Dit verslag wordt geschreven in Taupo, gelegen aan Lake Taupo (jaja, echt waar) en dit meer is het grootste van Nieuw-Zeeland en is gelegen in het hartje van het noordereiland. Vorige week hebben we Christchurch gelaten voor wat het was en met een erg goedkope relocation cardeal kon de afstand Christchurch-Auckland overbrugd worden. De dagelijkse huur voor onze auto was een luttele 5 dollar (nog geen 3 euro).
Van Christchurch reden we noordwaarts naar Kaikoura. Daar poseerden een gans nest zeehonden voor onze fotocamera en 's avonds werd gratis gekampeerd aan de zee (oostkust). De volgende dag de ferry richting het noordereiland genomen, richting hoofdstad Wellington. Enkele uurtjes doorgebracht in de kleine hoofdplaats en nog enkele uurtjes doorgereden naar het noorden, richting Tongariro National Park. Daar stond de volgende dag een driedaagse trekking op het programma en dat beloofde erg de moeite te worden want dit nationale park wordt gezien als een van de betere en mooiere gebieden van Nieuw-Zeeland. Opnieuw onze rugzak volgestouwd met drank en proviand en vertrokken voor waarschijnlijk de laatste meerdaagse tocht op onze wereldreis. Een halve dag verder speelden mijn lieflijke knieen weer op maar ik had mezelf voorgenomen om er niet aan te denken en door te bijten. Met succes want de laatste dag heb ik bitter weinig pijn gehad. De drie dagen werden gekruid met heerlijke, zalige uitzichten van vulkanen, woeste landschappen en vulkanische meren. Iedereen kent natuurlijk Mordor en Mount Doom (LOTR) en die laatste vulkaan (die nog steeds actief is en waar Frodo de ring moest 'afleveren') werd door jullie helden beklauterd. Letterlijk beklauterd want een echt aangelegd pad naar de top is er natuurlijk niet te bespeuren. Opnieuw een topmoment op onze trip, zeker en vast en misschien wel de nummer 1, misschien ... Opnieuw is het wachten op foto's wegens, je kent dat, pcprobs. Helemaal afgemat het einde gehaald en doorgereden naar Lake Taupo waar we de laatste twee dagen verblijven en het wat rustiger aan doen. Totdat we deze ochtend een mountainbike gingen huren en de ketting van mijn fiets zo vriendelijk was het te begeven en de pijp aan Maarten te geven. Hoplaaa, te voet terug ....
Vanavond nog een gratis pokertornooitje bijwonen en daarna nog enkele uurtjes doorrijden in de richting van Auckland want we moeten onze Mitsubishi morgen afleveren in Auckland. De laatste dagen NZ blijven nog een raadsel, het zal waarschijnlijk eerder op het gemak worden, wat filmpjes bekijken en internetten.
Volgende week keren we terug naar de noordelijke hemisfeer en daarmee ook de winter, jaja, aan alle mooie liedjes komt een einde en dus onze laatste week echte zomer gaat hier ook in. Onze vlucht is volgende week zondag 10 februari van Auckland naar LA en 10 februari zal dan dubbel zo lang duren (nadenkertje voor de slimmerds).
al eventjes geleden dat ik iets van mij/ons liet horen maar het is druk geweest. Met druk bedoel ik: van het een naar het ander crossen met onze auto en onze dagen volstampen met activiteiten. In het vorige verslag viel er te lezen dat we twee trektochten onder handen gingen nemen. De eerste, de Keplertrack werd tot een goed einde gebracht. In een spectaculair alpien landschap werden er 60 kilometertjes in 3 dagen verorberd. Niet van de poes, als je bedenkt dat we een goede 15 kilo's met ons meetorsten. Ik hoor jullie denken: '15 kilo's, wat sleuren jullie allemaal mee?' Wel, voor de mensen die niet zo erg op de hoogte zijn van onze eetgewoonten: we zijn twee boefertjes, eten komt bij ons bijna altijd op de eerste plaats, het is zo belangrijk voor ons dat we onze rugzak volstaken met allerlei lekkers om de drie dagen door te komen. Smijt daar een tent, een slaapzak en een matje bij, roer eens goed en je komt aan 15 zware kilo's. Soit, eigen schuld, dikke bult zeker.... De track werd op het einde van de tweede dag wat verstoord door knieproblemen aan mijn adres, maar met veel zuchten en pijn verbijten werd het einde gehaald maar ik maakte me stiekem toch wat zorgen voor de volgende tocht en het verder verloop van de reis. Ik denk dat de pijn te wijten is aan de overbelasting en vermoeidheid van de benen.
De volgende track, de Routeburntrack werd door het lastige schema wat ingekort en uiteindelijk heb ik moeten plooien wegens de vrees van een ergere blessure en met het oog op onze snowboardplannen in de Sierra Nevada in Californie werd de beslissing draaglijker. Jelle vertrok dan maar in zijn eentje en ik heb gretig gebruik gemaakt om een dagje op mezelf door te brengen. Die dag werd gevuld met internetten, terrasje in de zon en een cinemaatje. Tijdens het internetten heb ik ook mijn ticket naar Spanje geboekt. Voor de mensen die me zouden willen zien na het landen in Europa (9 maart), snel zijn want 13 maart hang ik al terug in de lucht richting de Spaanse zon. Ik verblijf dan nog een drietal weken bij Ruth en keer dus 1 april definitief terug naar Belgenland. Voor de geinteresseerden: tijdens de maanden april en mei zal ik tevens in de zalige stad verblijven die luistert naar de naam Gent. Pieter (De Coninck) heeft een plaatsje vrij tijdens die periode dus ik kon geen neen zeggen.
Terug naar de orde van de dag: Nieuw-Zeeland. Nadat Jelle en mezelf weer herenigd waren gingen we nog twee dagen enkele toeristische plaatsjes bezoeken. Twee imposante gletsjers en een andere wandeling naar een derde gletsjer waren ons deel. Voor foto's is het eventjes wachten wegens technische (en dus vervelende) problemen.
Daarna ons bakkie terug in Christchurch afgeleverd om daar dan twee dagjes tot onszelf te komen, roadtrip number one bij de Kiwi's was tot een goed einde gebracht en wij beiden supercontent.
Enkele dagen geleden in Nieuw-Zeeland terechtgekomen. Allereerst enkele feiten over de Kiwi's en hun land. Er zijn maar 4 miljoen Kiwi's en 1/3 leeft in Auckland en neen, dit is niet de hoofdstad maar wel Wellington, de meest zuidelijke hoofdstad ter wereld. Nieuw-Zeeland is iets groter dan Groot-Brittannie en bestaat uit 3 eilanden: het noordereiland met steden als Auckland en Wellington, het zuidereiland met bekendere steden als Christchurch en Queenstown (toeristisch, van hieruit wordt dit verslag geschreven) en een derde, erg klein eilandje Stewart Island. Wij zijn een paar daagjes geleden geland in Christchurch, een stad ter grootte van Gent (of kleiner), een ideaal rustig begin dus. Aangekomen in de luchthaven wachtte mij een verrassing. Ruth had een pakketje opgestuurd van Salamanca naar Christchurch (verder kan het niet ;)) en dat lag op de luchthaven van Christchurch te wachten op mij. Ik moet zeggen: heerlijk en zalig om na bijna 4 maand van huis iets te ontvangen van mijn vriendin :)). Ik dus erg content en dan meteen op zoek gegaan naar een hostel en vrij vlot iets goedkoops gevonden. Dan een dagje in Christchurch rondgehost en een tent gekocht (investering hoop ik), ons maagje gevuld met fish en chips (voor een luttele 4 dollar = iets meer dan 2 euro) en een Duvel in The Belgian Beer Bar. Dan op donderdag 17 januari onze huurauto gaan ophalen (een witte mitsubishi) die we ter onze beschikking hebben voor een tiental dagen. Tijdens die tien dagen staat het volgende op het programma (oa.): zo dicht mogelijk bij Aoraki/Mt Cook (de hoogste top in Oceanie en Zuid-Oost Azie samen: 3755 m) komen (gisteren werd dit doel al bereikt, erg mooie views), Queenstown bezoeken, twee trektochten achter onze kiezen steken (tweemaal drie dagen, morgen begint het avontuur) en daarna nog een paar gletsjers van dichterbij bekijken.
Zo: dit alles wordt hopelijk tot een goed, veilig en niet te vermoeid einde gebracht, over 8-9 dagen zitten we weer eventjes in Christchurch om dan noordwaarts te vertrekken met een andere huurwagen.
Dit verslag wordt getypt in een spotgoedkoop internetcafe in Kings Cross (backpackersparadise), Sydney. Dit is tevens onze laatste stop voor we de Tasmaanse Zee overvliegen richting het zuiderlijke eiland van Nieuw-Zeeland (Christchurch), overmorgen. Hoe zijn we in Sydney geraakt? Wel, door een tekort aan dollars (het budget is jammerlijk overschreden) gingen we in Melbourne op zoek naar een goedkope deal. Die werd echter niet meteen gevonden en moesten we een autootje huren om in Sydney te geraken. Onze gele bolide bracht ons een kleine 900 km verder naar het noorden, via de Snowy Mountains, de hoofdstad Canberra (belachelijk klein en stelt niks voor) en de 'wauw' Blue Mountains. Wegens het geldgebrek sliep Jelle in de tent (die te klein is voor twee, zeker bij temperaturen die boven 40 graden Celsius stijgen) en ik sliep diagonaal in bovengenoemde wagen (en goed geslapen, zeker weten). Het probleempje van de te kleine tent heeft nog niet voor problemen gezorgd, maar in Nieuw-Zeeland zullen we kijken om een tent te huren voor onze trektochten, of misschien tikken we een goedkope (en vooral lichte) tent op de kop.
Sydney is een leuke stad, natuurlijk zijn we hier niet zo heel lang om alles van naderbij te bekijken maar het Opera House, de Harbour Bridge en de zalige botanische tuinen zijn wel pareltjes en zaken die je moet gezien hebben als je hier verblijft.
Veel meer heb ik hier niet aan toe te voegen, behalve dan dat dit het laatste verslag was van Down Under. Overmorgen vliegen we nog een uurtje verder (wat tijdszones betreft) en wordt het weer rush-rush want ons schema zit propvol, woohoo, zo hebben we het graag. We hebben zelfs al een relocation special met een campervan te pakken gekregen van Christchurch naar Auckland (goedkooooop :)) voor de laatste dagen van deze eerste maand van 2008.
Vanaf Australie onthou ik (onder andere): - Zoveel duurder dan Azie - Huuugeee - Leve de kangoeroe (lekker om te eten ook) - No worries, mate - Ik kom terug (ooit) - De heerlijk geschifte outback - De even geschifte zalige sociale Aussies - en de rest vertel ik jullie persoonlijk adhv de foto's
Liefs,
Nicolaas
Ps: vanaf nu is het ook gedaan met hete temperaturen, we keren terug naar mildere klimaten, zeker in de Alpen (de Nieuw-Zeelandse)
De afstand tussen Adelaide en Melbourne, de twee hoofdplaatsen van resp. South Australia en Victoria is een kleine 800 K's. Na een weekje in de heuvels bij Carmel op de schoot terug in Adelaide en meteen gezocht en gebrainstormd hoe we die afstand zouden overbruggen. Gezocht naar goedkope car-deals of een nieuwe relocation special maar de autogoden waren ons niet gunstig gezind want niks dat paste in ons budget. Ware het niet dat ons pad gekruist werd met een Canadees afkomstig van Calgary (Alberta) die alleen reisde doorheen Australie, die een auto had en het volledig zag zitten om samen de trip te ondernemen richting M'bourne. Vlotjes geregeld en hopla, weg waren we... Onderweg hebben we 2 van de betere attracties onder de loupe genomen. The Grampians National Park, waar we bij temperaturen van net geen 40 graden Celsius een heerlijk bezwete wandeling achter onze kiezen staken (zie foto's facebook). Het was 31 december 2007 en zonder het goed te beseffen dat het de laatste dag van het jaar was zijn we verder gereden naar een kuststadje die luisterde naar de naam Warnambool, het begin van de Great Ocean Road.
Ergens in de duinen wild gekampeerd en een erg rustige maar speciale en gezellige overgang naar 2008 meegemaakt. Nic bleek een erg leutige en makkelijke metgezel te zijn en dit werd erg geapprecieerd door ons beiden. De uitnodiging om te komen snowboarden in de toekomst in de Rockies in Canada werd aanvaard, jihaaa :) Terwijl het feestgedruis zijn ingang maakte in Europa bolden wij al op de Great Ocean Road. Het is een weg langs de Zuidelijke Oceaan met 1001 stops die stuk voor stuk verschillen maar telkens een "Oh my god" of "Wow"-gevoel in de onderbuik teweegbrachten ( zie foto's, inderdaad op het facebook). Dit stukje zuidkust bestaat uit kalksteen die door de werking van wind en water in de meest spectaculaire vormen geschapen werd. Erg moeilijk om er een hoogtepunt uit te pikken maar de Twelve Apostles bleken bij het zakken van de zon in de zee erg de moeite.
De volgende dagen werden gevuld met autorijden, babbelen over Canada en Belgie, eigen potjes koken, strandwandelingen en mooie uitzichten. Aangekomen in Melbourne zo snel mogelijk slaapplaats gezocht maar dit bleek niet zo eenvoudig aangezien het hier zomer is (inderdaad :)) en het hier dus erg druk is. Uiteindelijk wel iets gevonden in een immense hostel. Jammer genoeg zijn we net iets te vroeg in Melbourne om de Australian Open mee te maken en ene Justine Henin de trofee huiswaarts te zien nemen (als ze meedoet ten minste, ik volg het niet echt). Dus nu nog enkele dagen in M'bourne en uitzoeken hoe we in Sydney zullen geraken . We willen ten laatste op 12 januari daar zijn want op 15 januari staat de vlucht Sydney-Christchurch (op het zuiderlijke eiland van Nieuw-Zeeland) op het programma. Inderdaad, Nieuw-Zeeland komt dichterbij en dit is dan al onze voorlaatste stop :(
Tijdens het typen van deze verslagjes luister ik live naar stubru en hopelijk overleven jullie daar allemaal de terreurdreigingen want blijkbaar is het daar serieus. Jammer, dokter Lecomte is overleden hoor ik hier, het heeft niet mogen zijn... snif
Vraag me niet waar het voor staat naar het concept van WWoofing is het volgende: er wordt van je verwacht dat je een aantal uur per dag (4-6u) de klusjes opknapt op een biologische boerderij, bij een wijnboer of een veehandelaar en in de plaats wordt er je gratis slaapplaats (slaapinge voor de West-Vlamingen) en gratis maaltijden voorgeschoteld. Wij hebben dat zeven dagen volgehouden, o zo ideaal om het bij te leggen met ons budget want na terug gekeerd te hebben van de outback bleek het allesbehalve goed te gaan met onze geldbuidel. Tussen haakjes, wij reizen echt wel met een redelijk laag budget want we hebben de gewente co-reizigers te vragen met welk budget zij reizen en wij moeten het ALTIJD met minder geld stellen (1000 luttele euro's voor 6 weken Aussieland is niet bijster veel en je kan je niet veel uitschieters veroorloven, wat een immens verschil met het belachelijk goedkope Azie). Maar niet getreurd, we doen het goed en zullen niet ver van ons eindbedrag zitten. Terug naar de orde van de dag, Wwoofing... Onze gastvrouw Carmel is een vrouw van bijna zestig jaar die in een moeilijke periode zat (haar relatie was op de klippen gelopen) en daar werd "The Belgian Army" slachtoffer van. Ze noemde ons dus " The Belgian Army" omdat we alles opaten wat we voor onze neus op tafel zette. Waarschijnlijk de grootste vreetbui van gans mijn leven maar dat mag ook eens, de kilootjes vliegen er wel weer snel vanaf.
De werkuren werden uren van tuinieren, haagjes scheren, wieden en allerhande kleinere klusjes. Tof, heel erg tof om een week in het gezelschap te zijn van een rasechte Australische vrouw. Het landschap waarin haar domein gelegen is bleek erg pitoresk, het gebied ligt in het Fleurieu peninsula (schiereiland) ten zuiden van Adelaide tussen de befaamde wijngaarden van McLaren Vale en Willunga (zowel productie van rode als witte wijn die hun weg ook gevonden hebben naar de rest van de aardbol, terug in Belgie drink ik alleen maar die wijn, oh nee, excuses, dit kan ik helemaal niet betalen).
Na zeven dagen waren we opnieuw een ervaring rijker en was het tijd om terug te keren naar de stad (Adelaide) om richting Melbourne te reizen. De gretigheid om na een pauze verder te reizen stroomde terug in onze aderen...
Aanrader: weetjes over Australie: voor beginners en nieuwsgierigaards
Hopla,
Wij vertoeven nu 1 maand in Australie en na hier een paar weken rondgelopen te hebben zijn me een aantal dingen opgevallen.
Australie wordt wel eens samengevat als the rock, the road and the reef. Met The Rock wordt Ayers Rock (of Uluru: Aboriginalnaam) in het hartje van het land bedoeld, The Road is de Great Ocean Road ten westen van Melbourne en The Reef is de Great Barrier Reef, de immens uitstrekte koraalrif ten oosten van Cairns (in het noordoosten). Wij hebben het geluk (of de pech) de rock en de road gezien te hebben. De koraalrif spaar ik voor een volgend bezoek aan Down Under. Sowieso onmogelijk om dit reusachtige land in 6 week te doorkruisen. Er is nog gigantisch veel meer te zien op deze planeet dan Australie, het wordt gezien als een paradijs voor backpackers en dat IS het ook maar wij zijn content dat dit een van onze vele stops is. De meeste reizigers doen alleen Australie aan en dit zou voor ons ondenkbaar zijn. Soit, ik ben aan het afwijken... Australie is het droogste, vlakste en warmste continent ter wereld, het is ongeveer even groot als Europa met maar 20 miljoen Aussies. Je kan dus nagaan dat je hier soms in erg afgelegen gebieden terecht komt. Het binnenste van Australie wordt de outback of de bush genoemd, een vervaarlijke plaats waar het gevaar om elke figuurlijke hoek schuilt. Dit brengt me tot het volgende: Australie is het continent waar de gevaarlijkste fauna rondhost: de tien meest giftige slangen bezitten een Australisch paspoort, in de oceanen rondom (by the way: een kustlijn van 22 000 km, niet mis) dobberen dodelijke kwallen rond en als je niet oppast tijdens het surfen kan een of andere haai je wel eens als zijn hapje beschouwen. Tachtig procent van de diertjes die in Australie voorkomen komen enkel en alleen in Australie voor (ze zijn endemisch om het geleerd te zeggen). Als je niet oog in oog komt te staan met bovenstaande creatures kom je een massa kangoeroes tegen. Jammer genoeg zijn er meer dode te zien dan levende. De doodsoorzaak is meestal omver gereden door een road train (een gigantische truck met gemiddeld 4 even gigantische opleggers die de outback doorkruisen van de ene grote stad naar de andere) of door toeristen met hun campervan. Naast kangoeroes (zotte beesten) zijn emoes en koala's de meer bekendere Australiers.
Australie is het enigste land ter wereld die begon als een gevangenis. Een gevangenis voor de convicts die de UK (wordt hier the mothercountry genoemd) hiernaartoe verscheepte. Australiers zijn in feite allemaal misdadigers :). De oorspronkelijke bevolking zijn nog altijd de Aboriginals, die hier soms bekend staan als "alcohol in het park-drinkers" en daarmee veel in contact komen met de politie. De relatie tussen Abo's en Australiers blijkt niet altijd van een leien dakje te lopen. Naast Aboriginals, die we vooral in Alice Springs in grote getale zien rondhangen hebben, loopt het hier vol Duitsers, toeristen, het is echt niet te schatten hoeveel Germans dit land in zijn greep heeft. Aziaten blijken ook hun weg naar Australie gevonden te hebben. Iedere grotere stad heeft dan ook een Chinatown, dit zorgt voor goedkope dinners natuurlijk ;). Maar het merendeel zijn nog altijd Aussies: een grappig gestoord volkje en waarschijnlijk het vriendelijkste ras die ik ooit heb ontmoet: open minded als geen ander, babbelaars, verward, fun verzekerd. Die grappenmakers, die soms sneller spreken dat het licht en waarbij de woorden mate, how ya goin' en no worries meestal in dezelfde zin voorkomen, zijn meesters in het plaatsen van grappige en veel te veel verkeersborden: Poetische versen als " Drowsy drivers die", "Please arrive alive" en " Fatigue is fatal" zijn een streling voor het oog. Het bewijs voor hun dichterlijke vrijheid is ook terug te vinden in de staten. Australie is opgedeeld in een aantal staten waarvan wij The Festival State (South Australia), de Outback (Northern Territory), The Place To Be (Victoria) en New South Wales van dichterbij bekijken.
Neen, niet Melbourne of Sydney is de hoofdstad van Australie maar wel Canberra liep met de eer weg, eerder omdat er een meningsverschil was tussen Melbourne en Sydney, dus kozen ze maar de kleine stad die tussen de twee metropolen gelegen is.
Zo, dit zijn een aantal van de talloze eigenschappen van Down Under en zijn jullie hersenspinsels, zenuwen en zintuigen voldoende geprikkeld om een ticketje te boeken naar de zuidelijke hemisfeer. Ik kan nog uren doorgaan maar dit zou een spijtige zaak zijn voor jullie kostbare tijd.
Dikke zoen van een licht bezwete Nicolaas, inderdaad het kwik stijgt hier nog steeds vlotjes boven de 35 graden Celsius...
Alles dik in orde hier. Terug van onze roadtrip in de bush. Het doel was het volgende: een auto (Jeep) terugrijden van Alice Springs naar Adelaide, in vier dagen tijd. De afstand is 1600 km, op zich makkelijk te doen denk je dan, maar hier geen E40 of E17, welgeteld 1 baan die het gigantische Australische eiland doormidden klieft. Op onze planning stonden een aantal bezienwaardigheden op het programma: Kings Canyon, The Olgas en de befaamde steen in het midden van de woestijn, Ayers Rock dus, het symbool van Australie. Van die drie opdrachten bleek vooral Kings Canyon een voltreffer. 's Ochtends vroeg uit de veren om een wandeling te maken voor de ondraaglijke hitte ons van ons stokje liet vallen. De trip werd gekleurd door spectaculaire vergezichten en het fototoestel draaide op volle toeren (foto's verschijnen later op facebook). Ons schema zat propvol dus veel tijd over hadden we niet. Doorgereden naar Yulara en Uluru, een kleine 300 km verder... Ayers Rock blijkt gewoon een enorme rots te zijn in de woestijn dus zoooooo speciaal is dat niet, wel de moeite om gezien te hebben maar ook niet meer dan dat. We waren meer onder de indruk van de koepelvormige bergen ietsje verderop, de Olgas genoemd. We zouden geen versgeperste geografen zijn als we jullie niet lieten weten (vooral co-geografen en medeleden van Rogolle-clan Christophe, Lennert, Ruben en Sander) dat de Olgas massaal grote conglomeraten zijn en Ayers Rock uit "gewone" en ordinaire zandsteen bestaat.
Slapen deden we amper, daar was de tijd te krap voor. De eerste nacht onder een sterrenhemel geslapen, alhoewel.... Het ene moment werd ik wakker met een wolkenpakket die de hemel afdekte, het volgende was er geen wolkje te bespeuren en waren de sterren onmogelijk te tellen, fantastisch gewoon. Zeker een heerlijk nachtje nadat we onszelf verwenden met een vers klaargemaakte spaghetti (bijna drie maand geleden want de 2 fake Aziatische spaghetti's tellen niet mee), een topmoment... De volgende twee nachten in onze tent op het dak van de jeep geslapen, zeer makkelijk en handig open te plooien en op te bergen, behalve de laatste nacht, toen we vermoeid in onze tent wouden kruipen maar de ladder (om in onze tent te komen op het dak) zoek was... We hebben er dan maar een leugentje om bestwil uitgetoverd toen we de jeep afleverden in Adelaide (ladder? welke ladder?).
Na meer dan een week outback leuk om weer onder de mensen te komen, het is een erg speciale plaats, onbewoond tot en met, droog, warm, enorme afstanden, kortom, de meest afgelegen plek ooit gezien door mijn zonnebril.
Ik laat het hierbij, het gratis uurtje internet zit er quasi op, ik probeer zo snel mogelijk verse foto's op mijn facebook te droppen om jullie mee te doen genieten.
Een paar dagen geleden aangekomen in Australie, laten we het maar Aussie noemen, of Oz. We zijn geland in Adelaide (in South-Australie). Eerste indrukken van deze middelmatige grote stad zijn rustig, chill en vrij gezellig, toffe stad om in rond te lopen. Het voelt vreemd aan om in een land toe te komen die lijkt op Europa (na twee maand in Zuid-Oost Azie rondgehost te hebben), het voelt totaal niet aan als de andere kant van de aardbol. Maar de volgende dagen zullen we dit wel merken want morgen reizen we naar het noorden, naar het centrum van Aussie, naar de echte outback, Alice Springs. We rijden mee met een kerel en moeten daardoor enkel de fuel bekostigen, ideaal dus. Volgende week keren we dan terug met onze campervan die we voor een spotprijsje bemachtigd hebben. 5 Austr. Dollar (3,5 euro ongeveer) per dag voor de huur en we krijgen 100 AD om een deel van onze fuel te betalen. Hoe komt het nu dat het zo goekoop is? Wel, we zijn hier het 'slachtoffer' van een relocation special, dit houdt in dat we gewoon een campervan moeten terugrijden van de ene plaats naar de andere, in ons geval van Alice Springs naar Adelaide in vier dagen tijd. We vertrekken dus volgende week in Alice Springs en rijden via Ayers Rock en Kings Canyon (heerlijke foto's volgen hopelijk) terug naar Adelaide. Eenmaal terug in Adelaide zullen we opnieuw proberen zulke deals los te weken want voor ons is dat ideaal. Deals in de richting van Melbourne en Sydney.
Zo, ik laat het hier voorlopig bij want het gratis internet zal het hier over vijf minuten begeven.
Morgen laten we het Aziatische vasteland achter ons na van Bangkok naar Singapore getrokken te hebben en twee geniale eilandjes van de Indonesische archipel te hebben bezocht. De laatste bijdrage door mijn hand, hier op deze blog, is al van een tijdje geleden, mijn welgemeende excuses voor de mensen die eisen iets van Maleisie te lezen. Ik ga gewoon door met Indonesie. Een grote twee weken Indonesie werden voor onze voeten geworpen. Zaterdagnacht 17 november geland op Bali (even groot als 2 Belgische provincies met een erg dichte bevolking: 3 miljoen waarvan 90 procent hindoes). Bali, naar het schijnt 1 van 's werelds mooiste plaatsjes. Zondagochtend opgestaan, we verblijven in Kuta, het mekka voor de surfliefhebbers. En sinds kort zijn wij twee dat ook geworden :) Na onze eerste pasjes gezet te hebben op de Perhentian Islands in Maleisie zijn we supergretig om beter te doen in dit surfers paradise. We huren surfboards voor twee dagen en maandagavond blijkt het nog steeds erg moeilijk en vooral lastig te zijn, maar bij het zakken van de zon in de zee (letterlijk en gigantisch zalig), toch een paar geslaagde momenten meegemaakt op een golf. Euforie was mijn deel, overgelukkig om het slagen tot rechtstaan en het blijven rechtstaan op een surfboard. Dinsdagochtend vertrokken, weg uit het toeristische Kuta Beach, op naar het binnenland van Bali, naar Ubud en daar genoten van de prima vergezichten met rijstvelden als hoofdrolspeler. Een paar dagen later via het bergachtige Munduk en ongeveer 43 bemoritten later (bemo is een omgebouwde Mitsubishi tot minibus, het openbaar vervoer met andere woorden) aan de noordkust van Bali terechtgekomen in Lovina. De Holy Lonely Planet (nog steeds onze bijbel) omschrijft deze locatie als een plaats om lekker niks te doen. Maar aangezien dit niet in ons woordenboek terug te vinden is op dolfijnenspottingtoer geweest (honderd dolfijnen zien jumpen in de Javazee,om 6u in de ochtend, met als ooggetuige de omkomende zon). Dezelfde dag een mountainbike gehuurd om een tiental kilometer verder watervallen zonder water te bezichtigen, een boedhistische tempel en hot springs te aanschouwen waar er een duik op het programma stond. Heerlijk om terug te fietsen, in Belgie (lees: Gent) is dat 1 van mijn favoriete bezigheden.
Beseffende dat er ons maar 1 week meer rest moeten we haast maken want we willen nog het eiland ten oosten van Bali, Lombok genaamd, een bezoekje brengen. In 1 dag en inderdaad, een handvol bemoritten later (dit is immers de goedkoopste manier, we zijn nog steeds low-budgetreizigers) van noordkust naar oostkust gesjeesd (Bali). Vanuit Padangbai de volgende dag naar Lombok (moslimparadijs, bijna even groot als het hindoeistische Bali) gevaren met de vijf uur durende ferry. Bij het kopen van ons ferryticket een driedaagse trekking geboekt met als hoofddoel het bereiken van de top van de gevreesde en nog steeds actieve vulkaan Gunung Rinjani op Lombok. Hiking zeg maar en na dit al tweemaal ervaren te hebben in Thailand en Maleisie (steeds in de jungle en megaheerlijk) zijn we enorm nieuwsgierig en opgewonden en kijken we uit naar de volgende 3 dagen want de trekking beslaat drie dagen wandelen. Het doel is het beklimmen, beklauteren van de 3de grootste vulkaan van Indonesie, de Gunung Rinjani dus. De volgende ochtend om 5u30 opgestaan en toch een beetje met een bang hartje vertrokken in het gezelschap van een gids, twee dragers (tent, slaapzak, matje en eten voor drie dagen voor acht man, RESPECT), een Hollands koppel (een hilarisch duo) en 2 Duitsers. Het belooft zwaar te worden. De eerste dag 2000 meter klimmen, de tweede dag 500 meter dalen, in het kratermeer van de vulkaan springen en daarna zweten in de plaatselijke hot springs, om daarna weer 600 meter te stijgen. Dan de laatste dag om 2u in de nacht uit de veren om nog 1000 m te klimmen om tegen zonsopgang vanop het hoogste punt in de omtrek van honderden kilometer de zon van achter de horizon te zien opkomen. Dat is het plan. Jelle en mezelf voelden zich beiden in topvorm en die vorm werd soms wel geprikkeld door het slaapgebrek in de tent. Het slaapgebrek werd gecreerd door de verschrikkelijk koude wind. Om 5u10 op de top aangekomen na de laatste 300 meter meer achteruit dan vooruit gelopen te hebben (steiltegraad was navenant). We waren 15 minuten te vroeg om de zon te zien opkomen. Euforie bij ons allebei, we waren boven, woohooo. De euforie werd wel wat getemperd door de toch o zo ijskoude wind op 3726 meter hoogte (in twee maand tijd nooit koud gehad, nu afgezien). Maar wat een zicht, 3 dagen wandelen, 3000 meter klimmen door de verschillende lagen wolken om af en toe en geheel onverwacht een adembenemende glimp op te vangen van het gebergte. Zonder meer was deze tocht het hoogtepunt van onze trip tot nu toe. De sfeer was ideaal, het eten lekker, wel altijd rijst en noodles, maar ook daaraan komt een einde want morgen word Azie verlaten voor de droogste landmassa ter wereld die luistert naar de naam Australie.
We vliegen eerst terug naar Singapore en dinsdagnacht vliegen we door naar Adelaide (in South-Australia). Iets meer dan vijf weken zullen we Down Under verblijven. BYE BYE goedkope landen, overheerlijk eten, Aziatische tongval en bye bye afzetters (dit zullen we niet missen), het was een waar genoegen om achtereenvolgens de pad-thai in Thailand, de Milo in Maleisie en de overheerlijke pineapple pancakes in Indonesie te verorberen. Maar we moeten verder... terug naar het "westen".
Tot later, het gemis aan jullie allemaal bereikt nog steeds het kookpunt maw laat allemaal maar eens iets weten hoe het jullie vergaat in het winterse (hihihihihi) Vlaanderen (want misschien zijn we al onafhankelijk, geen idee hoe het daar nu zit in feite)
dikke zoen van Nicolaas Saputra (blijkbaar een Indonesische moviestar, een knapperd naar het schijnt, logisch ... :)
Normaal, als alles goed meevalt, steken we overmorgen de Thais-Maleisische grens over, hiermee laten we de afzetters achter ons, het heerlijke Thaise eten (Pad Thai, Green superspicy curry of fried rice chicken, shit shit, hoe overleven we dat?), de agressieve honden, hopelijk de moessonbuien, de overtoeristische bussen en vooral boten volgepropt met westerse mensjes. Wat we van Maleisie mogen verwachten is voor ons beiden een raadsel, naar het schijnt is het er duurder (why?) en zijn de lokalen er niet zo opdringerig: Jelle en mezelf hebben het hier wel gezien wat die kerels hier in Thailand uit hun hoed toveren om je mee te krijgen in taxi, cafe of resto...
De reis van het noorden naar het uiterste zuiden zal ongeveer twee weken in beslag genomen hebben, via Ayuthaya, Kanchanaburi, Surat Thani en Krabi in de slurf van Thailand terechtgekomen. Onze dagen werden rijkelijk gevuld met superzalige watervallen bezichtigen, eten, drinken, in coole bussen zitten, een nachtje sporen in derde klas, drie dagen regen op de eilanden aan de oostkust: daar een geniale avond meegemaakt met twee Amerikanen (NY), de ene was strontzat en toen ik in de zee sprong, kwam hij mij ook achterna maar het wat gevaarlijk om hem alleen in het water te laten. Tenslotte gistern naar Ko Phi Phi (eiland aan de westkust) geweest waar we beiden zot van waren. Onze overnachtingsplaats was er 1 om duimen en vingers bij af te likken. Vanmorgen werden we gewekt door de aapjes die rond onze hut rondhuppelden, megazalig. Foto's volgen nog want ik heb nu geen usb bij de hand.
Wat mis ik vooral: euhm, niks in feite, mss een goed feestje, een warme douche (nog niet van kunnen genieten), wat droogte, niet dat het godganse dagen regent maar de vochtigheidsgraad ligt hier nog hoger dan dat Racing Rogolle goals maakt, massa's dus en een goeie bickyburger.
Wie mis ik vooral: mijn vriendinnetje Ruth (ik zie je nog steeds graag) en de rest ook in feite een beetje :)
Voor het moment huizen we in Chiang Mai, de 'grootstad' van het noorden, ik schat een stad als Gent, qua grootte dan. Chiang Mai ligt aan de voet van de hoogste berg van Thailand, de Doi Inthanon (2590 m), op zo'n 700 km ten noorden van Bangkok gelegen. Het noorden van Thailand en dan vooral het noordwesten wordt gekenmerkt door een bergachtig klimaat en het oosten van dit landje door vlakkere gebieden (rijstvelden, rijstvelden en nog es, idd rijstvelden, het verlangen om es te westers menuutje binnen te spelen begint zich te gevoelen). Vanuit Chiang Mai vertrekken we morgenochtend voor een driedaagse trektocht (verslag volgt), redelijk te betalen (3000 baht: 60 euro) aangezien we op ons budget blijven. Er zijn van die dagen dat we denken: 'Vandaag gaan we nie zot doen, vandaag doen we goedkoop', maar meestal blijkt dit toch moeilijk.
De reis naar het noorden was een optelling van treinritten (eerste treinrit van zes uur afgeript geweest) en vooral busritten. Het openbaar vervoer wordt hier geregeld door prive-bedrijven en dus blijkt de ene maatschappij kostelijker dan de andere, maar we leren eruit. Via Phitsanulok (waar ik vorig bericht plaatste), Sukhotai en Tak (waar we een nationaal park aangedaan hebben) zijn we er wel geraakt. Sukhotai staat bekend als de eerste hoofdstad van Thailand (500 jaar geleden) en blijkt een toeristische trekpleister te zijn. In Sukhotai verbleven in een sjieker resortje (eigenaar West-Vlaming): 'Zie gunder von West-Vloandern?' Gisteren een heerlijke avond doorgebracht met een paar parkrangers in dit eerder genoemde park in Tak (ten westen van Sukhotai), vooral gebarentaalgewijs dan. Thai zijn erg gastvrije mensen en dat was iets dat ik soms verkeerd opvatte wegens hun sterk aanklampen en bedelen (om in hun taxi te kruipen, hotel, guest house, enz.)
Soit, volgende keer wat meer, wrsl over de trektocht in de jungle (met vijf andere toeristen, hopelijk coole mensjes). Daarna is het de bedoeling naar het zuiden (eilandjes met palmbomen, goudgele stranden en immer goedkope cocktails?) te trekken, richting Maleisie en Singapore (alwaar ons volgend vliegreisje geboekt staat, richting Bali). Maar first things first, morgen een hopelijk avontuurlijk tripje.
Adios, wees gerust, ik denk ook aan jullie,
zoen, Nicolaas ( volgende keer foto's)
Laat gerust es weten hoe het er in het belgenlandje eraan toegaat, hebben we een nieuwe regering? Speelt de racing kampioen zonder hun twee onbetwistbare titularissen? en hoe gaat het in de overpoort? Hoe gaat het met spruiten Jarno en petekind Milo?
De eerste keer dat ik aan een pc in Thailand (in internetcafe met gamende pubers) geraak dus maak ik snel even van de mogelijkheid gebruik om hier iets te posten. We stellen het hier heel goed, vanmorgen hebben we het drukke Bangkok verlaten voor het noorden van Thailand (treinreis van 6 uur). Op dit moment zitten we in Phitsanulok, een stadje waar niet zo heel veel te beleven valt. Het is hier superwarm, tussen de 30 en 35 graadjes denk ik. Bangkok (hoofdstad Thailand: 6 miljoen inwoners) is vooral op toeristen afgesteld, overal hoor je: mister, good for you, cheap cheap, very nice. Na een tijdje wordt dit wat vervelend, ook om constant no, thank you te zeggen. In Bangkok tempels bezocht ( Boeddha's gezien voor 10 jaar en waarschijnlijk volgen er nog), sjieke boottocht gedaan en veel rondgetsjoold. Het fenomeen 'de westerse man (meestal Britten) met het jonge, Thaise meisje' bestaat echt, grappig. Ook lopen er overal groepjes toeristen rond, wederom Britten, om hier te komen drinken, dat is toch de indruk die ik ervan krijg. Het verkeer in Bangkok is de hel, zotjes met de auto en iets wat ik niet wist: ze rijden hier links. Een straat oversteken kan wel es een kwartiertje duren. Wat het dineren en lunchen (gelukkig zijn we beiden verzot op rijst, hoelang zal dit nog duren?) betreft is het niet slecht, al eten die Aziaten alles natuurlijk, ik heb nog geen maagproblemen gehad maar ik verwacht ze nog. Met ons budget gaat alles ook nog goed, het helpt natuurlijk als je kan overnachten voor 250 baht (ongeveer 5 euro) (met ons twee) en je kan eten met twee voor 4 a 5 euro. Een minpunt, de overheid heft hier taxen op het drinken van alcohol en aangezien het hemelse brouwsel bier genaamd daartoe behoord is het bijna 2 euro voor een pintje, smerig. Jelle heeft daar geen last van want hij drinkt nauwelijks bier. Straks slapen we zelf voor 150 baht, in hotel Londen (bij een tof peetje) :). Het is sowieso de bedoeling het overgrote deel van ons rijkelijk gevulde spaarkas over te houden voor de iets prijzigere landen.
Morgen reizen we terug door naar Sukothai (naar het schijnt 'schone') en dan waarschijnlijk nog wat noordelijker naar Chiang Mai (helemaal in het noorden van Thailand).
Foto's volgen later nog, ik ga meteen nog es proberen er wat toe te voegen.
Morgen is de langverwachte dag er: woensdag 3 oktober!!! Wel nog een ganse rompslomp om in London Heathrow te geraken, maw. onze reis naar Bangkok zal iets meer dan 30 uur in beslag nemen, niceee! Eerst nemen we de boot Calais-Dover, om vervolgens een paar uurtjes te sporen richting de hoofdplaats van het Verenigd Koninkrijk. De stress begint toe te nemen, maar neemt geen flipbare proporties aan (net niet!). Alles eens in rugzak gepropt en eens door de living mee getsjoold alsof ik me al in de bergen waande. Soit, ik pak verder in. De volgende mail zal er ééntje zijn verstuurd van een x-aantal tijdszones verder.
tot later en wens ons een behouden vlucht (11uur en 20 minuten), voor de nieuwsgierigen: rond de klok van 15u35 donderdag 4 oktober zullen de wielen van ons vliegtuig de Thaise bodem raken, liefst toch!!
Zoals de meeste van jullie al weten, vertrekken Jelle en mezelf binnen een kleine drie weken op wereldreis voor een periode van 5 maanden! Hoe kwamen we nu op het idee om zoiets te ondernemen. Wel, meer dan een jaar geleden zei ik tegen Jelle om na onze studies op wereldreis te vertrekken voor x-aantal maanden. Ik zei het eerder om te lachen dan serieus, maar een maand later werd die droom dan toch werkelijkheid Om jullie een beetje mee te laten genieten zullen jullie op deze blog af en toe het één en ander kunnen lezen.
Het schema van de verschillende vluchten (zeven in totaal) ziet er als volgt uit:
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.