Ik ben in een
kleine ruimte waar 2 schommels naast mekaar hangen. Op de ene schommel zit
ikzelf en naast me op de schommel zit een klein meisje. Haar hele lijfje is met
grijze tape ingebonden op de schommel zodat ze niet weg kan. De schommels
beginnen opeens vanzelf te schommelen, het meisje naast me is doodsbang. Ik
voel me ook doodsbang want ik voel dat het het werk is van een moordenaar die
haar vastgetaped heeft op die schommel.
Voor de
schommel hangen allemaal spiegels en in één van die spiegels is het hoofd van
een pop te zien. Het poppenhoofd ontploft waardoor haar gelaat verandert in een
zwart gat.
Het kleine
meisje naast me gilt (zonder geluid denk ik) en ik ben zelf ook doodsbang.
Het volgende
moment zit ik in een kleinere ruimte die door een raam uitkijkt op de ruimte
met de schommels waar het meisje nog steeds gillend en zonder in staat om te
bewegen op die schommel zit, maar haar tape is inmiddels weg.
Bij mij in
die kleine ruimte zitten X en X (mijn ex-bazen), zij blijken het
meisje haar ouders te zijn en zij zitten daar ook toe te kijken naar het
meisje.
Ik vraag hun
om haar daaruit te halen. X zegt op een vrij onverschillige manier en al
lezend in een stripboekje dat hij dat ook wel vindt. Alsof het hem niets doet.
X zegt dat dit het beste is voor haar dochter dat ze blijft, zodat ze
er beter van zou worden. Ik kijk X diep in de ogen maar zij blijft
onveranderlijk naar haar dochter staren en terwijl smeek ik haar om haar
dochter daaruit te halen en dan zeg ik tegen haar vergeet niet dat ik dit al
heb meegemaakt.
Ik word
badend in het zweet wakker en niet in staat om mij te verroeren. Alsof er in
mijn kamer nog een moordenaar aanwezig is.
|