Ik ben Roel Jacobus, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Marathonrocker.
Ik ben een man en woon in Wingene (België) en mijn beroep is aan de slag zijn met letters en cijfers ten dienste van 't algemeen.
Ik ben geboren op 27/02/1911 en ben nu dus 114 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lopen, basgitaar spelen, groen tuinieren, Cercle Brugge, schrijven.
Rockt het niet, dan loopt het (af en toe een beetje uit de hand)
16-09-2012
Griepje achtergelaten in het bos, sorry eekhoorn
De voorbije dagen voelde ik me grieperig. Een gloeiend hoofd, slappe benen, kil gevoel. Vanmorgen een uurtje rustig in het bos gaan lopen. Een eekhoorn gegroet. Sindsdien is de griep weg. Sorry als jij hem nu te pakken hebt, eekhoorn.
Nooit opgeven In Flanders Fields Marathon - 9 september 2012 Nieuwpoort-Ieper
Een zomer die zijn hitte spaart tot het venijn in de staart zit... dat is om miserie vragen. Terwijl Vlaanderen zich met koele drank in het lommer verschool, trok Beverhouttrio 'Showbizz' Lieven Dewulf, Martin Goeminne en ondergetekende Marathonrocker op zondag 9 september naar de In Flanders Fields Marathon. Dat was ik ook aan mezelf verplicht: ik vierde mijn 'marathonverjaardag' zijnde 42 jaar en 195 dagen. Het parcours ken ik op mijn duimpje. Zes jaar geleden liep ik de IFF (3u57) en twee jaar later fietste ik mee. Als geen ander ken ik ook de eindeloze eenzaamheid tussen 35 en 39 kilometer langs de Ieperleevaart. Daar bezijden het John McCrae Memorial wacht het slagveld. We droegen het slagveld ook letterlijk mee: elke loper kreeg op zijn borstnummer behalve de eigen voornaam ook de naam van een gesneuvelde soldaat.
Frank Deboosere had ons 30 graden beloofd, en dat kregen we zonder fout! Bij de start aan de Vismijn in Nieuwpoort om 10 uur scheen de zon al overvloedig. Martin had daags voordien gewerkt , Lieven had naar eigen telling 16 pinten gedronken (tegen 's avonds waren het al 18 glazen waarond Duvels, Westmalles, enz. ) en ik had wat last van mijn rug . Niettemin zat de conditie goed. Martin en ik hadden beiden ambitie voor 'in de 3u30'. Lieven kan dik 20 min sneller maar zou vandaag zijn gebuur Martin gezelschap houden.
We vertrokken goed, met soepele tred en meteen in het ritme van 5 min/km. Af en toe boden bomen welgekomen schaduwoases. De eerste 5 km in 24:45, hartslag bleef netjes rond de 150. Een groep Beverhoutsupporters zou vanaf Ramskapelle bij elk dorp of brug enthousiast aanmoedigen, waarvoor grote dank! Tegen 10 km (50:11 hartslag 153) begonnen mijn linkertenen te nijpen, ai ai uitstraling uit de onderrug. Dat kwam vroeger dan verwacht, geen goed teken. Net voor Stuivekenskerke even gestopt om te plassen en de rug te rekken. Na een minuut weer vertrokken zonder te forceren om de makkers weer bij te halen. Kilometers lang zag ik ze nog voor mij, aan 15 km (1:16:01) leek ik ze te gaan pakken maar in de hitte langs de IJzer hield ik bewust de hartslag in. Mijn linkervoet begon nu te slapen. Tussen Diksmuide en Knokkebrug (km 17-25) geen centimer schaduw, temporiseren was de boodschap. De eerste slachtoffers begonnen al te wandelen. Grote verbazing dat plots kandidaat-winnaar Steven Broucke langs de IJzerdijk stond te balen met een gezicht als een donderwolk. Tegen pols 158 passeerde het halverwegepunt aan 1:48:17. Maal twee en plus tien minuten hitteverval zou dat in het allerbeste geval 3u47 opleveren. Op een mooie tijd moest ik vandaag niet meer hopen. Vanaf nu besloot ik heelhuids aan te komen. Aan het aantal wandelaars (nu al!) af te lezen, zou dat een ferme prestatie zijn.
Aan de horizon lonkte als een nauwelijks naderende fata morgana, de verkoelende bomenrij van het Ieperleekanaal. Martin en Lieven liepen amper enkele honderden meters vooruit. Hen proberen inhalen was in deze omstandigheden echter zelfmoord. Km 25 aan Knokkebrug tekende 2:09:33 aan hartslag 161. We verlieten de verzengde IJzerdijk en schoven onder de bomen langs het Ieperleekanaal. Bij de waterpost nam ik ruim wandeltijd om een gel op te zuigen en genoeg te drinken.
Zachtjes verder joggend en af en toe stappend om de rug te stretchen, ging het verder tussen twee soorten volk: lopers die voorbijstaken en steeds meer stappers. Aan km 28 bij vzw De Boot aan Driegrachten een plezante verrassing. De sponsen werd aangegeven door dochterlief en de familie stond te supporteren. Dat gaf moed. Vader/kinesist gaf een paar oefeningen om de rug te rekken en stelde voor een kwartier te rusten. Een hartverwarmend voorstel, maar ik vreesde door stilstand te verkrampen. Na een kus weer vertrokken. De klimmetjes onder en over bruggen verliepen steeds pijnlijker. Maar het voordeel van ervaring is dat je weet welke hel nog komt en dat uiteindelijk toch de verlossing volgt. Kilometer 30 in 2:43:15, een mentale klap want normaal zou ik op dit moment had ik al bijna 35km moeten hebben. De moed zonk in de schoenen want dit betekende nog ongeveer 1u15 voor 12km als ik onder de 4 uur wilde eindigen. Met een slapend been oogde de psychologische drempel van 3u59 een huizenhoge dijk.
Hoe dichter we Ieper naderden, hoe meer het landschap ongemerkt klom. De sluizen van Boezinge hadden telkens een venijnig klimmetje in petto. Ik ken ze allemaal maar het blijven smeerlappen. Afwisselend joggend en wandelend sleepte ik me naar 35 km in 3:18:42. Nog 41 minuten voor 7 km, onmogelijk in deze toestand. Rondom mij werd gewandeld dat het aandoenlijk werd. Plots waren daar de krampen. Wat wil je, als je al 25 km op één been loopt. Van 35 naar 38 km (3:51:05) was het strompelen geblazen. Op een gegeven moment stond ik helemaal vast, kon niet meer vooruit, achteruit, opzij. Gewoon niks. Wat doe je dan op een jaagpad tussen links water en rechts netels en prikkeldraad? Tja, had op dat moment den Duits langsgekomen dan was deze soldaat een vogel voor de kat. Gelukkig had ik anno 2012 de vrijheid om voorover te buigen (lach niet, dat was werkelijk het enige wat nog lukte) en de quadricepsen, hamstrings, schenen en kuiten te masseren. Nooit wenstte ik harder een nulworp te veroorzaken. Ik dacht eraan dat ik mijn buurman gisteren vertelde dat je in een marathon alleen mag opgeven als je niet meer vooruit geraakt. Nooit als het 'gewoon' pijn doet of als je het 'gewoon' niet meer ziet zitten. Maar wonder boven wonder kwamen de spieren weer los en haalde ik 39 km in 4:01:51. Bijkomende voordelen van het stappen waren de lage hartslag en het ontspannen van de rug wat de slapende voet weer wakker maakte.
De fietser van een andere loper gaf me een flesje water dat uit Lourdes leek te komen, want een tweede mirakel voltrok zich. De spierkrampen verdwenen en ik dacht stomweg "laat ik maar weer eens proberen te lopen". En warempel, het lukte nog ook tot 40 km in 4:09:43. Voor het eerst in zes marathons kreeg ik de laatste kilometers vleugels en het ging steeds sneller. Ik haalde niet alleen stappers maar ook lopers in. Onder de Menenpoort kwamen de tranen in de ogen voor al die gesneuvelde jongens en mannen die evenzeer hadden afgezien. Mijn overgrootvader-oudstrijder die de gasaanvallen nauwelijks vijf jaren overleefde, kwam voor mijn geest hoewel ik hem nooit gekend heb. In Flanders Fields was iedereen een held. Op dit élan had ik nog tientallen kilometers kunnen doorgaan. De vetverbranding was blijkbaar op kruissnelheid gekomen. Mijn eindtijd van 4:22:25 op plaats 304 voelde uiteindelijk als een overwinning. Wij zijn Beverhouters, IJzervreters, frontsoldaten, wij geven godverdomme niet op.
Lieven en Martin waren aangekomen in 3u47, met inbegrip van tien minuten verkrampt strompelen. Respectievelijk 150 en 151ste, straffe gasten! Met de supporters zaten ze al vanop een terras luidruchtig aan te moedigen. Iedereen blij dat we het levend gehaald hadden in deze legendarisch hete editie. Met meerdere goede glazen werden de vochttekorten weggewerkt, de professionele aanpak.
De uitslag loog niet over de hitte. Van de 479 vertrekkers haalden slechts 391 de finish, of een uitval van 1 op 5. Met 4 uur rond zat je nog in de eerste helft van de ranglijst (van de vertrekkers), nooit gezien...
Nog een dikke pluim voor de organisatie die om de 5 km waterbevoorrading hield met flesjes van een halve liter. Dit bleek ruimschoots voldoende. In tegenstelling tot de Rhytm & Run in Antwerpen (halve marathon) en de marathon in Lier kende ik geen uitdroging. Een dikke pluim. Al kan het nog beter: volgende keer graag tussen 35 en 40 km nog een bijkomende drankpost want voor de vele stappers was dat een verdomd lange tijd dorst lijden. Nooit eerder waren de aanmoedigingen van de toeschouwers zo fel. Ook dat stak een hart onder de riem.
En nu? Ja, wat nu? Nooit meer, nooit meer, nooit meer! Dure eden gezworen op de hete IJzerdijk en tussen de netels van het Ieperleekanaal. Maar 's anderendaags zit een mens toch weer wedstrijdkalenders af te speuren naar kansen op revanche. Kampenhout (15 december), ik om er aan...