Gisterochtend vond ik twee briefjes in de bus. Een handgeschreven boodschap en een officieel uitziend document, geen van beiden persoonlijk geadresseerd, beiden -uiteraard- in het Frans. Het geschreven briefje bleek afkomstig van de onderburen: Even om te laten weten dat we een feestje geven op 21/6. Xxx, le troisième étage. De andere was van de NMBS: er zijn werken aan de spoorlijn tijdens de nachten van 16/6 tot en met 30/6. Veuillez nous en excuser pour les inconvénients..
De eerste keer dat ik zon briefje kreeg, dacht ik nog ach kijk eens, wat attent!. Na de nacht van 21/6 denk ik er volstrekt anders over. Waarom? Gisteravond 23 uur. Ik rek me uit, kleed me uit en leg me neer, klaar voor acht uur zalige nachtrust. Niet dus. Tegen kwart na elf hoor ik plots een meute opgelaten, luid schreeuwende Walen de gemeenschappelijke trap van ons appartement bestormen. Niet veel later zijn ze er: dreunende technobeats. Het feestje van de onderburen is duidelijk geen besloten kaas- en wijnavond met een bevriend koppel, maar een regelrechte rave voor mensen met gehoorproblemen (zo kan ik alleen maar afleiden uit het aantal decibels dat door de vloer omhoog komt bulken).
Wanneer ik me al tien keer chagrijnig heb omgedraaid met een kussen op mijn oren, komt er door mijn raam een scherp licht met een al even scherp geluid. De apocalyps? Nee. Na inspectie blijkt dat ook de NMBS zijn big guns heeft bewaard tot vannacht: een twintigtal luid communicerende werkers leggen een nieuwe spoorlijn aan, net achter mijn slaapkamer. Of, zo lijkt het toch, ín mijn slaapkamer. Tot vroeg s ochtends lig ik wakker bij de aangename, soothing combinatie van dronken Franstalig geloei, hardcore techno en het raspende lawaai van twintig slijpschijven op metaal.
Om zeven uur ben ik het zat. De NMBS-arbeiders zijn gaan slapen en ook de laatste feestvierders -nu onvermijdelijk volledig doof, vermoed ik- trekken huiswaarts. Ik, intussen nog steeds klaarwakker en -vooral- pissed off, bereid me voor op een tegenoffensief. De NMBS kan ik moeilijk terugpakken, maar onze onderburen zullen na een nachtje raven hun slaap wel kunnen gebruiken. Niet dus. Terwijl ik dit schrijf, verzamel ik alle boxen in huis en stel ik een playlist samen van de extreemste, irritantste, monotoonste Drum n Bass die ik kan vinden. Boxen op de grond, volume volledig open, timer op de komende acht uur. Nu alleen nog even naar de apotheek voor oordopjes. Zo kan ík tenminste een vredig dutje doen om mijn verloren nachtrust in te halen. Xxx, le quatrième étage!
Ik vraag me ernstig af wat sommige mensen verstaan onder het bijwoord binnenkort. Ik, toch een moedertaalspreker van het Nederlands en bovendien een gediplomeerd taalkundige, dacht dat binnenkort een synoniem was voor spoedig. Als ik dus tegen iemand zeg: ik ga binnenkort verhuizen, wil dat concreet zeggen dat ik, plus minus, ergens in de komende twee weken ga verhuizen.
Niet iedereen denkt er zo over, zo blijkt. In de laatste drie maanden, had ik drie sollicitatiegesprekken. De afsluiter van deze gesprekken is altijd hetzelfde:
-Heb je nog vragen?
-Ja, wanneer laten jullie iets weten?
-Binnenkort
Ik ben intussen respectievelijk drie maanden, anderhalve maand en vier weken aan het wachten op een verlossend telefoontje of een e-mail van de mensen die lang, lang geleden binnenkort zeiden.
Ik vermoed dat die mensen niet (meer) weten hoe het is om werkloos te zijn, en niets -maar dan echt niéts- anders te doen te hebben dan staren naar je (roerloze) gsm en (lege) inbox. Ze begrijpen vast niet dat vanaf het moment waarop zij binnenkort zeggen, ik mijn e-mailpagina blijf refreshen tot op het moment waarop zij me uit mijn lijden verlossen. Dat ik om de twee dagen mijn moeder opbel om te checken of mijn gsm wel werkt. Dat ik mijn vrienden, ouders en grootouders kindly but firmly heb verzocht me niet meer te bellen tussen 9 en 5, omdat ik elke keer als mijn gsm rinkelt net geen hartaanval krijg. Om dan vervolgens lastig op te nemen als blijkt dat zij het maar zijn. Dat ik er een gewoonte van heb gemaakt om na mijn nachtelijke toiletbezoek even mijn inbox te openen. Dat ik tegenwoordig liever thuisblijf dan naar een feestje te gaan, want wie weet hoor ik mijn gsm niet afgaan in het feestgedruis. Dat ik brul tegen verkopers die me bellen met een onbekend nummer dat ze me godverdomme met rust moeten laten!. Dat ik zeiknat de douche uitren als ik van onder een waterstraal mijn beltoon hoor. Als ik schreeuwtherapie zou volgen voor dit manische gedrag, zou ik steeds hetzelfde schreeuwen: LAAT DAN TOCH IETS WETEN! BINNENKORT IS ALLANG VOORBIJ, B*TCH!.
Deze mensen beseffen dus niet dat ik, gewoon door binnenkort, mijn sociale leven verwaarloos, 24/7 aan gsm en mailbox vastkleef én dat ik een hartkwaal aan het ontwikkelen ben. En als ze dat wel beseffen, zijn het psychopathische sadisten, allemaal!
Ik las laatst dat je in deze fase van het leven (ik ben 24 en dwaal ergens tussen verantwoordelijkheidsvrije student en werkende, aan de samenleving bijdragende burger) last krijgt van mevrouwenmomenten, momenten waarop je je ineens meer mevrouw dan juffrouw voelt. Nu ik binnenkort verhuis naar mijn eigen appartement, moet ik toegeven dat ik inderdaad mijn eerste mevrouwenmomenten achter de rug heb.
Akkoord, de tijd dat ik onbezonnen in het ballenbad kon springen bij Ikea, ligt ver achter me (jammer, want -eerlijk- wanneer is een bad vol kleurrijke balletjes niet leuk?). Toch komt de enge volwassenheid van brand- en ziekteverzekeringen, huurcontracten en serieuze sollicitaties in mantelpakjes ineens wel heel dichtbij.
Het allergrootste mevrouwenmoment tot nu toe kwam echter toen mijn oma vroeg waar ik wasmanden ging kopen voor mijn nieuwe appartement. Tot nu toe zeulde ik mijn vuile was elk weekend van Brussel naar Limburg, dropte ik mijn koffervol in nette hoopjes (wit, zwart en bont) voor de ouderlijke wasmachine en kon ik op zondagavond alles netjes gewassen, gestreken en opgevouwen weer opbergen in mijn koffer. Nu ik echter de trotse bezitter zal zijn van een eigen wasmachine, strijkplank en een state-of-the-art stoomstrijkijzer, heb ik dus wasmanden nodig.
Terwijl mijn oma verrassend lang bleef doorbomen over het comfort van wasmanden van Blokker, bleef mijn leven even stilstaan. Ik moet geld uitgeven aan wasmanden, dacht ik. Geld dat normaal steevast naar een zoveelste onnodig paar schoenen gaat. Of een dure sjaal. Of nagellak in net dat ander tintje rood. Wat een schok!
In de namiddag ga ik dus maar eens naar Blokker. Als een echte mevrouw zoeken naar een wasmand die handig afgerond is, zodat ze fijn tegen je heup aanleunt. Een wasmand met ronde handvatten, zodat deze niet in je huid snijden als je met een zware hoop was moet sjouwen. Een wasmand in wit, een degelijke kleur. Niet goedkoop, maar wel een goede investering, aldus oma. Al kan ik, mevrouw of juffrouw, niemand verzekeren dat ik niet terug zal komen met een volstrekt onpraktische, knaloranje wasmand zonder handvatten, zo goedkoop mogelijk. Zo kan de juffrouw in mij misschien met het wasmandenfonds ook nog een koraalkleurig nagellakje kopen?
Nog erger dan gewoon werkloos zijn? Werkloos zijn en een appartement zoeken. Ik ga binnenkort verhuizen en zoek dus een leuk tweekamerappartement in Brussel. Unlike mensen-met-job ben ik niet minstens acht uur per dag bezig met nuttige werkgerelateerde problemen, maar kan ik ongestoord de ganse dag rondsurfen op immowebsites en potentiële appartementen bezoeken. Na een paar weken ben ik niet, zoals verwacht, de toekomstige bewoner van mijn droomappartement. Integendeel; er blijkt geen enkel geschikt appartement te vinden op het hele worldwide web.
Wat ik echter wel ben nu, is een vlotte spreker van een gloednieuwe taalvariant: het Immofrans. Frans omdat ik in Brussel aan het zoeken ben, en de meeste immowebsites zich consistent distantiëren van mijn moedertaal met de frase het spijt ons, maar wij hebben geen Nederlandstalige vertaling gekregen. Immofrans omdat het taaltje dat de Franstaligen gebruiken om hun vastgoed aan te prijzen, niet het Frans blijkt te zijn dat ik terugvind in mijn Van Dale Frans-Nederlands woordenboek.
Daarom heb ik voor jou een lijst samengesteld van vaakvoorkomende uitdrukkingen, hun Franse vertaling én hun Immofranse vertaling.
Uitdrukking
Van Dales Frans-Nederlands
Maries Immofrans-Nederlands
Entièrement renové
Volledig gerenoveerd
we hebben alle grote barsten in de muren dichtgesmeerd en hopen dat deze oppervlakkige ingreep kan vermijden dat het hele gebouw zal instorten tijdens jouw bezoek. Nadat je getekend hebt, is enig instortingsgevaar evenwel jouw probleem.
Grande chambre
Grote kamer
Als je je kast op je bed zet, is er net genoeg plaats om een bescheiden stoeltje te zetten, zodat je gezellig gasten kan ontvangen op your very own zes vierkante meter.
À quelques pas de
Op een paar voetstappen van
Gesteld dat je toevallig een reus van Godzilla-achtige proporties zou zijn, hoef je maar zeven voetstappen van elk gemiddeld één kilometer te zetten voor je er bent.
Cuisine hyper equipée
Superuitgeruste keuken
In onze keuken kan je absoluut alles, behalve voedsel koelen, invriezen, opwarmen, ontdooien, bakken, koken of opbergen.
Beaucoup de lumière
Veel lichtinval
wanneer je op exact het juiste moment in de ochtend/middag/avond vanuit je kelderraam reikt over de muur waarop je uitkijkt, vang je net genoeg zonnestralen op om je ecologisch verantwoorde zonne-energielamp briefly te laten flikkeren.
Als je verder nog in aanmerking neemt dat het met vierkante meters werkt als met mijn eigen lengte (tel alvast maar dertig procent af van het getal dat ik je probeer wijs te maken), ben je klaar om te gaan apartment-hunten in Franstalige gebieden. Ik ga alvast even Immofrans toevoegen aan de talen die bij talenkennis staan op mijn cv.