What is Marketing Communication? Daar draait het deze week om. Morgen (woensdag) zijn de drie sympathieklingen het slachtoffer van een eerste serieuze test. De vorige zin moet u met een ironische ondertoon eigen maken. Het woord slachtoffer is hier immers hoogst waarschijnlijk misplaatst. Onze eerste midterm (zo heten onze examens na de eerste lesreeks) wordt wellicht een makkelijk te pellen eitje. Vorige week gaf lieve juf Tsotsi ons vier vragen. Van die vier moeten we er tijdens de overhoring twee oplossen. De eerste 20% voor dit vak liggen dus binnen handbereik. De volgende 20% liggen binnen voetbereik. Althans wanneer we die voeten wekelijks gedurende een kwartier de één voor de ander plaatsen, want onze aanwezigheid tijdens de lessen van juf Tsotsi is voldoende om die percenten binnen te halen. Dat maakt dat we bijna de helft hebben voor dit vak, nog voor we de eigenlijke final exams hebben afgelegd. Nog mee? Korter gezegd: juf Tsotsi serveert onze credits op een zilveren dienblad.
De volgende weken staan nog enkele midterms op het menu. Ja, beste lezer, u leest het goed: er moet hier gestudeerd worden. En hard zelfs. Maar geen nood, deze trotse dragers van een flinke dosis gezonde grijze massa zullen hier ongetwijfeld geen schrammetje oplopen. Althans wat Philips College betreft. De grotten van Ayia Napa, daarentegen.
Vorige week mochten we drie lezers van dit blog verwelkomen op ons eiland. Deheer Frank en zijner vrouw Dorine, vergezeld door een Kortrijkse schoone, genaamd Charlotte, kwamen onze gedag en later adieu zeggen. Heel fijn was die week. Stonden op het programma: Paphos, Polis, Kakopetria, Lefkosia, Ayia Napa, Kyrénia, Kourion, Omodos.
Paphos, waar ons drietal hun eerste passen zetten op Cypriotisch grondgebied, is een jonge stad met een mooie haven. De stad kent echter een redelijk westers karakter waardoor we weinig virtuele ruimte aan haar schenken. Het Middeleeuws kasteel was het enige lichtpunt. Na een stevige sandwich trokken we noordwaarts richting Coral Bay. Een schoon streepje strand met helder middellands water zorgde voor enige voetverkoeling. Wanneer de sterkste geuren van onze lopers waren heengegaan stegen we terug in onze Opel Zafira richting Polis. Een dorp aan de noordkust van Cyprus. Het dorp zelf was best gezellig, maar wat we vooral van Polis onthouden is de avontuurlijke tocht die ons de volgende dag tot aan Kaap Akamas bracht. Die bracht ons immers in nauwe teenslippertjes. We begonnen de dag met een verkwikkende plons in de nabijheid van de baden van Aphrodite. Eens bekoeld namen we het hazenpad richting haar lievelingsbad. Echter, de plaats waar, volgens lokale inwoners de godin van de schoonheid haar waslap onder haar enorme oksels sloeg wanneer die weer eens veel te vieze dampen van zich afzette, had meer iets weg van een stukje Markebeke. Al gauw lieten we Aphros badkuip voor bekeken en trokken we verder richting de kaap. Na een mooie wandeling langs kusten en bergranden kwamen we op het uiterste puntje. En heel even leek het alsof niet alleen het mooie eiland op dat punt ten einde liep, maar ook onze jonge, doch rijkelijk gevulde levens. We werden sterk geteisterd door Moeder Natuur. Eerst kwamen we oog in oog te staan met een allesvernietigende orkaan en later moesten we radeloos schuilen voor een exotische regenbui. Maar deze woorden getuigen van een miraculeuze kentering. De zon kwam als een superheld uit het niets tevoorschijn en toverde de wolken weg en een lach op ons gezicht. Heerlijk was het.
De volgende dag trokken we het Troodosgebergte in. We maakten er een iets minder gevaarlijke wandeling door Kakopetria, een typisch dorpje waar dikke mensen gezonde mensen zijn en men middeleeuwse praktijken hanteert om doden te herdenken. We dronken er een Cypriotische koffie op een terrasje boven een diepe afgrond. De koffie was al even angstaanjagend als de dieperik.
Woensdag bracht ons bezoek een bezoek aan Lefkosia, terwijl wij aan de lippen van Juf Tsotsi hingen.
Donderdag was snurkeldag jaja, snorkeldag. We trokken richting Ayia Napa, dat bekend is voor haar Ibiza-karakter. Eenlater nam verlaten pretpark, vervreemde toeristen, een eenzame redder, tientallen plastieken bars en clubs. Zo zag het Cypriotische Mekka der feestvierders eruit. Een domper. We konden het daar niet bij laten. In de namiddag lieten we Dorine achter op het strand, waar ze even later door een late, gespierde eilandbewoner werd aangesproken, en voeren we mee met de Yellow Submarine. Legen-wacht-even-darisch. Eerst mochten we toezien hoe een duiker vissen brood gaf die gulle man ons mee op snurkelavontuur in zijn huis. Zo noemde hij de grot die de meeste onder ons niet ongedeerd achterlieten. Een getraumatiseerde Brit met in zijn zog een nog erger toegetakelde truntemie. Wat ons betreft: enkele schrammetjes die we pas de dag nadien opmerkten.
Na de wondere taferelen in de onderwaterwereld hadden we best zin in zwaardere materie. Daarom trokken we de volgende dag noordwaarts richting het door Turken bezette deel van Cyprus. Op de gezichten van de dames die onze papieren controleerden aan de grensovergang stond te lezen: Dont mess with us! Gelukkig waren we dat ook niet van plan. Onze enige wensen waren een bezoekje aan Kyrénia, de ongerepte kustlijn en Famagusta. De eerste twee waren succesvol. Kyrénia was vroeger een aardig grote en welvarende stad. Nu, na de Turkse invasie is enkel nog het kenmerk aardig overgebleven. Een aardig, proper, groot dorp met een pittoreske haven. Na een kort bezoek bracht de Zafira ons via een bijzonder mooie strepen kust in Famagusta. We hielden onderweg halt aan één van die strepen die over een geduchte hoeveelheid rotsmassa beschikt. Na de initiatie van de dag voordien konden we nu zelf aan de slag in de grotten. Afgedroogd en alweer bruiner schuimden we die namiddag enkele straten van Famagusta af. Echter, niet voor lang, want in een toeristische gids lazen we dat we terug in Zuid-Cyprus moesten zijn voor de klokken het 18de uur aankondigen. Één goede raad: geloof niet klakkeloos wat er in zon gids gedrukt staat. Sedert enkele maanden zijn er immers versoepelingen aan de hand tussen noord en zuid, waardoor we gerust konden blijven zolang we wilden. Maar bon, we waren eens wat vroeger thuis en dat had ook zijn voordelen. Een lekkere maaltijd, een lekkere pint in de KEO-bar. (t Schipke van Lefkosia)
De week sloten we af met een blik op de geschiedenis. Kourion is de place to be voor liefhebbers van archeologische schatten. Een oude Apollo-tempel, een prachtig amfitheater met een magnifiek natuurlijk decor en ruines van een oude villa van één of andere rijke burger uit de jaren stillekes. Eerder die dag slenterden we tevens doorheen de kleine steegjes van Omodos, een aangenaam dorpje in de zuidelijke aanhangsels van het Troodos. Tijdens onze pogingen om de confrontatie met een zwerm toeristen te ontlopen, stootten we op een kleine wijnboer die ons van zijn producten liet proeven. Verrijkend, maar vroeg op de dag voor een glaasje. Op de terugweg hielden we nog even halt aan Governors Beach. De temperatuur was echter al serieus gedaald, waardoor we niet meteen nood hadden aan een frisse duik. Het prachtige industriële uitzicht was niettemin mooi meegenomen. Het einde van de dag werd gekruid door de chef van een Italiaans restaurant. Ons geduld werd er op de proef gesteld, maar onze smaakpapillen kenden uiteindelijk een degelijk genot.
Een moeilijk afscheid volgde de dag nadien. Het was een schitterende week geweest. Nu richten we onze voelsprieten opnieuw naar de boeken.
Groeten
04-11-2008, 14:40 geschreven door Les Trois Sympas 
|