Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Fietsreizen 2014, en wat daarbij komt kijken
Van Mulhouse naar Ieper
15-05-2014
Nog 50 dagen
De tijd vliegt voorbij, zeker als je ergens naartoe leeft. Nog slechts 50 dagen, en we vertrekken naar Mulhouse, waar onze fietstocht start. Sinds de vorige stand van zaken -op 100 dagen voor het vertrek- hebben we niet stil gezeten. Als het weer het maar enigszins toelaat, fietsen we onze dagelijkse kilometers, en we konden twee keer een mooi fietsweekend met vooral veel klimkilometers inlassen. Veel grote tochten staan er nog niet op ons overzicht, een keer 100 en een keer 128 km, en verschillende kleinere ritten, maar dus wel al veel geklommen. Of dat allemaal voldoende is, zullen we snel weten. Zaterdag staat immers de tweede groepstraining op het programma, in Houffalize deze keer. Dat dorp wordt geprezen als het 'Mekka voor de mountainbiker'. Daarbij denk ik dan onmiddellijk aan steile hellingen. Ik heb dan ook het voorgevoel dat het zwaar gaat worden, want er worden ons 'pittige' tochten beloofd. Het is uitkijken naar de andere deelnemers, en ook naar onze conditie en die van de rest van de groep. We maken er weer een fietsweekend van, en vertrekken vrijdag al om drie dagen te fietsen. De zon zal van de partij zijn, nu hopen dat de benen ook mee willen.
Een straalblauwe hemel als we wakker worden, dat is voor ons voldoende om snel uit bed te wippen en ons klaar te maken voor een volgende fietstocht. We doen geen moeite meer om een van de schaarse fietsroutes te vinden, en rijden langs rustige landelijke wegen rond. Eerst opnieuw richting Eschdorf : het dorp is nu afgesloten, het is in de omgeving een drukte van jewelste, massa's autofanaten komen de bolides bewonderen. We zullen ook vandaag weer veel oude wagens en vooral sportkarren tegenkomen op de weg. Wij rijden in een boog om het dorp, richting Neunhausen. De weg is hier glooiend, het gaat op en neer, weer een goede oefening dus. En ook hier is het heel rustig en mooi, de velden koolzaad kleuren helder geel en steken fel af tegen de verschillende tinten lentegroen van de bomen en struiken. In Lutzhausen houden we halt bij het meer, enkele duikers maken zich klaar om met een instructeur het water in te gaan. Ondanks het zonneke lijkt me dat toch nog wat frisjes. Wij fietsen opnieuw langs de barrage naar Esch-sur-Sure, voor een terrasje met een lekker Weizenbier. We rijden verder richting Tadler. De weg is hier nog steiler als de route van gisteren, maar het klimmen gaat me ondertussen toch al beter af dan verleden jaar. Op het hoogplateau overschouwen we nogmaals de omgeving, en ik weet het, ik val hier in herhaling, maar het uitzicht is hier dan ook magnifiek : velden vol koolzaad, graslanden, in de verte enkele naald -en loofbossen, en daartussen kleine dorpjes verbonden door kronkelende wegen. We zijn vroeg terug aan ons buske, installeren ons in de zon en houden nog een bbq. Het verbaast me wel dat we vandaag slechts 654 hoogtemeters maakten, ik dacht echt evenveel als gisteren geklommen te hebben. Of waren het de vorige klimdagen die ik al in mijn benen voelde? Dit We legden we maar weinig km af : op 3 dagen reden we 127 km, de trip naar Daun was op een dag al goed voor 128 km. De snelheid was ook maar laag, maar we genoten wel van deze tochtjes ondanks de vele obstakels. De mooie omgeving deed de ergernis over de ontbrekende wegwijzers teniet. En de hoogtemeters kunnen tellen : 2675 in totaal, dat is echt wel een nieuw record voor ons. Toch is fietsen in Luxemburg niet onmiddellijk voor herhaling vatbaar, we houden het hier voortaan bij wandelen.
We worden wakker onder een lichtgrijze hemel, maar tijdens het ontbijt breekt de zon door, en als we vertrekken kleurt de lucht blauw. Maar er staat ook een harde, ijskoude wind, dus kleden we ons opnieuw warm aan. We wagen het nogmaals een route te zoeken : in Feulen zou route 16 vertrekken om ons langs het riviertje de Wark naar Bourscheid te brengen. Maar eerst weer een stuk langs de hoofdweg, bergaf nu, dat gaat vlotjes, we remmen wel af om niet sneller dan 35 te dalen, want het verkeer heeft hier weinig oog voor de fietsers en er is weer geen fietspad voorzien. (Kent men dat wel in Luxemburg?) In Feulen is het weer zoeken naar het beginpunt, op een wandelkaart zien we een parcours auto-pedestre staan dat min of meer overeenkomt met de fietsroute op onze kaart, en wat verderop buiten het dorp vinden we eindelijk een wegwijzer. We worden beloond voor onze zoektocht, want het is immens mooi en rustig rijden door de vallei van de Wark. Snelheid is niet van belang, we genieten volop van de omgeving. In Welscheid is het weer zoeken naar de weg, twee wandelaars uit Eeklo helpen ons verder : ze zijn net de wegwijzers gepasseerd. Ook zij klagen over de gebrekkige markeringen, vroeger werden die beter onderhouden. Vanaf nu is het steil omhoog, 5 km lang tot in Bourscheid. Moet ik nog melden dat het ook daar weer zoeken naar de weg is? Een lange afdaling door het bos brengt ons opnieuw op een hoofdweg, deze keer een heel rustige, en hier komen hele groepen wielertoeristen voorbij. Er wordt immers een grote tocht georganiseerd vandaag, 120 tot 180 km zagen we gisteren ergens staan. We besluiten toch de nationale weg te verlaten en via Ringel terug te keren. Eerst nog even picknicken op een van de vele banken die we tegenkomen, dat is hier wel goed geregeld. Eetgelegenheden vinden we nauwelijks in de kleine dorpjes, maar picknickplaatsen zijn er voldoende. Terug fameus klimmen nu, gelukkig met wind in de rug. We komen op een hoogplateau terecht waar we een mooi uitzicht hebben over de omgeving. We kunnen dankzij het heldere weer en de hoogte zeer ver zien, dit maakten we op onze vele wandelingen -die meestal door de bossen gingen- zelden mee. Het is een ander facet van Luxemburg dat we nu pas ontdekken.
Het heeft nog flink geregend vannacht, en daardoor is het ook afgekoeld. 's Morgens is het nog steeds zwaarbewolkt, er staat ook een flinke wind, hopelijk blaast die de wolken weg. We vertrekken pas rond 11u richting Eschdorf, eerst langs een grote baan, een nationale weg. Geen mm fietspad te zien, en er wordt hier flink doorgereden. Na een tweetal km kunnen we gelukkig afslaan naar een meer landelijke weg, en dan wordt het wel aangenaam rijden, want er is nauwelijks verkeer op, zodat het niet zo erg is dat er alweer geen fietspad is. In Eschdorf wordt dit We een soort auto-rally georganiseerd, en dat is men nu al aan het voorbereiden : weg gebarricadeerd, gelukkig kunnen en mogen wij er met onze fietsen nog door. Er volgt een zeer steile afdaling naar Esch-sur-Sure, dat moeten we straks wel allemaal terug naar boven klimmen! In dat dorp begint het zoeken naar de weg, en dan ondervinden we hoe verwend we wel zijn met onze knooppunten, want meermaals moet de kaart open gevouwen worden, om ons te kunnen oriënteren. Bij de barrage nemen we de weg naar Kaundorf, en dat wordt direct een flinke klimpartij : 11 % omhoog aub, en dat 4 km lang! In de eerste bocht stop ik al om trui en lange broek uit te doen, want als ik het te warm heb, kan ik niet vooruit. Maar dan gaat het klimmen goed, en zowaar, het schakelen lukt nu ook! Algoed, anders was ik nooit boven geraakt. Vanaf nu gaan we afwisselend omhoog en omlaag, en aanhoudend moet de kaart ons verder helpen, want er ontbreken veel wegwijzers. Dat zijn we niet gewoon : de wandelingen die we vroeger maakten met het systeem 'auto-pedestre' waren steeds goed gemarkeerd, nu verliezen we zeer veel tijd, het schiet echt niet op. In Bavigne zoeken we tevergeefs naar de 'nationale radweg nr 19', een kleine fietsroute die langs het riviertje zou lopen. Niet te vinden, of zou dat smalle grindpaadje naast de baan voor een fietspad moeten doorgaan? . We stoppen bij het meer voor een fruit-picknick, het is er mooi en rustig zitten, het toeristisch seizoen is duidelijk nog niet begonnen, of zijn de hoogdagen van het toerisme hier voorbij? De zon doet ook moeite, hier en daar komen er blauwe gaten in het grijze wolkendek. Weer de weg zoeken, een flinke klim doen we tweemaal, want ook de volgende route is niet te vinden, waardoor we de verbinding met de uitgestippelde terugweg missen. Dan maar via Liefrange terug naar Esch-sur-Sure, waar we even stoppen voor een frisse pint op een terrasje. Het lijkt ons dat het hier vroeger veel drukker was, nu ziet de horeca er zeer vervallen en passé uit. Omhoog langs de drukke weg, die wel een brede pechstrook heeft die we dan maar inpalmen als fietspad. 7 % klimmen, 6 km lang, maar het lukt. Veel km hebben we niet afgelegd, en de snelheid was ook niet hoog, maar we hebben veel geklommen, en dat was de bedoeling van deze trip.
Met 1 mei maken we de brug, zodat we een extra lang We hebben, en we hebben voorzien om dan naar Luxemburg te gaan. We kennen dit landje vooral van de vele wandelingen die we er al maakten : in het Mullerthal natuurlijk, maar ook Vianden, Clervaux, Larochette, Esch-sur-Sure, overal kwamen we al meermaals. Eerst zonder de kinderen, al bijna 40 jaar geleden, dan vele jaren lang met de kinderen, en nu al enkele jaren opnieuw met zijn tweeën. Vaak zeiden we dan dat fietsen hier toch ook leuk moet zijn, en eindelijk komt dat er dus van. We hebben een camperplaats ontdekt in Heiderscheid, nabij Esch-sur-Sure. Het is een fantastische plek, prachtig ingericht met alle voorzieningen voor slechts 10 euro per nacht. Volgens de website ideaal gelegen om te wandelen en fietsen. Maar bij aankomst pakken donkere regenzwangere wolken boven het dorp samen, en even later bevallen ze van een zware regenvlaag. Alles kletsnat, een klein verkennend tochtje zal dus niet meer voor vandaag zijn. Dan maar tochtjes voor de volgende dagen uitstippelen, en dat valt al direct tegen : zo gunstig is Heiderscheid niet gelegen, niet één gewone fietsroute komt er langs, wel een mountainbike-route, maar daar zijn we niets mee. Dus zelf ritten samenstellen op het goed gevoel. Morgen zien we wel of ze doenbaar zijn.
Eindelijk. 5 keer ben ik naar de fietsenmaker gereden, en eindelijk is er naar mij geluisterd en hebben ze iets meer gedaan dan wat aan vijsjes draaien. 4 keer ging ik rechtstreeks het herstelatelier binnen, en legde aan de technieker mijn probleem uit : quasi onmogelijk om te schakelen naar het kleinste tandwiel vooraan. 4 keer nam de technieker mijn fiets aan met een grijnslach op zijn gezicht, je zag hem telkens denken : 'weer een die niet schakelen kan'. Maar tot maart 2013 ging dat probleemloos, toen liet ik de fiets volledig nazien, en begonnen de problemen. Er kwam een nieuwe ketting en nieuwe tandwielen voor-en achteraan, behalve het kleinste tandwiel vooraan. Dat was niet nodig werd gezegd want : 'dat gebruikt u toch nauwelijks'. Maar ik gebruik dat dus wel veel! Als ik een helling van meer dan 6% op fiets, schakel ik naar dat kleinste tandwiel, en dat gebeurt dus heel frekwent. Ik gebruik mijn fiets immers niet alleen om boodschappen te doen. Het tandwiel kan best nog in orde zijn, dat wil ik zeker geloven, maar waarom kon ik het niet meer gebruiken? Dat er blijkbaar iets blokkeerde, ik niet volledig kon doorschakelen en de ketting precies tussen de twee tandwielen bleef hangen, er werd geen nota van genomen, even vijzen en met een 'nu schakelt die wel goed madam' moest ik het stellen. Niet dus! Er zat iets fout, ik suggereerde een probleem met de kabel of de overbrenging van de ketting tussen de tandwielen, het hielp niet, je zag hen denken : 'wat weet een vrouw daar nu van, en die heeft dat kleine tandwiel toch niet nodig? ' De vijfde keer ben ik langs de showroom binnengestapt, en heb mijn beklag gedaan bij de baas. Die kon er niet mee lachen, een ontevreden klant is immers geen reclame voor zijn mooie zaak. Nu werd er wel verder gekeken. De technieker grijnsde nog wel toen hij mijn fiets aannam, maar een drie kwartier later kwam hij terug : de derailleur was verwrongen, en kwam tegen de kader, niet moeilijk dat het schakelen niet lukte! Nieuwe derailleur, en een nieuwe kabel (waar ook een klein knikje inzat).Verontschuldigingen van zijn kant kwamen er niet, wel van de baas want ik moest enkel het materiaal betalen, geen werkuren. Toen ik de fiets aannam, lachte de technieker weer, maar dan wel groen : moeten toegeven dat een vrouw iets van techniek weet, het blijft voor een man toch een harde noot om kraken.
Al 3 weken geen fietstocht van betekenis kunnen maken, wel de dagelijkse kleine ritjes op werkdagen om toch in beweging te blijven. Maar paasmaandag blijkt het weer beter mee te vallen dan voorspeld, dus laten we alle klusjes in huis en tuin liggen en vertrekken voor een fietstocht naar Scherpenheuvel. We krijgen het gezelschap van onze jongste dochter. In hun kinderjaren maakten we vele tochten met onze dochters : fietseling, zoektochten, en zelfs trektochten met pak en zak langs de trekkershutten. Maar eens ze puber werden, was fietsen met de oudjes niet meer cool genoeg. Nu heeft ze er opnieuw zin in om met ons een tochtje te maken. Verleden jaar sloten we onze voorbereiding met deze tocht af. Het is een mooie combinatie van afstand en kleine, pittige hellingen. Er is veel volk op de been en de fiets, er worden duidelijk veel wandelingen en fietstochten georganiseerd. Het is weer heerlijk rijden, de zon schijnt volop en het frisse groen op bomen en struiken maakt de omgeving nog net iets mooier als anders. Het klimmen gaat vlotjes, alhoewel ik nog maar eens met de versnellingen sukkel, die raken echt niet juist afgesteld, morgen opnieuw richting fietsenmaker rijden dus. Via Rotselaar en Tielt bereiken we Scherpenheuvel, van oudsher een bedevaartplaats, en het is daar voor ons wat te druk en te commercieel. We rijden verder en vinden in Zichem een leuk terrasje. De zon heeft ondertussen wel plaats moeten ruimen voor donkere wolken, het wordt frisser, truitjes worden aangedaan, en even later de kw ook want het druppelt. Snel verder fietsen, wind mee gaat het vlot vooruit. Zeker als de hemelsluizen worden open getrokken trappen we nog wat harder, we vliegen vooruit zodat we bij thuiskomst net niet doorweekt zijn. 85 km in de zon, en 15 km in de regen, het had erger kunnen zijn.
Totaal km : 100. Gemiddelde 19 km/u. hoogtemeters niet gekend (gps vergeten mee te nemen)
Weer een koude nacht, met veel wind zodat de wolken verdwenen zijn. De zon schijnt volop, het belooft weer een prachtige dag te worden. Vandaag fietsen we omhoog naar Daun langs een oude spoorweg. Kenners weten dat dit een zachte klim wordt, want een trein klimt - en daalt - niet meer dan 4%. Maar deze trip is enkele richting wel zowat 60 km, dus wel de moeite als oefening. In reisgidsen wordt aangegeven dat je met de fietsbus vanuit Bernkastel tot Daun kan rijden, en dan deze tocht bergaf kan maken. Maar wij doen zowel de heen- als terugweg per fiets, ruim 120 km dus, waarvan de helft klimmen. Eerst rijden we zachtjes stroomopwaarts langs de Moezel tot het dorpje Lieser waar de Maare-Mosel-Radweg begint. Langs het gelijknamige riviertje rijden we tot Wintrich, een drukke stad. En dan steeds omhoog tot Daun, 40 km lang, langs een schitterend fietspad dat ons door velden en bossen leidt. Heel rustig fietsen door een prachtige omgeving, over oude bruggen en door tunnels, langs riviertjes en door een stukje woud waar we zelfs hertjes tegen komen. En we zijn hier moederziel alleen, op die hertjes en vele vogeltjes na. Picknick onderweg in het bos, dit is echt genieten. Het pad slingert verder door het bos, zo nu en dan is het wel fel klimmen als de route even van het oorspronkelijke spoortraject afwijkt. In Daun rijden we de stad in, en dat is een zeer lastige klim aan 10%. Zowaar het lukt, en we belonen ons voor deze inspanningen op een terrasje met een groot glas Weizenbier, dat hebben we verdiend en kunnen we wel gebruiken. Op de terugweg beseffen we weer hoeveel we wel geklommen hebben, we bollen naar beneden zonder veel te moeten trappen, net alsof we met een e-bike rijden. Pech : het terrasje waar we verleden jaar heerlijk aten in Lieser is op maandag gesloten, dus rijden we maar in een trek terug naar de camperplaats. Dit was een heerlijk WE, waarop zowat alles meezat : de camperplaats, het weer en de fietsroutes. Zo willen we er nog wel enkele!
Een koude nacht, maar de zon is al vroeg op post en we worden wakker onder een straalblauwe hemel. Het zomeruur is ingegaan, we zijn dus vroeg op weg en het voelt nog wat frisjes aan. We rijden vandaag richting Monselfeld en Longkamp, om dan af te dalen naar Traben- tarbach en terug naar Minheim. Het is zondag en we denken dat het zonder vrachtverkeer rustig rijden zal zijn. Maar dat is zonder de dagjesmensen en vooral de motards gerekend. En het moet me van het hart : truckers houden veel meer rekening met fietsers dan motards. Truckers blijven achter ons tot ze plaats genoeg hebben om ons voorbij te steken, maar motards scheren ons rakelings voorbij alsof de weg alleen van hen is. Leuk is anders. We kozen deze route omdat het een lange klim is, zowat 10 km bergop met een stijgingspercentage van gemiddeld 6%, een mooie oefening dus. En het gaat goed, tenminste vanaf het moment dat ik juist heb kunnen schakelen, want ondanks een extra revisie wil mijn ketting niet op het kleinste tandwiel. Enkele keren terug dalen om te schakelen, het lukt niet, ten einde raad manueel ingegrepen, en zo toch in een mooi ritme en tempo naar boven gereden. Ik heb de indruk dat de knoeiers van BS in H mijn versnellingen ontregeld ipv geregeld hebben, ik zal dus nog eens terug moeten. Monselfeld stelt niet veel voor, we eten onze picknick op bij een waterloze fontein en zijn weer op weg. Even flink dalen aan 50 /u , en dan weer even flink klimmen naar Longkamp. Daar vinden we zowaar een terrasje open, en het Weizenbier smaakt heerlijk bij deze zomerse temperaturen. Vanaf nu recht naar beneden, zalig! Pas als je zo naar beneden zoeft, besef je hoeveel je daarvoor geklommen hebt. We rijden langs een klein riviertje het dal in, heel heel mooi! In Traben-Tarbach is het nu al heel druk, hoe is dat hier in het zomerseizoen? Nu al veel bussen met toeristen, veel wandelaars en ook veel fietsers. De Mosel-radweg is dan ook een zeer leuke route : een heel goed, quasi verkeersvrij breed fietspad naast het water, meer heeft een fietser niet nodig. De laatste 30 km malen we snel af : wind mee en stroomafwaarts (dus lichtjes bergaf), zo zijn we snel terug op onze camperplek. De zon verschuilt zich al wel achter een dun wolkendek, het is frisjes, dus weer geen bbq. Maar het was een mooie dag en een heel mooie rit.
Totaal km : 83 gemiddelde : 17km/u Hoogtemeters : 843
In een eerdere post schreef ik dat ik dit jaar het gevoel had dat ik tochten moest plannen tussen de buien door, en sindsdien genieten we van een mooi voorjaar. En zeker dit WE wordt top : zonnig, en temperaturen boven de 20°, en dat voor einde maart! Weken geleden planden wij al een uitstap naar de Moezelvallei, het mag al eens meezitten! Zaterdagmiddag installeren we ons op een prachtige camperplaats in Minheim, en we hebben nog een mooie plaats vooraan aan de Moezel. Even de omgeving verkennen, en rond 3u vertrekken we naar de panorama-weg. En wie panorama zegt, weet dat er geklommen moet worden. We nemen deze keer de route rechtstreeks vanuit Minheim, en dat was eigenlijk niet slim, want we zijn pas 500 m ver, en moeten al klimmen, zelfs zeer sterk klimmen. Totaal niet opgewarmd lukt dat niet, na 2km krijg ik krampen en moet stoppen om even op adem te komen. Dan gaat het beter, en 6 km verder worden we beloond voor deze inspanning met een prachtig zicht over de vele kronkels die de Moezel hier maakt. Even dalen, en dan terug klimmen naar het dorpje Klausen. Er valt niet veel te beleven, we rijden wat rond en besluiten snel terug te keren. Nu is het even dalen, dan weer klimmen, ondertussen genieten van het prachtige panorama, en dan recht naar beneden richting Piesport. Langs de vele haarspeldbochten donderen we naar beneden, en ik moet even denken aan Lieve, reisgezel naar Compostella. Zij was altijd bij de eersten boven op een col, maar steeds als laatste in een afdaling (ik ben haar tegenpool : bij de laatsten boven, maar als eerste beneden). Deze afdaling zou een marteling voor haar zijn, want zelfs ik voel hier kriebels. Morgen misschien toch maar de helm opzetten? Terug op de camperplaats, rusten we nog even uit buiten in het zonnetje, maar het koelt al snel af, dus die bbq die we gepland hadden zal toch voor een volgende keer zijn. Het was een korte, maar wel een zware tocht.
Totaal km : 22. Gemiddelde : 14km/u. Hoogtemeters : 489.
De count-down naar 5 juli gaf op 26 maart 100 dagen aan. Dat kan je - net als een halfvol of een halfleeg glas - op 2 manieren interpreteren : nog 100 dagen (dus tijd zat) of nog maar 100 dagen (de tijd dringt) om ons voor te bereiden. 100 dagen klinkt in mijn oren minder dan 3 maanden, alhoewel het meer is. Komt dit omdat scholieren alom hun laatste dagen op de middelbare school vieren, of omdat miliciens vroeger op die dag een lintmeter in hun muts naaiden, waarvan ze elke dag een cm knipten? Wat het ook is, we zijn zowat halfweg in onze voorbereiding. Dus is het nuttig te vergelijken met de voorbereiding van verleden jaar, om te weten hoe ver we staan (of achter staan). Wij zijn cijfermaniaken, en houden graag lijstjes bij, en die komen nu goed van pas. Zo weten we dat we in 2013 einde maart al 10 oefenritten maakten en in totaal 717 km aflegden, dus een 72 km per rit. De home-trainer kwam goed van pas, want het was koud en nat, en we oefenden er 23 keer op. Dit jaar is het weerbeeld helemaal anders, en dat zien we in onze voorbereiding. We fietsten al 783 km verdeeld over 13 tochten, gemiddeld dus 60 km per tocht, een vertekend beeld want er waren 3 kleine tochtjes bij. De home-trainer gebruikten we enkel in januari en februari, slechts 11 keer. Want vanaf half maart was het zonnig genoeg om bijna dagelijks een ritje buiten te maken. Paul gaat al met de fiets naar het werk, en ik doe boodschappen met de fiets en legde zo al 300 km extra af. Allebei fietsen we nu ongeveer een uur per dag, en dat voelen we al zeer goed. Het is leuker dan de home-trainer, dus beter vol te houden, en de conditie vaart er wel bij. Ik denk dus dat we globaal gezien evenveel geoefend hebben dan verleden jaar. De komende weken zijn onze weekends gevuld met allerlei activiteiten, maar toch kunnen we nog zeker 3 volledige fiets-weekends organiseren. En dan gaan we wat klimmen, want de afstand zal geen probleem zijn, maar die hellingen ...
De gemiste groepstraining van vorige week hebben we ondertussen al volledig gecompenseerd door op weekdagen een kleine tocht te maken. Dankzij het heerlijke lenteweer gaat Paul sinds woensdag met de fiets naar het werk : normaal start hij daar pas mee met het ingaan van het zomeruur, maar de zon schijnt nu al zo uitnodigend dat hij de auto laat staan en per fiets gaat (toch 18 km per dag). En ik kan dan natuurlijk niet achterblijven. Ik doe enkele boodschappen per fiets, en maak steeds een omwegje zodat ik na drie dagen al 91 km extra op de teller heb staan. En dat buiten fietsen is veel aangenamer dan een uurtje binnen op de home-trainer! De weervoorspelling voor dit weekend is wel niet denderend, maar toch vertrekken we met ons buske (= onze mobilhome) richting Limburg. In Neerpelt vinden we een plaatsje aan de Passantenhaven, en we vertrekken rond 1u nog voor een mooie tocht die ons o.m. door het natuurgebied 'De Groote Heide' brengt. Het pad slingert door de heide en het dennenbos, langs de uitgestrekte velden en door enkele kleine dorpjes. Het was 45 km genieten, en we zijn droog gebleven! Zondag richting Zilvermeer van Mol. Niet rechtstreeks langs het kanaal, want niet alleen staat er een flinke wind, het is er al behoorlijk druk met hele groepen wielertoeristen die voorbij suizen. Wij verkiezen de bossen, rijden zo nu en dan wel langs een drukkere weg maar steeds op een prachtig, vaak van de weg afgescheiden fietspad. Was heel Vlaanderen maar zo fietsvriendelijk! De Limburgers zelf zijn ook vriendelijk : van ver worden we door tegenliggers begroet met een hallo of opgestoken hand, zelfs de wielertoeristen maken er tijd voor. Hier zijn het dus geen wielerterroristen. In Lommel worden we door een nieuw industriepark geloodst, er is een fietspad van wel 2 meter breed voorzien. We rijden langs het windmolenpark, en dat voelen we : de wind heeft op deze vlakte vrij spel (vandaar de windmolens natuurlijk) en blaast dik in ons nadeel. De zon breekt door, we blazen even uit op een terrasje met een hapje en een tapje, en rijden langs kanalen en dan zigzag door de bossen terug. Slalommend over het golvende bospad ervaren we zelfs een 'bikers high', de adrenaline duwt ons voort. Op het einde van de dag staan er 84km op de teller, en zowaar 200 hoogtemeters, meer dan we dachten op deze vlakke rit (met wel veel bruggen over spoorweg en kanaal). Op maandag zijn er donkere wolken en blaast de wind nog wat harder. Onze tocht brengt ons nu weer door 'De Groote Heide' en ook door 'De Malpei', een prachtig natuurgebied net over de Nederlandse grens. Heel rustig, op het achtergrondgeraas van de autostrade na. Zalig fietsen in dit Nederlandse deel, maar nergens een terrasje te vinden, zodat we onze noodvoorraad (een appel en een granny-koek) moeten aanspreken. Gelukkig namen we een extra flesje water mee. Maar ruim 80 km fietsen zonder echte rustpauze (het was te koud om lang stil te blijven zitten) en enkel het noodrantsoen laat zijn sporen na : de laatste kilometers is het zwoegen. Dat hebben we dit weekend dus wel geleerd : meer mondvoorraad meenemen, want fietsen vergt energie!
Totaal km : 210. Gemiddelde : 17.8 (op de brompton, en met de harde wind, toch wel goed)
Er wordt prachtig weer voorspeld voor dit weekend, en dat komt goed uit, want de eerste gezamenlijke oefenrit staat op het programma. Een ideale gelegenheid om de andere deelnemers te ontmoeten, de conditie te testen, en het in-groep-rijden te leren. Verleden jaar was het ijskoud en nat. De tocht werd ingekort, enkelen haakten af omdat ze uit hun vel bibberden, de rest reed aan een zeer matig tempo en beukte tegen een ongenadige wind langsheen de vaart. Niet bepaald de ideale oefentocht dus. Dit jaar is de zon dus wel van de partij, maar wij niet. Inderdaad, we brossen. Wegens andere verplichtingen : personeelsweekend, waarop we niet mogen (en vooral : niet willen) ontbreken. De zon kunnen we dus ook wel gebruiken dit weekend, en die gemiste tocht halen we zeker volgende week in. Beloofd!
Als ik het overzicht van de gereden tochten in 2013 bekijk, hadden we eind februari toch al meer kilometers in de benen. Hoog tijd dus om actie te ondernemen, we gingen meer doen, niet minder. Het weer zit eind februari mee, dus maken we er een fietsweekend van. Zaterdag slaan we twee vliegen in een klap door het supporteren voor sportieve collega's op de natuurloop in Lier te combineren met een kleine fietstocht. Slechts 25 km deze keer (gestopt bij familie) maar iets is beter dan niets. Zondag gaan we langs de knooppunten naar Zemst en Eppegem, en keren via St.Katelijne-Waver en Duffel terug huiswaarts. We kozen de juiste richting, want langs de Zenne blaast de wind ons in de rug, zodat we goed opschieten. Het is heel rustig, nauwelijks andere fietsers tegengekomen. Aan het Zennegat wordt het wel druk, en zeker bij de fietsbruggen is er veel volk op de been. Het is hier dan ook zalig fietsen en wandelen, en dankzij die prachtige bruggen zijn er vele trajecten mogelijk. En dat weten heel veel mensen ondertussen, zodat we deze weg voortaan beter op weekdagen plannen. Maandag richting Leuven, want er moet ondertussen wat geklommen worden. Eerst opboksen tegen de wind, die zit pal op kop langs de vaart en daar heb je nergens beschutting. Ik beken : ik ben even weggekropen achter de 'brede rug' van manlief onder het motto dat het niet altijd dezelfden moeten zijn die kop doen! De 'berg' van de Wijnpersstraat - 500 m steil omhoog - raken we vlot op. En dat is een goed teken, want als je weet dat sommige wielertoeristen deze als klimoefening meermaals na elkaar oprijden, besef je wel dat deze 'berg' kan tellen. Vandaag vinden wij 1 keer voldoende, we verkiezen een koffiepauze bij onze dochter. Dan op weg naar St.Joris-Winge, ook daar weer een steile helling die we goed verteren. Genieten van het prachtige landschap, het Hageland is echt mooi. In Nieuwenrode nog enkele hellingen, en die gaan zo vlot dat ik zelfs niet naar de kleinste versnellingen hoef te schakelen. Dat schakelen wordt trouwens weer een probleem : vooraan van 2 naar 1 is echt een ramp, ik moet vaak even terug naar beneden fietsen om te schakelen, want anders blijft de ketting tussen de twee tandwielen hangen. Achteraan zelfde probleem met 5 en 4, het kraakt enorm, dit werkt op mijn humeur (en de zenuwen van Paul). Mijn fiets heeft dus dringend een onderhoud nodig want zo raak ik de Vogezen niet over. Bij thuiskomst vergelijk ik gereden tijd en gemiddelde snelheid met verleden jaar, en dat is allebei iets beter. Wat we al aanvoelden, is dan zo bewezen : we waren de opgebouwde conditie van 2013 niet helemaal kwijt. En dat is een prettig gevoel.
Naast fietsers zijn wij ook fervente wandelaars. We trekken er graag voor hele dagtochten op uit, zeker in de winter. Maar onze wandelschoenen staan opnieuw werkloos in de kast, want enkel de fietsen komen aan bod. Verleden jaar begonnen we er ook al aan in januari, ondanks de vrieskou hadden we na 2 maanden toch al 7 kleine tochten (45 tot 70 km) gemaakt. Nu is het helemaal niet zo koud - de winter heeft een jaartje pauze genomen - maar we hebben wel het gevoel dat we tussen de buien door een tocht moeten plannen, zodat we nog niet veel verder staan, integendeel. Het eerste weekend van februari was een uitzondering : zondag en maandag prachtig weer, en wij waren toen net op de Veluwe. En daar is het zalig fietsen! Een prachtig verhard fietspad slingert door de bossen en de heide. Geen autoverkeer, wandelaars en ruiters hebben eigen paden zodat we elkaar niet storen. Een breed fietspad, beton, zonder putten of bulten, wat een luxe. Kilometers lang hebben we hier van genoten. Onze noorderburen hebben ondertussen ons systeem van de knooppunten overgenomen, zodat we mooie tochten kunnen uitstippelen. De markering is echter wel aan de 'zuinige' kant : heel weinig bordjes, heel kleine ook, en vaak hangen ze vlak tegen de grond of hoog op een wegwijzer (zodat er geen extra paaltje moest gezet worden). Vooral de aankondiging van het knooppunt is verwarrend : 'u nadert knooppunt 11' , maar dat ligt dan wel nog 3 km verder! Soms lijkt het alsof we op een zoektocht beland zijn. We missen meermaals een afslag, zodat we het geplande aantal kilometers ferm overschrijden. Wij kunnen van hun fietspaden veel leren, maar zij zeker van onze signalisatie. Op dag 2 trekken we dwars door de Veluwe van Nunspeet naar Hoog-Soeren. Het klimt een beetje (we gaan immers naar 'hoog') maar dat lukt best. 200 hoogtemeters, niet veel, maar het is een begin, vooral omdat ze behoorlijk steil waren. De modder op de weg is minder leuk, en zeker niet als in de namiddag een weg volledig omgeploegd is. We zijn niet met een mountainbike, maar met onze bromptons, en al vlug zijn onze wielen geblokkeerd. Dat wordt dus dragen, en na een km stappen zijn we een half uur zoet met het slijk verwijderen vooraleer we verder kunnen. Het gemiddelde van die dag noteren we liever niet, echt beschamend laag. Maar het was wel heel mooi, we hebben genoten van de rust en de zuivere lucht. Als de modderperiode voorbij is, komen we zeker nog eens terug.
Om deze tocht tot een goed einde te brengen, moet er flink geoefend worden. Er moet immers 80 tot 125 km per dag afgelegd worden, en dat is toch al wel een behoorlijke afstand. Snelheid - 18 km gemiddeld - kunnen we aan. Maar er moet ook geklommen worden, flink geklommen zelfs, want de Vogezen en de Champagne-streek zijn niet bepaald vlak te noemen. We vrezen zelfs dat de beklimmingen zwaarder zullen zijn dan verleden jaar : er zal wel geen lange klim van 25 km zoals de Ibaneta-pas bij zijn, maar wel kortere, steilere hellingen, en dat is nu niet bepaald mijn sterkste punt. (Die lange klim was dat trouwens ook niet). De combinatie afstand, snelheid en parcours maakt deze tocht zwaar, zeker omdat we die inspanning 9 dagen na elkaar, zonder rustdag, moeten volhouden. En wij zijn geen professionals, geen doorwinterde sporters, enkel amateurkes. Trainen dus, maar een echt schema volgen, waarin de conditie wordt opgebouwd volgens beproefde methodes, is niet aan ons besteed. Wegens werk, slecht weer, vele sociale verplichtingen, renovatiewerken in huis en tuin, en duizend andere excuses. We doen het dus op onze manier. Prioriteit : de uithouding verbeteren want aan die 125 km komen we nog niet. Dat betekent in eerste instantie kilometers vreten, elke trip wat meer. En pas als we probleemloos 100 km verteren, kunnen we met het klimmen beginnen. Eerst zachtjes aan, in onze omgeving zijn er enkele heuveltjes die daarvoor in aanmerking komen. Vooral rond Leuven en Aarschot en in het Heuvelland weten we mooie stukken liggen, en die nemen we in onze route op. Dankzij het systeem van de knooppunten - die man verdient een standbeeld voor zijn uitvinding! - kunnen we mooie, uitdagende tochten samenstellen. Gelukkig heb ik deze van het vorige jaar bijgehouden zodat we niet van nul moeten beginnen. Als we die hellingen ook vlot (nou ja, vlot ...) op raken, kunnen we aan het betere werk beginnen : een tochtje in de Ardennen, een trip in de Moezelstreek (vooral de hellingen om vanuit de vallei naar een dorpje te fietsen, lonen de moeite), misschien dit jaar ook het Groothertogdom aandoen. En tussendoor, regelmatig de home-trainer op. Tweemaal per week een uurtje gas geven op dit toestel, het is saai, maar het is de beste methode om in deze regenachtige wintermaanden de conditie op te bouwen. Want dat daar nog aan gewerkt moet worden, daar zijn we ons ten volle van bewust.
Velen zijn verbaasd dat net wij een groepsreis maken. We fietsen immers voornamelijk met ons tweetjes, en als je dat gewoon bent, is het niet eenvoudig fietsen in groep. Maar als je iets verder dan rond je kerktoren wil fietsen, moet je eerst een verplaatsing maken. Voor dagtochten is dat geen probleem : fietsen op het fietsrek achter de auto of de bromptons in de koffer, en weg zijn we. Voor meerdaagse tochten wordt dat snel een ander verhaal. We vertrokken al meermaals van thuis uit met pak en zak. Plezant dat wel, maar de actieradius blijft dan wel beperkt. Als je naar het buitenland wil, ben je aangewezen op het openbaar vervoer : mooi in theorie, een hel in de praktijk. Fietsen meezeulen op de trein is geen lachertje, zelfs met onze bromptons werden we al vies bekeken door mede-reizigers omdat we wat teveel plaats naar hun zin innamen. We kunnen enkele horror-verhalen vertellen over gemiste aansluitingen omdat de conducteur de bagagewagon niet op tijd opende, of fietsen wel op de trein en de bagage nog op het perron, enz...Je kan ook je auto aan het vertrekpunt laten staan, maar dat beperkt de keuze van de route - je moet terug naar het vertrekpunt fietsen - en ik ken weinig hoteleigenaars die het leuk vinden als je wagen een schaarse parkeerplaats inneemt terwijl je er niet eens overnacht. Een fiets ter plaatse huren is ook een optie, maar de kwaliteit laat vaak te wensen over, om over de juiste maat maar te zwijgen (ik ben nogal klein). Daarom dus een groepsreis met Govaka : fietsvervoer geregeld, traject uitgetekend, hotels geboekt, bevoorrading onderweg en een bezemwagen erbij. Handig als je zelf weinig tijd hebt om dat allemaal te regelen. Op weg zijn met een groep zielsgenoten, die je steunen op moeilijke momenten, die een helpende hand bieden bij materiaal en andere pech, waarmee je ervaringen uitwisselt en plezier maakt, het geeft een meerwaarde aan zo'n reis. Niets dan voordelen dus? Niet helemaal, want alle voordelen zijn tegelijkertijd nadelen. Het traject is te nemen of te laten - soms is een mooiere weg mogelijk maar niet doenbaar in groep (of met de dunne bandjes van de koersfietsen die er bij zijn). Je stopt niet waar je wilt, en dat is voor een fotograaf een echte hel (verleden jaar duizenden mooie plaatjes gemist zeurt mijn wederhelft). Vertrekken en aankomen, die uren zijn vastgelegd, niets aan te veranderen. En als je pech hebt, zitten er enkele zeurpieten in je groep waaraan je je blauw ergert. Het is dus kiezen tussen het comfort van de groep en het avontuur van alleen reizen. De groep was vorig jaar super, dus kiezen we er opnieuw voor. Want de lusten waren groter dan de lasten.
Wij rijden op gewone toerfietsen. Wij zijn immers geen wielertoeristen, maar wel gewone fietsers die graag een flinke tocht maken. Nu ja, gewone fietsers, volgens sommige vrienden zijn wij behoorlijke fanaten. Vanuit hun standpunt klopt dat dan ook : wat voor hen de maximum lengte van een rit is, is voor ons het minimum om op de fiets te stappen. Maar voor andere vrienden is ons maximum dan weer niet de moeite om buiten te komen. Wij bevinden ons dus ergens tussenin, en zijn daarom meestal met zijn tweeën op pad. Onze fietsen zijn van het merk Batavus, hebben 24 versnellingen (3x8), met normaal stuur, en geveerde vork en zadel. Dat heeft als voordeel dat het zeer aangenaam rijden is want deze vering vangt vele schokken op, wat aardig meegenomen is op onze Belgische fietspaden. En vooral bergaf is dat een enorm pluspunt, want je schudt niet door elkaar. Maar elk voordeel heeft zijn nadeel : deze fietsen wegen veel, zowat 18 kg. En dat voel je dan weer bergop! We rijden er ondertussen ook al 10 jaar mee rond, en het verschil met de nieuwe generatie fietsen is zeer groot. Deze schakelen veel soepeler, en zijn een pak lichter. Toen we in 2005 een fietstocht langs de Donau maakten, hadden we de beste fiets van de groep, verleden jaar waren wij de kneusjes van de bende. Wij hebben ook nog een Brompton-fiets, het topmodel van de vouwfietsen. Weegt slechts 11 kg, heeft 6 versnellingen die superlicht schakelen, en bolt prima (we maken er vaak tochten van 80 tot 90 km mee). Klimmen met deze fietsen gaat zeer vlotjes, je zou bijna enkel bergop willen gaan! Maar ook hier heeft het voordeel een nadeel : door de kleine wielen haal je er geen snelheid mee, voor 22 km per uur is het al hard peddelen. En naar beneden suizen aan meer dan 35 km p.u. mag je wel vergeten, want de kans dat je dat niet meer verder kan vertellen, is zeer reëel. Deze tocht maken we dus opnieuw met de Batavus. En ja, met zo'n gewone fiets geraak je ook de berg op. De Ibaneta-pas was 25 km klimmen, en dat is zwoegen op een gewone toerfiets, maar de voldoening dat je er mee boven geraakt bent, is dan ook zeer groot. En daar gaan we dit jaar opnieuw voor.
Juli2013. Samen met begeleiders Marc D.S. en Mieke B. hebben we met 18 andere fietsers en de logistieke helpers Bruno J., Jan W. en Freddy H., een prachtige trip van St-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostella gemaakt. Op de voorlaatste avond vertelt begeleider Marc D.S. over het volgende project : fietsen langs de frontlijn van WO1. 'Ik ga mee!' roept mijn Paul. WO1 fascineert ons. Niet alleen omdat deze met de nakende herdenking volop in de belangstelling staat, maar vooral omdat we op reis in mei 2012 in de Vogezen zoveel restanten van deze oorlog tegenkwamen. Soldatenkerkhoven, bunkers, overgebleven loopgraven. We beseften plots dat we eigenlijk maar zeer weinig over deze oorlog weten, en begonnen ons te documenteren. Dvd-reeks van BBC bekeken, enkele boeken gelezen. Na de ervaring van deze reis - een mooie mix met de nadruk op het fietsen maar ook tijd voor cultuur, historische weetjes, natuurpracht - is een tocht door de Vogezen en een stukje Ardennen een nieuwe uitdaging.
November2013. Marc stuurt ons per mail het nieuwe programma van de Govaka-reizen voor 2014 door. Voor recreanten++ is er inderdaad weer een mooie trip uitgestippeld. Een traject van ongeveer 850 km zal ons in 9 fietsdagen van Mulhouse via Metz, Verdun, Reims en Arras tot in Ieper brengen. Heel uitdagend voor de recreant die wij zijn : 80 tot 125 km per dag, en dat door een gebied met niet zozeer grote cols maar wel pittige beklimmingen. We twijfelen toch nog even : de voorbereiding slorpte verleden jaar bijna alle vrije tijd op, we maakten zelfs geen lange reis met onze mobilhome. En de renovatie van ons interieur werd al met een jaar uitgesteld. Maar het kriebelt ...
December2013. Op de reisbeurs van Govaka komen we bij het binnenkomen Lieve tegen : zij heeft zich al ingeschreven, en vertelt dat er nog fietsers van de Compostella-groep zullen meegaan. Prettig weerzien met Marc en Mieke, en nadat ze ons hun mooie reportage getoond hebben, zijn we verkocht : we gaan mee! Snel inschrijven voor we van gedacht veranderen, en dan een planning opmaken om de voorbereiding in te passen in alle andere activiteiten die voor 2014 al voorzien waren.
Januari2014. De bestelbon is eindelijk binnen, we zijn ingeschreven. Het trainen kan beginnen.
In juli 2013 fietsten we van St.-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela. Een dagboek bijhouden over onze grotere reizen deed ik al jaren, en als ik die nu jaren later terug lees, beleef ik die tocht opnieuw. Maar een blog - zodat anderen kunnen volgen wat je onderweg beleeft - leek me te ingewikkeld. Maar vele mensen -veel meer dan we dachten - bleken geïnteresseerd te zijn in onze tocht, onze voorbereiding en vorderingen. Vaak vertelden we hetzelfde verhaal opnieuw. En toen ik op een laatste info-bijeenkomst hoorde dat twee deelnemers wel een blog hadden opgestart, kreeg ik spijt dat ik er toch niet aan begonnen was. Zeker toen ik nadien hun verhaal las. Lea en Dirk, met korte fragmenten over hoe ze de tocht ervaren, en Willy met uitgebreide info over wat er allemaal te zien valt, allebei aangevuld met persoonlijke anekdotes. Knappe blogs, het herlezen waard. Dus nu probeer ik het wel. Niet omdat ik niet graag hetzelfde verhaal tientallen keren wil herhalen - integendeel, je krijgt zo veel input mee : tips, ervaringen van anderen, verhalen over andere reizen. Maar wel omdat het me verplicht dit verslag grondig te maken, en ik het niet kwijtspeel als ik het uitgeleend heb.
Wat ga ik vertellen?
Verwacht van mij geen knap en onderhoudend proza, geen juiste historische gegevens, geen gedetailleerde toeristische info over de plaatsen die we bezoeken. Daar zijn andere, veel betere bronnen voor. Wel weetjes over waar, wanneer, hoe en hoeveel (of hoe weinig) we trainen; over de ontmoetingen met andere deelnemers; misschien wat info over de route. Dit is enkel een verslag van onze belevenissen tijdens de voorbereiding en de tocht zelf : langs de frontlijn van WO1 fietsen van Mulhouse naar Ieper.