De voorbije drie weken hebben we u, beste lezer, meermaals bestookt met vrolijke avonturen. En om misverstanden te voorkomen: zo een avonturen vullen nog steeds rijkelijk onze Cypriotische agenda. Toch willen we u in deze berichtgeving eerder besmeurde feiten mededelen. Lefkosia (Nicosia, voor de nieuwkomers onder u) heeft immers een aantal problemen die, naar onze mening, de doofpot onwaardig zijn. In dit stukje informeren we jullie graag over de twee grootste bedreigingen die deze Europese hoofdstad haar unieke karakter bezorgen: het verkeer en zwerfkatten.
Van een land dat samen met de andere Europese lidstaten in het huwelijksbootje is gestapt, wordt verwacht dat het een degelijke civilisatiegraad vertoont. Wat Cyprus betreft hebben wij onze twijfels. Vooral wanneer we onszelf door de straten van Lefkosia voortbewegen. Enkele voorbeelden dringen zich op.
Drukke wegen en knooppunten worden vaak voorzien van verkeerslichten. Ook in Cyprus is dit niet anders. Ook hier heeft men dergelijke technologische handigheidjes voldoende over het verkeerslandschap gestrooid. Het verschil met een land als België zit hem in de functie van deze lichtpalen. De Belgische functie is u ongetwijfeld niet vreemd en vraagt hier dus ook geen verdere uitleg. In Lefkosia, daarentegen, is de functie van een verkeerslicht één groot mysterie. Zo liepen we onlangs op onze stilaan vertrouwde terugweg van school en werden we geconfronteerd met een man die het nodig vond om te toeteren naar ons. Niet dat we het verleidelijk getoeter naar ons niet gewend zijn. Echter, hier beukte een chauffeur op zijn stuur om ons te melden dat we de tocht naar de andere kant van de straat konden ondernemen. Hetgeen ook werd gecommuniceerd via een groen verlicht stappend mannetje. De papzak.
Onze argwaan tegenover het Cypriotische verkeer werd onlangs gesterkt door een uitspraak van een lokale inwoner. Hij woonde enige tijd in Londen, alwaar hij het verkeer best rustig vond. Hier, in Lefkosia, zijn automobilisten zot, verklaarde hij. Voor lezers onder u die reeds een straat op Trafalgar Square gekruist hebben, moet dit voldoende tot de verbeelding spreken.
Er wordt niet alleen getoeterd om mensen te duiden op een groen verlicht stappend mannetje. Chauffeurs gebruiken het speeltje ook veelvuldig om collegas over hun aanwezigheid te informeren. Dat wil zeggen dat die tamzakken vóór elke zijstraat van hun toeterdetoet geven.
De verkeersproblematiek beperkt zich niet tot de negatie van verkeerslichten en het overdreven gebruik van klaxongs. Nicosia is een nachtmerrie voor elke flandrien. Waar we in Lorient (ons eerste oord van verderf), nog vrolijk op ons stalen ros van huis naar school, via de winkel of de kroeg fietsten, moeten we nu onze stapkuiten spannen. Het land van de eeuwige zon telt evenveel fietspaden als het huidige Amerikaanse staatshoofd onaangetaste hersencellen.
Getverderrie, katten zijn onnozel. En zwerfkatten zijn er de onnozelste deelverzameling van. Ze zijn moeilijk weg te denken uit het Cypriotische straatbeeld. Zwarte, bruine, bruinzwarte, vuile, witte, vuilwitte, bruinzwartvuilwitte,
je bedenkt het zo gek niet of er loopt hier een exemplaar van rond. s Avonds zijn de vlooiendragers het actiefst. Dan hoor je ze vechten of huilen, meestal omwille van afval. Hun geliefkoosde plekje is immers in of rond een vunzige straatcontainer. Dat kan soms voor grappige fases zorgen. Twee der drie sympathieke schrijvers hebben reeds van zon grappige situatie mogen proeven. Één geschiedde tijdens een joggingsessie van onze benjamin. Bij het passeren aan zon afvalbak, schrok hij zich een bolhoed. De zon was er niet meer, waardoor onze atleet zich een bolhoedje schrok wanneer een angstaanjagend geluid zijn oren terroriseerden. Hij dacht even dat er een sluipschutter verscholen zat tussen het vuilnis. Ook onze senior werd enkele dagen geleden op de stuipen gejaagd door zon nomadisch pluismormel. Gelukkig werd hem gauw psychologische bijstand verleend waardoor de mentale schade heel beperkt bleef. Toch zijn zowel Hannes als Han voortaan wat voorzichtiger wanneer ze ons huisafval deponeren.
De kleine tijgers zijn ook sterk aanwezig op de universiteitscampus. Ze vertoeven vooral graag op het terras van het studentenrestaurant. Daar lopen ze met een brede schijnglimlach de tafels af en hopen ze dat hun bedelende blik hen iets te bikken oplevert. Bij ons moeten ze in geen geval komen. Eten in Cyprus kost geld!
En ons paleis is gepoetst.
HWH-groeten
21-10-2008, 15:24 geschreven door Les Trois Sympas 
|