 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
31-10-2017 |
Droom 270: walvis in volle vaart richting stenen muur |
Ik sta aan de rand van de zee en zie een groep walvissen kortbij. Er lijken ook orka's tussen te zitten. Ik zie er eentje zijn snuit boven het water uit omhoog steken. Plots komt er een walvis in volle vaart richting een stenen muur gezwommen die het zeewater scheidt van het vasteland. Hij zwemt vol tegen de muur op en die begint te barsten waardoor het zeewater erdoor kan. Ik ren snel een betonnen gebouw in achter mij op zoek naar een uitweg. Het plafond op het gelijkvloers waar ik ben begint af te brokkelen door de slag van het water. Ik ren de betonnen trap op naar een verdiep hoger. Ook daar is geen uitweg en ik ren nog een verdiep hoger.
|
|
|
 |
27-09-2017 |
Droom 269: gezonken wagen |
Ik met de auto aan het rijden. Twee vriendinnen zitten bij me in de auto. Het is avond en dus donker op de baan. Ik heb het straatje waar ik links af moest draaien te laat gezien en rij er voorbij. Als ik verderop ergens wil draaien, merk ik plots een grote plas water op in het midden van de baan. Ik probeer de auto nog te doen uitzwenken naar rechts om op tijd gedraaid te krijgen, maar het is te laat en we rijden los het water in. De plas water is zo diep dat mijn auto naar de bodem zinkt. Ik kan me met 1 hand aan de rand van de plas vastgrijpen en probeer met mijn andere hand de auto tegen te houden, maar dat lukt natuurlijk niet. Een agent heeft het ongeluk zien gebeuren vanuit een raam bij mensen thuis. Hij komt naar buiten en spreekt in een dialect tegen me dat ik moeilijk kan verstaan. Ik leg hem uit wat er gebeurd is, maar hij gelooft me precies niet echt en verdenkt me ervan met opzet in het water te zijn gereden. Ik maak me kwaad tegen hem omdat hij geïrriteerd reageert omdat ik hem moeilijk versta en ik zeg dat hij iets tactvoller mag zijn aangezien ik net uit een auto in het water ben moeten klimmen. Ik merk aan zijn ogen dat hij vindt dat ik gelijk heb.
|
|
|
 |
10-09-2017 |
Droom 268: Oma met snoephartje / japans huis |
Droom 1: Ik ben in een kliniek en duw een soort rolstoel vooruit, maar meer in de vorm van een hoge stoel met wieltjes onder de poten. De stoel is leeg. Ik amuseer me te pletter en ren met de stoel snel door de hallen. Door de gladde vloer maken mijn voeten slip/schuif-bewegingen in de bochten. Ik probeer mijn glimlach van het plezier te onderdrukken om een beetje respect te tonen voor de andere aanwezigen. Aan de balie geef ik ticketjes ofzo af en krijg van de bediende in ruil een klein metalen plaatje in de vorm van een olifant en snoepjes. Ik neem met mijn stoel de lift naar boven en stop aan een bepaalde ziekenhuiskamer. Wanneer ik binnen stap zie ik mijn mama naast mijn overleden oma zitten. Ze zit wat voorover gebogen kort met haar hoofd bij dat van mijn oma tijdens een gesprek. Ik vind het raar om mama daar aan te treffen want zo heel close zijn ze eigenlijk nooit geweest. Ze stoppen met babbelen als ze me zien en ik loop recht naar mijn oma. Die zit vermoeid op een stoel naast het tafeltje. Ik omhels haar en zeg dat het al zo lang geleden is en dat ik had gedacht dat ik haar nooit meer zou zien. Ze praat sussend tegen me, maar ze klinkt wat verdoofd waardoor ik haar woorden niet kan verstaan. Ik begin te huilen en blijf haar vasthouden. Ze streelt met haar hand over mijn rug. Ik laat haar erna het olifanten plaatje zien dat ik kreeg aan de balie. Het plaatje is wel erg dun en breek per ongeluk een klein stukje af van het oor van de olifant. Daarna neemt ze een rood gelei-achtig snoepje en spuit de inhoud van het zakje leeg op mijn hand in de vorm van een hartje. Het hartje ligt nu op mijn tong.
Droom 2: Ik zit in een huis dat ingericht is in een Japanse stijl. Het voelt goed om daar te zijn. Vredig. Ik denk dat ik daar een tijdje blijf logeren ofzo want ik sleur wat rond met stoelen en houten matten om het een beetje in te richten.
|
|
|
 |
12-07-2017 |
Droom 267: terrorist |
Ik ben iets aan het passen in een kleedhokje, maar zit daar wat te dagdromen op een krukje. Een man van de 'winkel' doet het gordijn van het pashokje open omdat ik daar toch niets zit te doen. Ik zeg dat ik nog verder wil passen en doe het gordijn terug dicht. Afvragend hoe hij wist dat ik daar niks zat te doen kijk ik naar het plafond en zie een camera hangen. Later in de winkel, wat nu meer op een grote zaal lijkt, zie ik een terrorist met een metrailleur onder zijn jas. Hij houdt zijn hand klaar op het geweer om hem uit te halen en ik begin te rennen richting uitgang. Dan plots schoten en wegrennende mensen van die kant. Ik sla een andere gang in en kom uit op een doolhof van pashokjes. Ik loop zigzag doorheen de pashokjes en probeer zo te ontkomen aan het geweld achter mij.
|
|
|
 |
10-05-2017 |
Droom 266: gefluister tijdens vals ontwaken |
Ik word 'wakker' in mijn bed op mijn linker zij. Als ik mijn ogen open doe, besef ik dat ik niet echt wakker ben, want ik zie mijn neus stil liggen op het kussen, terwijl ik mijn hoofd wel bewogen heb. Ik doe meteen mijn reality-check en beweeg mijn hand voor mijn ogen. Ik kan mijn hand niet zien. Ik sta op uit mijn bed en wandel de trap af naar beneden. Mijn lichaam is heel slap en doodvermoeid. Als ik in de keuken aankom, wordt mijn lichaam zo slap dat ik naar de grond zak en op de vloer ga zitten. Mijn hoofd leunt over de rand van de kattenmand. Ik voel de kat zijn malse pels tegen mijn hoofd. Plots valt ineens al de spanning weg uit mijn lichaam en vallen al mijn ledematen slap langs mijn lichaam. Ik voel mezelf in een diepe 'slaap' vallen. Ik word weer 'wakker' in mijn bed en zie mijn neus nog steeds op dezelfde plek liggen op het kussen. Ik doe nogmaals mijn reality-check en merk dat ik nog steeds niet wakker ben. Mijn lichaam voelt nu zo vermoeid en zwaar aan dat ik met heel veel moeite mijn hoofd kan draaien. Mijn neus blijft liggen, dus mijn 'echte' hoofd beweeg niet mee. Ik wil proberen wakker worden omdat ik zo vermoeid ben en mezelf niet meer kan bewegen, maar het lukt niet. Ik val nog enkele keren iets dieper in slaap waardoor ik een drietal keer op dezelfde manier 'ontwaak' en probeer mezelf te draaien, maar het gaat steeds moeilijker en mijn lichaam wordt steeds zwaarder. Dan hoor ik plots gefluister in mijn rechteroor en voel de koude adem in mijn nek. Ik kan mijn hoofd nog steeds niet bewegen, dus ik zie niet wie of wat het is. Ik probeer te verstaan welke woorden hij zegt, maar hij spreekt steeds sneller en fluistert steeds luider, alsof hij zijn zinnen wil afkrijgen binnen de tijd dat ik daar nog bewust lig in slaap te wezen. Ik heb het gevoel dat het belangrijke woorden zijn, dus ik focus me heel hard om te proberen verstaan en onthouden wat hij zegt. Enkele woorden springen er uit, maar houden geen steek. Ik val weer in 'slaap'. Ik word nogmaals wakker, doe mijn ogen open en voel dat ik beweeg. Mijn neus beweegt mee. Ik ben wakker en probeer me de woorden opnieuw te herinneren, maar ze zijn weg.
|
|
|
 |
13-01-2017 |
Droom 265: vrijwilligerswerk |
Ik ben vrijwilligerswerk aan't doen voor een organisatie die bezig zijn met mensen, mensenrechten,.. iets in die lijn. Het geeft me een goed gevoel om daar te kunnen helpen. Er zijn nog vrijwilligers aanwezig. Ik maak wat kennis met hun. Later ga ik een hoge ladder op om iets boven uit een rek tegen de muur te kunnen nemen, maar als ik er bovenop sta, begint de ladder te wankelen. Ik probeer de ladder nog zo te schuiven dat hij zou blijven staan, maar het lukt niet. Ik kijk naar beneden en maak oogcontact met iemand die beneden aan een tafel zit. De ladder schuift onder me weg, ik grijp naar de rek en hou me stevig vast. Als een kikker hang ik tegen de rek, maar ik heb vertrouwen in de persoon beneden om hulp te bieden en al snel plaatst die persoon de ladder terug tegen de muur en kan ik weer naar beneden klimmen.
|
|
|
 |
|
 |
|
 |