6 aug. 17 Rifugio Chabod
Ons laatste doel: de weg naar Rifugio Chabod exploreren. Met of zonder doorsteek naar Rifugio Vittorio Emanuele II.
Dus vroeg vertrokken: om 8.30u al weg van de camping want we moesten eerst de weg naar Previou afleggen; die kenden we al en dus waren we iets na 9u al aan de start van de klim.
Een super mooi pad (zie foto), zig- zaggend door het bos omhoog. Dat mensen zich zoveel moeite getroost hebben om dat aan te leggen! Nu zagen we pas hoe de constructie in mekaar zit: eerst stenen plat de berg op en dan honderden stenen op hun kant daarop!!! De grond ertussen houdt de boel aan mekaar en je hebt als wandelaar dus goed grip op de helling
En dat was niet voor 1 of 2 bochtjes, maar misschien wel 20 bochten lang zo gemaakt! Dankjewel aan diegenen die aan deze weg timmerden!
Op ongeveer 2200 m kwamen we aan een huis en daar zagen we dat de alternatieve afdaling (via 5A) daar zou aankomen maar bergop volgden wij gewoon de autostrade verder.
Niet dat het vanzelf ging want het steeg serieus maar het liep wel heel goed. Dus adem aan de passen of beter gezegd: passen aan de adem aanpassen (1 stap inademen, 2 stappen uitademen) en dan kan je blijven gaan. Als het steiler wordt moet het 1 stap in- en 1 stap uitademen, maar dat komt niet zo vaak voor.
Rond 11u zagen we de Rifugio boven ons; we aten op een windvrij plekje en besloten alvast tot aan de Rifugio te gaan alvorens definitief te beslissen of we al dan niet langs Vittorio Emanuele zouden afdalen.
Het weer was grijs, een beetje wisselvallig; soms een flauw straaltje zon, maar dan weer dreigende wolken; niet meteen regen of onweer op komst, maar ook niet de zonnigheid die we tot hiertoe gekend hadden;
We hadden mensen van onze leeftijd ontmoet, net voor de splitsing, en die beweerden dat ze er 3 uur over gestapt hadden vanaf Vittorio Emanuele. Dat ontnam ons op een dag als deze een beetje de moed (op de plaatjes staat 1u 50 vanaf Chabod en meestal lopen wij ook op de aangegeven tijd de afstanden, maar we lieten ons toch wat beïnvloeden door die mensen en door het weer).
We dronken lekkere cappuccino en genoten van het uitzicht op de Gran Paradiso, die wel héél dichtbij leek (maar wij zaten nog maar op 2730 m en die berg is over de 4000m hoog!). De alpinisten kwamen ondertussen naar beneden: om 4.30u vertrokken, over een pad recht voor ons (en ook recht omhoog!) en dan over de gletsjer, de col en zo naar de top een zware tocht, en blijkbaar alleen in cordé te doen is want de gletsjer zit vol crevassen!
Door de verrekijker zagen we nog 2 cordés lopen op het ijs bangelijk! Het fascineert ons maar we willen het absoluut niet zelf doen.
Wij kozen voor de alternatieve afdaling en dat was een héél goede keuze voor onze laatste tocht.
We hadden al zoveel gezien maar op die weg liepen we in robuuste wildernis die de afdaling een spectaculair tintje gaf. We keken onze ogen uit: massale blokken lagen kris kras door mekaar en hier en daar groeide daar dan toch nog een boom op
We konden 1 keer over het water via een brug, maar de 2e keer moesten we gewoon door de rivier; in de lente moet dat niet evident zijn.
Op een moment zaten we onder een immense blok, in een kloof wauw!
In Montandayne (zo stond het op de gps; een plek midden in de wildernis) zagen we een verlaten boerderij, helemaal in de berg gebouwd: een centraal gelegen huis met links en rechts stalling of woningen? Verlaten in elk geval, maar nog heel fascinerend. Waarom zijn de mensen weg gegaan? Wie heeft daar gewoond? Hebben ze daar Fontina kaas gemaakt? We weten het niet en konden het niemand vragen. Misschien weten de mensen van de camping iets over dit bouwsel? We proberen het nog te weten te komen.
We dankten de kosmos en mekaar voor de bijzondere ervaringen die we hier in de bergen hadden. Altijd weer doen de bergen iets met ons; we komen in een sereniteit, een meditatieve attitude en dat doet zon deugd. Dan wordt alles zo relatief. Pijntjes, wrevels, bekommernissen, het valt allemaal in het niet in dit decor waar de natuur baas is en beslist over leven en dood. De mens kan hier heel veel maar uiteindelijk is het de natuur die het laatste woord heeft.
We tellen nu al af naar het moment om weer tussen die reuzen te mogen lopen (in januari in Au, bij leven en welzijn natuurlijk). Maar we koesteren de mooie ervaringen van deze reis, die van het begin tot nu toe gezegend was. Het weer was nooit spelbreker, onze auto deed het prima deze keer, wij mankeerden niks zodat we altijd konden wandelen, we ontmoetten bijzondere mensen en sloten vriendschappen een meer dan geslaagde reis!