Het Cuba-avontuur begon met een lange reis over de Atlantische oceaan. Het eerste land dat we vanuit het vliegtuig zagen waren de Bahamas, prachtige, helderblauw omringde stukjes groen in een oneindig groot zeeblauw. Snel hierna volgden de kusten van Cuba. Na een heel traject van twee uur door de vlieghaven stonden we eindelijk bij mijn Spaanse begeleider Germán die ons al lachend met een kartonnen bordje met Lara E Ramaekers stond op te wachten. Buiten verzwolg de tropische vochtige hitte ons al gauw. Een taxi reed ons vanuit de luchthaven naar de casa particular die Germán voor ons had gereserveerd. Lange reeksen sloppenwijken maakten snel plaats voor typische oude koloniale huizen met tuinen waarvan het merendeel dringend een grote opknapbeurt kon gebruiken. Enkel de gebouwen van de Staat musea, ministeries, schoolgebouwen, - en sporadisch enkele privéwoningen hadden nog steeds niets aan pracht en praal moeten inboeten en leken nog steeds in depre-revolutionaire tijd te vertoeven. En ja, op de weg rijden inderdaad een aantal echte museumstukken rond, oude Amerikaanse wagens die recht uit de filmzaal lijken te komen, sporadisch zie je ook wel nieuwe autos die je bij ons ook ziet. De uitlaatgassen van zo één oude wagen tellen voor minstens twintig wagens bij ons. Hoewel er dus in Havana niet zoveel autos rondrijden als in andere grote steden, stinkt het er dus verschrikkelijk naar uitlaatgassen vooral in de piekuren. Dat is natuurlijk wel een beetje spijtig. De aandoening die hier dan ook het meeste voorkomt, schijnt astma te zijn.
De eerste dag liepen we hier echt verloren, het is een enorm grote stad en het transport hier is heel slecht geregeld of heel duur (taxis zijn relatief duur want enkel toeristen gebruiken ze). Winkels zoals bv. Grote supermarkten zijn hier eigenlijk niet, je hebt wel enkele winkels van de staat waar ze water en frisdrank verkopen en melk, vlees en vis. Een beetje kaas kun je ook wel vinden maar tegen hoge prijzen. Naast deze staatseconomie heb je ook nog de marktjes op straat waar je allerhande fruit kunt kopen, wat groenten en ook vlees en hier betaal je dan met nationaal geld nl. Cubaanse pesos (1 euro is 24 pesos en 1 peso is 5 pesetas en 1 peseta is 20 centavos). Deze marktjes zijn spotgoedkoop maar je moet er wel voor zorgen dat je alles grondig wast wil je niet ziek worden.
De casa particular in Havana waar we de eerste 4 nachten hebben geslapen ligt in het mooiere deel van Havana nl. Havana vedado. Het is van een rijke, communistische familie; heel kitcherig ingericht met allemaal spullen van de jaren 60 en heel veel spiegels en tierelantijntjes. De kamer was groot met een aparte grote badkamer, ze hadden ook een gezellige terras en het huis lag aan een vrij rustige straat. De andere kamers werden verhuurd aan een Duitse en twee Zwitserse. De twee Zwitserse bleken hier gedurende een paar maanden op vakantie te zijn en hielden er allebei een Cubaanse vriend op na die in dezelfde straat woonde. De vrouw des huizes kon je zowat vergelijken met de dikke versie van Cruwella Devil van de 101 Dalmatiërs. Het Cubaans dat ze brabbelde was meestal niet te verstaan en als ik dan opnieuw vroeg wat ze zei, dan werd ze soms zelfs wat lastig. De ene keer was ze heel vriendelijk en de andere keer als ze slechte zin had dan moest je wel oppassen. Haar man daarentegen was een heel lieve sloof die niets te zeggen had. De verdieping die ze hadden was verdeeld onder hen, zij had de twee voorste, grootste kamers met terras en hij had de achterste kamer. Volgens mij hadden ze ook beide een keuken. Hij had in Santa Clara rechten gestudeerd en had een hoge functie bij de Staat wat betreft internationaal recht. Ze hadden samen één doofstom meisje dat heel erg lief was maar eigenlijk ook zielig: ze deed niets anders dan de hele dag thuis blijven en was dolblij als ze je kon helpen met al was het maar de deur opendoen. Het huis lag ook ver van de bushalte die ik zal moeten nemen voor Quivicán naar het bodeminstituut en vermits Cruwella me ook niet wilde laten blijven voor 15 euro, gingen we dan maar op zoek naar iets anders. Dat was wel snel gevonden bij een ontzettend leuke zeer Amerikaans gezinde vrouw die ons onmiddellijk omdoopte tot haar prins en prinses. De komende maand zal ik dan ook hier blijven, vanaf november is de kamer verhuurd aan iemand anders, dus dan op zoek naar iets anders. Maar ze gaat me daar zeker bij helpen, heeft ze mij verzekerd.
Donderdag zijn we dan naar Santa Clara gegaan met een superdeluxebus die meestal enkel toeristen nemen. Het landschap tussen Havana en Santa Clara was prachtig, heel groen met palmbomen, bananenplanten en grote weides met af en toe wat akkers met suikkerriet of bananenplantages. De casa particular die de secretaresse van de faculteit voor Steven had gereserveerd, was bij een oudere vrouw die heel lief was en behulpzaam. We kregen er s morgens een fantastisch ontbijt voorgeschoteld. Het was echt een fijn iemand om mee te babbelen. Zij was ook anti-F omdat het revolutionaire tijdperk van een groot deel van haar leven eigenlijk een puinhoop had gemaakt. Zij was afkomstig van Santa Clara en trouwde toen ze 19 was. Daarna woonde ze met haar man en kinderen gedurende 10 jaar in Havana tot 1960. Toen besloot F dat iedereen terug naar het geboortegebied moest gaan wonen. Het was niet verplicht, maar haar man was een grote aanhanger van het socialisme zoals ze het hier noemen en volgde blindelings Fs regeltjes. Ze ruilden hun huis in Havana met het huis van iemand anders in Santa Clara. Je kunt hier immers geen huis of auto kopen. De staat beslist, afhankelijk van je werk, of je een auto nodig hebt of niet en als je wil verhuizen, kun je enkel je huis ruilen met het huis van iemand anders. Dochters en zonen en pasgetrouwde stellen moeten dus bij hun ouders blijven wonen F had ook besloten een reorganisatie van de werkkrachten te voltrekken zodanig dat bijvoorbeeld mensen die jarenlang kantoorwerk hadden gedaan, opeens op het veld moesten gaan werken. Haar man die niets van het platteland afwist, kreeg ook werk bij boeren. Een jaar na hun verhuis naar Santa Clara stierf hij van een encephalitis die hij had opgedaan van een dood paard dat in het veld lag. Hij was 33 en zij 29
Steven kon bij haar blijven voor 15 euro per nacht maar zonder ontbijt en zij had ook al mensen die in november of december kwamen. Bijgevolg gingen we ook in Santa Clara op zoek naar iets anders. En plots vonden we via via daar een heel gezellige familie die een prachtig appartement jawel, met keuken, badkamer, zomaar even drie dakterrassen en een grote slaapkamer- aanboden voor 15 euro omdat Steven student is en vijf maanden ging blijven. De vrouw is huisvrouw en blijft de hele dag thuis, haar man is een hele leuke vent die heel veel in huis doet en ook echt alles kan. Hij had het hele appartement pas opnieuw geschilderd. Zij hebben een dochter van 18 die psychologie gaat studeren aan de universiteit en dus samen met Steven iedere dag de trein zal nemen. Dan hebben ze ook een jonger zoontje van 9 die gek is op baseball. Zijn papa en hij nodigden Steven zelfs al uit om met hen eens te gaan baseballen en om mee te gaan naar een kampioenschap in Cuba binnenkort. Ik ben er zeker van dat Steven er heel goed terecht gaat komen, het is echt een leuke, hechte familie. Vorig jaar woonde er bij hen een Duitse student in die een jaar lang aan de universiteit heeft gestudeerd. Toen hij aankwam, kon hij letterlijk geen enkel woord Spaans en na een jaar sprak hij goed en snel. Zij weten dus precies hoe je iemand Spaans moet leren; ze praten langzaam en articuleren heel duidelijk en goed en vragen steeds opnieuw of je het wel begrepen hebt en als je iets niet snapt, dan proberen ze het uit te leggen, desnoods met handen en voeten.
Ondertussen ben ik terug naar Havana gekomen. Hier is het veel drukker, maar er is ook meer te doen dan in Santa Clara. Het enige dat hier nog een beetje problematisch is, is het eten. In Santa Clara waren we nl. bij de vrouw van Roldan gaan eten. Roldan is de Cubaan die bij ons op het labo in Leuven werkt en die Steven een heleboel babykleertjes en andere spullen had meegegeven voor zijn vrouw en zoontje en voor de baby die in december zal geboren worden. Zij leven heel armoedig, maar wilden absoluut dat we bleven eten. De middag toen we aankwamen zijn we daar dan gaan eten, het was wel lekker maar erg vettig en vermits ik daar niet goed tegen kan, had ik het de volgende morgen zitten. Ik had wel geen krampen, maar vermits het niet echt over ging, heb ik de volgende morgen wat imodium genomen. Ik denk dat het nu wel beter is.
Hier in Cuba zijn geen echte grote supermarkten waar ze alles hebben, het is moeilijk alles goed te vinden. Op de marktjes kun je wel veel fruit kopen, maar het vlees ligt er zo de hele dag, stinkt en zit vol vliegen, dus dat riskeer ik zeker niet. Ik heb ondertussen aan Laura, de vrouw waar ik nu zit voor een maand, gevraagd of ze me een keer mee kon nemen naar de winkels om te zien wat zij koopt. Ik hoop dat Roseline, mijn begeleidster van België ook wat goede ideeën heeft, zij heeft hier vorig jaar tenslotte al zes maanden geleefd. Zij komt vandaag aan. Gelukkig zijn er restaurantjes hier waar het niet zo duur is, maar dus wel erg vettig
Vandaag heb ik een hele fijne en interessante dag gehad. Gisteren waren we voor het eerst naar het bodeminstituut gegaan. Om zes uur s morgens opstaan en dan om tien voor zeven de bus (lees: wrak) nemen. De bus is eigenlijk te slecht om nog op het schroot te staan, alles is haast weggeroest, de kapot vanvoor staat open omdat hij constant in pan ligt en bij het schakelen piept en kraakt hij zo hard dat je je wel eens gaat afvragen of ze de versnellingsbak zelf er niet uit gesloopt hebben. De deuren gaan al lang niet meer dicht en sommige van de ijzeren stoeltjes staan op het punt met een grote zucht ineen te stuiken. MAAR het belangrijkste is dat hij dus effectief blijft rijden, ongelooflijk! En de chauffeur is gelukkig ook een hele goeie garagist, binnen de twintig minuten is een panne al gefikst.
Dus na anderhalf uur op deze bus arriveerden we dan eindelijk in het bodeminstituut via een lange oprit met palmbomen aan weerskanten. Witte gebouwen in het veld, op het eerste zicht zag het er allemaal netjes uit maar binnen Het labo van mijn begeleider en zijn vrouw bestaat uit twee kamers, een ervan zijn ze aan het opruimen, één grote rommel dus. Volgens mij stellen ze het zelf uit omdat ze het niet zien zitten die rotzooi op te ruimen. De andere kamer is iets kleiner en het aanrecht staat ook vol rommel. Eigenlijk wordt dit labo meer als keuken gebruikt door de vrouw van mijn begeleider. Als we aankomen, gaat ze met de bunsenbrander in een ouderwets theepotje eerst koffie maken. Die giet ze dan in een maatbeker en verdeelt ze vervolgens over verschillende kleine tasjes. Om 9 uur dus koffie en om 10 uur maakt ze thee. Als je de frigo opendoet, ligt er melk, yoghurt, fruit en kaas van de boeren. Over het aanrecht paraderen er rijen mieren en soms komt er stiekem wel eens een muis vanonder de kastjes piepen. De incubator wordt meestal gebruikt om stukjes brood op te warmen die je dan als vieruurtje met confituur kunt opeten. In dit labo is er ook een steriele kamer. Steriel is misschien niet het juiste woord, maar het is er wel wat meer opgeruimd dan de rest. Enfin, om kort te zijn, het is er dus best gezellig!
Het middageten zal ik maar één keer beschrijven want het is elke dag hetzelfde: witte rijst met een saus van zwarte bonen,zoete aardappel of bakbanaan en de groente van het seizoen. Dat is nu kool en in november komen de tomaten en de sla eraan.
Gelukkig moeten we hier niet zoveel labowerk doen, enkel wat bacteriën overenten en opgroeien, meer niet. De kunst is dan natuurlijk zo weinig mogelijk besmetting te hebben.
Vandaag hebben we opnieuw de bus genomen naar het bodeminstituut om in de namiddag wat boeren in de buurt te bezoeken vermits we bij hen veldproeven gaan doen. Op twee velden hebben we dan bodemstalen genomen. In het begin op het veld was de zon echt verschroeiend heet, alles leek warmte uit te ademen. De typische rode gronden waren wel een mooi zicht alle theorie van tropische landbouw van Leuven leek opeens tot leven te komen.
De landbouw is hier een echte mannenwereld. Dat merkten Roseline en ik wel snel, de eerste boer paste totale negatie toe en sprak enkel met een Cubaan van het bodeminstituut die met ons was meegekomen. Ik denk dat hij zich afvroeg wat wij vrouwen hier in godsnaam op het veld kwamen zoeken in plaats van zoals het hoort achter het fornuis te staan met een bende kinders aan de rokken. Ach, die gekke blanken!
Naast het tweede veld waar we stalen namen, waren pas bonen gezaaid en vier boeren waren met een hak het jonge onkruid aan het wieden. Spontaan gaf een oudere man mij de hak en vroeg me of ik het kon voordoen, gelukkig ging dat wieden goed, tja, met al die ervaring bij ons in de tuin. Ze waren tevreden. Deze man, een zwarte, vertelde mij trots dat hij bijna tachtig was! En daar midden op de dag in de verschroeiende hitte uren achter elkaar onkruid staan wieden met een hak! Wat zijn wij blanken toch een zwak en verwend ras geworden! Geen van ons met dezelfde leeftijd zou dit ook maar één dag overleven.
Ik ben blij dat we onze veldproeven dit jaar bij de boeren doen, dan leer je pas het echte leven kennen hier op het veld en zie je hoe keihard het leven op het platteland in de tropen is. Dan pas doe je de juiste ervaring op en leer je op een functionel manier je project te benaderen, in functie van de toepassing voor de boeren. Het is echt ontzettend interessant en leerrijk en ik ben oneindig blij dat ik als minor tropische landbouw heb gekozen, dat komt me nu echt enorm van pas en is een degelijke voorbereiding op het werk hier in de tropen.
Deze maandag trekken we een hele dag uit om naar boeren in het westen van Cuba, nl. Piñar del Río, te gaan om er ook veldexperimenten op te zetten. Dit deel is het meest groene deel van Cuba en ligt meer in de bergen. De boeren zijn er erg arm in tegenstelling tot de boeren ten zuiden van Havana, zij vormen immers de leverancier van de hele hoofdstad. Ik ben al zeker dat het fantastisch gaat worden.
Dinsdag ben ik nog gaan zwemmen in een van de twee zwembaden van Hotel Nacional, het mooiste hotel van de stad. Als buitenlander mag je er binnen en mag je in een van de twee zwembaden zo zwemmen. De gasten liggen meestal aan het andere mooiere zwembad en voor de rest dat ik dat weinigen dit weten zodat ik het zwembad quasi voor mij alleen had! Het ligt echt idyllisch tussen de palmbomen in een prachtige tuin, een eilandje van rust in deze drukke, woelige stad.
Roseline zei me vandaag ook dat ze vond dat Cuba toch een van de moeilijkere landen van Latijns-Amerika was om je aan te passen. Zij is zelf al in Mexico en Colombia geweest. Het transport is hier nl een ramp en ook het eten is moeilijk. Maar nu na een week heb ik er al helemaal geen moeite mee temeer daar ik nu elke avond bij Laura,de vrouw waar ik tot november een kamer bij huur, lekker eten krijg voor een kleine vergoeding.
Het leven zoals het is⦠Als student in Cuba â week 3
En jawel we
leven nog, we zijn nog niet uitgehongerd maar deze week hebben mijn darmen het
dan toch laten afweten. Ik dacht dat het irritante probleem aan mij voorbij zou
gaan maar het heeft mij niet overgeslagen. Vanalles geprobeerd om het te
stoppen maar het wou toch niet lukken tot ik uiteindelijk een medicijn gebruikt
van hier en uiteindelijk, na 6 dagen van ellende, hoop ik dat ik ervan af ben.
Ze zeggen hier dat dat normaal is, iedere buitenlander heeft daar wel last van,
maar ze zeggen ook dat zelfs de cubanen er nu last van hebben. Maar swat
genoeg over mijn ellende laten we het over iets plezanters hebben: "Het Cubaanse
leven". Ze hebben hier niet veel maar ze zijn toch gelukkig, vriendelijk en
behulpzaam. Toch heb ik een aantal mensen gezien die volgens mij op straat
leven en dat gaat dan als een mes door het hart. Volgens mij leefden ze in een
bushalte en als de bus stopte kwamen ze bedelen voor een beetje water. Straks
iets meer over de bus.
Verder loopt er hier nog een man rond waarvan zijn schoenen nog amper te zien
zijn. Hij heeft zon karretje waar hij al het afval oplegt dat hij nog kan
gebruiken. En dan loopt ge daarlangs met uw jeans-broek aan en uw laptop. Dan
denkt ge toch echt verdorie wat moeten die mensen hier niet van ons denken, niet
moeilijk dat die van ons willen profiteren. Maar ze begrijpen zelf niet dat het
in België superduur is. Ze denken allemaal dat als je naar België komt dat ze
tvs, computers en allerlei kunnen kopen want iedereen heeft dat in Europa. Tot
ze dan toch de prijzen voorgeschoteld krijgen en dan beseffen ze toch dat
Europeanen weliswaar veel geld verdienen maar ook veel meer moeten uitgeven.
Een brood in België kost bijna 2 euro, terwijl een gewoon brood hier amper 16
eurocent kost.
De
steden
zelf worden hier wel goed onderhouden. Er zijn mensen die de straten
vegen maar
als je dan net buiten de stad gaat dan zie je zo in het veld, al het
afval
opgestapeld liggen. Van tijd tot tijd wordt een deel van het afval
opgestookt
maar het merendeel wordt toch in de zee gedumpt. Ze kunnen dat hier
niet
verbranden want er is te weinig brandstof beschikbaar omdat te doen. De
Cubanen
zelf gooien veel afval gewoon op de weg en s avonds zetten ze dat dan
in een
gesloten plastieke zak langs de weg en wordt dat opgehaald. Het
probleem is
dat hier zoveel straathonden rondlopen die volledig vel over been zijn
en die
plastieke zakken uitkuisen op zoek naar voedsel en uiteraard wordt al
het afval
dan weer verspreid over de weg. Zelfs het toiletpapier wordt hier in de
vuilbak gegooid ipv in het toilet, om verstopping tegen te gaan. Heel
plezant als ge buikloop hebt. Ik heb hier toch mijn voeten aangeveegd
en het in het toilet gegooid maar er voor gezorgd dat het niet
verstopt. De honden van de mensen thuis mogen gewoon zo
buiten rondlopen, zonder toezicht, zonder leiband. De hond komt wel
terug
wanneer hij zin heeft. Met als gevolg dat hier elk jaar meer en meer
puppys op
de wereld komen en meer en meer straathonden zijn die er echt zielig
bijlopen en honger hebben.
Nog effe
iets kort zeggen over de bus. De bus die naar de universiteit en terug rijdt is
ongelofelijk. Als iemand aan de bushalte komt, vragen ze altijd wie de laatste
is maar als de bus aankomt is het stormen naar de opstapplaats. De plaatsen
respecteren zijn ze dan weer effe vergeten. Het is dan echt drummen om op de
bus te geraken, geduw en getrek wat soms uitmondt in felle woordwisselingen
waar ik dan geen jota van begrijp. Ik wring soms ook voor een plaatsje op de
bus want anders moet je rechtstaan en dat is zoals sardientjes in een blik,
letterlijk op mekaar geplakt, elke vierkante cm waar nog iemand kan staan, zal
er iemand staan. Neem bij ons een bus en zet er meer dan drie keer de toelaatbare
hoeveelheid mensen op en je hebt hetzelfde effect. En dan moet je er bij
stilstaan dat die bus om het half uur komt. Een bus om het kwartier zou een
oplossing zijn maar er, zoals eerder vermeld, niet voldoende benzine
beschikbaar. Als je moet rechtstaan ga je best in de gemakkelijkste positie
staan die mogelijk is want voor de rest van de bus rit kan je toch niet meer
bewegen, dat is zon een dik half uur en dat reken je daar nog een temperatuur
van 35°C
bij en dan heb je zo wel een beeld van hoe het er op zon bus aan toegaat. De
bus kost dan ook maar amper 0.8 eurocent.
Naast het
harde werken op de universiteit is er natuurlijk ook tijd voor ontspanning
nodig en gisteren, zaterdag 30/09, ben ik voor de eerste keer gaan dansen. 2
Belgische meisjes, die pedagogie studeren in gent en die hier hun stage komen
doen, hadden mij meegenomen naar een leuke discotheek. Het is wel een
holebi-tent zeiden ze maar het is best wel grappig. En een holebi-tent was het:
mannen in spannende shirten, oorbellen, lang haar, gesminkt, een voor een
vrouwelijke mannen. Ik was daar nog niet te goed binnen of er waren al mannen
mij aan het bekijken. Uiteindelijk heb ik er geen last van gehad buiten 1 jongen
die heel verlegen bij ons is komen staan en vroeg of we ook gay waren. We
zeiden uiteraard van niet,
en dan moest hij lachen. Hij zei dat dit eigenlijk
wel een holebi tent was en vroeg of ons dat nog niet was opgevallen.
Verder heel leuk
mee kunnen babbelen tot hij uiteindelijk tegen van de meisjes heeft
gezegd dat hij mij wel
zag zitten maar dat ze het niet tegen mij mochten zeggen. Hij is vroeg
doorgegaan.
Gelukkig maar want ik had geen borden in mijn broek gestoken ;). Die
avond was
er nog drag-queen show (ik weet niet hoe je dat schrijft). De mannen
begonnen dan
geld in hun boezems te steken in ruil voor een zoen. Dan was er ook nog
een
Cubaanse vrouw, best een knappe, van 27 die de hele avond rond mij nek
kwam
hangen. Ze wou meer dan alleen maar dansen maar ik vertelde haar dan ik
al
iemand heb waar ik heel veel van hou. Dat begrijpen ze daar dus niet.
Die is
hier toch niet en die hoeft dat toch niet te weten. Hier is blijkbaar
de
gewoonte om niet trouw te blijven aan 1 partner. Ze is toch
gefrustreerd naar
huis gegaan denk ik. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel eens leuk
vond om te
zien, maar ik voelde mij toch niet op mijn gemak en ga daar toch
wegblijven in het vervolg. Het was trouwens een discotheek waar er
hedendaagse muziek gedraaid en ik
ben meer op zoek naar een gezellige Cubaanse Salsabar waar er gedanst
kan
worden zonder meer te willen. Ik hoop dat ik zoiets vind.
Gisteren,
zondag 1/10 hebben we dan meer eens de toerist uitgehangen en ben ik samen met
die 2 meisjes naar Cayo Las Brugas geweest, een eilandje waar alleen toeristen
mogen komen. Echt fantastich, zo bijna een privéstrand met helder blauw water,
gewoon geweldig. Ginder zijn dat allemaal van die kleine eilandjes waar geen
Cubanen mogen komen en die allemaal via een weg over het water verbonden zijn.
Aan het begin van die weg staat dan zon flik, die eigenlijk niet veel te doen
heeft, de paspoorten te controleren. De mensen hebben hier inderdaad wel
allemaal een job maar er zijn toch een aantal van die jobs waar mensen
eigenlijk nen hele dag op een stoel moeten zitten en niks doen en dat in de
middle of nowhere. Maar ja, zelfs na 3 weken is toch nog aanpassen geblazen.
Pff het is hier warm zeg, toch effetjes wennen maar het gaat
ons goed. We hebben geen problemen gehad met ons visum en douane voor mij
apparatuur. Ze hebben mij wel een toeristenvisum aangesmeerd in Nederland dat
ze in Cuba nog eens niet bekeken omdat mij ander visum wel voldoende was dus
Eerst zijn we een aantal dagen in Havana gebleven voor Lara.
Wat ons onmiddellijk opviel was dat er enorm veel uitlaatgassen waren, die
pakken echt op uw adem en dat de huizen echt niet onderhouden zijn. Zelfs de
rijkere families in hun koloniale huizen laten hun huizen gewoon afblakeren. Het
algemene beeld is wel bekend, de autos van de jaren 60 maar dat begint
stilletjes aan af te nemen, meer en meer nemen de nieuwere autos hun intrek in
het Cubaanse leven. De mensen zijn echt behulpzaam en last van bedelaars hebben
we nog niet gehad. Zeker in de Havana bekijken ze u wel alsof je een aap in de
zoo bent. Na een aantal dagen in Havana om een kamer voor Lara te zoeken, zijn
we naar het centrum van Cuba getrokken, naar Santa Clara, waar ik ga
verblijven. Het ligt spijtig genoeg niet aan de zee. De eerste indruk is dat
het hier wel armer is, geen koloniale huizen, weinig autos. het transport
gebeurt hier trouwens via paard en kar of met de fiets of bus, en dat is
pokkengoedkoop. Voor 0.8 eurocent mag je met de bus rijden of met de trein en
voor 4 eurocent met paard en kar. De taxis proberen u wel af te zetten.
Na een aantal dagen bij een leuk oud vrouwtje te verblijven
heb ik hier toch een prachtig appartement gevonden bij een leuk gezinnetje. Grote
kamer met airco en frigo, badkamer, keuken, tv, radio, een terras vooraan en
achteraan en immens dakterras met een enorm uitzicht over de stad. Diegene die
willen afkomen, kom maar af, je mag blijven logeren voor heel weinig geld.
Momenteel zit op de universiteit op mijn eigen bureautje,
met mijn eigen internet aansluiting wat hier zeker niet de gewoonte is. Dus ik
hoop wat meer verhalen te kunnen posten want de voorbije week heb ik nog geen
tijd gehad. De mensen zijn hier heel aardig en ga me echt goed helpen, ik krijg
zelfs studenten onder mijn hoede die gaan helpen omdat die ook een eindwerk
moeten maken.
Binnenkort zal ik nog wat meer verhalen posten, want
momenteel moet ik nog veel mails versturen.
Van zodra we een minuutje tijd hebben, zullen we onze avonturen delen
met jullie. De internetverbinding in Cuba zal niet altijd even
gemakkelijk zijn maar ik zal mijn best doen om jullie op de hoogte te
houden.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.