They say it changes when the sun goes down around here
Al snel werd het appartement onze thuis. Samenwonen ging
uitstekend en je kon ons al snel een goed team noemen, een geoliede machine.
Koken, wassen, kuisen, het ging allemaal zeer vlot. We trokken dan al snel
bijna altijd met zn vieren op en sloten ons in groep aan bij anderen. De
voertaal was Engels, met af en toe een Spaans woord waar Mats en ik trots op
waren die te kennen. Irene en Christine studeren beiden Spaans, ze kunnen dus
al vlotjes aan het ratelen slaan. Mats en ik trokken onze conclusies en
schreven ons in voor 2 weken intensieve Spaans cursus. En intensief was het. 3
uur les per dag, huiswerk en de combinatie met universiteit en feesten. Mijn
talenknobbel deed al snel pijn. Niet alleen de Belgen doen hun best trouwens,
Christine maakte er een hobby van wat Nederlandse woorden te leren. Het is
zalig haar sjlapwel of choetenagt te horen zeggen.
De Universiteit was voor mij ondertussen licht begonnen. Ik had nog geen flauw
idee waar mijn thesis over ging gaan, of welke vakken ik precies moest volgen,
maar de plicht zei mij toch minstens een les te volgen. Ik was ondertussen ook
bezig professors te ontmoeten om een thesisonderwerp vast te krijgen. Dit bleek
nog niet zo gemakkelijk te zijn omdat de meeste nogal laks bleken te zijn in
communicatie. Mails duren 4 to 5 dagen minimum en ze vermelden meestal maar
half de informatie die je nodig hebt. Al snel merk je dat je went aan die
manier van leven en de strakke en stressvolle Belgische manier van leven je
langzaam ontglipt.
Een echte Spaanse stad herken je aan de voetbalgekte. Wie
anders plant zijn stad vol voetbalvelden (soms verlicht) en minstens 1
flatscreen in elk café? Het stadion Mestalla is net aan het appartement van
Sofie, Nele, Ben en Jonas. Het is in vergelijking met een Belgisch stadion
gigantisch en is neergepoot aan Blasco Ibañez, midden tussen de
appartementsblokken. Van scheiding tussen uit en thuissupporters is geen
sprake, ik veronderstel dat ze minder problemen hebben dan ons. Jonas en ik
keken naar de match tegen Villaloid op een scherm net buiten het stadion. We
wachten met kaarten kopen tot een bepaalde boerengemeente op bezoek kwam. Toen
ik na de match huiswaarts keerde, kwam ik in de massa supporters terecht. Het
leek op een regelrecht volksverhuizing.
Ook wij lieten het voetbal niet links liggen. Met Mats, Jonas, Ben en een
aantal kennissen van de Spaanse les starten we de gewoonte om af en toe op een
van de pleintjes te gaan spelen. Van zodra de Argentijnen, die ik eerder al in
de Hostel ontmoet had, en een Portugees kwamen meespelen werd het niveau
serieus opgeschroefd. Ideaal, want we moeten het uitgaansleven toch met iets
compenseren.
Zaterdag was een dag op naar uit te kijken. MTV
organiseerde een gratis concert met Arctic Monkeys naast het wetenschapsmuseum
in Ciutat de les Arts i les Ciències. Het ligt een beetje in de rand van het
stad samen met een aantal gigantische architecturale gebouwen en bruggen. Naast
het museum is er ook nog een Aquarium en een soort 3D cinema. Binnen ben ik nog
niet geweest, want het is aan de dure kant, dus ik wacht tot het de moeite is. De
gebouwen zijn echt wonderbaarlijk prachtig. Het zijn allemaal creaties van de
beroemde architect Santiago Calatrava en
zijn hypermodern. Het concert vond plaats tussen 2 van deze gebouwen en was
echt schitterend als locatie.
Ik vertrok met de kotgenoten en Andrea. De weg naar het concert leek op een botellon
op verplaatsing, overal liepen groepjes studenten, voorzien van een zak met een
fles drank richting het museum. Het maakte mij ook wel dorstig en vond het
jammer dat ik mij ook niet van een versnapering had voorzien. Onderweg kwamen
we Kutay tegen die met zijn goede vrienden Ismael (Turk) en Emily (Amerikaanse)
al vrij beschonken rondliepen. Ze waren beginnen drinken na het ontbijt en
zagen niet de nood voor een pauze. Erasmus in Valencia is echt slecht voor de
lever. Bij het binnengaan pakte de politie Mats zijn geliefde fles Sangria af,
in Spanje is het namelijk illegaal om met alcohol rond te lopen op straat.
Het zicht bij het binnengaan was prachtig, maar aangezien fotos meer zeggen
dan woorden, zie hieronder. We sloten al direct aan bij Fleur en Emmely, 2
West-Vlaamse meisjes die ik via Nele en Sofie leerde kennen. Later kwam ook Tom
erbij, een Nederlander. Hij studeert biochemie of bio-ingenieur in Gent en was
wild van Belgische bieren. Toen hij samen met Irene naar de winkel ging, kon ze
echt niet vatten hoe iemand zo enthousiast kon worden van bier kopen. Ik wel,
een man naar mijn hart die Tom.
We vonden de eerste bands maar niets, dus wachtten we in de koude op de
hoofdact. Op een idee te geven van de temperatuur, het was toen 10 graden,
zowat 12 tot 15 meer als in België. Amerikanen die 25 graden gewoon zijn kunnen
dus een serieuze zaag spannen.
Toen de Arctic Monkeys bijna gingen opkomen werd de drukte bijna ondraaglijk.
Iedereen stond op elkaar geduwd en aangezien iedereen voortdurend naar voor of
naar achter wou gaan was het eerder als een stroom. Als je niet oplette dreef
je meters weg van de rest.
Goede vriend Alex probeerde het met een Buenos dias en het concert startte.
Ondanks het exact dezelfde set was die ik eerder nog in de Lotto Arena had
gezien, bleef het toch schitterend. Het publiek zong en sprong mee, de sfeer
zat erin.