Vaak denken we dat onze stemming het gevolg is van wat we meemaken in plaats van andersom. Alberto del Niente al Nada
Ò
Ò
En daarom,mijnheer de voorzitter,eist mijn partij dat alle brandblusappararten in de toekomst uiterlijk tien dagen voor elk brand getest worden." (uit een debat in de stadsraad van Londen)
Een carrière alleen maakt niet gelukkig. Helaas merken sommigen dat pas aan het eind ervan. Olaf Hoenson
Na de stilte komt muziek het dichtst bij het verwoorden van het onuitsprekelijke. Aldous Huxley
Pas als je in het leven bent heen en weer geslingerd, kun je echt bewogen zijn. Hans Stolp
Begrip is het voelen wat een ander denkt, niet het denken wat een ander voelt. Rob van Raalten
De drie essentiële elementen voor het geluk zijn: iets te doen hebben, iemand om lief te hebben en iets om naar uit te kijken. Allen Chalmers
"In mijn achtertuin heb je altijd hele leuke avonturen. Gisteravond zaten we in de schemer en ineens hoorden we gespetter, angstig gepiep en toen lag daar een jonge merel in"
De jonge merel, die in een teil water in de tuin was gevallen, werd natuurlijk meteen door Jan gered. Hij bewaart hem in een mand met een deken erover en voert hem met de hand. "Ik geef hem wormen, stukjes bruin brood, een verpletterd aardbeitje. Want de ouders pikken vaak rotte pruimen en dat soort dingen. Je moet ze geen droog voer geven, deze beestjes."
De merel wil weg vliegen, maar Jan is bang dat hij dan een prooi wordt voor de katten. Aan zijn eigen kat Knorretje vraagt hij of ze de merel wil beschermen tegen andere katten. Voor de zekerheid houdt hij hem toch maar zelf bij. De merel gaat op zijn hand zitten en op zijn schouder. "Kijk, zo ben ik net Robinson Crusoe, met een papegaai op zijn schouder."
Weet je wat een berkendoder is? Of hoe Heksenkruid eruit ziet? Jan Wolkers legt het je uit. En vertelt over een 'verschrikkelijk treurig, griezelig dal vol doodsgebeente'...
Berkendoders zijn zwammen die berkenbomen ondermijnen en afbreken. De berk in Jan's achtertuin kun je zo omduwen. "Als zo'n boom ziek is, komen de insecten de laatste klap uitdelen". Als jongetje liep Jan in de duinen bij Katwijk.
"Daar was een heel dal met dode berken, daar zaten berkendoders in. Dat was zo'n verschrikkelijk treurig, griezelig dal vol doodsgebeente".
Wandelend door het bos komt hij bij Heksenkruid, "een mooi wild plantje, dat ik nooit op Texel gezien heb." Waarom de plant zo heet, weet hij niet zeker. Misschien "omdat als al die plantjes bloeien in de zomer, dan zie je in de schemer een witte waas erover."
Als Jan een spinneweb vindt, wordt hij meteen enthousiast. "Zo'n schitterende constructie! Als ik architect was, dan eigende ik me de ziel van de spin toe".
Wat is de overeenkomst tussen de bekoorlijke Venus en een glazig groen spuugbeestje? Hoe zit het met pissebedden en gele vla? Schrijver JAN WOLKERS heeft er PRACHTIGE VERHALEN over.
Wanneer JAN WOLKERS vertelt wordt alles poezie, wat gewoon is wordt BIJZONDER, wat klein is groot, wat lelijk is mooi. Je wordt VERTEDERD door een pissebed, "grijs-blauw als de zee in november." BEVANGEN door de schoonheid van een slakkenhuis, "bijna een Zeeuwse oorknop van goud". ONTROERD door een stekelige egel, want "iedereen die een egel vastheeft is vanzelf een gelukkig mens". Of VERVULD VAN ONTZAG voor de prestaties van een kikker: "Kikkers zijn zo perfect gebouwde beesten. Als je die dijen ziet, die achterpoten waarmee ze sprongen maken die vele malen de lengte van hun lichaam overschrijden. Stel je eens voor dat wij hier zo buiten staan en ik spring ineens zo midden op dat veld. Dan zou je zeggen: hij heeft het weer eens op zijn heupen."
In zijn achtertuin ontpopt JAN WOLKERS zich als groot LIEFHEBBER van de NATUUR. Zeventien afleveringen vol bijzondere ontmoetingen, poetische bespiegelingen en leuke tips.
Hoe je een biggetje maakt van gele lis. Maar ook dat je als jongen met een lisdorn over het wipneusje van je vriendinnetje kunt strelen zodat zij denkt: 'dat is een fijnzinnige jongen. Die wil ik wel bij me houden.'
Jan: "Het Waterleven is voor een kind fantastisch. Je ziet kinderen altijd langs sloten lopen, salamanders vangen, kikkers, kikkervisjes. Dat is een enorme leerschool." Jan probeert een kikker te vangen met zijn schepnet, maar dat valt niet mee. Hij geeft echter niet op, want: "als je als kikker aan Jan Wolkers denkt te ontsnappen, dan ben je een grote fantast."
"Je mag zoveel diploma's zwemmen hebben, maar als een kikker leer je het nooit. Het zijn beestjes die zo perfect gebouwd zijn. Als je die dijen ziet, die achterpoten, waar ze sprongen mee maken die vele malen de lengte van hun lichaam overschrijden. Stel je eens voor , terwijl wij hier zo buiten staan en ik sprong ineens daar midden op dat veld. Dan zou je zeggen: hij heeft het weer op zijn heupen."
Nadat hij tenslotte toch nog een kikker te pakken heeft gekregen, geeft Jan nog een advies aan alle jongens. De bruine, fluweelzachte pluimen van de lisdodde moet je niet in de fik steken, maar gebruiken om je vriendinnetje over haar kleine wipneusje te aaien. "Dan zal ze denken: dat is een fijnzinnige jongen. Die hou ik wel in huis, die gaat 's-avonds niet tien liter bier drinken."
Na tien jaar campagnevoeren van Greenpeace, andere milieuorganisaties en lokale indianenstammen wordt twee miljoen hectare van het Great Bear Rainforest volledig beschermd tegen houtkap. Voor de rest van het regenwoud worden regels opgesteld voor duurzaam gebruik.