Na de voorstelling van wat ons appartement zou moeten worden, vertrekken we vol goede moed op zoek naar iets suitable. Marios, de sympathieke mens-geworden knabbel, wuiven we uit en gewapend met een leesbaar maar onverstaanbaar stadsplan trekken we het stoffige Nicosia binnen. Na wat ontcijferwerk en veel gepalaver slagen we erin de steeds terugkerende slogan op menig appartement te ontwarren als zijnde te huur
Derde telefoontje: prijs, ons eerste bezoekje te pakken. We waren laaiend enthousiast en vragen naar de prijs. Verbaasd vraagt ene Papavarnavas ons of we dit zelf zouden ophoesten
ware het niet dat dit appartement te koop werd aangeboden. Les 1 in ons overenthousiaste initiatief
Nu, 2 dagen verder, hebben we nog altijd geen appartement. Doch, de lessen hebben zich vermenigvuldigd.
Die bewuste avond zouden we het stadscentrum met een bezoekje verheugen. Sympathieke bars en vele mooie straatjes leidden ons tot een uitnodigende grenspost, deze tussen Grieks en Turks Nicosia. Na een grenscontrole die eerder thuis past in één van de vele Canvas oorlogsdocumentaires drinken we Efes (wat in de top 3 slechtste bieren mag worden geplaatst) en doden we weinig tijd met inwoners van de Turkse Republiek van Noord Cyprus, welke enkel wordt erkend door Turkije, te begluren. Deze bezigheid kon ons echter maar matig boeien en vooral de spanning was ver zoek. Daarom besloten we terug het Griekse gedeelte binnen te gaan en de eerste gereedste bar binnen te stappen
Les 2: donkere smalle trappen leiden niet naar euforie. Na het gluren door een rond, beslagen venstertje besluiten we toch even binnen te gaan. Nog voor we een stoel onder onze kont konden schuiven kwam een verbloemd straatmadeliefje popcorns in ons bakkes te duwen. Als Cypriotische vliegen op Wannes been, bestormden ze ons. We kregen spontaan het gevoel als waren we kleverige lollys
Of was dit eerder een warme verwelkoming, het Cypriotische sociale kudde gedrag, eigen bekrompenheid
Niets is minder waar, na enkele minuten bleken deze patex-botox-dames Roemeense dorstige meisjes te zijn, die maar al te graag werden opgegoten. Met enige verontwaardiging verlieten we de tent. Een laatste pils in onze Yahtzee bar, the place to be om met een gezelschapspel een leuke tijd te beleven.
Het was ook daar waar we in de late namiddag een jonge Cypriotische gidse aanspraken. De volle 60 minuten boeide ze ons met haar uitgebreide kennis en tips. Ze raadde ons het Troodos-gebergte aan. Professioneel beargumenteerde ze zich met een visuele voorstelling waarin we schijnbaar verdronken. Man wat had die vrouw een boezem.
Met de nodige kennis in onze grijze denktank, heel wat kilometers in onze stilaan gebronzeerde benen, verbaasd en voldaan sloten we een zwoele nacht Nicosia af.
Zondag, met het venijn in de ogen ontwaken we. Zaterdag is krapullekesdag zal voor één maal toch de zondag feestvieren. Niets vermoedend willen we het nationale park Athalassa bezoeken en er een duik wagen in het grote meer. Na een stevige wandeling (8km) moeten we aangekomen zijn. Een park dat makkelijk Lauwe en Aalbeke kan bedekken vinden we niet. Dit ligt niet enkel aan het feit dat we als pros geen plan nodig hebben maar ook omdat de bewegwijzering te wensen overlaat. Daarom besluiten we een mooi plateau te beklimmen. Les 3: prikkeldraad is wel degelijk om mensen weg te houden
Vier barricades verder denken we in een oud militair kamp te staan met een prachtig zicht over het dorre Cyprus. Een Turkse vlag staat verdacht dicht getatoeëerd op een heuveltje voor ons. Van hieruit zien we het park, maar niet het bijhorende meer. We besluiten de andere kant van het plateau te proberen. Halverwege horen we het ronken van een zware Jeep. Gezien de hoogte waarop we ons bevinden kan dit onmogelijk van de veel lager gelegen parking komen. Het geluid komt akelig dichtbij. We draaien ons om en zien een Turkse militaire jeep over de dorre vlakte scheuren met een dobberman, omgeven door een stofwolk in zijn zog. We proberen ons subtiel op te stellen, doch bij het zien van de dobberman stoof Hannes weg, met als enige plan: naar beneden springen mocht die hond ons opmerken. Roerloos bleven we staan, aan de grond genageld. De Jeep deed een toer, had hij ons opgemerkt? Was het een routine patrouille?,
Duizenden vragen, inclusief ons levensverhaal, flitsten voorbij. Niet veel later hoorden we de angstaanjagende motorronk opnieuw nader komen. Met ingehouden adem en mentaal voorbereid keken we het gevaarte in de ogen. Op zon 100 meter gekomen draaide de Jeep af en verdween achter een groene poort. De 50 daaropvolgende seconden stoven we de berg af, om uitgeput aan de voet in elkaar te zakken.
(wordt vervolgd)
30-09-2008, 00:00 geschreven door Les Trois Sympas 
|