 |
|
 |
Paikea's dromendagboek |
Ik hou van dromen. Niet zozeer om ze te kunnen ontcijferen of analyseren, want voor mij is het al voldoende om mijn dromen gewoon te kunnen 'zien'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn onderbewuste precies weet wat er
moet gebeuren en wat het moet doen voor mij om in evenwicht te blijven. Het enige wat ik moet doen, is voelen wat er binnenin mij omgaat... en dat is nu net wat soms zo moeilijk is. Dromen brengen me dichter bij mezelf.
Laten datgene los wat me in de echte wereld vasthoudt en laten me voelen wat het is om vrij te zijn in mijn eigen hoofd...
|
 |
17-01-2009 |
Droom 11: joggen... |
Ik
krijg een soort rondleiding bij een gebouw wat naar mijn gevoel mijn oude
kleuterschool is van vroeger. Ik ben wel samen met een groep mensen daar, maar
eigenlijk komt er niemand anders in beeld. Ik herinner me nog dat we over een
breed pad lopen met aan de rechterkant een grote bruine muur en aan de
linkerkant een stukje van het gebouw in zicht.
Later
in de droom ben ik aan het joggen, ook over een breed pad, een soort laan met
gras en hoge bomen naast het pad. Ik kom nog een man tegen die daar ook aan het
joggen is, eerst lijkt hij vriendelijk maar later begint hij vervelend te doen
en als ik er niet op inga en gewoon blijf verder joggen draait hij zich om,
noemt me trut en komt even later weer terug op een zwart met zilverkleurige
brommer waarmee hij me achterna komt en me de weg wil blokkeren.
Nog
iets later ben ik ergens in een straat en aan de overkant van de straat is het
precies alsof daar een roodkleurig zandgebergte is waar ik een man zie zitten
die heimelijk een grote boomtak van een boom probeert los te trekken. Als de
man door heeft dat ik zag dat hij aan die tak stond te trekken gaat hij naar
zijn auto en zie ik de rest van zijn gezin in het zand zitten. Vóór het gezin
is een groot vierkantig gat in het zand.
Ik
was nog iets in die straat aan het doen en er was nog iemand bij me maar ik
herinner me niet meer wie of wat.
|
|
|
 |
15-01-2009 |
Droom 10: in de tuin van de geburen... |
Ik
heb een hond, Golden Retriever, en ik verblijf een tijdje met de hond in de
tuin van de geburen waar indianen wonen in echte tipis. De indianen zijn heel
vriendelijk en mijn hond is daar ook graag en als ik dan na het verblijf bij
hun terug naar huis ga staat er bij ons in de tuin ook een tipi maar daar is
het helemaal niet zo fijn want er is heel veel wind en het lappen deurtje van
die tipi waait de hele tijd open. Vanaf bij ons zie ik ook dat mijn hond bij de
buren is gebleven omdat hij het daar fijner vond en ik zie hem soms op het dak
zitten (van een gewoon huis) waar hij zijn nestje bovenop gesleept heeft. Als
ik dan een keertje door de tuin loop, langs de omheining zie ik aan de andere
kant het achterste van een leeuw nog net uit mijn ooghoek verdwijnen en staat
er voor mij aan de andere kant van de omheining een jongere leeuwenwelp. Ik aai
hem op zijn snuit en ik heb dan door dat mijn hond, die er opeens ook vrij
leeuwachtig uitziet, iets verder ligt dan de welp en ik aai hem over de
omheining heen maar ik zie dan dat hij gewond is. Ik loop snel om de omheining
heen maar als ik op de plaats kom waar hij zat is hij weg en zie ik hem een
stukje verder door het veld lopen. Ik roep heel luid zijn naam, Bashka, en loop
naar hem toe en neem hem vast en ik hoor vanuit de geburen dat ze ook heel luid
Bashka beginnen te roepen.
Ergens
doorheen de droom is ook mijn klokradio in zicht geweest en het was al 13.00u
en ik dacht toen nog, ik heb vandaag mijn zwemuur gemist.
|
|
|
 |
03-01-2009 |
Droom 5: nog maar maximum 3 maanden te leven... |
Veel herinner
ik me niet meer van deze droom. Enkel dat er mij werd meegedeeld (ik denk per
telefoon door mijn zus, maar kan het niet met zekerheid zeggen) dat de dokter
een ziekte bij mij had vastgesteld waardoor ik nog maar maximum 3 maanden te
leven had. Ik heb een paar mensen proberen te zeggen wat er ging gebeuren met
mij. X heb ik een sms gestuurd (herinner me de tekst niet meer), met X
zat ik te chatten via de computer (herinner me de tekst niet meer) maar hij had
de zin niet gelezen waarin ik zei dat ik doodga omdat hij enthousiast over iets
anders aan het vertellen was. Ik was bij ons thuis en zat achter de grote zetel
op de grond te huilen. Mijn broer kwam naast me zitten op de grond en probeerde
me iets te vertellen, maar uit hetgeen wat hij vertelde kon ik afleiden dat hij
me totaal niet begreep.
Ik heb heel
veel gehuild in deze droom om het feit dat ik ging sterven en ik kon niemand
mijn verdriet duidelijk maken.
Ik werd ook
al huilend wakker en had een benauwd gevoel in mijn borstkas, alsof ik al uren
had liggen huilen.
|
|
|
 |
23-12-2008 |
Droom 4: Ik kom een beekje tegen waarover ik moet klauteren... |
Ik ben in het
ouderlijke huis van mijn vader. Mijn overleden grootouders en mijn ouders zijn
ook daar, hoewel ze niet echt in beeld komen, maar ik hoor ze wel. Ze gaan
allemaal een kaartspel spelen en ik voel mij heel erg gedwongen omdat ik moet
meedoen van hun, maar ik wil niet. Op een bepaald moment zie ik, vanuit mijn
ooghoek, net de laatste persoon naar de woonkamer vertrekken en sta ik nog
alleen in de keuken waarop ik mijn kans schoon zie om uit het huis te glippen.
Buiten op de oprit moet ik eerst nog een grote zwarte ijzeren poort (die er in
het echt niet was) proberen open te krijgen
zonder geluid te maken. Als ik de poort achter me terug dicht doe, laat
ik hem op een kiertje staan zodat ze hem binnen niet zouden horen dichtgaan,
maar toch hoor ik aan hun stemmen dat ze opgemerkt hebben dat ik daar ben. Ik
hoor mijn grootmoeder iets zeggen in de aard van, ze is weer weggelopen. Ik
begin te rennen. Eerst een stukje over de straat maar al snel sla ik rechts af
over een paadje. Ik kom een beekje tegen waarover ik moet klauteren via een
brikken brugje en dan kom ik uit op een ander paadje waarvan de vloer bedekt is
met mooie, lichte houtvezel en aan de zijkanten van het paadje staan mooi
oranje/groene/gele gesnoeide hagen en struiken.
Ik voel mij
weer vrij angstig als ik net wakker ben en lig nog even roerloos in mijn bed
met het gevoel dat er nog een andere aanwezigheid in mijn kamer is
.
|
|
|
 |
20-12-2008 |
Droom 3: Vergeet niet dat ik dit al heb meegemaakt... |
Ik ben in een
kleine ruimte waar 2 schommels naast mekaar hangen. Op de ene schommel zit
ikzelf en naast me op de schommel zit een klein meisje. Haar hele lijfje is met
grijze tape ingebonden op de schommel zodat ze niet weg kan. De schommels
beginnen opeens vanzelf te schommelen, het meisje naast me is doodsbang. Ik
voel me ook doodsbang want ik voel dat het het werk is van een moordenaar die
haar vastgetaped heeft op die schommel.
Voor de
schommel hangen allemaal spiegels en in één van die spiegels is het hoofd van
een pop te zien. Het poppenhoofd ontploft waardoor haar gelaat verandert in een
zwart gat.
Het kleine
meisje naast me gilt (zonder geluid denk ik) en ik ben zelf ook doodsbang.
Het volgende
moment zit ik in een kleinere ruimte die door een raam uitkijkt op de ruimte
met de schommels waar het meisje nog steeds gillend en zonder in staat om te
bewegen op die schommel zit, maar haar tape is inmiddels weg.
Bij mij in
die kleine ruimte zitten X en X (mijn ex-bazen), zij blijken het
meisje haar ouders te zijn en zij zitten daar ook toe te kijken naar het
meisje.
Ik vraag hun
om haar daaruit te halen. X zegt op een vrij onverschillige manier en al
lezend in een stripboekje dat hij dat ook wel vindt. Alsof het hem niets doet.
X zegt dat dit het beste is voor haar dochter dat ze blijft, zodat ze
er beter van zou worden. Ik kijk X diep in de ogen maar zij blijft
onveranderlijk naar haar dochter staren en terwijl smeek ik haar om haar
dochter daaruit te halen en dan zeg ik tegen haar vergeet niet dat ik dit al
heb meegemaakt.
Ik word
badend in het zweet wakker en niet in staat om mij te verroeren. Alsof er in
mijn kamer nog een moordenaar aanwezig is.
|
|
|
 |
14-12-2008 |
Droom 2: Voor de ingang van de school staat dan iemand met een vuilniszak... |
Ik zit met
een vriendin van mij (die ik in het echte leven niet ken) op school. We zitten
samen in de klas. Op een bepaald moment komt ze niet opdagen op school en
blijkt dat ze is gestorven. Even later zit ze weer gewoon naast me in de klas,
maar de rest kan haar niet zien omdat ze niet meer leeft maar ik zie haar nog
wel. Wij babbelen gewoon met elkaar alsof ze nog leeft en als ik haar vraag hoe
het komt dat ze nog op de school zit zegt ze tegen me dat ze daar thuishoort
omdat haar zoontje daar gestorven is. Voor de les begint zitten we altijd samen
buiten op een betonnen vensterbank van de school. Als we dan de
leraar/directeur zien aankomen gooien we onze peuk op de vloer en springen van
de vensterbank af (waar ik elke keer wat
aarzeling bij heb omdat het hoger lijkt dan het is). Voor de ingang van de
school staat dan iemand met een vuilniszak zodat we eerst ons afval
(snoepverpakkingen enzo) daarin gooien en dan mogen we allemaal een brikje melk drinken voor we de school binnengaan.
X komt
een lezing geven in de klas (ze heeft een ander kapsel dan in het echt zodat ik
haar moeilijk herken) over Liam, een fretje van mij dat gestorven is en dat hij
vermoedelijk heeft gevochten met één van de andere fretjes omdat er 2 van zijn
teentjes zijn afgebeten. Ik krijg een vrij schuldig gevoel als ze met die
lezing begint.
Na de school
blijven die gestorven vriendin en ik s nachts in de klas op een matras slapen.
Er was een
donkere sfeer in deze droom, alsof het constant avond was, ook weinig
verlichting in de school zelf enzo en toen ik wakker werd had ik een zeer
akelig gevoel over mij en durfde me bijna niet te bewegen.
|
|
|
 |
03-12-2008 |
Droom 1: Ik ben het kotsbeu om altijd iedereen te plezieren! |
Ik loop met
een paar mensen rond in een stadje in een ander land, weet niet welk. Over
pleintjes en door smalle kasseien straatjes belanden we in een pub. Opeens merk
ik dat ik enkel mijn zwarte zwembroek aan heb en een zwart jasje erover, maar
niemand blijkt het te merken. Ik vraag aan de rest van het gezelschap of het
mogelijk is om terug te gaan naar het hotel om mij te gaan omkleden, want ik
voel mij zo niet op mijn gemak, maar zij zeggen dat het niet meer gaat omdat
het hotel al te veraf is.
Terug verder
rondlopend in het stadje komen we opeens bij een hoge ijzeren stelling waarvan
ze me zeggen dat ik erop moet klimmen om aan de bankautomaat te geraken. Ik wil
niet omdat ik heel erg hoogtevrees heb, maar kruip er vervolgens toch op en net
wanneer ik erop sta, begint iemand van het gezelschap heel hard met de stelling
te schommelen, gelijk een echte schommel. Ik roep heel luid uit van paniek dat
ze ermee moet stoppen, maar ze lacht heel hard en blijft de stellingschommel
duwen. Ik spring van de stelling af en loop boos weg, in mijn eentje door de
onbekende stad. Na even door de straten te hebben gewandeld kom ik de rest
terug tegen maar ze bekijken me boos en lopen gewoon vlak naast me door. Dan
komt het toch tot een confrontatie en scheld ik hun het lijf vol en brul heel
luid en vol woede: Ik ben het kotsbeu om altijd iedereen te plezieren!
Ik draai me
om en loop in mijn eentje verder, de rest volgt vanop een afstand, afwijkend
van mij. Ik wil me omdraaien naar hun toe, omdat ik me verloren voel, maar doe
het niet.
Aangekomen op
een groot plein vol met autos kijk ik rond op zoek naar mijn wagen
|
|
|
 |
|
 |
|
 |