 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
17-02-2009 |
Droom 19: ze geeft me een papiertje waar codes opgeschreven staan... |
Ik ben in een groot gebouw, ik denk een school, en een
meester van mij wordt opgeslokt door een slang. Zijn lichaam is al halverwege
verdwenen in de slang en ik ga naar een balie waar een receptioniste zit die in
eerste instantie nog met iets anders bezig is, maar ik zeg haar dat het
dringend is, dat de meester wordt opgegeten door een slang en ze geeft me een
papiertje waar codes opgeschreven staan en ze zegt dat ik dat moet meenemen.
Er was nog een tweede droom, in de omgeving van de zee maar
daar herinner ik me verder niets meer van.
|
|
|
 |
06-02-2009 |
Droom 17: ik kijk rond en zie iets verderop net de takelwagen wegrijden... |
Ik ben met een vriendin op een uitstapje in een grote vreemde
stad. We wandelen door de straten en weten niet goed waar we moeten zijn. Ik
stel haar voor om gewoon iets lekker te gaan eten. Iets later in de droom ga ik
naar de parkeerplaats waar mijn wagen staat maar mijn wagen staat er niet meer.
Iemand zegt me dat hij is weg getakeld, ik kijk rond en zie iets verderop net
de takelwagen wegrijden met mijn wagen er op. De wagen is rood en helemaal
geblutst want blijkbaar heeft iemand er tegenop gereden terwijl hij daar
geparkeerd stond. Ik word er een beetje radeloos van wanneer ik eraan denk dat
ik nog een lening af te betalen heb van een auto die ik niet meer heb en me ook
geen nieuwe auto kan veroorloven en ik moet ervan huilen. Nog iets later in de
droom ben ik in een kledingwinkel en daar is nog een vrouw (een figuur van op
tv) waar ik een hekel aan heb. Ik geraak met haar op de vuist en het gaat er
hard aan toe en hoewel zij meer klappen krijgt dan ikzelf, geeft ze niet op.
Iets later sta ik aan de kassa en ik heb blauwe babykleertjes gekocht voor aan
iemand cadeau te doen maar er is een draadje van het broekje losgekomen en
ergens aan mij blijven vasthangen zodat het broekje een beetje uitrafelt. Op de
parking aangekomen zoek ik naar mijn wagen maar ik kan hem niet meteen vinden
en dan kom ik die hatelijke vrouw weer tegen en ze lacht spottelijk omdat ik
mijn wagen niet vind.
|
|
|
 |
31-01-2009 |
Droom 15: Gij zit hier toch maar alsof het u allemaal geen zak interesseert... / Ik voel aan haar hand dat het omie is... |
De droom speelt zich af in een heuvelachtige, bosrijke
omgeving. Ik denk dat ik daar aan het fietsen ben en ik denk ook dat ik al
gedurende de hele droom het gevoel heb dat er iemand me achtervolgd. Ik zit dan
samen met een paar klasgenoten van vroeger aan een tafel en ik ben met hun aan
het bespreken hoe het examen is verlopen, maar ik had tijdens het examen iets
aan de leraar gevraagd (weet niet meer wat) waarover één van die klasgenoten
van mening was dat ik daar iets fout mee had gedaan. Haar woorden waren: Gij
zit hier toch maar alsof het u allemaal geen zak interesseert en ik dacht er
over na en ik zag wel in dat ze gelijk had. Op de tafel ligt een schets van een
tafel waarop een klasgenootje de namen van de klasgenoten op de stoelen
schrijft, omdat de zitplaatsen waren gereorganiseerd en plots zie ik dat mijn
naam overblijft maar dat op alle stoelen al een naam staat.
Even later ben ik met iemand in een huisje in het bos en we
liggen te slapen. Dan hoor ik buiten precies iemand op een fiets naderen door
een fietsbel die lichtjes rinkelt als de fiets over heuveltjes gaat. Vóór ik
het helemaal doorheb zie ik al een man door het raam naar binnen sluipen en ik
zeg tegen de persoon bij mij er is iemand in de kamer. Ik ga naar de
lichtschakelaar tegen de muur en wil het licht aandoen maar het blijft donker.
De inbreker buigt zich dreigend over naar mijn kamergenoot en ik neem een
eetbakje van mijn kat uit een kastje om hem daarmee tegen zijn hoofd te slaan
maar ik heb moeite met mikken en ik kan hem niet raken. Hij lijkt mij nog niet
op te merken. Ik merk opeens op dat de inbreker misvormde oren en ogen heeft en
ik schiet wakker.
Ik ben na deze droom terug gaan slapen en bij het ontwaken
had ik weer een nieuwe droom:
Ik zit aan de keukentafel en ik heb niet meteen door dat er
op de keukendeur wordt geklopt. De deur gaat open en omie staat daar opeens in
de keuken. Ze ziet er sereen uit en zegt hallo maar ik zit als aan de stoel
genageld. Ik snap het eerst niet goed maar dan heb ik door dat ik haar als
enige zie en ik raak een beetje in paniek. Ik roep naar mijn zus die in de
bureauruimte zit wil je asjeblieft even naar hier komen, maar ik kan niet
zeggen waarom want er zijn nog gasten in ons huis. Mijn zus komt niet en omie
wandelt door de keuken door naar de gang. Ik loop naar de deuropening van de
keuken naar de gang en ik zie mijn zus in het donker zitten in de bureauruimte
en vraag haar om het licht aan te doen maar ik krijg geen antwoord. Dan stap ik
zelf in het donker de bureauruimte binnen wil het licht aandoen met de
lichtschakelaar maar het licht gaat niet aan en dan hoor ik mijn zus zeggen dat
het licht niet werkt. Ik ga terug naar de keuken want ik voel me bang in het
donker en mijn zus komt nu iets na mij ook de keuken in. Ik vertel haar wat er
is gebeurd en zij probeert me gerust te stellen en neemt me mee naar de gang om
omie te zoeken. We komen voorbij de badkamer waar ik niemand zie maar ik voel
wel dat ze daar is. Mijn zus neemt me mee iets verder door naar de slaapkamer
van mijn ouders om daar te gaan kijken maar daar is niets. Dan gaan we terug de
gang in en ik zie net de deur van de badkamer dicht gaan. Ik klop op de
badkamerdeur en roep op omie maar als de deur terug opengaat staat mijn broer
daar. Mijn zus neemt me dan terug mee naar de slaapkamer maar ik zeg tegen haar
ik denk toch dat het iets in de badkamer moet zijn en we gaan terug de gang
op, komen langs de deuropening van de badkamer en ik zie daar een vrouw staan
langs achteren met dezelfde kleren aan als waar ik mijn omie in zag. Een zwart
golfje met een rode blouse onder. Ik ga naar de vrouw en ze draait haar om maar
het is niet omie, het blijkt een tante van mij te zijn die ik niet ken. Ik
schud haar de hand om haar te groeten, maar ik voel aan haar hand dat het omie
is.
|
|
|
 |
25-01-2009 |
Droom 14: blauwe bijtsporen... |
Ik zit met mijn broer in de auto, hij rijdt, en ik zie hem
een sigaret opsteken. Ik geef hem dan een pakje sigaretten (nog zo goed als
vol) wat ik blijkbaar nog in mijn bezit heb aan hem omdat hij toch nog rookt.
Dan komen we bij een kruispunt en ik wijs hem erop dat hij het bord naar links
richting Hasselt moet volgen (blauw bord met witte letters).
Daarna ben ik in een restaurant, maar in plaats van in het
restaurant te gaan zitten neemt een restaurantbediende ons mee naar buiten waar
achter het restaurant een tafel klaarstaat met doorzichtige glaasjes op die
gevuld zijn met stukjes fruit. X, mijn broer zijn dochter, staat daar
naast mij en die neemt een trosje groene druiven maar ze lust het niet en wil
het terugleggen en een ander trosje nemen, maar ik zeg tegen haar dat ze die
dan ook niet gaat lusten omdat het dezelfde druiven zijn.
Weer wat later ben ik thuis en ik heb een slang (als huisdier
denk ik), maar als ik door de gang moet zit mijn slang daar en hij springt
omhoog om me aan te vallen. Ik probeer hem af te weren met mijn linkerhand en
hij bijt mij in die hand en wil niet lossen. Ik zie een bruin bierflesje staan
en ik neem dat met mijn andere hand vast en sla ermee op zijn hoofd zodat hij
mij los laat. Ik heb dan een spijtig gevoel omdat ik hem heb moeten slaan. Dan
ga ik verder naar de badkamer en begin mijn handen te wassen met zeep en ik zie
de blauwe bijtsporen verdwijnen.
|
|
|
 |
17-01-2009 |
Droom 11: joggen... |
Ik
krijg een soort rondleiding bij een gebouw wat naar mijn gevoel mijn oude
kleuterschool is van vroeger. Ik ben wel samen met een groep mensen daar, maar
eigenlijk komt er niemand anders in beeld. Ik herinner me nog dat we over een
breed pad lopen met aan de rechterkant een grote bruine muur en aan de
linkerkant een stukje van het gebouw in zicht.
Later
in de droom ben ik aan het joggen, ook over een breed pad, een soort laan met
gras en hoge bomen naast het pad. Ik kom nog een man tegen die daar ook aan het
joggen is, eerst lijkt hij vriendelijk maar later begint hij vervelend te doen
en als ik er niet op inga en gewoon blijf verder joggen draait hij zich om,
noemt me trut en komt even later weer terug op een zwart met zilverkleurige
brommer waarmee hij me achterna komt en me de weg wil blokkeren.
Nog
iets later ben ik ergens in een straat en aan de overkant van de straat is het
precies alsof daar een roodkleurig zandgebergte is waar ik een man zie zitten
die heimelijk een grote boomtak van een boom probeert los te trekken. Als de
man door heeft dat ik zag dat hij aan die tak stond te trekken gaat hij naar
zijn auto en zie ik de rest van zijn gezin in het zand zitten. Vóór het gezin
is een groot vierkantig gat in het zand.
Ik
was nog iets in die straat aan het doen en er was nog iemand bij me maar ik
herinner me niet meer wie of wat.
|
|
|
 |
15-01-2009 |
Droom 10: in de tuin van de geburen... |
Ik
heb een hond, Golden Retriever, en ik verblijf een tijdje met de hond in de
tuin van de geburen waar indianen wonen in echte tipis. De indianen zijn heel
vriendelijk en mijn hond is daar ook graag en als ik dan na het verblijf bij
hun terug naar huis ga staat er bij ons in de tuin ook een tipi maar daar is
het helemaal niet zo fijn want er is heel veel wind en het lappen deurtje van
die tipi waait de hele tijd open. Vanaf bij ons zie ik ook dat mijn hond bij de
buren is gebleven omdat hij het daar fijner vond en ik zie hem soms op het dak
zitten (van een gewoon huis) waar hij zijn nestje bovenop gesleept heeft. Als
ik dan een keertje door de tuin loop, langs de omheining zie ik aan de andere
kant het achterste van een leeuw nog net uit mijn ooghoek verdwijnen en staat
er voor mij aan de andere kant van de omheining een jongere leeuwenwelp. Ik aai
hem op zijn snuit en ik heb dan door dat mijn hond, die er opeens ook vrij
leeuwachtig uitziet, iets verder ligt dan de welp en ik aai hem over de
omheining heen maar ik zie dan dat hij gewond is. Ik loop snel om de omheining
heen maar als ik op de plaats kom waar hij zat is hij weg en zie ik hem een
stukje verder door het veld lopen. Ik roep heel luid zijn naam, Bashka, en loop
naar hem toe en neem hem vast en ik hoor vanuit de geburen dat ze ook heel luid
Bashka beginnen te roepen.
Ergens
doorheen de droom is ook mijn klokradio in zicht geweest en het was al 13.00u
en ik dacht toen nog, ik heb vandaag mijn zwemuur gemist.
|
|
|
 |
03-01-2009 |
Droom 5: nog maar maximum 3 maanden te leven... |
Veel herinner
ik me niet meer van deze droom. Enkel dat er mij werd meegedeeld (ik denk per
telefoon door mijn zus, maar kan het niet met zekerheid zeggen) dat de dokter
een ziekte bij mij had vastgesteld waardoor ik nog maar maximum 3 maanden te
leven had. Ik heb een paar mensen proberen te zeggen wat er ging gebeuren met
mij. X heb ik een sms gestuurd (herinner me de tekst niet meer), met X
zat ik te chatten via de computer (herinner me de tekst niet meer) maar hij had
de zin niet gelezen waarin ik zei dat ik doodga omdat hij enthousiast over iets
anders aan het vertellen was. Ik was bij ons thuis en zat achter de grote zetel
op de grond te huilen. Mijn broer kwam naast me zitten op de grond en probeerde
me iets te vertellen, maar uit hetgeen wat hij vertelde kon ik afleiden dat hij
me totaal niet begreep.
Ik heb heel
veel gehuild in deze droom om het feit dat ik ging sterven en ik kon niemand
mijn verdriet duidelijk maken.
Ik werd ook
al huilend wakker en had een benauwd gevoel in mijn borstkas, alsof ik al uren
had liggen huilen.
|
|
|
 |
23-12-2008 |
Droom 4: Ik kom een beekje tegen waarover ik moet klauteren... |
Ik ben in het
ouderlijke huis van mijn vader. Mijn overleden grootouders en mijn ouders zijn
ook daar, hoewel ze niet echt in beeld komen, maar ik hoor ze wel. Ze gaan
allemaal een kaartspel spelen en ik voel mij heel erg gedwongen omdat ik moet
meedoen van hun, maar ik wil niet. Op een bepaald moment zie ik, vanuit mijn
ooghoek, net de laatste persoon naar de woonkamer vertrekken en sta ik nog
alleen in de keuken waarop ik mijn kans schoon zie om uit het huis te glippen.
Buiten op de oprit moet ik eerst nog een grote zwarte ijzeren poort (die er in
het echt niet was) proberen open te krijgen
zonder geluid te maken. Als ik de poort achter me terug dicht doe, laat
ik hem op een kiertje staan zodat ze hem binnen niet zouden horen dichtgaan,
maar toch hoor ik aan hun stemmen dat ze opgemerkt hebben dat ik daar ben. Ik
hoor mijn grootmoeder iets zeggen in de aard van, ze is weer weggelopen. Ik
begin te rennen. Eerst een stukje over de straat maar al snel sla ik rechts af
over een paadje. Ik kom een beekje tegen waarover ik moet klauteren via een
brikken brugje en dan kom ik uit op een ander paadje waarvan de vloer bedekt is
met mooie, lichte houtvezel en aan de zijkanten van het paadje staan mooi
oranje/groene/gele gesnoeide hagen en struiken.
Ik voel mij
weer vrij angstig als ik net wakker ben en lig nog even roerloos in mijn bed
met het gevoel dat er nog een andere aanwezigheid in mijn kamer is
.
|
|
|
 |
20-12-2008 |
Droom 3: Vergeet niet dat ik dit al heb meegemaakt... |
Ik ben in een
kleine ruimte waar 2 schommels naast mekaar hangen. Op de ene schommel zit
ikzelf en naast me op de schommel zit een klein meisje. Haar hele lijfje is met
grijze tape ingebonden op de schommel zodat ze niet weg kan. De schommels
beginnen opeens vanzelf te schommelen, het meisje naast me is doodsbang. Ik
voel me ook doodsbang want ik voel dat het het werk is van een moordenaar die
haar vastgetaped heeft op die schommel.
Voor de
schommel hangen allemaal spiegels en in één van die spiegels is het hoofd van
een pop te zien. Het poppenhoofd ontploft waardoor haar gelaat verandert in een
zwart gat.
Het kleine
meisje naast me gilt (zonder geluid denk ik) en ik ben zelf ook doodsbang.
Het volgende
moment zit ik in een kleinere ruimte die door een raam uitkijkt op de ruimte
met de schommels waar het meisje nog steeds gillend en zonder in staat om te
bewegen op die schommel zit, maar haar tape is inmiddels weg.
Bij mij in
die kleine ruimte zitten X en X (mijn ex-bazen), zij blijken het
meisje haar ouders te zijn en zij zitten daar ook toe te kijken naar het
meisje.
Ik vraag hun
om haar daaruit te halen. X zegt op een vrij onverschillige manier en al
lezend in een stripboekje dat hij dat ook wel vindt. Alsof het hem niets doet.
X zegt dat dit het beste is voor haar dochter dat ze blijft, zodat ze
er beter van zou worden. Ik kijk X diep in de ogen maar zij blijft
onveranderlijk naar haar dochter staren en terwijl smeek ik haar om haar
dochter daaruit te halen en dan zeg ik tegen haar vergeet niet dat ik dit al
heb meegemaakt.
Ik word
badend in het zweet wakker en niet in staat om mij te verroeren. Alsof er in
mijn kamer nog een moordenaar aanwezig is.
|
|
|
 |
14-12-2008 |
Droom 2: Voor de ingang van de school staat dan iemand met een vuilniszak... |
Ik zit met
een vriendin van mij (die ik in het echte leven niet ken) op school. We zitten
samen in de klas. Op een bepaald moment komt ze niet opdagen op school en
blijkt dat ze is gestorven. Even later zit ze weer gewoon naast me in de klas,
maar de rest kan haar niet zien omdat ze niet meer leeft maar ik zie haar nog
wel. Wij babbelen gewoon met elkaar alsof ze nog leeft en als ik haar vraag hoe
het komt dat ze nog op de school zit zegt ze tegen me dat ze daar thuishoort
omdat haar zoontje daar gestorven is. Voor de les begint zitten we altijd samen
buiten op een betonnen vensterbank van de school. Als we dan de
leraar/directeur zien aankomen gooien we onze peuk op de vloer en springen van
de vensterbank af (waar ik elke keer wat
aarzeling bij heb omdat het hoger lijkt dan het is). Voor de ingang van de
school staat dan iemand met een vuilniszak zodat we eerst ons afval
(snoepverpakkingen enzo) daarin gooien en dan mogen we allemaal een brikje melk drinken voor we de school binnengaan.
X komt
een lezing geven in de klas (ze heeft een ander kapsel dan in het echt zodat ik
haar moeilijk herken) over Liam, een fretje van mij dat gestorven is en dat hij
vermoedelijk heeft gevochten met één van de andere fretjes omdat er 2 van zijn
teentjes zijn afgebeten. Ik krijg een vrij schuldig gevoel als ze met die
lezing begint.
Na de school
blijven die gestorven vriendin en ik s nachts in de klas op een matras slapen.
Er was een
donkere sfeer in deze droom, alsof het constant avond was, ook weinig
verlichting in de school zelf enzo en toen ik wakker werd had ik een zeer
akelig gevoel over mij en durfde me bijna niet te bewegen.
|
|
|
 |
03-12-2008 |
Droom 1: Ik ben het kotsbeu om altijd iedereen te plezieren! |
Ik loop met
een paar mensen rond in een stadje in een ander land, weet niet welk. Over
pleintjes en door smalle kasseien straatjes belanden we in een pub. Opeens merk
ik dat ik enkel mijn zwarte zwembroek aan heb en een zwart jasje erover, maar
niemand blijkt het te merken. Ik vraag aan de rest van het gezelschap of het
mogelijk is om terug te gaan naar het hotel om mij te gaan omkleden, want ik
voel mij zo niet op mijn gemak, maar zij zeggen dat het niet meer gaat omdat
het hotel al te veraf is.
Terug verder
rondlopend in het stadje komen we opeens bij een hoge ijzeren stelling waarvan
ze me zeggen dat ik erop moet klimmen om aan de bankautomaat te geraken. Ik wil
niet omdat ik heel erg hoogtevrees heb, maar kruip er vervolgens toch op en net
wanneer ik erop sta, begint iemand van het gezelschap heel hard met de stelling
te schommelen, gelijk een echte schommel. Ik roep heel luid uit van paniek dat
ze ermee moet stoppen, maar ze lacht heel hard en blijft de stellingschommel
duwen. Ik spring van de stelling af en loop boos weg, in mijn eentje door de
onbekende stad. Na even door de straten te hebben gewandeld kom ik de rest
terug tegen maar ze bekijken me boos en lopen gewoon vlak naast me door. Dan
komt het toch tot een confrontatie en scheld ik hun het lijf vol en brul heel
luid en vol woede: Ik ben het kotsbeu om altijd iedereen te plezieren!
Ik draai me
om en loop in mijn eentje verder, de rest volgt vanop een afstand, afwijkend
van mij. Ik wil me omdraaien naar hun toe, omdat ik me verloren voel, maar doe
het niet.
Aangekomen op
een groot plein vol met autos kijk ik rond op zoek naar mijn wagen
|
|
|
 |
|
 |
|
 |