Ann was 28 jaar toen ze vermoord werd. Hij doodde haar met verschillende messteken. Haar mama Maggie Roëll
Benny was 22 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem door wurging. Zijn ouders Johan en Annie Aerts-Moelans
Carola was 21 jaar toen ze vermoord werd Hij heeft haar geslagen met een baseballknuppel toen ze sliep. Haar ouders Marcel en Ingrid De Smedt-Hooft
Glenn was 35 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem met een knipmes, recht in het hart. Zijn mama Gabby Dierckx Zijn vrouwke Natasja
Ingrid was 39 jaar toen ze vermoord werd. Hij heeft haar gewurgd. Haar mama Paula Nous
Jo was 19 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd dood geslagen. Zijn ouders Daniël en Els De Vlieger-Maes
Jeffrey was 17 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd neergestoken. Zijn ouders Chris en Linda Ottevaere-De Meestere
Joris was 9 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd doodgestoken met een scherp voorwerp. Zijn ouders Jos en Magda Viville-clinckx
Karoline was 16 jaar toen ze vermoord werd. Ze kreeg een kogel in haar hoofd. Gelukkig was ze op slag dood. Haar mama, Marina Maes
Melissa was 17 jaar toen zij vermoord werd. Hij vermoordde haar op een onbeschrijfelijk gruwelijke wijze. Haar mama Francine Slootmans
Melissa was 27 jaar toen zij vermoord werd. Hij mishandelde en wurgde haar met een touw. Haar mama Reneé Bossuyt Mia was 35 jaar toen zij vermoord werd. Hij doodde haar door verstikking, vuistslagen, stampen en een messteek. Haar ouders Emiel en Greet Verschuren-Faes
Nele was 31 jaar toen ze vermoord werd. Zij doodde haar met messteken. Haar ouders Georges en Annemie Verleene-Dangreau
Patrick was 20 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd laffelijk neergeshoten. Zijn mama Monique Matthys
Sandy was 25 jaar toen ze vermoord werd. Hij vermoorde haar op nieuwjaarsnacht. Haar mama Francine Meeuwes
Sally was 20 jaar toen zij vermoord werd. Zij werd dood geslagen. Haar ouders Michel en Lydia Van Hecke-De Decker
Stefanie was 18 jaar toen ze vermoord werd. Haar ouders Gilbert De Mulder Martine Bertelo
Steven was 20 jaar toen hij vermoord werd Zij reed hem opzettelijk dood. Zijn ouders Mil en Sonja Somers-Looymans
Sylvie was 26 jaar toen zij vermoord werd. Haar hoofd werd ingeslagen en hij gaf haar nog 26 messteken. Haar mama en vriend Chantal en Philippe Nerinckx-Depourcq
Ik hoop met het uitbrengen van een boekje, ik mijn steentje kan bijdragen om de dood, van jullie kind iets beter te kunnen verwerken. Ook wanneer niet lotgenoten dit lezen, dan weet ik dat ze meer begrip zullen opbrengen voor ons, “ Ouders van een gestorven kind ”
Het boekje ‘ Gevoelens weerspiegeld ’ is te verkrijgen bij: Marina Maes Maria Van Bourgondiëlaan 6 8000 Brugge Email: marina.maes2@telenet.be
Het boekje wordt opgestuurd na overschrijving van 15 € verzendingskosten inbegrepen. Op rekeningnummer 001-1868856-33
Vraag hulp, neem contact op met een justitiehuis in je buurt.
Weergave van gevoelens en emoties van degene die met moord werden en worden geconfronteerd. BEZOEK OOK DE SITE: WWW.OUDERSVANEENVERMOORDKIND.BE EN WWW.SPORTENVOORNABESTAANDENVANGEWELD.BE
14-12-2005
Rouwen in zeven religies. 5. De islam
Rouwen in de Islam
Cremeren is niet toegestaan bij de moslims. Dit heeft te maken met hun geloof in de wederopstanding. Als de directe familie diep in West-Europa woont, worden ze meestal begraven in het land waar ze wonen.
Cremeren is niet toegestaan bij de moslims. Dit heeft te maken met hun geloof in de wederopstanding. Traditiegetrouw worden moslims liever in hun vaderland begraven. Als de directe familie achter in West-Europa woont, worden ze toch meestal begraven in het land waar ze wonen. Tegenwoordig zijn er een aantal Islamitische begraafplaatsen waar dat mogelijk is.
Moslims die in hun leven niet aan de religieuze plichten konden voldoen maken dat vaak goed op hun sterfbed. Ze doen dit door veel van hun bezittingen na te laten aan de armen. Als er iemand sterft die geen bezittingen heeft dan zorgt de gemeenschap ervoor dat de persoon begraven wordt.
Vlak nadat de dood is ingetreden wordt het levenloze lichaam gewassen. Bij dit ritueel wordt het lichaam bedekt door een lendendoek aangezien men de geslachtsdelen niet mag zien. Mannen worden door mannen gewassen en vrouwen door vrouwen. Het lichaam wordt volgens de traditie drie keer gewassen met speciaal water waaraan bepaalde geurige stoffen toegevoegd zijn. Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld. Moslims worden liever zonder kist begraven maar als dit toch gebeurt dan is het belangrijk dat ze daarin op hun rechterzij liggen. In orthodoxe kringen zijn de vrouwen niet aanwezig tijdens de begrafenis. Moslims worden begraven met hun gezicht richting Mekka. Van de overgebleven aarde wordt een heuveltje gemaakt en het graf wordt niet versierd. De directe rouwperiode is drie dagen.
De ziel gaat naar god en het lichaam blijft achter. Het lichaam heeft dus vanaf het intreden van de dood geen functie meer. In de dood zijn alle gelijk. Het lichaam wordt met eerbied behandeld want het heeft tenslotte tot woning gediend van de onsterfelijke ziel.
De Joden geloven dat bij het intreden van de dood het lichaam cultureel onrein is. Dit betekent echter niet dat het lichaam vies is. De ziel gaat naar god en het lichaam blijft achter. Het lichaam heeft dus vanaf het intreden van de dood geen functie meer. In de dood zijn allen gelijk. Het lichaam wordt met eerbied behandeld want het heeft tenslotte tot woning gediend van de onsterfelijke ziel.
De kleren waarmee de overledene wordt aangekleed zijn een afspiegeling van de kleren die de priesters vroeger droegen. Dit zijn een muts, hemd, broek, riem, sokken en in sommige gemeenschappen een jas. Er worden geen sieraden of andere dingen meegegeven in de kist. Over de gesloten kist wordt een zwarte doek gelegd en aan het hoofdeinde komt een lichtje te staan. De ziel van een mens wordt vergeleken met een vlammetje, dat ook altijd naar het omhooggaan streeft.
Joden vinden het belangrijk om op een stuk eigen grond hun doden te begraven. Joodse begraafplaatsen worden overal ter wereld niet geruimd, tenzij het niet anders kan.. Vroeger was het traditie dat vrouwen niet meegingen naar de begraafplaats. In orthodoxe kringen is dit nog steeds de gewoonte. Dit stamt af van het idee dat de vrouwen het leven voortbrengen. De vrouwen blijven thuis in het gezelschap van vrouwelijke vriendinnen en familie. Begrafenissen zijn altijd zeer sober. Er worden ook geen bloemen neergelegd of boompjes beplant. De doden worden begraven in de richting van de tempel van Jeruzalem, vanuit Nederland gezien is dit naar het Oosten. Dit doen ze met de gedachte dat de opstanding der doden in die tempel begint.
De nabestaanden eten vervolgens samen met vrienden en familie een maaltijd van hardgekookte eieren en brood. Het ei symboliseert het leven, het lijkt dood maar als het bebroed wordt, zit er leven in. Ze zeggen hiermee: de dode is niet echt gestorven, maar leeft eeuwig, zoals het ei dat maar schijnbaar dood is.
Katholieken geloven in het voortbestaan van de ziel in het hiernamaals. Sinds jaar en dag bestaat het beeld van een hemel, een hel en het vagevuur. Heeft de overledene een goed leven geleefd en zijn z'n zonden vergeven, dan komt hij naar alle waarschijnlijkheid in de hemel.
Katholieken geloven in het voortbestaan van de ziel in het hiernamaals. Sinds jaar en dag bestaat het beeld van een hemel, een hel en het vagevuur. Heeft de overledene een goed leven geleefd en zijn z'n zonden vergeven, dan komt hij naar alle waarschijnlijkheid in de hemel. Zijn de zonden niet vergeven is de mogelijkheid groot dat de persoon naar de hel gaat. De nabestaanden bidden voor rust van de ziel.
Vandaag de dag zoekt een pastor meestal samen met de nabestaanden teksten en liederen uit die worden gebruikt in de mis en tijdens de uitvaart. De avond voor de begrafenis of crematie wordt er vaak een avondmis gehouden. Dit kan gebeuren in de kerk maar ook in de aula van bijvoorbeeld een bejaardentehuis. Hier wordt vaak het leven van de overledene belicht en bidt men voor de mensen die achterblijven. Ook vraagt men vergeving voor zonden en schuld.
Op de dag van de begrafenis of crematie kunnen de nabestaanden afscheid nemen van de overledene en de kist begeleiden naar de kerk. Het is een gewoonte om dan ook bloemen op de kist te leggen. Bij binnenkomst in de kerk besprenkelt de priester de kist met wijwater. Vanwege het grote tekort aan priesters kan de uitvaartverzorger deze taak overnemen. Bij het bidden worden nog eens de goede kanten van de overledene aangehaald. De uitvaartmis wordt beëindigd doordat de priester de kist nogmaals besprenkelt met wijwater en wierookt. Als bij een begrafenis de kist in de grond zakt staan de familie en vrienden daaromheen. De vader bidt het Onze Vader en strooit wat aarde op de kist. Alle aanwezigen strooien vervolgens ook wat aarde op de kist. Tegenwoordig wordt de aarde ook weleens vervangen door bloemen.
rouwen in zeven religies. 2. Protestant-christelijke kerk
Rouwen in de protestant-christelijke kerk
Het is gebruikelijk geworden dat de uitvaart plaatsvindt vanuit een kerkdienst. Begraven en cremeren is allebei toegestaan alhoewel er in orthodox-protestantse kringen weerstand bestaat tegen de crematie.
Aan het begin van de vorige eeuw zijn mensen uit de hervormde en gereformeerden kringen ervan overtuigd dat de Christenen een eigen vorm van uitvaart zouden moeten hebben. Hierdoor is het gebruikelijk geworden dat de uitvaart plaatsvindt vanuit een kerkdienst. Begraven en cremeren is allebei toegestaan alhoewel er in orthodox-protestantse kringen weerstand bestaat tegen de crematie. In een protestants christelijke uitvaartdienst staat het noemen van de naam van de overledene centraal. De naam waarmee de overledene is gedoopt, wordt afgestaan aan God, die de naam bewaart.
In de uitvaartdienst gaat de predikant vaak in op het leven van de gestorven persoon. Hij noemt verschillende hoogte- en dieptepunten en maakt daarbij gebruik van bijbelteksten. Hij doet dit om aan te geven dat het menselijk leven eindig is, maar dat het werk van Christus voorgaat. Wat niet wil zeggen dat dit zonder lijden gaat. Als de kist in het graf wordt gelegd bidt men het Onze Vader en wordt de overledene de zegen meegegeven. De zondag na de uitvaart wordt in de kerk nog eens stil gestaan bij het overlijden van een persoon en meestal wordt er nog wat persoonlijks over diens leven vertelt.
Dominees proberen de nabestaanden vaak te betrekken bij de laatste verzorging en de uitvaart. Zo adviseren ze vaak om de overledene thuis op te baren zodat iedereen in een vertrouwde omgeving afscheid kan nemen. Er zijn geen vaste regels voor de uitvaart. Er is voor de nabestaande veel ruimte in een dienst om zelf in te vullen. Zo kunnen ze bepaalde teksten uit de bijbel voorlezen, of liederen zingen. Door het ontbreken van rituelen wordt de dienst soms als erg rationeel beschouwd.
'In het winti-geloof is de dood een tussenfase in het bestaan. Het is een hoedanigheid voor zielen die zich tussen verschillende levens in bevinden.'
Winti betekent zowel 'wind' als 'geest', de geest die zo snel is als de wind. Leven volgens de winti-opvatting wil zeggen dat je de wereld ziet als de schepping van een goddelijke kracht, die Anana wordt genoemd. Het betekent dat je de goden van de lucht, de grond, het water en het bos erkent. En het is belangrijk dat je je voorouders op gezette tijden eert. Deze voorouders zijn, in een geestelijke vorm, altijd bij hun familieleden. Tijdens de winti-pre, een feest en een seance ter ere van de voorouders, komt de voltallige familie samen en wordt er gegeten, gedanst en gedronken. Met drummuziek worden de goden en de geesten van voorouders opgeroepen. We betrekken de doden bij het leven, zou je kunnen zeggen. Want de doden verschillen niet zoveel van de levenden.
In het winti-geloof is de dood een tussenfase in het bestaan. Het is een hoedanigheid voor zielen die zich tussen verschillende levens in bevinden. Het kan jaren duren voordat een ziel een ander lichaam uitkiest om zich in te manifesteren. Dit kan binnen dezelfde gemeenschap zijn, maar ook in een andere omgeving. "We geloven dus in het reïncarneren van een ziel, een geest, een levenskracht in verschillende lichamen," verduidelijkt Guillaume Orlando Lont. "Als er iemand overlijdt, eren we vooral de ziel van de persoon die overleden is. We behandelen de dode op eervolle wijze zodat de geest goed aankomt in het dodenrijk. Met onze rituelen scheiden we de geest van het lichaam van de overledene. We proberen met gezang en gebeden de weg voor de geest vrij te maken naar de andere overledenen. De eerste acht dagen na het overlijden wordt de dode wakker gehouden door gasten die dag en nacht zingen, praten en eten. Er wordt voedsel bij de dode gelegd om de geest te verzorgen. Na zes weken worden deze rituelen door alle nabestaanden herhaald. Na een jaar is de officiële rouwperiode voorbij, maar de verwerking van het overlijden van een geliefd persoon kan natuurlijk nog veel langer duren
Hier sta ik weer bij jou, bij jou op het kerkhof. Mijn broer, mijn trouw, mijn woorden zo dof. De stilte neemt me mee, tot jou, mijn groot gemis. Zachtjes en gedwee, in diepe gedachtenis, praat ik dan met de wind, om even te kunnen zijn, waar jij nu bent m'n vrind, de andere kant van de lijn.
De ruimte van de tuin, waar jij nu rustig ligt, is versiert met arduin, met bloemen en licht. Ik wil hier bij je blijven, ik wil niet meer naar huis. Mijn tijd is niet te verdrijven, maar kinderen wachten thuis. Kris, ik had je toch zo graag, ik mis je toch zo zeer. Ik heb pijn in ziel en maag, wanneer zie ik je weer.
Laat de mensen nu maar denken, wat staat hij daar te doen. Jou, wil ik aandacht schenken, een stille ruimte net als toen. Een glimlach en een traan vloeit over mijn wangen. Ik heb weer naast je gestaan, ik voel me goed gevangen. Dag broer, ik laat je niet los. Straks ben ik er weer. Kom jij ook naar het bos, of misschien een andere keer.
Indien ik naar een praatgroep ga, moet ik dan praten? Een praatgroep is allereerst een ontmoetingsplaats waar ouders hun ervaringen en emoties omwille van het verlies van hun kind(eren) met mekaar kunnen delen. Iedereen die het wenst, kan het woord nemen, maar niemand is verplicht om te praten. We weten hoe moeilijk dat kan zijn, zeker wanneer je kind nog niet lang geleden overleden is of wanneer je voor het eerst naar de praatgroep komt. Sommige mensen willen liever luisteren en dat kan natuurlijk evengoed. Door te luisteren naar het verhaal van een ander kan men ook de steun, die men zoekt, vinden. Op een praatavond kan alles; niets moet.
Ik ben nogal erg gevoelig en ween vlug. Stoort dat? Absoluut niet, één van de bedoelingen van onze praatavonden is aan lotgenoten de kans te geven hun gevoelens te uiten, er over te praten. Wanneer je dan moet wenen, zullen de anderen het wel aanvaarden en begrijpen. Mogen en kunnen wenen om het verlies van je kind kan zelfs een gevoel van opluchting, bevrijding geven. Lotgenoten zullen je hun ervaringen meedelen. Mijn kind was reeds volwassen en leefde niet meer thuis bij ons. Ben ik dan nog welkom in de praatgroep? Op onze praatavonden zijn alle ouders van een vermoord kind, welkom. Onafgezien de leeftijd van hun kind(eren).Het feit dat ons kind al buitenshuis woonde of een eigen gezin had, verandert niets aan ons verlies.
Dient men te betalen om naar een praatgroep te komen? Het lopende jaar betaalt men niets. Pas vanaf het volgende jaar is er een bijdrage van 20 per ouder. Elke maand is er een praatavond of activiteit. Op de praatavond zijn er gratis hapjes en drank. Regelmatig komt er een gastspreker. Om de drie maanden krijg je ons tijdschriftje. Hoe verloopt zo een praatavond? Bij de start van een praatavond ontsteekt men in de meeste praatgroepen een kaars als aandenken aan de vermoorde kinderen. Wanneer er nieuwe lotgenoten bijkomen, stellen alle mensen die al eerder in de praatgroep waren zich kort voor. Mensen die voor het eerst komen krijgen indien ze dat wensen en aankunnen - ruim de tijd om hun verhaal te vertellen. ( indien je dat wenst , het moet niet). Meestal wordt dan een onderwerp of thema besproken, dat door de begeleider of één van de deelnemers aangebracht wordt. Zo een praatavond duurt ongeveer 3 tot 3,5 uur. Kan ik een vriend(in) meebrengen? Normaal is een praatgroep enkel bedoeld voor ouders van een vermoord kind. Wie voor de eerste maal komt en zich niet sterk genoeg voelt om alleen te komen, kan met de begeleider vooraf afspreken of een vriend(in) kan meekomen. Of die vrien(in) nadien nog meekomt, zal van de houding van de praatgroep zelf afhangen. De mate waarin de groepsleden zich vrij genoeg voelen om te praten, zal daarbij doorslaggevend zijn. Mijn echtgeno(o)t(e) zegt dat zij/hij niet meekomt. Kan ik dan alleen komen? Uiteraard. Met onze rouw gaan we allemaal anders om; vrouwen dus anders dan mannen. De ene heeft vooral nood aan een gesprek met lotgenoten; een ander vindt troost in lectuur of komt tot rust door naar muziek te luisteren Ook al verschillen echtgenoten dus in hun manier van rouwen, toch kunnen ze zo elkaar steunen. Ik ben ongelovig. Maakt dat wat uit? Neen, de vereniging staat open voor alle ouders van een vermoord kind, ongeacht hun levensovertuiging. Indien deze levensovertuiging in de praatgroep ter sprake komt, dan is dat steeds vanuit een wederzijds respect voor mekaars overtuiging. We delen wel het verdriet om ons kind. En samen zijn we op zoek om dat verdriet in ons leven een plaats te geven. We kunnen van mekaar leren hoe dat gaandeweg te doen. Moet ik verwittigen wanneer ik (niet) kom? Neen, maar het is gemakkelijker voor ons. Je komt wanneer je voelt dat je het aankunt en dat je er zin in hebt. Je komt ook zolang je er nood aan hebt. Of je komt om anderen te steunen, te bemoedigen.
Mijn kind stierf jaren geleden en ik slaagde er niet in mijn rouw te verwerken. Nu ben ik er wel aan toe. Mag ik nu nog komen?Uiteraard; ouders van een vermoord kind zijn altijd welkom bij ons, hoe lang hun kind ook overleden is. Waarom je als ouder niet aan rouwen toekwam, zal wel zijn redenen hebben die jij alleen kent. Het belangrijkste is dat je nu met lotgenoten de weg kan gaan om dat verdriet, dat verlies in het leven van elke dag een plaats te geven.
Mogen de zus(sen) en /of de broer(s) meekomen naar de vergaderingen ? Het is niet aangewezen dat zij meekomen naar de praatavonden. Deze avonden zijn specifiek gericht naar de ouders van een vermoord kind.De problematiek rond broers en zussen ligt op een ander vlak.Zij lijden niet alleen onder het verlies van een broer of zus, maar worden ook nog eens geconfronteerd met het verlies van hun ouders. Er bestaan groepen die werken met broers en zussen van een overleden kind. Op de website www.missingyou.be vind je hierover meer informatie.
Bij wie kan ik terecht voor informatie? Marina Maes voorzitster Generaal Lemanlaan 38 8310 Assebroek GSM 0476 455 853 email marina.maes2@telenet.be
De eerste betekenis van zelfhulp - wat betekent dat je naar een ander toegaat in een gelijke situatie - is dat je erkent dat je het niet alleen kunt. Die erkenning is wijs. Het verlies van een kind is vaak zo ingrijpend dat dit verlies niet alleen verwerkt kan worden. Ieder die de weg van dit verlies heeft te gaan zal momenten en zelfs tijden ervaren dat men zich "alleen" voelt. De ontmoeting met anderen maakt de weg lichter.
De tweede betekenis van zelfhulp is het vinden van een plaats waar herkenning en begrip is. De meeste mensen hebben zich tevoren niet of nauwelijks verdiept in wat rouwen is en welke gevoelens en gedragingen dit teweeg kan brengen. Het is niet vreemd als je denkt dat het vreemd is wat je voelt. Horen dat anderen gelijke ervaringen kennen, maakt je eigen ervaring minder vreemd. Dit kan je bevrijden uit een isolement.
De derde betekenis van zelfhulp is het vinden van begrip voor je behoefte aan herinneren. Het is de schrijnende ervaring van velen dat al na korte tijd de naam van de overledene vermeden wordt, niet meer genoemd wordt. Juist door te kunnen vertellen, door met verhalen te herinneren en daarvoor gehoor te vinden en de emoties te mogen uiten, kan aan het verlies een plaats worden gegeven, kun je door je verdriet heengroeien.
De vierde betekenis van zelfhulp is het vinden van vriendschap en solidariteit. Veel mensen ervaren in het verlies dat hun sociale netwerk ingrijpend verandert. Er zijn mensen van wie men veel verwachtte en die men niet meer terugziet of bij wie men niet meer terecht kan. Er zijn ook minder mensen op wie men echt kan terugvallen. Familiebanden bieden niet altijd die warmte en steun die verwacht worden. Ook binnen de eigen relatie is er vaak sprake van ongelijkheid en ongelijktijdigheid in het omgaan met het verlies. Mannen blijken nog al eens moeilijk over hun gevoelens te kunnen praten of verbergen zich in hard werken en flink gedrag. Dat alles kan de relatie onder grote druk zetten. Juist nu je elkaar erg nodig hebt. Binnen de zelfhulpgroep worden deze ervaringen vaak sneller verstaan omdat meerderen een gelijke ervaring opdoen.
De vijfde betekenis van zelfhulp is de erkenning dat verdriet om een kind niet primair thuishoort bij de professionele hulpverlening. Voor sommigen is hulp van de geestelijke gezondheidszorg nodig omdat er zich gelijktijdig nog meer problemen aandienen. Maar in de meeste mensen is voldoende kracht aanwezig om zelf met dit verlies om te kunnen gaan, als zij daarbij terug kunnen vallen op mensen die de lange weg van de rouw met hen mee willen gaan.
De zesde betekenis van zelfhulp is dat je er van elkaar kunt leren hoe je om kunt gaan met nieuwe vragen waar je voor staat. Dat kunnen zeer uiteenlopende vragen zijn, zoals hoe ga je om met mensen die niet op bezoek durven te komen. Maar ook als één van de partners spreekt over de mogelijkheid om weer in verwachting te raken en je bent daar zelf niet aan toe. Of hoe ga je om met de feest- of gedenkdagen zoals vaderdag en moederdag.
De zevende betekenis van de zelfhulp is het hervinden van je eigen kracht. De zelfhulpgroep kan deels de functie van een soort baarmoeder zijn, waar je kunt schuilen; maar dat is geen einddoel. Het gaat erom dat je opnieuw wordt geboren. Of om het te zeggen met de titel van Heleen Schoots haar boek: opnieuw leren leven.
De achtste betekenis van de zelfhulp is dat zij bijdraagt aan een continu bewustwordingsproces in de samenleving die aandacht heeft voor de positie van rouwenden, in het bijzonder de rouw om een kind. In deze samenleving is het verdriet sterk geprivatiseerd. Verbanden van buurt en kerk zijn voor velen niet meer vanzelfsprekende leefverbanden waar zin en steun wordt gevonden. Op het werk is er vaak weinig of geen aandacht voor de mens in het verlies. De zelfhulp met verhalen in de pers, uitnodigingen naar ouders toe, blijft de samenleving attent maken op deze werkelijkheid. Soms leidt dit tot maatschappelijke actie, zoals op indrukwekkende wijze is gedaan door de werkgroep van ouders met een vermist en/of vermoord kind in hun boek: "Leven met een schaduw".
De negende betekenis kan een pedagogische zijn: leden van de zelfhulp worden uitgenodigd om aan professionele hulpverleners te vertellen wat de behoeften en de noden zijn van mensen die een verlies doormaken. Ik noem als voorbeeld het verlies tijdens de geboorte, waarover Manu Keirse zijn studie deed. Het is van het grootste belang dat professionele hulpverleners weten hoe hier adequaat gehandeld moet worden. Door uit ervaringen te vernemen kan dit handelen verbeterd worden.
De tiende betekenis die ik tot slot noem is die van hoop. Dat op vrijwillige basis zoveel mensen zichzelf beschikbaar stellen voor elkaar om elkaar te steunen. Dàt is een teken van hoop en licht !
Lang is het begrip 'dood' een gevreesd, meestal verzwegen item geweest. Het taboe rond lezen en schrijven is nu - gelukkig - voor een groot deel opgeheven. Er zijn reeds zoveel boeken geschreven rond deze materie dat geen mens nog alles kan lezen. Toch is 'dood' in de 'belevingswereld' nog steeds taboe. De meeste mensen willen leven en geen dood. Men wil vreugde en geen verdriet.
Wanneer een dierbare naaste sterft, komt de nabestaande terecht in een moeilijke, verwarrende periode. Het is alsof grond onder de voeten wegzinkt en men door verdriet overmand alleen nog naar zichzelf en de overledene kan kijken. Ondertussen draait de wereld verder alsof er niets aan de hand is.
Vaak ziet men hetzelfde scenario. Veel volk bij de uitvaart en ook de weken daarna. Het oprecht meeleven van vrienden en bekenden doet deugd. De nabestaande voelt zich door velen gedragen en gesteund om de eerste moeilijke tijd van afscheid en verlies door te geraken.
Dan echter begint het lange, vaak uitzichtloze, rouwen. De kring van meelevende mensen wordt snel kleiner. Een eind verder staat de nabestaande meer en meer alleen. De telefoon rinkelt minder, de deurbel lijkt stom. Weinigen uit de omgeving durven nog te vragen of het wel gaat.
Op het werk moet men evenzeer vooruit, soms alsof er niets gebeurd is. Het leven gaat immers verder, de economie moet draaien.
Ondertussen leven nabestaanden met het gevoel dat het leven voor hen is stilgevallen en geen perspectief meer biedt. Men voelt zich alleen en verloren met zijn verdriet. Soms zou men zo graag zijn verhaal nog eens willen vertellen, nog eens mogen zeggen hoeveel pijn het 'gemis' doet, hoe moeilijk de dagen vaak zijn.
BRUSSEL - De Senaat heeft donderdagavond het wetsvoorstel, dat een nieuw Wetboek van strafprocesrecht invoert, goedgekeurd met 43 stemmen voor en 18 onthoudingen van sp.a-Spirit, Vlaams Belang en de twee leden van het FN. In dit wetsvoorstel wordt het Hof van Assisen onverkort behouden mét één onafhankelijke volksjury.
Het wetsvoorstel, de zogeheten "grote Franchimont", moet nu nog door de Kamer besproken worden.
Maarrr... Lepe La Onkelinx heeft deze Kamer dan weer tegelijk een wetsvoorstel in de maag gesplitst, waarin ze op aanstoken van iemand als Raf Verstraeten, het Hof van Assisen alleen pro forma wil behouden. In werkelijkheid zou alle beslissingsmacht bij de magistraten liggen, zijnde de enige voorzitter.
Wanneer de Kamer ooit de historische dwaasheid zou begaan om dit voorstel goed te keuren, moet het hele gevaarte opnieuw aan de Senaat worden voorgelegd.
Zal tegen die tijd deze regering nog bestaan?
TER VERDUIDELIJKING
Essentieel in deze hervorming "grote Franchimont" van de strafprocedure is dat verdachten en slachtoffers meer rechten krijgen.
Het wetsvoorstel stelt een nieuw Wetboek van strafprocesrecht op. -De huidige strafprocedure dateert grotendeels van 1808. -De basis van de tekst werd gelegd door de Commissie voor het strafprocesrecht die onder leiding van de Luikse professor en gewezen stafhouder Michel Franchimont in 1991 haar opdracht kreeg.
De commissieJustitie van de Senaat besprak het wetsvoorstel van maart 2004 tot november 2005. -De goedgekeurde tekst beslaat dan ook ruim 280 pagina's.
Het werk van de commissie-Franchimont leidde in 1998 reeds tot de zogeheten "kleine" Franchimont-wet, waardoor vooral slachtoffers maar ook inverdenking-gestelden in een gerechtelijk onderzoek bijkomende rechten kregen.
In het huidige voorstel wordt dit principe, zij het in verzwakte vorm, uitgebreid tot het opsporingsonderzoek.
De rechtbank kan in de toekomst, op vraag van het openbaar ministerie of van de beklaagde, in twee stappen oordelen. -Daarbij buigt de rechter zich eerst over de feiten en de schuldvraag, en daarna over de eventuele straf.
Het voorstel voorziet voorts dat iemand die meerdere keren over een crimineel feit waarop minstens 1 jaar cel staat, wordt verhoord, het recht krijgt om te vragen of hij van iets wordt verdacht.
Fouten van politie of gerecht bij huiszoekingen, telefoontaps, fouilleringen en dergelijke maken het onderzoek definitief nietig.
Als de onderzoeksrechter een deskundigenonderzoek laat doen, dan moet dat tegensprekelijk gebeuren: alle partijen moeten erbij kunnen zijn en hun commentaren kunnen geven.
Van iedere verdachte moet een persoonlijkheidsdossier worden opgesteld.
Wie aangehouden wordt, krijgt het recht om een naaste te bellen om hem op de hoogte te brengen van de arrestatie. -Hij mag zich bovendien door een arts laten onderzoeken. -De raadkamer, die nu alleen maar verdachten naar de gewone correctionele rechter verwijst, zal in de toekomst zelf straffen tot 1 jaar cel kunnen opleggen voor kleinere feiten, als de verdachte met deze procedure akkoord gaat.
Justitieminister Laurette Onkelinx kondigde aan dat ze wil dat het wetsontwerp over de hervorming van de assisenprocedure gelijktijdig met de "grote Franchimont" zou besproken worden in de Kamer. De kans is dus groot dat de Senaat zich in de loop van volgend jaar nog eens over dit wetsvoorstel dient te buigen. Gust Verwerft
Bepaalde gedragingen worden beschouwd als strafbare feiten. De wet wordt overtreden en de belangen van de maatschappij worden geschonden. In functie van de ernst van de inbreuk en de zwaarte van de straf, worden de inbreuken onderverdeeld in overtredingen, wanbedrijven en misdaden.
Het doel van een strafrechtelijke procedure is volkomen anders dan dit van een burgerlijke procedure. Een strafrechtelijke procedure heeft tot doel om misdrijven op te sporen en de daders ervan te vervolgen en te bestraffen.
Wanneer een inbreuk wordt gepleegd, zal dit door de ordediensten worden vastgesteld en zal er een proces-verbaal worden opgesteld. Dit wordt aan de Procureur des Konings overgemaakt. Hij onderzoekt het dossier en kan een onderzoek instellen. Hij kan het dossier ook zonder gevolg laten, d.i. het dossier seponeren.
Als er een onderzoek komt zijn twee "scenario's" mogelijk, een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek.
1. opsporingsonderzoek
In dit onderzoek voert de Procureur des Konings zelf het onderzoek met de hulp van de politiediensten. Als het onderzoek is afgerond, kan hij de dader voor de politierechtbank of correctionele rechtbank dagvaarden. Als de inbreuk niet te ernstig is kan de Procureur aan de dader ook een minnelijke schikking aanbieden.
2. gerechtelijk onderzoek
Dit onderzoek wordt geleid door de onderzoeksrechter aan wie het dossier wordt toevertrouwd op vraag van de Procureur des Konings. Dit onderzoek is verplicht bij de zwaarste misdrijven.
De onderzoeksrechter moet met behulp van de politiediensten alle elementen ten voordele en ten nadele van de verdachte opsporen. Hij kan vrij zijn onderzoeksmethode kiezen : verhoren, confrontatie, reconstructie.
In de loop van een gerechtelijk onderzoek kan de verdachte in voorlopige hechtenis genomen worden wanneer de onderzoeksrechter een aanhoudingsbevel uitvaardigt. Dit aanhoudingsbevel moet op zijn geldigheid en verder nut onderzocht worden door de raadkamer. De raadkamer is een bijzondere kamer gevormd in de rechtbank van eerste aanleg. De raadkamer moet binnen de vijf dagen en daarna maand na maand het aanhoudingsbevel bevestigen.
Het gerechtelijk onderzoek wordt steeds afgesloten met een beslissing van de raadkamer dat de verdachte naar de correctionele rechtbank of het hof van assisen moet worden verwezen om berecht te worden. De raadkamer kan indien er onvoldoende bezwaren zijn de verdachte ook buiten vervolging stellen.
Tegen elke beslissing van de raadkamer is er een beroep mogelijk bij de kamer van inbeschuldigingstelling. Dit is een kamer gevormd binnen het hof van beroep.
het proces
Een verdachte kan enkel door een rechtbank worden bestraft. Een verdachte dient voor de strafrechter te verschijnen nadat hij daartoe is opgeroepen door een dagvaarding, hem betekend door een gerechtsdeurwaarder.
Voor de strafrechter zal het openbaar ministerie (ook wel parket genoemd) namens de maatschappij een veroordeling vorderen van de verdachte. Het openbaar ministerie moet daartoe bewijzen dat de verdachte een misdrijf heeft begaan .
De slachtoffers van het misdrijf kunnen zich voor de strafrechter burgerlijke partij stellen om op die manier vergoeding te vragen voor de schade die zij hebben geleden. De verdachte zelf krijgt als laatste het woord om zijn verdediging te voeren. Nadien neemt de rechtbank de zaak in beraad om op een latere datum haar vonnis uit te spreken. Tegen dit vonnis kan de partij die meent hiertoe reden te hebben beroep aantekenen bij een hogere rechtbank. Bij deze rechtbank zal de zaak opnieuw worden behandeld alvorens het vonnis in beroep wordt uitgesproken. Tegen een vonnis in beroep is enkel een voorziening bij het Hof van Cassatie mogelijk. Indien het Hof van Cassatie het vonnis bevestigt, eindigt de procedure. Wordt het vonnis verbroken, zal het Hof de zaak naar een andere rechtbank in beroep verzenden om de procedure in beroep over te doen. Het proces voor de zwaarste misdrijven wordt gevoerd voor het hof van assisen. Hier oordeelt een jury van 12 burgers over de schuld van de verdachte. Vervolgens bepalen de juryleden met de rechters de straf. Tegen een uitspraak van het hof van assisen is geen beroep mogelijk, enkel een voorziening bij het Hof van Cassatie.
BESCHULDIGDE, STA OP! Geruchtmakende assisenzaken in België
Bij Standaard Uitgeverij (Antwerpen) kwam ons boek uit "Beschuldigde, Sta Op" over de grote processen die ons land teisterden, zoals de zaak Van Noppen, het historisch proces Jespers, de akelige Wurger van de Linkeroever en de Vampier van Muizen, de ophefmakende vrijspraak van Polleke Maes, de klucht rond de ontvoering van Anthony Declerck, de acht kindermoorden in Oostende, het ranzige assisenproces tegen rector Jean Renneboog, enz... Ook de grote advocaten komen aan bod: Jef Vermassen, Piet Van Eeckhaut, Jan de Man, Hans Rieder, Pol Vandemeulebroucke, Jean Vanlondersele, John Bultinck, Leo Martens, René Verstringhe en vele anderen.
Het assisenboek "Beschuldigde, sta op" is na de tweede druk bijna uitverkocht en nog hier en daar verkrijgbaar na bestelling in de boekhandels.
Je kan het boek ook rechtstreeks betrekken via Gust Verwerft. Mailtje (gust.verwerft@assisen.be), belletje of smsje 0475 41 86 72.
Maak 16+3=19 Euro over op onze 063-0159259-20 en het boek wordt toegezonden.
Hoe oud en versleten en treurig zijn onze prisons?
Unieke tentoonstelling: Hoe oud en versleten en treurig zijn onze prisons?
GENT - Overbevolkt, onderbemand, sterk verouderd. Dat zijn de Belgische gevangenissen, allemaal. We wisten het al en nu krijgen we er binnenkort een aangrijpende tentoonstelling over. Fotograaf Lieven Nollet (53) kreeg de kans foto's te nemen in tien prisons. In Gent loopt vanaf vrijdag 25 november in het Caermersklooster een expo met 50 grote kunstfoto's, aangevuld met videofragmenten en zelfgemaakte foto's van gedetineerden uit de Antwerpse gevangenis.
Het thema is de binnenkant van onze prisons.
Lieven Nollet: "De echte oude gevangenissen vind je in Merksplas, Turnhout en ook Sint-Gillis. De zogezegd nieuwere gevangenissen, zoals Andennes en Lantin, zijn zo verouderd dat ze er desolater uitzien dan de oudere, stervormige systemen. Zelfs het nieuwe centrum in Brugge scheurt, omdat de ondergrond niet goed is."
Nollet is met zijn fotocamera in 10 Belgische gevangenissen geweest om er het interieur te fotograferen, van de nok tot de kelder. Hier en daar vond hij ook gedetineerden bereid om te poseren, zij het onherkenbaar.
-"Half 2002 ben ik begonnen in de gevangenis van Sint-Gillis." -"De laatste opnamen dateren van de voorbije grote vakantie." -"Ik mocht geen gedetineerden en penitentiaire beambten herkenbaar in beeld brengen. De bewakingsinstallaties evenmin." -"Maar het was vooral mijn bedoeling de symboliek te zoeken in de gebouwen".
Op de affiche van de tentoonstelling is een lange gang te zien met openstaande getraliede deuren.
-"Het is de gang die leidt naar de zogenaamde leeuwenkooien." -"Kooien waarin gestrafte, geïsoleerde gedetineerden hun dagelijks uurtje lucht happen." -"In de gevangenis heeft iedereen recht op een uur frisse lucht, maar als je gestraft bent, breng je dat uurtje door in dergelijke cellen." -"Boven is er traliewerk in plaats van een plafond en ook het raam is vervangen door tralies. Het is eigenlijk een soort kooi met twee zijmuren."
-"De titel van de fotoexpo 'INSIDE' verwijst naar de gevangenissen waar mensen letterlijk vast zitten." -"Maar het is ook een spel tussen INSIDE/OUTSIDE, want ook in het gewone leven kan je dat gevoel hebben."
"INSIDE, Gevangenissen in België", Lieven Nollet, tot en met 8 januari 2006 Caermersklooster, Vrouwebroersstraat 6 (Patershol), 9000 Gent.
Dit werd één van de beste verkochte boeken van de voorbije zomer
We hebben het over het boek "Moord en Doodslag in België" met daarin de analyse van de grootste assisenprocessen.
Zoals de ophefmakende vrijspraak die Jef Vermassen behaalde in het proces Eddy Van Steen. Daarbij een studie van de zin en onzin van artikel 71 over de onweerstaanbare drang.
Verder het relaas van de botte kindermoorden in een hotel in Aalst en het overbodige showproces errond.
Andere hoofdstukken o.a. over het mysterie van Aurore Martin en Uwe Schmitt, de duivelse geliefden uit Brussel die in Corsica een man op overschot vermoordden.
Ook analyse van de onwaarschijnlijke gruwels en de massamoorden van Andras Pandy.
Verder de fatale Brusselse liefde van Alfred Vlassenroot en de haat van zijn vrouw Clémentine Leclerc.
Ook alles over Brugse spookstand van de Smith en Weson waar de grote Sidmarbaas Alphonse Helfen ten gronde werd gericht.
Veel aandacht gaat naar het dossier Corneil Briquet die in Mons openbaar aanklager was en zelf een moordenaar werd.
We gaan ook niet voorbij aan de fabeltjeskrant van de bende Haemers, de fatale ontvoering van baron Bracht, de scheve rechtsvisie van madame Laurette Onkelinx, de stille commissie die het Hof van Assisen moet afschaffen, enz...
Talloze treffende anecdotes over de advocaten Piet Van Eeckhaut, Jef Vermassen, Fred Erdman, Leo Martens, Philippe Mayence, Guy François en Hein Diependaele, de voorzitters Jean-Paul De Graef, Henri Heimans, Karel Demyttenaere, Hans Van Bossuyt, Guy Wezel en Luc Maes, de openbare aanklagers Luc Decreus, Philippe Gysbergs en Alain Winants, onderzoeksrechter Bruno Bulthé en gerechts-journalisten als Manu Dotselaere, Gaby Fonck, Jan Backx en Karel Vander Mijnsbrugge.
De Standaarduitgeverij - Antwerpen. - 16 Euro
-Het boek kan je vinden in iedere goede boekhandel en boekenclubs.
-Je kan het boek, gesigneerd zo gewenst, ook bij ons bestellen. -Maak dan 16 + 3 = 19 euro over op onze 063 - 0159259 - 20 en het wordt toegezonden.
-Of maak een afspraak in een gerechtsgebouw, dan brengen we het boek mee (16 euro)
Niemand die het weten kan hoeveel ik van je hou Nieman die mij troosten kan in mijn verdriet om jou Niemand die begrijpen zal hoe vreselijk ik je mis Niemsnd die beseffen zal hoe erg die pij wel is.
Een dader ( moordenaar ) krijgt een tweede kans en hij krijgt 20 jaar.
In de komende maanden, gedenken wij speciaal deze jonge mensen die vermoord werden. Sandy,26 jaar, 1-1-1998 Ines,37 jaar, 1-1-2002 Kim,11 jaar, 4-1-1994 Ken,8 jaar, 4-1-1994 Wendy, 19 jaar, 1-1997
WIST JE DAT ! ° Je een gesprek met de onderzoeksrechter kan aanvragen. Je kan bij hem terecht met allerlei vragen. Je kan bijkomende onderzoeksdaden stellen.
° Je familliale verzekering, geheel of gedeeltelijk de advokaat betaalt.
° Slachtofferonthaal kunnen je begeleiden bij inzage van het dossier. Zij kunnen je helpen bij de aanvraag voor het schadefonds.
° Slachtofferhulp Bij hen kan je terecht voor psychologische begeleiding. Op aanvraag komen zij ook aan huis. Ze helpen je bij de praktische zaken. Ze verwijzen je door naar de juiste personen.
° Pioniers Ze zijn er nog. Politiemensen, die niet kunnen verwerken dat een moord onopgelost blijft. Ook als het dossier reeds gesloten is, zoeken zij verder na hun diensturen. Ze vechten vaak tegen windmolens. Maar ze geven niet op. In naam van ons allen. Proficiat en dank u wel.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Je dood kwam véél te vlug.
Mijn leven, zou ik willen geven, om je nog eenmaal, te kunnen knuffelen.
Het kan niet meer. Je bent weg, ver weg. Het doet verdomd veel pijn.
We konden, nog zoveel dingen samen doen. We hadden, elkaar nog zoveel te vertellen,
Ik mis je, ik wil je terug, Ik wil je nog eenmaal, een kus kunnen geven. Ik wil je nog eenmaal, in mijn armen nemen,
Al was het maar, om echt afscheid, te kunnen nemen, Maar ... Het kan niet meer, Je dood kwam veel te vlug.
17 lentes jong, je levensstengel brak middendoor. Je kreeg de tijd niet om te leven. Eigenlijk .... was je te rechtschapen voor deze wereld. Je was te rechtuit. Je had geen schrik. Onrecht stond niet in je woordenboek.
Je gedroeg je als een beschermengel. Soms iets teveel. Je had je eigen visie en mening over het leven. Je was bang van pijn. Niet alleen lichamelijk, of voor jezelf. Maar ook bang, om iemand pijn te doen, of te kwetsen. Je kon het ook niet hebben, te zien hoe een ander werd gekwetst. Altijd trok je partij voor de zwakkere.
Lieve meid, waar je ook bent??? Eén ding weten we zeker, daar is geen pijn meer. Daar vind je rust. Daar kan je dromen over de dingen, die je alleen en samen met anderen nog zou doen.
Je zal het ons niet komen vertellen, dat weten we, maar als er leven is na de dood, dan zien we elkaar zeker terug. Dan gaan we verder met ons leven, die nu gestopt is. Want zonder jou is niets meer hetzelfde. Wij allen missen je en hopen dat we elkaar ooit terug zien.
Marina
Je foto
Telkens ik naar je foto kijk, Kijk je mij aan. Het is alsof je me iets wil zeggen. Je straalt rust en vrede uit
Telkens als ik naar je foto kijk, Geef je me een vreemd gevoel. Het is alsof je me zegt Huil niet, ik ben er toch.
Telkens ik naar je foto kijk, Zie ik een troostende blik, Alsof je me wil zeggen, Mamsy het leven gaat verder Telkens ik naar je foto kijk Zie ik je rustgevende blik Je geeft me het gevoel Ik ben gelukkig nu! Telkens ik naar je foto kijk, Fluister je, Niemand zal me nog zo erg pijn doen Ik heb mijn rust gevonden
Marina Telkens ik naar je foto kijk Zeg je me Niemand kan me nog pijn Stuur jou pijn en verdriet weg Leer terug gelukkig zijn.
Marina
Meisje, je bent dood. ik heb je verloren. je bent verdwenen, maar . . . niet uit mijn hart. Meisje ik heb je niet begraven, maar je as uitgestrooid.
Je kan nu meereizen, op de wolken, naar ongekend oorden. Naar het onzichtbare, voor ons mensen.
Meisje, je bent nu veilig, niemand kan je nog iets doen. Je bent dood, verdwenen, Maar vergeten . . . Nee, dat ben je niet. Zolang ik leef, woon je in mijn hart.