3 over voor mezelf. Als we vertrekken zitten we met ons drie in de wagen. Ik zit op de passagierszetel. Het is al donker buiten en mijn vriendin achter het stuur begint heel roekeloos te rijden. Op de baan rijden vrachtwagens heel dicht tegen de zijlijn, maar zij probeert er nog tussenin te wringen. Langs de baan ligt een diepe gracht. Ik maan haar aan om voorzichtiger te rijden, maar zij vindt het precies grappig en gaat steeds roekelozer rijden. Ze rijdt nu heel snel op de zandhelling tussen de baan en de gracht, maar ik zie voor ons een betonnen brug naderen en ik voel dat we het niet gaan halen. Zij vindt het nog steeds grappig en rijdt nu los de gracht in. De dikke slijk-laag doet de wagen vertragen en voorkomt dat we te pletter rijden tegen de brug. Als we tot stilstand komen in de modderige brij begin ik keihard te lachen en bedenk me hoe zij haar auto uit de slijk gaat moeten krijgen.
|
|
|
 |
02-06-2015 |
Droom 224: vrees dat ik het pad onder mijn voeten niet meer zou kunnen voelen |
Ik sta voor een pad dat twee plaatsen met mekaar verbindt, maar als het hoog tij is komt het waterniveau hoog boven het pad uit. Ik sta te twijfelen en vrees dat ik het pad onder mijn voeten niet meer zou kunnen voelen. Ik heb het gevoel dat het water wel eens tot aan mijn nek zou kunnen reiken. Een oudere man heeft me zien staan twijfelen en komt geruststellend bij me staan. Zijn arm ligt op mijn schouder. Hij praat wat tegen me (ik herinner me niet meer wat hij zegt maar hij moedigt me op de een of andere manier aan om verder te gaan).
Ik ben nu al aan de overkant en klim een steile stenen trap omhoog, samen in de rij met veel andere mensen. De trap is een roltrap geworden en als ik boven aankom, merk ik dat iedereen weer gewoon de roltrap ernaast terug naar beneden neemt. Ik stap uit de rij want ik wil eerst gaan kijken wat hierboven te zien valt. Er staat een monument. Ik weet het niet meer precies, maar ik geloof dat het een oorlogsmonument is.
|
|
|
 |
24-05-2015 |
Droom 223: operatiekamer |
Ik zit in de operatiekamer te wachten op mijn operatie, maar er komen de hele tijd mensen in en uit de kamer gelopen, alsof het een doorgang is. Ik zie op een bepaald moment zelfs kinderen in badpak en zwembandjes passeren die onderweg zijn naar het zwembad. Als ze de deur van de operatiekamer opendoen om naar buiten te stappen zie ik het zwembad in de kamer ernaast liggen. Ik begin ongerust te worden en vraag aan mijn dokter of zij dat wel verantwoord vindt dat al die mensen zomaar passeren in een operatiekamer. Ik zeg.. wat als die hier langs komen gelopen en jou per ongeluk stoten terwijl je bezig bent? Ze probeert er wat omheen te draaien, maar ik houd vol en vraag zeer uitdrukkelijk naar haar oprechte en persoonlijke mening of zij dat verantwoord vindt. Even later geeft ze me de telefoon en heeft ze blijkbaar iemand van de familie opgebeld om mij te 'kalmeren'.
|
|
|
 |
23-05-2015 |
Droom 222: ik kijk naar mijn schoenen en merk dat ze helemaal los gerafeld zijn |
Ik heb les, maar ik weet niet in welk lokaal ik moet zijn.
Ik sta daar wat mijn tijd te verdoen tot ik
eraan denk dat ik op de computer mijn uurrooster kan gaan raadplegen. Ik
ga via de trap een verdiep naar beneden en zie de computer al staan. Nog voor ik
iets kan ingeven kom ik mijn klas tegen
en mijn lerares vraagt of ik nog mee ga. Ze hebben een wandeling gepland. Ik
ben blij dat ik nog mee kan. We bestellen een drankje aan een kraampje dat daar
in de gang staat. Het mijne is een frisdrank met roze pompelmoes. Als ik buiten
kom zijn ze al vertrokken ofzo, want ik eindig plots bij een paar vrienden en
nog andere vrienden van hun in huis. We spelen een spelletje en babbelen wat.
Er wordt iets tegen de muur geprojecteerd, maar ik herinner me niet meer wat.
Ik ga even de kamer uit om naar het toilet te gaan en ik kom een glazen muur
tegen waar allemaal verchillende spinnen achter zitten. Eentje met zwart/witte strepen valt me het
meest op. De deur van het toilet sluit moeilijk.
Als ik terug in de woonkamer kom bij de rest zijn er een
deel mensen al naar huis. Ik vind het niet erg want ik kende hen toch niet. De
muren lijken plots veel kaler en ik vraag of er iets verandert is. Er wordt nog
iets geprojecteerd, maar het lijkt helemaal anders. Minder breed, andere
kleuren,.. ik weet niet goed wat. Het gesprek gaat verder. Een vriendin lijkt
erg teleurgesteld omdat haar partner heeft beslist dat ze geen kinderen wil in
de toekomst. Ik voel de teleurstelling, maar ik begrijp ook de keuze van haar
vriendin.
Ik besluit om te vertrekken en denk er plots weer aan dat ik
ging wandelen met mijn klas. Ik kijk naar mijn schoenen (espadrilles) en merk
dat ze helemaal los gerafeld zijn. Het zal moeilijk worden om daar nog
een wandeltocht mee te maken. Ze hadden gevraagd om stevig wandelschoeisel aan
te doen, maar ik was helemaal vergeten dat we gingen wandelen. Als ik terug
aankom bij mijn klas heb ik plots het gevoel dat ik erg lang weg geweest ben en
ik vraag aan een klasgenoot.. jullie zijn zeker al geweest? Hij antwoordt ja.
|
|
|
 |
25-04-2015 |
Droom 221: ik proef de zoute bloedrode kleur |
Ik ben in een museum. Menselijke lichamen geven de kunstwerken vorm. Zij staan opgesteld in allerlei posities. Mijn moeder is ook daar. Ze is tijdens het rondlopen een broek voor mij aan het breien. Als ze klaar is moet ik het kledingstuk passen. Ik ga ermee voor een spiegel staan, maar de spiegel reikt enkel ter hoogte van mijn bovenlichaam, dus ik kan de broek niet zien. Even later is het erg donker in het museum. Het lijkt wel na sluitingstijd, maar ik loop daar nog rond met een vriend. We gaan een trap omhoog en als we boven aankomen neem ik een dun penseeltje en strijk er een bloedrode kleurstof over zijn mond, waarna ik hem begin te kussen. Ik proef de zoute bloedrode kleur...
|
|
|
 |
02-04-2015 |
Droom 220: ik steek de slak in mijn mond |
Ik moet twee bussen nemen om thuis te geraken.. en sta tussenin aan het busstation te wachten. Iemand staat daar een slakkengerecht klaar te maken. In de pot zie ik de beestjes tegen de wand kruipen. Ze worden terug de pot in geduwd en de deksel gaat erop. Ik vind het zielig, maar iets later krijg ik er eentje aangeboden om te proeven. Ik steek de slak in mijn mond en ik word me gewaar van de stevige spons-achtige structuur. Toch voel ik me er slecht bij. Ik word wakker met een vieze smaak in mijn mond..
|
|
|
 |
30-03-2015 |
Droom 219: een manier om het vorm te kunnen geven |
Ik knip mijn haren, maar het valt korter uit dan ik had verwacht en ik zoek een manier om het vorm te kunnen geven..
|
|
|
 |
28-03-2015 |
Droom 218: ik leun met mijn hoofd tegen het glas en geniet |
Ik zit in een klein vliegtuig op de achterbank uit het raampje te kijken. Ik leun met mijn hoofd tegen het glas en geniet van het uitzicht. Ik neem dan een camera tevoorschijn om het uitzicht te filmen, maar het vliegtuig begint al te dalen en in no-time zijn we geland. Volgens mij komen we tot stilstand midden op een straat in het centrum van het dorp waar ik opgegroeid ben.
|
|
|
 |
24-03-2015 |
Droom 217: kiten in Honolulu |
Ik ben in Honolulu. Een vriendin is bij me en zij gaat met een kite heel hoog de lucht in. Het lijkt op een parachute. Ik herken haar aan de blauwe zolen van haar schoenen. Zelf mag ik niet mee kiten omdat ik blijkbaar geen paspoort bij me heb. Meer herinner ik me niet meer...
|
|
|
 |
19-03-2015 |
Droom 216: vernielde gitaar (498467) |
Ik ben in het ouderlijke huis. Mijn zus en schoonbroer zijn
op visite. Zij zitten in de woonkamer. Ik zet me erbij in de zetel ernaast,
maar dan zegt mijn vader op een nogal ruwe manier dat ik maar ergens anders
moet gaan zitten
alsof hij me op mijn plaats wil zetten ofzo. Ik antwoord hem
al even ruw: howla! Ben al weg!
sta op en ga naar de slaapkamer. Even later
komen mijn zus en schoonbroer me na en komen bij mij op de slaapkamer zitten.
Ik neem mijn gitaar en wil een lied spelen, tot ik merk dat er iets met de
snaren scheelt. Ze hangen helemaal scheef. Ik kijk tegoei en zie in de
klankkast de sticker ook scheef hangen. Ik neem de gitaar vast en draai hem
eens rond en zie dat er op de zijkanten hele lagen afgescheurd zijn en met iets
in gekapt is ofzo. Ik zeg tegen mijn zus
dit is met opzet gedaan
en vraag me
af wie dat gedaan kan hebben. Zij beschuldigt een oude collega van me, maar ik
kan me niet herinneren dat die collega daar was, dus dat lijkt me al
uitgesloten.
Even later lig ik te slapen (in mijn droom) en word plots
wakker. Ik zie in de schemering een man door de kieropening van de
slaapkamerdeur naar mij staren. Ik krijg het doodsbenauwd. Hij greinst en doet
de deur dicht. Even blijf ik gehurkt op mijn bed zitten. Weet niet goed wat
doen
maar dan word ik woedend. Ik grijp een stalen buis ergens op de grond en
storm de gang op. Deur per deur ga ik af tot ik hem tegenkom. Als hij voor me
staat val ik aan, maar ik lijk hem niet echt te kunnen deren. Ik kom mijn vader
tegen in de bureau en vraag zijn hulp, maar hij lijkt helemaal groggy en het
lijkt hem niets te schelen. Even verdenk ik hem om mee in een complot te
zitten. Mijn stalen buis is nu flexibel geworden en ik zwaai ermee als een
zweep. De man gaat naar buiten, maar ik loop hem na. Het is ondertussen al
licht geworden. Ik raak hem meermaals met mijn zweep, voornamelijk in het
gezicht. Er verschijnen een paar strepen, maar hij doet niets. Ik ga naar zijn
wagen want ik wil zijn nummerplaat onthouden
en lees de cijfers: 498467. Ik merk dan nog een tweede wagen op waar nog
een andere nummerplaat op staat, maar ik blijf me focussen op die ene
nummerplaat en word tenslotte wakker met deze herhaalde cijfers in mijn hoofd
498467.
|
|
|
 |
26-02-2015 |
Droom 215: kleine zwarte 'rotsen' in de zee bewegen |
Ik weet niet in welk land ik ben, maar ik wandel met iemand (onbekend persoon) naast een strand die, tussen rotsen door, uitkijkt over een zee. Bij elke mogelijkheid tussenin wil ik afdalen naar het strand, maar de persoon die bij me is kijkt dan twijfelend en wil nog verder door gaan. Op een bepaald moment zie ik kleine zwarte 'rotsen' in de zee bewegen en ik realiseer me dat het walvissen zijn. Verbaasd ga ik naar beneden. Er ligt een stenen pad dwars over het strand dat uitloopt tot bijna in het water. Ik ren over het pad richting water en zet tijdens het rennen mijn camera al klaar in video-stand. De walvissen 'hobbelen' wat vooruit gelijk zeehonden. Ik blijf stil staan en richt mijn camera op hun. Opeens draait er een walvis zich om en komt mijn richting uit 'gehobbeld'. Hij lijkt plots een grote grijze blinkende dolfijn. Ik zie zijn kop in het schermpje van mijn camera groter en groter worden en besef dat ik snel achteruit moet lopen want hij komt veel te dichtbij! Tijden het achteruit rennen blijf ik omkijken want ik wil geen moment missen, maar mijn zicht wordt steeds meer wazig.. gelijk wat ik zou zien zonder bril/lenzen. Ik heb er geen idee van hoe ver de dolfijn nu van mij verwijderd is...
|
|
|
 |
25-02-2015 |
Droom 214: de hand van het kwaad |
Een hele groep dieren werden opzettelijk verbrand in een stal. Ik zag ze allemaal liggen op een stapel op de grond met een grote doek over. Ik zag o.a. een paard onder de stapel. Hij was nog niet helemaal dood want ik zag hem nog bewegen met zijn ogen. Ik ging kortbij om hem gerust te stellen, maar iemand zat met zijn handen aan de dieren en ik gebood hem om ervan af te blijven, omdat zijn aanrakingen erg pijnlijk waren op hun verbrandde huid. Ik begon te huilen... en kon niet meer stoppen. Het leek wel uren dat ik zat te huilen... omdat ik er met mijn hoofd niet bij kon hoe mensen tot zoiets in staat kunnen zijn. Mijn hele lichaam schokte van het huilen en ik ontwaakte langzaam terwijl ik mijn lichaam nog voelde naschokken... Even later viel ik terug in slaap... Ik sta voor een grote oven. Een oude bakstenen oven met een ijzeren deurtje in. Ik doe de zwarte ijzeren deur open en zie in het vuur een hand verschijnen. Naar mijn gevoel was het de hand van het kwaad. Van al het leed en onmacht die ik voelde. Ik keek rond maar zag niemand in de kamer tot ik naar boven keek en twee benen zag bengelen boven mij. Er zat iemand op de oven. Ik zag niet wie, enkel de benen. Ik doe de deur van de kamer open en kijk uit op een lange gang waarin een gedaante in het zwart staat met een geweer op mij gericht. Ik smijt de deur dicht. De kogel gaat door de deur en ik voel hem langs mijn pinkje schampen. Ik begin te rennen rennen rennen... mijn pink bloedt behoorlijk, maar er lijkt geen grote schade te zijn. Even later ben ik weer in diezelfde kamer. Doe het zwarte deurtje open en zie weeral de hand in het vuur verschijnen. Ik wil voorbereid zijn en raap een houten balk van de grond om de gedaante te lijf te kunnen gaan. Ik wil hem neerslaan! Pijn doen!... maar als hij verschijnt, lijk ik er niet in te slagen om hem degelijk te kunnen raken. Ik denk dit houten balkje is niet effectief genoeg. Even later ben ik weer in diezelfde kamer. Weeral de hand die verschijnt in het vuur. Ik maak de bezemsteel los van een bezem die daar op de grond ligt en wil hem aanvallen met de houten steel, maar ook deze lijkt niet effectief genoeg en ik lijk hem niet te kunnen deren. Even later ben ik weeral in de kamer. Doe het deurtje open. De hand verschijnt. Het enige wat ik nog rond me vind om te gebruiken is een vliegenmepper, maar ook dit lijkt weerloos tegen het kwaad...
|
|
|
 |
29-01-2015 |
Droom 213: achter één maand |
Ik ben bij mijn ouders thuis en mijn moeder roept me om te zeggen dat iemand me wil spreken aan de telefoon. Ik neem de hoorn aan en het blijkt haar oudste zus te zijn. Ze groet me met de naam van mijn broer, maar ik corrigeer haar niet want ik weet dat ze gewoon wat verward is. Ik vraag hoe het met haar gaat waarop ze antwoordt dat ze vandaag zal sterven (euthanasie denk ik) en ze vraagt me of ik achter één maand.................. en dan volgt er een lange stilte. Ik hoor haar niet meer en vraag me af wat ze wil dat ik achter één maand doe...
|
|
|
 |
25-01-2015 |
Droom 212: ik zie zijn gelaat in het zwakke kaarslicht |
Ik zit met een viertal mensen rond tafel. Schuin tegenover me zit een man die zich voordoet als god. Hij lijkt een beetje op Seymour Hoffman. Ik weet echter uit een gevoel van herinnering dat hij god niet is, maar de duivel. Ik probeer de anderen te overtuigen, maar zij lijken blind voor de man zijn ware identiteit. De man staat op en stapt rond de tafel naar mij toe. Het is nu heel donker geworden. Er is enkel verlichting door een paar kleine kaarsjes die op tafel staan. Hij staat nu vlak achter me. Ik neem een kaarsje van tafel, draai me om en houd het kaarsje tussen ons in. Het vuur lijkt het enige te zijn wat hem op een afstand kan houden, maar het vlammetje wordt al snel heel klein en dooft uit. Snel neem ik een ander kaarsje van tafel en richt het weer naar de man. Ik zie zijn gelaat in het zwakke kaarslicht heel dicht voor me. Hij kijkt me doordringend en onaantastbaar aan. Ook de vlam van dit kaarsje lijkt uit te doven en ik doe wat ik kan om het vuur terug aan te wakkeren...
|
|
|
 |
23-01-2015 |
Droom 211: ik moet steeds luider roepen |
Ik ben aan het wandelen met mijn hond (die ik in het waakbestaan niet heb). We wandelen door een wijk waar familieleden wonen die ik al bijna 20 jaar niet meer gezien heb. De hond loopt hun huis binnen en ik ga hem achterna om hem terug te roepen.. want ik ga ervan uit dat de gezinsleden toch niet thuis zijn. Bij het terug naar buiten gaan kom ik mijn nonkel tegen. Ik verberg mijn hoofd in een kap en hoop zo niet op te vallen terwijl ik verder naar buiten loop. Hij heeft me echter wel gezien en loopt achter me ook naar buiten. Zonder omkijken blijf ik door wandelen. Ik roep mijn hond. Het dier dwaalt steeds af en ik moet steeds luider roepen om zijn aandacht te trekken...
|
|
|
 |
21-01-2015 |
Droom 210: ok dan zie ik jullie straks |
Ik breng met een paar vrienden een bezoekje op het werk bij een vriendin. We stappen via de hoofdinging door een gang en gaan daar een kleedkamer binnen. Zij verdwijnt dan uit de kleedkamer omdat ze nog iets moet gaan halen boven. Ik ben nu alleen daar met een collega van haar die ik niet ken. Ik merk plots een badkuip op in het midden van de kleedkamer. De badkuip is nog vol, maar het water is vuil. Er drijven kleine zwarte zandvlokjes in. Ik laat het water weglopen tot er nog maar een klein beetje in zit en dan zegt mijn vriendin haar collega dat het goed is zo en dat beetje mag laten staan. Ze vindt het aardig dat ik help opruimen. Ik glij met mijn hand over het koude wateroppervlak en merk nu op dat er ticketjes op drijven. Ik haal de kleine kartonnen ticketjes uit het water en sorteer ze per grootte op een tafel naast de badkuip. Er staan films op afgebeeld. Mijn vrienden zijn nu terug bij me en we verlaten de kleedkamer. Als we terug op de gang staan weten ze niet goed welke richting ze uit moeten om naar de uitgang te gaan. Ik wijs hun welke weg we moeten uitgaan, maar ze begrijpen me precies niet goed. Ik zeg dan.. ok dan zie ik jullie straks.. en wandel door de gang richting uitgang. Als ik om kijk zie ik dat ze toch dezelfde richting op komen. Ik kom aan bij de hoofdingang, maar in plaats van naar buiten te gaan wandel ik de andere kant op. Het gebouw is nu een ziekenhuis en ik ben weer alleen. Ik stap nu door een andere lange gang. Typisch ziekenhuis. Veel wit. Ik hoor een hartmachine een alarm geven. Verpleegsters snellen zich op zoek naar een dokter, maar een jonge dokter die passeert zegt dat er niets aan de hand is en de patiënt gewoon even een dutje heeft gedaan. In het passeren werp ik een blik in de kamer, maar zie niemand liggen. Ik wandel door tot ik aan een kleinere uitgang uitkom, aan de achterkant van het ziekenhuis. Mijn vrienden zijn terug bij me en we wandelen naar buiten, tot we te horen krijgen dat er een gijzeling aan de gang is. Een groep vrouwen is doodgeschoten en de dader loopt nog ergens vrij rond. Er zou een verdacht persoon rondhangen aan de kleinere uitgang aan de achterkant van het gebouw. Ik kijk om en zie een man aan de deur staan. Ga naar hem toe en probeer een conversatie aan te knopen om te zien of hij het is. De man lijkt verdwaasd en doet zich voor als één van de dokters. Ik weet dat hij niet de dader is. We gaan terug naar buiten en als we verder door wandelen komen we een andere man tegen. Hij heeft rossig haar en een baard en in het passeren neemt hij mijn arm vast. Ik voel aan dat hij de dader is en trek mijn arm terug. Hij haalt een geweer tevoorschijn en houdt die onder zijn zwart afgeschoten bedrukte t-shirt. Ik begin te huilen en vraag of ik weg mag. Hij zegt ja, maar dan moet ge snel zijn. Ik draai me zonder aarzelen om en begin te rennen. De dader loopt dezelfde kant uit als ons. Ik heb nu mijn nichtje vast aan haar hand. Hoewel zij in het echt al lang volwassen is, is ze nu in mijn droom weer een klein meisje. Ik moedig haar aan om sneller te rennen. We komen weer uit aan de hoofdingang van het gebouw...
|
|
|
 |
17-01-2015 |
Droom 209: wazig oog |
Mijn linkeroog was heel erg vermoeid en zo wazig dat ik er amper door kon zien. Ik probeerde steeds om me beter te focussen..
|
|
|
 |
03-01-2015 |
Droom 208: ik steel de schoenen |
Ik verblijf in een gastgezin of zoiets. Een vader, moeder, dochter en zoon. Geen idee waarom. Mijn kleren zitten in een valies en ik heb een kleine blauwe safe op de slaapkamer staan (weet niet meer wat er in stak). De dochter is een knutselwerkje of zoiets kwijt en ik kom het per toeval tegen in een zakje, op de gang achter een deur. Ik zeg tegen haar, had uw werkje toevallig een schaartje? Ze zegt ja. Stond er toevallig een vlindertje op? Ze zegt weer ja en ik licht haar in over waar ik het had gezien. Ik wandel met iemand door de tuin, mijn echte vader is op visite, want zijn auto staat op de oprit. De tuin grenst aan de tuin van de buren en we wandelen over de tuin van de buren, passeren hun voordeur en ik zie daar een paar schoenen staan die ik leuk vind. Het zijn grijs-achtige baskets en aan de zijkant staan er kleine eendjes op. Ik steel de schoenen, probeer ze zowat te verstoppen achter mijn rug en wandel door tot aan de auto van mijn vader, doe de achterdeur open en leg ze achter de zetel. Ik ben onderweg naar school en rijd al zittend op een skateboard over de straten. Er hangt overal nog kerstversiering. Ik passeer een huis aan mijn rechterkant waar 2 kinderen, een jongen en een meisje buiten staan. Ze vertellen heel fier over hun kerstversiering en dat ze een prijs hebben gewonnen...
|
|
|
 |
|
 |
|
 |