Beschrijving van de meubelen en den kunstschat der kerk. - De hooge autaar, in den stijl der renaissance is geplaatst in 1741. Als retabel heeft hij de H. Drijvuldigheid. De twee zijautaren, in denzelfden stijl, zijn van 1742. Op den autaar in den zuiderbeuk, waren vroeger uitgesteld de relikwieën van St. Antonius, abt, in eene vergulde en fraai gesneden houten kas welke in 1739 gegeven was door Mevrouw Blondel, kleindochter en erfgename van Mr de Alvarado en echtgenoote van Baron de Boneem. (Foppens. D.). - Thans prijkt er een houten beeld van S. Stephanus ; van welken tijd het is, heb ik nog niet gevonden.
De koorgestoelten zijn van 1741 evenals het houtwerk rond de koor.
De schoone kommuniebank dagteekent van 1758, uit den tijd van Pastor Van der Donckt. De kerk betaalde daarvoor 300 gulden.
De biechtstoelen waarvan er een dagteekent van 1778 zijn versierd de eene met den Goeden Herder, en de andere met Sint Peeter den sleuteldrager.
De predikstoel is gemaakt naar het model van dien van Liezele in den oorlog verbrand. Hij werd verveerdigd, in 1815, door Jacobus Boelpaep, inwoner van Lippeloo, en kostte 700 frank.
De schoone toog in de sakristij is gemaakt in 1765 of kort daarna.
De orgel, die in 1774 gemaakt is door den Gentenaar Van Petegem, kostte duizend gulden, en de kas omtrent 500. - De lijkdeur, de zijdeuren met de leuning van het hoogzaal zijn van 1766.
Twee groote schilderijen hangen boven de biechtstoelen. De eene verbeeldt de Boodschap des Engels aan Maria en is op doek. De andere op paneel, die veel ouder is, vertoont een Kalvariëgroep. De afmetingen zijn : 2 meters hoog, en 1,46 m. breed. Onderaan staat het jaartal 158... en de handteekening des schilders. Alleen de beginletter R is nog duidelijk.
In de pastorij was er nog een klein schilderijken op doek, dat Christus verbeeldde met zijn kruis in de hand. - 't Is in October 1914, bij het begin van den oorlog, verdwenen. 't Waren kenners die dat gestolen hebben want de eenvoudige omlijsting lieten ze hier.
In de sakristij hangen twee doeken van beide zijden beschilderd, omdat ze voor processievanen hebben gediend. Ze verbeelden, de eene : De H. Drijvuldigheid en Onze Lieve Vrouw ; de andere : den H. Stephanus en S. Antonius, abt. Twee zulkdanige van twee zijden beschilderde doeken, hangen in de zaal van de pastorij ; ze komen ook voort van versleten vanen en wierden later omlijst. De onderwerpen zijn dezelfde als die van de honger genoemde, doch de uitvoering is van jongeren datum.
De kerk heeft twee remonstransen, de kleine in verguld koper ; de andere, de grootste, is in zilver en wierd aangeworven in Augustus 1732. Zij is gemaakt te Antwerpen door Lambertus Van Geimert en weegt 94 onsen dat is omtrent drij kilos. Wij hebben ook twee zilveren miskelken ; de beste is Brusselsch werk van 1755. De kleine wierd in 1809 gegeven door juffr. Anastasia du Bois de Hoves. Daarbij twee cibories of kommuniekelken; de grootste heeft van onder in den voet het volgend opschrift, dat het jaartal 1687 uitmaakt : JosephUs PIssenIer CLaUstrI hUJUs sUperIor Me DonaVIt. - Misschien herwaarts gebracht door E. H. Spillemaekers of E. H. Couteaux die kloosterheeren waren van Baudeloo.
De andere Communiekelk draagt geen opschrift.
Verder hebben wij hier nog een zwart houten kasken voorzien van eenen draagriem. Het bevat tinnen kelken, tinnen ciboriën, 2 autaarsteenen, eene tinnen pateen. Kas en inhoud moeten gediend hebben in den Besloten tijd, op 't einde der 18e eeuw, als de kerken gesloten waren en de priesters van de eene plaats naar de andere moesten vluchten.
Het klein relikwiekasken van St. Stephanus is gemaakt te Mechelen in 1755 door P. V. D., d. i. Petrus Van Deuren. Verder bezit de kerk nog een zilveren relikwiekasken van St. Antonius, abt, en de zilveren kronen van het Lieven-vrouwenbeeld en het Kindeken Jezus, met den scepter, rond 1700 in Mechelen gemaakt.
Onder het ouder beeldhouwwerk van de kerk dienen vermeld : Het Christusbeeld in hout, dat buiten aan den zuidermuur der Kerk hangt, in het zoogenoemde Beenderhuisken ; - een houten Lieve-vrouwenbeeld, dat gebeiteld en geschilderd was, doch over tweehonderd jaren schrikkelijk verminkt is geworden, waaraan dan latten genageld zijn ten einde het te kunnen kleeden en zoo in processie te dragen. Dat is niet alleen in Lippeloo, maar op vele plaatsen van ons land uitgerecht. 't Was toen de mode ; - een houten beeld van den knielenden S. Stephanus ; - een tweede houten beeld van S. Stephanus, dat op den kleinen autaar in den zuiderbeuk staat ; - een houten beeld van S. Antonius, abt ; - een vergulde relikwiekas in hout, bekroond meteen borstbeeld van S. Antonius, abt.
In 1722 moesten er geschilderde vensters in de kerk van Lippeloo bestaan ; zulks is af te leiden uit de nota aangaande den diefstal in de kerk waarover hooger spraak.
In de laatste jaren, werden niet minder dan zestien nieuwe geschilderde kerkramen geplaatst. Zij verbeelden vooral de heiligen die in deze streek geleefd hebben tusschen dewelke de H.H. Berlindis, Gudula, Amelberga, Godelieve, Alena, Petrus Ascanus, Bernardus (met den Mariagroet te Affligem), Norbertus, Arnoldus, Karel de Goede, Jan van Ruisbroek. Zij werden geschonken door de parochianen en geburen.
Uit: de geschiedenis van Lippeloo, JA Van Elsen, 1932
05-06-2006, 20:39 geschreven door lippelo 
|