 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
31-10-2021 |
Droom 290: De vis |
Ik ben een duiker, aan het oppervlak in een woelige, stormachtige zee. Er lijkt een oorlog gaande boven ons, in de lucht, met helikopters, denk ik. Onder het oppervlak, lijkt de zee in 'lagen' en 'blokken' verdeeld. Sommige stukken woeliger dan andere. Ik hoor een duiker zeggen, niet tegen mij persoonlijk, maar tegen iedereen in't algemeen, dat we dieper moeten gaan, omdat we daar veiliger zitten en ze ons niet kunnen raken.
Ik wil dieper duiken in het vrij heldere, maar woelige, in stukken verdeelde, water en tast met mijn handen de zwarte zanderige bodem af, om te voelen waar ze naar beneden gaat, maar ik vind niets. De bodem blijft overal vlak en te ondiep.
Er verschijnt een duiker op, dicht bij mij, die ziet dat ik nog te ondiep zit. Hij herhaalt nog eens, je moet dieper gaan. Daar zit je veiliger. Ik zie hem met zijn handen grijpen naar de bodem, en omhoog tillen alsof de bodem een dunne, natte en kartonnen laag is. Hij glipt onder de dunne laag en ik volg hem. Het is een pikdonkere en smalle benauwende ruimte. Ik probeer de duiker niet uit het oog te verliezen omdat ik bang ben om te verdwalen en de weg naar omhoog niet meer terug vind. Ik voel de bodem vlak boven mij, maar ik kan er niet doorheen. Ik voel de druk van de diepte rondom mij.
Plots verschijnt er een slanke bruine vis, recht voor mijn gezicht. Zo kortbij, dat ik bij momenten zijn glibberige huid tegen mijn wang voel. De duiker is verdwenen, maar mijn volle vertrouwen ligt in de vis. Hij helpt me oriënteren, waar boven en onder is en hij weet instinctief waar hij naartoe moet. Het geeft me rust, dat hij zo dicht bij me is en me doorheen deze diepe, donkere en benauwende laag loodst. Eén maal draait hij zich even om, en kijkt me met zijn kleine zwarte kraaloogjes en happende mondje, recht in mijn ziel aan. Vervolgens zwemt hij geduldig verder, met mijn wang aan zijn zijde.
We bereiken samen de 'rand' van deze diepe en zwarte laag water. Ik neem met mijn handen deze 'rand' vast en wanneer ik met mijn hoofd uit het water ben, zie ik dat de 'rand' de zijkant van het donsdeken van mijn bed is. Ik ben uitgekomen in de slaapkamer van mijn puberteit.
Ik ontwaak en begin te huilen van het intense gevoel dat ik zonet heb beleefd en vooral van de dankbaarheid voor de trouwe vis.
|
|
|
 |
09-08-2021 |
Droom 289: lift |
Ik weet niet zo veel meer, maar mn vader kwam voor in de droom. Het gemis en een druk/haast om hem nog te kunnen zien. Ik was in het ouderlijke huis en stapte een lift in. Ik moest naar beneden, naar verdiep 0, maar de lift sloeg steeds mijn verdiep over en ging recht naar -1.
|
|
|
 |
30-01-2021 |
Droom 288: wandelen naar Amerika |
Ik was aan het wandelen langs een zee en kom een berg tegen. Ik volg het zanderig pad op de berg en wandel door tot helemaal boven. Eens ik daar aankom, heb ik het gevoel dat ik in Amerika zit. Bovenop de top staat een groot chique hotel. Ik ga binnen en neem daar ergens een broodje van een plateau. De wand van de eetzaal bestaat volledig uit glas en kijkt uit over de kliffen en oceaan. Het is een prachtig zicht. De oceaan ziet er heel levendig uit, met sterke, maar geen overweldigende golven. Ik verblijf één nacht in het hotel, samen met nog iemand, maar ik weet niet precies niet. Het is niet echt één persoon, maar meerdere personen in één, dus ik kan niet echt thuisbrengen wie het was. 's Ochtends besluiten we om nog een nachtje bij te reserveren, maar de Amerikaanse hoteluitbaatster lijkt niet zo happig op mijn vraag. Alsof ik de plaats moet afstaan aan andere bezoekers die langer zouden blijven en voor haar meer zouden opbrengen. De verlichting in de eetzaal is een soort ketting-verlichting, met een reeks buislampen tegen mekaar op rij. Eentje ervan is kapot, of losgekomen, waardoor de hele ketting uitvalt. Ik probeer het samen met die andere persoon op te lossen en we krijgen de verlichting terug aan. Ik sta op een bepaald moment ook bij een pompbak met een maatkolf in mijn handen. Er zit iets in de maatkolf wat begint te bevriezen, waardoor het glas van de kolf barsten begint te vertonen. Ik waarschuw iemand die naast me staat, voor moest het glas uiteen spatten. Het glas breekt, maar het spat niet op. Het valt geleidelijk aan in de pompbak. Ik raap de glasscherven voorzichtig bijeen en doe ze in een doosje.Bijlagen: berg.jpg (180.9 KB)
|
|
|
 |
29-01-2021 |
Droom 287: maandag ga ik dood |
Ik had bericht gekregen van de dokter dat ik kanker had en maandag ga sterven. Ik vroeg nog waarom ik geen chemo kon krijgen, maar hij zei dat dat geen zin heeft omdat die chemo bij mij gewoon zou verdwijnen. Later vertelde ik het aan iemand en plots, tijdens het vertellen, drong het tot me door wat de dokter gezegd had. Ik werd stil en begon te huilen.
|
|
|
 |
28-01-2021 |
Droom 286: gevallen attractie |
Ik ben in een soort pretpark en sta in rij van een attractie. De rij is afgemaakt met een lint. Ik zie een deel van de attractie op de grond liggen. Het lijkt alsof het met een zodanig snelle vaart is neergestort, dat het bij inslag een enorme schade aan de 'grond' heeft veroorzaakt. Er lijkt wel een soort afgrond te liggen onder de attractie. Ondertussen wordt de rij gewoon aangemaand om door te lopen en over 'het gat' heen te stappen om aan de overkant te geraken. De andere mensen lijken echter niet die 'afgrond' te zien. Ik probeer iemand bij mij te verwittigen. Probeer de ernst te laten inzien van de situatie, maar ik word niet echt serieus genomen. Als ik die persoon dan meeneem om korter te gaan kijken, lijkt de afgrond verdwenen. Verdoezelt door de eigenares van de attractie. Ze staat daar maar lichtzinnig te lachen en ik erger mij aan haar. Ze demonstreert zelf dat het ongevaarlijk is om er overheen te gaan, maar ik vertrouw haar niet.
|
|
|
 |
|
 |
|
 |