Daar zit ik dan weer.
Dit keer niet vanaf mijn stoffige stoffen bank. Dit maal zit ik op mijn draaistoel ernaast.
Met uitzicht op mijn gehavende muur. De muur waar ik inmiddels van ben gaan houden.
Het besef is gekomen dat ik in dit huis mijzelf mag zijn. Zonder dat iemand mij anders gaat bekijken.
Het is nu volkomen sereen in huis. Enkel hoor ik ergens in de verte een hond blaffen en een auto rijden.
Als ik mij afscherm voor deze geluiden is het stil.
Het voelt aan als rustig vaarwater. En wat kan ik daar van genieten.
Wanneer je twee oogleden naar beneden laat glijden. Rustig achterover zakt en alleen je eigen ademhaling hoort.
Wat wil een mens nog meer. Wat heb je eigenlijk nog meer nodig?
Ik kan wel antwoord geven op die vraag. Wat ik nodig heb zijn mijn twee kinderen.
En niet omdat ik ze daadwerkelijk voor één of ander klusje nodig heb. Nee ik heb mijn twee jongens nodig,
omdat ik zonder hun niet meer zou weten wie of wat ik ben.
Ik ben al 25 jaar mezelf. Sinds 6,5 jaar is er een groot deel van mij in mijn zoon Lars ontwaakt. En na een
veertien maanden is er ook een groot deel van mijzelf opgegaan in Ivan.
Na een moment van rust komt er het moment dat je opeens je gedachten boven je ademhaling uit gaat horen.
Gedachten hebben is menselijk. Wat wou ik soms graag dat ik de robot ben die mensen beweren dat ik ben.
Vanavond dwing ik mijzelf deze gedachten gauw af te wimpelen en te denken aan de dag van gister.
Wat de dag van gister voor mij inhield was :
Langzaam ontwaak ik uit mijn twee uur durende slaapje. Zachtjes hoor ik een stemmetje. Voordat ik goed en wel mijn ogen
open heb , voel ik een handje over mijn gezicht gaan. Ik hoor: mama, mama, mama ist jij wakker?
Met een glimlach rond mijn lippen doe ik mijn ogen open en kijk ik in de prachtig heldere blauwe kijkers van mijn jongste
zoon. "kom je er nu uit mama" zegt mijn lieve zoon. Ik kijk eens op mijn klokje en vind het eigenlijk te vroeg.
Maar elke minuut die ik mijn ogen sluit is een minuut dat ik minder bij mijn moppies kan zijn.
Als ik mijn bed uit glij en voor de verandering niet blijf haken met mijn tenen in het dekbed. Sta ik naast het bed. En schuif
voorzichtig de gordijnen open. Het ochtendlicht glijd de kamer binnen en het lijkt alsof alles van goud is. Na op deze manier
gewekt te zijn kan zelfs mijn spiegelbeeld mijn gouden humeur niet temperen.
Fluitend loop ik van de trap en hoor twee kinderstemmen kibbelen over de te kiezen tv zender.
De oudste wint het, welliswaar onder protest van de jongste. Die op zijn beurt dan in de stoel mag zitten. Dan is het weer
vrede tussen de twee.
Ik smeer voor beide jongens twee lekkere bruine boterhammen. Hoewel er van smeren niet echt sprake is, want ze willen er
geen boter op, maar wel een berg grillworst.
De kleine mannen eten een boterham terwijl ik mijn eerste flesje naar binnen werk. Me niet eens irriterend aan de smaak
ervan. Binnen tien minuten heb ik mijn flesje leeg en hebben mijn kanjers vier bruine boterhammen naar binnen gewerkt.
In een gedreven tempo doe ik mijn dagelijkse dingetjes. Dan blijft er de vraag: wat te doen vandaag.
Aangezien beide jongens zwemles hebben. En Lars nog de mogelijkheid heeft om zijn zwem diploma te halen dit seizoen in
het buitenbad. Op deze manier is de keuze gauw gemaakt.
Het is heerlijk warm weer. De thermostaat geeft een zomerse temperatuur van 26 graden weer.
We stappen in ons lief groen monstertje en vertrekken richting winkels.
We denderen de eerste beste lingerie zaak binnen. ( de jongens zullen hier later wel niet meer met moeders willen komen )
Op naar de badkleding. Lars neemt gelijk plaats op een stoel en zucht : gaat dit lang duren?
Ivan geeft antwoord met : gggg mama moet toch mooie hebben.
Ivan kijkt in het rond en zegt tegen mij : mama jij moet niet zo eentje in één stuk kopen hoor.
Ik kijk mijn lieve zoon aan en zag: ga jij maar wat uitzoeken voor mama.
Nadat ik hem de juiste maat heb gewezen begint hij driftig te zoeken en hoor ik hem zeggen : nee , nee , nee, nee dit is niet mooi, nee nee geen roze, nee nee nee. Ja deze.
Hij komt aanlopen met een blauw gebloemde bikini. Ik kijk naar mijn zoons smaak en kom tot de conclusie. Hij heeft smaak.
Ik waggel het eerste beste pashokje in en zie tot mijn verbazing dat ivan zo mee loopt. hij lacht en zegt : ikke kijken.
Nadat ik de bikini aangetrokken heb en mezelf wil omdraaien naar de spiegel heeft ivan al gezegd : deze moet je kopen.
Ik draai me om, kijk zoonlief geschrokken aan en zeg : Dat doen we, kom we gaan betalen.
Na betaald te hebben en lars uit zijn comatueze stand te hebben gehaald. Rijden we naar huis. Hier verkleden we ons.
Steken we nog wat lekkers in een tas. En geven we volgas naar het zwembad. (30 waar 30 gereden mag worden hoor)
Daar aangekomen gooien we de kleren uit en duiken we het water in.
De jongens blijven in het water en ik ga zo af en toe ook lekker langs de kant zitten kijken.
Ik voel me nog steeds wat onwennig in mijn nieuwe bikini. Ik voel me toch wat bloot. En voel me bekeken.
Hoewel dit natuurlijk niet het geval is. Eindelijk krijg ik ook nog een beetje kleur op mijn lijf.
Na een middagje zwembad moet ik eerlijk bekennen dat dit een vreselijk verkeerd kleurtje is.
Hoewel mijn haar kleur rood is, staat rood op mijn buik, benen en rug niet zo mooi.
Nadat we zijn wezen zwemmen zijn we weer huiswaarts gegaan.
Dan komt er een nieuw probleem wat gaan we eens eten. Wat gaan we eten.. hmmzzz
Het is heerlijk weer. Ik wil toch niet in dat keukentje staan.
We gaan buiten eten. Laten we de barbecue eens gaan gebruiken.
Nadat we wat boodschapjes hebben gedaan duiken we op de picknickbank en gaan we gezellig barbecuen.
En wat een genot. De geur van verbrand vlees in mijn neus, een verbrand lijf, twee blije gezichtjes, een glas koud drinken
en het spelletje wie het hardst kan boeren.
(ik zeg maar niet wie er gewonnen heeft)
Terwijl ik de tafel afruim schuiven mijn kleine rakkers uitgeput voor de televisie. Nadat ze nog één avondje laat mogen
opblijven gaan ze dan toch naar bedje.
Met alle liefde die ik bezit geef ik ze een stevige knuffel en een dikke zoen.
Na de woorden "ik hou van jou mama" gehoord te hebben, zak ik op mijn stoffige bank.
Die na deze dag niet meer stoffig voelt. Alles in mijn omgeving lijkt een tint of drie helderder te zijn geworden.
Sommige dingen lijken van goud.
Alle geluiden klinken helderder en mooier.
De bloemetjes geven meer geur af.
En de zon lijkt heviger te schijnen (of was dit ook echt zo, gezien mijn verbrande huid)
Wat een geweldig gevoel is het toch om mij te zijn!
|