Derde zondag van de advent
Bronnen: www.biblija.net
www.stichtingsamuel.nl
Kinderen mogen het zeggen - jaar A, B en C (Jacques Verhees)
Voor de lezingen werd de Willibrordvertaling gebruikt.
Jaar A
Eerste lezing: Jes. 35, 1 6a . 10
Tweede lezing: Jak. 5, 7 - 10
Evangelie: Mt. 11, 2 11
Toen Johannes in de gevangenis hoorde over de daden van de Messias, liet hij Hem bij monde van zijn leerlingen vragen: Bent U het die komen zou, of hebben we een ander te verwachten? Jezus gaf hun ten antwoord: Ga Johannes vertellen wat u hoort en ziet: Blinden zien weer en kreupelen lopen, melaatsen worden rein en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de goede boodschap verkondigd. Gelukkig degene die geen aanstoot aan Mij neemt.
Toen ze vertrokken, begon Jezus tegen de mensen over Johannes te spreken: Waarom bent u naar de woestijn gegaan? Om naar riet te kijken dat beweegt met de wind? Waarom ging u dan? Om iemand in verfijnde kleren te zien? Mensen die verfijnde kleren dragen, vind je in de paleizen van de koningen. Maar waarom ging u dan? Om een profeet te zien? Ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet. Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor u uit, om voor u de weg te banen. Ik verzeker u, onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Maar de kleinste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij.
Bij de lezingen van deze zondag (jaar A)
Voor volwassenen
Gods licht breekt bevrijdend door in een vaak nog duistere mensenwereld, tot vreugde van velen. Jesaja gebruikt woorden als jubelen, juichen, blijdschap en vreugde. De schrijver van de Jesaja-lezing van vandaag dacht daarbij aan de op handen zijnde repatriëring van de Israëlieten die naar Babylonië verbannen waren.
In het evangelie wordt Jesaja met instemming geciteerd. De verwachtingen van Jesaja worden door Jezus namelijk werkelijkheid : Blinden zien, (
) en aan armen wordt de blijde boodschap verkondigd.
In de brief van Jakobus worden de geadresseerden vergeleken met de boer die uitziet naar de heerlijke vrucht van zijn land. Zich verheugen over wat komen gaat mag dus, al pleit Jakobus ervoor om daarbij het nodige geduld aan de dag te leggen.
Voor kinderen
Er is goed nieuws. We moeten niet bang zijn, want er gaat iets moois gebeuren. Er breekt een nieuwe tijd aan. Dat zei iemand, lang geleden, tegen mensen die dachten : Het komt nooit meer goed. Maar het kwam wel goed, want Jezus kwam eraan. Hij liet zien wat vrede is. Hij was een licht voor de wereld.
Met Kerstmis gaan we vieren dat de wereld door Jezus een nieuw begin kreeg. Hij zou iedereen erbij laten horen: zieken, kinderen, en mensen die anders waren dan de anderen. Hij zei : Wees niet bang. Jouw naam staat geschreven in de palm van Gods hand. God houdt van je, van jou en van al de anderen.
|