 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
12-05-2010 |
Droom 51: Onderweg naar Portugal |
onderweg naar
Portugal:
Ik zit op een
bankje in de metro en weet niet goed welke halte ik eruit moet. De
aanwijzigingen zijn in een taal die ik niet begrijp. Als ik dan toch besluit om
de volgende halte af te stappen, sta ik even later buiten aan een station met
het ticketje nog in mijn hand. Voor me liggen twee kassa's, maar welke moet ik
nemen? De linkse of de rechtse?
Ik kies voor
de linkse, waar een koppel staat aan te schuiven. Zij moeten een automatische
loopband betreden om aan het loket te geraken, maar ze durven er niet op te
stappen. De loketbediende heeft dit door en zet al pestend de loopband op de
hoogste versnelling. Ik wacht tegenover het loket tot hij de loopband tot
stilstand brengt en spring er dan overheen, geef mijn ticketje af en als ik hem
wil betalen krijg ik allemaal witte vlekken voor mijn ogen. Ik zie bijna niets
meer. De loketbediende helpt me met mijn geldbriefjes en als ik me na het
betalen omdraai, sta ik bovenaan een stijle trap. Ik hou me stevig vast aan de
leuning, strompel half verblind door de vlekken naar beneden tot ik de gelijke
vloer behaald heb en uitkom op een groot plein. Ik stap voorwaarts, maar mijn
voeten blijven op dezelfde plaats stappen tot opeens langs achteren een hand
naar mijn schouder grijpt om me tegen te houden. Ik verschiet, draai mijn hoofd
met een ruk om en zie mezelf in de auto liggen met een vreemde, transparante
vleeskleurige hand die aan mijn arm trekt.
Ik schiet wakker, het is al licht buiten en ik weet even niet meer waar ik ben.
|
|
|
 |
09-05-2010 |
Droom 50: Ik overweeg wat de juiste beslissing is, binnen blijven of buiten bij de rest gaan staan... |
We zijn met
een aantal mensen buiten ergens op een open ruimte met een speeltuintje enzo en
ineens klinkt er een schrikwekkend luid gebrul. Ik kijk rondom om te weten wat
het was en even later komt er een reusachtige mechanische dinosaurus voorbij.
Iedereen is doodsbang en slaat op de vlucht in de gebouwen en hopen dat de
dinosaurus ons daar niet kan vinden. Ik ben even later in het gebouw op zoek
naar een toilet en als ik er een gevonden heb zie ik in de wc-pot een hoofd
drijven. De wc is aan het doorspoelen, maar het hoofd is te groot om mee
afgevoerd te worden. Het lijkt wel alsof het de bedoeling was van het hoofd om
doorgespoeld te worden omdat het de rest van zijn lichaam kwijt is. Het hoofd
is nog bij bewustzijn zonder lichaam. Ik ga de wc-dame roepen en zij neemt het
hoofd uit de wc-pot en zet het voorlopig even op de grond neer in samenspraak
met het hoofd dat ze er goed op let zodat niemand het meeneemt.
Daarna ben ik
onderweg, het is al avond geworden en op de baan zijn politieagenten met hele
rare en snelle auto's. Het lijkt wel alsof ze flitsend passeren. Dan worden we
tegengehouden door zo een politieagente, maar zij lijkt toch vriendelijk. Ik
heb even het gevoel dat ze van een andere planeet komen en onze planeet aan het
overnemen zijn.
Even later
ben ik dan weer met een aantal mensen buiten aan dat speeltuintje denk ik, en
horen we het gebrul weer. Mijn zus en ik sluipen naar binnen in ons huis, doen
daar alle lichten uit en zetten ons neer in de zetel waarop ik zeg dat ik me
veiliger voel op de grond, dus gaan we op de grond liggen. Dan hef ik me even
wat hoger op om uit het raam te kijken en ik zie dat de andere mensen buiten
zijn gebleven en zich hebben verzameld om allemaal heel dicht tegeneen te gaan
staan om zich veiliger te voelen. Ze lijken zich niet meer bewust te zijn van
het gevaar en ik zeg tegen mijn zus dat iedereen buiten staat en terwijl we
rechtstaan om ons erbij te gaan voegen zie ik in de verte ontploffingen en
grote zwarte rookwolken. De dinosaurus lijkt alles te vernietigen en ik
overweeg wat de juiste beslissing is, binnen blijven in ons huis wat mogelijk
opgeblazen word of buiten bij de rest van de mensen gaan staan ...
|
|
|
 |
05-05-2010 |
Droom 49: in het verlengde van mijn vingers komen lange dikke sprieten gras uit... |
Ik sta aan
een groot gebouw buiten te wachten voor een concert of zoiets. Ik weet niet
hoe, maar even later heb ik een VIP-pasje gestolen van ergens en ik loop
stiekem naar de achterkant van het gebouw. Daar staan een deel artiesten buiten
in groepjes en sommigen komen aangereden in sjieke auto's, maar ik voel me toch
wat teleurgesteld want die artiesten gedragen zich heel erg stoeferig tegenover
mekaar. Dan probeer ik terug onopgemerkt naar de voorkant van het gebouw te
gaan en ik zie iets verderop een vriendin die een koppel staat te fotograferen.
Ik wandel naar haar toe en vertel haar wat ik heb gezien achter het gebouw.
Even later in
de droom ben ik één van mijn vingers blauw aan het verven en de vinger lijkt
ineens veel langer, alsof er met klei een stuk is aangekleefd. Ik zeg nog tegen
mijn zus dat dat mijn lievelingskleur is. Dan verf ik nog één van mijn andere
vingers blauw en dan is opeens heel mijn hand blauw en in het verlengde van mijn
vingers komen lange dikke sprieten gras uit. Ik vraag mijn zus om me te helpen,
want er zitten beestjes op het gras en zij neemt het gras vast en trekt stevig
het gras en de verf uit mekaar zodat mijn hand weer vrij komt.
|
|
|
 |
03-05-2010 |
Droom 48: Is dat écht wat ge nodig hebt? |
Ik droom dat
ik op kot zit en in hetzelfde gebouw zit ook een oudere man en die is tegen mij
aan het uitleggen wat die voor mij voelt en hij gebruikt als voorbeeld dat ik
onder zijn huid zit, als iets wat hij niet kan wegkrabben. Hij heeft een taart
gemaakt, speciaal voor mij. Ik vind het wel wat creepy dus ik ga erna terug
naar mijn kot en bedenk me onderweg op de trap naar boven dat ik met die kerel
in hetzelfde gebouw opgescheept zit.
Terug in mijn
kot aangekomen kijk ik door het raam en wil graag buiten wat gaan rondwandelen
en als ik even in de stad door de straten heb gewandeld kom ik aan bij een
schoolgebouw. Ik bedenk me dat ik er niemand ken en dat het niet makkelijk is
om nieuwe vrienden te maken, maar ik probeer me open op te stellen en een
meisje houdt de deur voor me open als ik eraan kom. Ik groet haar en ze begint al meteen tegen me te babbelen.
Even later zijn we al met een klein groepje en ik beken tegen hun dat ik
stiekem van school en richting ben veranderd terwijl ze thuis nog denken dat ik
in een andere school talen of zoiets aan het doen ben. In de nieuwe school volg
ik een of andere creatieve richting en ik voel me er heel gelukkig bij.
Even later in
de droom heb ik nog ruzie met mijn broer, weet niet meer juist om wat, maar hij
zegt dan tegen me dat ik mijn mond moet houden en dan loopt hij weg. Ik zie X
die probeert haar tranen te verbergen en dan ga ik mijn broer na. Hij zit in de
bureaustoel en ik buig me over hem heen, neem zijn schouder vast en zeg.. is
dat wat ge nodig hebt? Is dat écht wat ge nodig hebt? We kijken mekaar strak in
de ogen en het is precies of ik zijn angsten voel.
|
|
|
 |
30-04-2010 |
Droom 47: waterglijbaan |
Ik ben aan
het werk, aan de kassa van een winkel. Een klant koopt een paar artikelen en
wil een factuur van een paar suikerklontjes. Hij doet nogal raar en gaat buiten
met zijn vrienden voor hij afrekent. Ik roep hem terug, maar hij reageert niet
meteen, dan roep ik hem nog 2 keer. Even later komt hij toch terug binnen,
neemt nog 2 pakken koekjes mee waarvan er 1 pak voor mij is zegt hij. Hij
betaald met een briefje van een redelijk groot bedrag.
Even later
ben ik op vakantie en zit op een rubberen opgeblazen soort van vlootje waar we
met 3 personen op zitten en ieder heeft een handvat om zich vast te houden. Het
rubberen vlootje glijdt over een soort van waterglijbaan. Af en toe maakt het
een onverwachtse wending en gaat het ineens wat sneller waardoor het vlootje
ineens achterwaarts de glijbaan afgaat, maar het draait dan in een bocht weer
recht tot we uiteindelijk in het water belanden. Ik vond de glijbaan heel erg
plezant.
Ik herinner
me ook nog dat er een strand en zee voorkwam in de droom, maar niet meer juist
wat er gebeurde.
|
|
|
 |
28-04-2010 |
Droom 46: experiment |
Ik heb
besloten om mee te doen aan een betaald experiment om een product te testen.
Het speelt zich af in een groot lokaal dat lijkt op de eetzaal van een school.
Elke dag als ik in dat lokaal aankom staat er een wit plastieke bord met een
maaltijd op en een wit plastieke wegwerpbekertje met een doorschijnende
vloeistof en een rietje erin. De bedoeling is dat ik dat volledig opeet en
opdrink en dan op het einde een rapport schrijf erover. De eerste dag gaat de
vloeistof via een naald in mijn kin naar mijn mond, daarna drink ik het via het
rietje. Het product zou een nevenwerking hebben op de nieren. De eerste 2 dagen
merkte ik niets, de derde dag had ik wat krampen in mijn onderbuik en de vierde
dag ook niets.
Op een
bepaald moment zit ik aan een tafel en bedenk ik me dat ik nog niet aan het
rapport begonnen ben en om niet te vergeten wat ik moest opschrijven begin ik
met een tube met een soort pasta erin al op de eettafel in het kort wat trefwoorden
te schrijven over wat er in het rapport moet komen.
Tegenover me
aan tafel zit een koppel met een hond en naast de tafels staat een lange glazen
muur waarachter een soort van grote overdekte ruimte ligt, gelijk een
schaatshal zonder ijs, waar wat mensen rondwandelen.
|
|
|
 |
27-04-2010 |
Droom 45: de zombies zijn besmettelijk... |
Ik ben in
deze droom een zus met een fictieve kleinere broer en ouders en we rijden in
een auto, op zoek naar een veilige plaats die ons beschermt tegen zombies die
overal rond ons leven, want de zombies zijn besmettelijk en als je ermee in
aanraking komt word je zelf een zombie. Op een bepaald moment vinden we een
huis waar een muur omheen gebouwd is. Mijn fictieve ouders verzekeren me dat
het de zombies buiten houdt, maar ik vertrouw het niet helemaal en blijf alert.
Dan zitten we
opnieuw in de auto en stoppen even aan een winkel enzo en ik merk opeens rare
dingen op aan mijn kleinere fictieve broertje die naast me zit te wachten in de
auto. Hij zegt dingen die niet kloppen, zijn ogen zien er donkerder uit en hij
zegt dat zijn bovenbenen pijnlijk aanvoelen. Ik voel aan dat hij besmet is door
de zombies en ik roep naar mijn ouders dat hij de symptomen heeft, maar mijn
fictieve moeder zegt dat ze het weet maar lijkt het gevaar niet te willen
beseffen.
Ik begrijp
niet goed waarom de moeder de rest van het gezin op het spel zet door het
broertje bij ons te laten en ik gedraag me meer en meer afstandelijk tegenover
het broertje en wou dat ik hem kon kwijtgeraken om mezelf te redden.
|
|
|
 |
03-02-2010 |
Droom 43: mijn knieën komen tot aan het stuur... |
Ik rijd op
een koersfiets die veel te klein is, mijn knieën komen tot aan het stuur, over
straat waar veel volk over loopt. Ik moet de hele tijd rinkelen met mijn bel,
anders kan ik niet door en mis ik mijn afspraak bij de tandarts. Als ik bijna
daar ben stop ik even aan een frietkraampje om te vragen of ze daar wat geld
kunnen wisselen voor bij de tandarts, maar ze kunnen me niet helpen. Het huis
van de tandarts ligt naast het kraampje en als ik hun oprit opwandel check ik
in mijn portefeuille en merk dat ik waarschijnlijk net niet genoeg bij heb.
Iets later fiets
ik door een natuurgebied en ben ik op zoek naar de camping waar ik blijkbaar
verbleef voor ik naar de tandarts ging, maar ik ben de weg kwijt en het adres
van de camping ligt nog in de tent. Ik vraag de weg aan een voorbijganger, maar
hij spreekt een andere taal en ik kan hem niet verstaan dus ik probeer me goed
te focussen op wat hij uitbeeld.
|
|
|
 |
20-01-2010 |
Droom 42: Sommige dingen lijken niet te kloppen... |
Ik ben in een
grote ruimte, lijkt wel de grote kamer in onze kelder. Sommige dingen lijken
niet te kloppen. Er ligt een matras, ik denk de matras van mijn vader. Ik ga
eraan voelen en de matras is veel te mals, zoals een dikke donsdeken, ik zeg,
ziet ge wel dat er iets niet klopt. Iemand anders zegt tegen me, maar jawel,
die matras is gewoon verwisselt, en mijn aandacht gaat iets verderop naar een
dunnere, opgevouwde donsdeken die eerst dienst zou gedaan hebben als matras.
Dan denk ik weer, hier klopt toch echt iets niet, terwijl mijn aandacht gaat
naar een klein, houten antiekuitziend paardenmolentje dat op een tafeltje
staat. Ik neem het op, hou het voor mij en kijk ernaar en zet het dan zachtjes
terug neer.
|
|
|
 |
|
 |
|
 |