Toch weer eens proberen om een sfeerbeeld te
creëren over het Cubaanse leven. Eerst de Cubaanse jeugd. De meisjes zijn hier
heel ijdel. Altijd heel netjes gekleed en ze vinden het fantastisch als de
jongens hun achterna fluiten. Ze dragen hier allemaal make-up, vooral mascara
en lippenstift, zo van die blinkende. Als de zon schijnt moet je dus een
zonnebril dragen want hun lippen reflecteren het licht (sorry om in de sfeer te
blijven van het project), zo fel dat je verblind wordt door de glans op hun
lippen. Ze smeren het hier echt met kilos op. En toch is dat hier vrij duur
spul om aan te kopen. Verder dragen ze allemaal heel veel juwelen, minstens 4
oorringen (liefst in het goud), armbanden, kettingen. Bij sommige is het echt
mooi maar meestal trekt het op niks. De kledij is altijd vrij netjes maar
sommige dragen dan toch een outfit die bij ons als sletterig zal gezien worden.
Wat wel opvalt is is dat de meisjes hier enorm behaard zijn. Ze hebben meer
haar op hun armen dan de gemiddelde Belg en dan nog pikzwart op de koop toe. De
meisjes hier zijn ofwel vrij mollig ofwel slank. Als ze wat mollig zijn,
schamen ze er zeker niet voor om het te laten zien. Ze dragen dan van die
T-shirts die eigenlijk te kort zijn waardoor hun buik eronderdoor komt piepen.
De Cubaanse man heeft immers graag een vrouw met houvast. De jongens
daarentegen moeten zeker niet onderdoen wat het dragen van juwelen en
lichaamsbeharing betreft. De jongens doen ook graag oorbellen aan en liefst zo
met van die fake diamenten of gekleurde stenen. Hoe groter hoe beter
uiteraard. Ook dragen de meeste wel een ketting en armbanden. Ze zijn eigenlijk
allemaal heel gespierd, ze doen hier trouwens veel aan fitness en dat laten ze
dan duidelijk zien door T-shirts te dragen zonder mouwen. Ze lijken er
misschien heel stoer uit te zien maar ze zijn echt heel vriendelijk. Het is dus
enkel maar het uitzicht maar het innerlijke past er niet altijd even goed bij. Het
zijn echt spierbundels hier. Sommige hebben een klein fitnesscenter op hun dak
staan maar Lara is iemand tegen het lijf gelopen in Havana en die neemt
blijkbaar pillen om zijn spieren te laten toenemen, ik ben de naam van het
product vergeten. Dus hoe ze hier bijlopen is dus niet enkel van het sporten.
Nog even iets kort over de dieren. Die lopen er
hier niet echt schitterend bij. De straathonden hebben schurft, open wonden,
allemaal van die bobbels en zien continue achter eten te zoeken op straat. Ze
blaffen weliswaar niet en ze doen helemaal niks naar de mensen, ze gaan altijd
uit de weg als je door de straat wandelt. Meestal zijn ze zo uitgeteld dat ze
op de meeste onmogelijke plaatsen liggen te slapen, midden op de stoep tot
zelfs op de weg. De sommige paarden zijn vel over been, en moeten dan nog hard
werken als ze voor de kar gespannen worden. De cocheur (zoals ze dat hier
noemen) slaagt maar op het paard als het harder moeten lopen terwijl eigenlijk
goed bezig is, maar ja wat kan je daar aan doen. De paarden zijn zelfs te moe
om nog te reageren op lawaai op de straat of een bus die voorbij raast. De
katten zijn meestal niet volgroeid en komen s nachts zelfs in mijn keuken het
afval uit de vuilbakken halen waardoor het s morgens helemaal verspreid over
de vloer ligt en de mieren een feestje bouwen. De honden van de buren zijn echt
verschrikkelijk, die worden volgens mij goed verzorgd, komen niet zoveel op
straat maar kunnen vrij rondlopen op het dak. Ze zijn met zijn drieën en kunnen
blaffen op de meest vervelende uren, vooral als je wil gaan slapen en s
morgens als je nog een half uur kunt blijven liggen.
De enige dieren die er hier eigenlijk nog vrij
deftig uitzien zijn de kippen. 2 weken geleden had ik een huis gezien waar de
kippen gehouden werden op het dak, wel schitterend om te zien.
Zondag, een week geleden, was ik uitgenodigd
bij de ouders van het gezin waar ik verblijf. Een voor één werden we met de
motor naar ginder gebracht. Maar wat doen ze daar dan: naar soaps kijken die ze
met de video hadden opgenomen, een hele avond lang. En dat is dus in het Spaans
en zeer slecht geacteerd en ja daar zit je dan, je begrijpt er niks van en zij
vinden dat fantastisch. Als je het verschil bekijkt in welke situatie het
gezin, waar ik verblijf, leeft en de ouders dan is dit wel opmerkelijk. Het
huisje van de ouders is echt wel klein, en de badkamer ziet er echt maar
triestig uit. De douche vuil en smerig, het toilet al niet veel beter. Ideaal
om infecties op te lopen. Het eten was er wel lekker maar ik wil niet weten hoe
het klaar gemaakt is. Bij mij daarentegen ziet er veel deftiger uit, eigenlijk
heel chique. Maar dat is dan speciaal gedaan voor de toeristen. Maar ze hebben
wel allemaal een chique TV, stereo, video, Maar investeren in de badkamer,
neen dat doen ze niet. Hier liggen de prioriteiten helemaal anders. De cubanen
doen de hele dag niets anders dan naar TV kijken, en ze kunnen maar 3 zenders
ontvangen dus nemen ze heel veel op op video om het later nog eens te kunnen
kijken als er niks interessants op is.
Het verschil tussen man en vrouw is hier toch
wel groter dan je denkt. De vrouw kuist, kookt, wast, kortom doet alles buiten
de reparatieklusjes. De man ruimt zelfs het tafel nog niet af. En als er soms
is teveel zout op de bonen is, mag de vrouw het verduren hoor. Zelfs de dochter
moet helpen maar het zoontje wordt hier rotverwend. Alles wordt hier voor hem
gedaan, alleen het eten kauwen mag hij nog zelf doen, maar hij klaagt wel als
het eten al een beetje koud is, omdat meneer nog effe aan het spelen was. Het
is verder wel een hele gezellige familie waar ik verblijf, wordt heel veel
gelachen en ik mag regelmatig blijven eten, maar soms heb ik mijn eigen mening
over het gedrag van de man als zijn vrouw iets pietsluttig verkeerd heeft gedaan.
Dat is dus helemaal niet erg, maar dan verheft hij zo zijn stem en zegt dan
vanalles in het Spaans. En zij blijft daar dan rustig bij en lost het
probleempje op. Echt merkwaardig, die wordt daar niet lastig voor ofzo. Ze
zouden het bij mij eens moeten proberen, ze zouden het zelf kunnen doen, maar
ja weeral een zoveelste cultuur verschil. Zwijgen is de boodschap. Maar ik amuseer
mij er wel, heel gezellig en we spelen vaak domino.
Op de unief wordt er in mijn ogen niet veel
gewerkt en zoals Lara al zei, alles op het gemakske, we doen dat morgen wel. Ik
zit dus al een maand en half op aceton te wachten, wat ik intussen al van
iemand kunnen lenen heb, en dan blijkt dus dat er geen geld is voor het
project. En dan staat ge hier dus schoon. Toen ik in België via mail had
gevraagd of het mogelijk was om die analyses hier te doen was het van: Geen
enkel probleem, wij kunnen dat hier doen, we hebben die technologieën. De
motor van de afzuiginstallatie is stuk waardoor ik geen stikstofbepalingen kan
doen. Gelukkig kan ik een SPAD-chlorofyl meter lenen van Lara en Roseline om
toch nog iets te kunnen doen. Maar we blijven optimistisch en ik denk wel dat
het in orde komt. Ik amuseer mij hier wel. Dus nu kent ge ne keer de andere
kant van het plaatje, het is hier niet allemaal rozengeur en manenschijn maar
we blijven volhardend doorwerken, voor zover dat gaat. Always look on the
bright sight of live.
Vandaag heb ik toch even mooi ondervonden hoe
slecht het transport hier wel is. Ik wou s morgens opstaan om naar de
universiteit te gaan maar toen begon het te stormen en aangezien ik vandaag
naar het veld wou gaan om te meten heb ik maar besloten om me nog even om te
draaien en ik dacht: Ik neem de bus wel, rond 9h is dat heel goed te doen. Ja
dag Jan, was ik effe vergeten dat het maandag was en dat dan alle studenten die
een kamer hebben op de universiteit ook naar ginder moeten. Dus ik kom daar aan
en er staat een massa volk. Ik wou helemaal niet aanschuiven dus had ik
besloten om al liften naar de universiteit te gaan. Maar geen enkele auto wou
stoppen en ik wou er zelfs 10 cubaanse pesos voor betalen, iets minder dan een
halve euro. Dat is zelfs heel veel want als je een particuliere taxi neemt
betaal je maar 5. En het was niet omdat ik een buitenlander was dat ze mij niet
meenamen. Neen zelfs de Cubanen werden niet meegenomen. Dan maar een stuk te
voet gegaan en uiteindelijk toch een vriendelijke persoon gevonden die mij wou
meenemen, zal wel eerder voor het geld geweest zijn want er stond een beetje
achterons politie en ik kreeg de kans nog niet om deftig in te stappen of hij
reed al verder, mijn been stak nog uit de auto en de deur was nog niet toe.
Als het hier regent is het leven precies toch
een beetje ontregeld. De zoon van Isis, de vrouw van het huis waar ik logeer,
belt zelfs naar school om te vragen of de leerkracht wel is komen opdagen
omwille van het weer. Blijkbaar niet dus kan zoonlief thuis blijven, chique hé.
Ik moet er wel bijvertellen dat hij een beetje ziek is en vrijdag koorts had,
dus ze wou het risico niet nemen om hem door de regen te sturen.
Voorbij weekend heb ik niet zoveel gedaan. Lara
is vrijdagnacht naar Santa Clara gekomen omdat ze toch van kamer ging
veranderen maar moest dus spijtig genoeg zondagvroeg al terugkeren. We waren
allebei zo moe dat we ne keer de luierik gingen uithangen en een hele dag aan
het zwembad van een hotel, in Santa Clara hebben gelegen. Het was prachtig, zo
net iets buiten de stad met allemaal bungalows als kamer die allemaal lijken op
indianenhutten. De entree was 5 euro en je mocht voor 3 euro consumeren. Ik heb
mij een Cubata genomen, cola met een rum van 7-jaar, echt wel lekker. Ik zal
zeker proberen om zon fles mee te nemen, veel beter als de witte rum. Lara
heeft zich iets genomen met appelsiensap en ook iets van alcohol, ik weet wel
niet meer hoe het noemde. Het zwembad was echt wel de moeite, alleen heel koud
water, maar we hebben ons daar niks van aangetrokken en na een frisse duik,
zijn we lekker in zon strandstoel gaan liggen en hebben genoten van de
Cubaanse zon. Aaaahhh wat kan het leven toch prachtig zijn.
Deze week woog het vroege opstaan en het late thuiskomen wel even door. Iedere dag om 06.20 opstaan, dan een flinke wandeling tot de bushalte om om 07.00 de bus te pakken. Gelukkig heb ik een goede rug en dus geen last van de rit van anderhalf uur vanuit Havana tot het bodeminstituut (eigenlijk maar een goede 30 km, maar door het vele verkeer op deze weg en natuurlijk ook de toestand van ons busje (lees wrakje) duurt het toch wel lang). De flinke gaten in de weg en de bus die al lang zijn dempers of veringen of hoe het ook moge heten, onderweg verloren is maken het geheel tot een waggelende en schokkende bedoeling. Om 08.30 aankomen in het instituut en daar dan tot 16.30 werken. Het werken op zich is niet zo stressie maar als we op het veld gaan of gaan zaaien in de brandende zon, dan ben je s avonds toch wel pompaf. Dan weer anderhalf uur terug om om 18.00 aan te komen, weer een flinke wandeling tot thuis, in de douche springen om je terug fris te voelen en al die rode aarde en dat zweet af te wassen. Dan eten en voor je het ook maar weet, is het 20.00. Om 22.00 in je bed kruipen voor een deftige nachtrust is aangeraden, maar het komt er nooit van Bijgevolg is het weekend op het einde van dergelijke vermoeiende maar leuke week wel welkom om terug op adem te komen en de batterijen op te laden.
Gisterenavond (zaterdag) was er een salsaconcert van een bekende Cubaanse groep op de dijk. Angelo en Rey (twee toffe Cubanen, de eerste geeft mij salsales en de tweede heb ik leren kennen via Roseline), Roseline en ik zijn er samen een kijkje gaan nemen. Ongelooflijk hoe de Cubanen kunnen dansen, spontaan en ritmisch, hun tweede natuur, ieder klein Cubaantje kan hier dansen voordat het kan lopen!! Ze controleren iedere spier en ieder lichaamsdeel afzonderlijk en laten alles shaken al ritmo caliente de la musica. Ze willen je dat dan natuurlijk allemaal leren. Bijgevolg ben ik nu dus ook druk aan het oefenen om alles te laten shaken, wiegelen en waggelen op verschillende frequenties, maar met stijve blanke spieren kost dat wel wat moeite. Ik beperk het oefenen dus voorlopig tot pasjes en move-jes voor de spiegel in mijn kamer en waar ook maar mogelijk zodra niemand mij ziet
En ja, met een Cubaan aan onze zij liet de rest van de Cubanen ons helemaal met rust. Grappig hoe ze dat respecteren. Op het einde van de avond gingen Roseline en ik even met zijn tweeën wat te drinken halen. We voelden ons precies twee hulpeloze, blanke visjes tussen een enorme school hongerige, donkerkleurige, Cubaanse haaien. Gelukkig zijn het vriendelijke haaien en bijten ze niet als je niet kijkt.
Wat het werk voor het project betreft, daar heb ik wel een flinke en abrupte cultuurshock ondergaan. Tijdens de vorige thesis op Gasthuisberg leek alles altijd onder controle, alle apparaten werkten altijd en de reagentia raakten nooit uitgeput, alle experimenten vonden plaats wanneer je dat wilde en je planning bleek altijd wonderbaarlijk goed haalbaar als je maar voldoende lang werkte.
Hier draait alles meer op de golfslag van de zee. De windsterkte, iets oncontroleerbaars en veranderlijk naar Gods lieve wil, bepaalt de hoogte en de snelheid van de eeuwig rollende golven en bepaalt wanneer, waar en hoe ze zich op het strand en de dijken van Havana storten. Ons project en onze planning is deels afhankelijk van het weer vermits deze bepaalt of de grond bewerkbaar is en of we kunnen zaaien, of de bonenplantjes goed zullen groeien en of onze oogst goed gaat zijn. Andere oncontroleerbare factoren zijn de bus die het wel eens laat afweten, de beschikbaarheid en de reserve van de reagentia (zie Steven die al een maand op de bestelling van aceton aan het wachten is), de elektriciteit die gelukkig dit jaar nog maar één keer is uitgevallen en nog vele andere dingen die ik zelfs na mijn prille ervaring hier en met veel fantasie nu nog altijd naïef als constanten beschouw, maar die waarschijnlijk in de toekomst de planning wel eens in de war zullen sturen. MAAR geen paniek! Een flexibele planning opstellen en vooral niet gaan stressen over dingen die je toch niet in de hand hebt, is wel duidelijk the way to survive hier. Uiteindelijk komt er hier in Cuba voor elk probleem steeds een oplossing uit de lucht vallen, hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt. En anders: Vamos a ver mañana! (we zien morgen wel!).
Dit jaar is er uitzonderlijk veel regen en duurt het regenseizoen langer dan normaal. Het is dus wachten tot het droog genoeg is zodat de boeren hun grond kunnen bewerken en we kunnen zaaien. De oogst die drie maanden later is, zal dan waarschijnlijk op het einde of zelf na mijn verblijf vallen. Vorig jaar is dat ook gebeurd en toen hebben de mensen van het bodeminstituut de oogst zonder ons moeten doen. Op zich gaat dat wel, maar Roseline en Sarah (de vorige thesisstudent) hebben maanden moeten wachten op de data die zelfs te laat kwamen voor Sarah haar thesis. Roseline zou eventueel in februari nog terugkomen om dan mee te oogsten en de data meteen mee te nemen naar België. We zien wel
Voor de geïnteresseerden volgt hier het project in het kort: tot nu werden in het doctoraatsproject van Roseline verschillende boonlijnen getest op het effect van inoculatie met Rhizobium (een stifstoffixerende bacterie die in symbiose leeft met alle vlinderbloemige planten waaronder boon) en met andere plantgroeibevorderende bacteriën waarbij de factor opbrengst de belangrijkste is. Hier werden de beste combinaties boonlijn-bacteriën geselecteerd in serreproeven. Vorig jaar werden deze combinaties dan in verschillende proefstations op het veld getest in Cuba en dit jaar testen we ze op het veld van de boeren om na te gaan hoe deze combinaties het doen op verschillende veldlocaties en met behandeling van de boeren. Bovendien kunnen we vergelijken met commerciële boonlijnen die de boeren gebruiken en kunnen we zien wat de boer van deze combinaties vindt. Werken met boeren is heel interessant maar ook moeilijker omdat je afhankelijk bent van hun tijdsschema en je op verschillende plaatsen moet werken, vooral als je weet dat transport hier de grootste moeilijkheid is.
Vorig
weekend (zaterdag 7 en zondag 8 oktober) konden we genieten van een
extra maandag en dinsdag. Dinsdag 10 oktober is hier nl. een van de
feestdagen en een van de weinige extra vakantiedagen voor iedereen. Op
10 oktober 1868 riep de landeigenaar Carlos Manuel de Céspedes op zijn
landgoed zijn mede-Cubanen op tot verzet tegen de Spanjaarden die toen
Cuba als kolonie beheersten. Hij liet zijn slaven op zijn
suikerplantage vrij en veroverde een stadje (Bayamo) waar er een
revolutionaire regering werd gesticht met onze Carlos als president van
de republiek. Het Cubaanse volkslied werd toen voor het eerst gezongen,
een echt strijdlustig en trots lied dat hier iedereen vanbuiten kent.
Het is dan ook leerstof in de lagere school. Wat nationalisme betreft,
kunnen wij nog wel iets van hen leren
Deze
nieuwe republiek bestond maar kort. De Spanjaarden lieten zich niet
zomaar van het eiland afsmijten en de opstanden werden neergeslagen.
Toch was dit het begin van een onafhankelijkheidsstreven dat
uiteindelijk leidde tot Cubas onafhankelijkheid in 1898. In
dat jaar werd de vrede van Parijs ondertekend. Dit betekende het einde
van de Spaanse overheersing, maar ook het begin van de Amerikaanse
invloed. De vrede van Parijs was een onderonsje tussen Spanje en de
V.S., Cuba was zelfs niet vertegenwoordigd! De V.S. hadden zich handig
in de oorlog gemengd door hun eigen mariniersschip te doen ontploffen (
de Maine, lag voor de kust van de haven van Havana om er op een
neutrale manier Amerikaanse burgers te beschermen). Vervolgens
beschuldigden ze Spanje van een aanslag en sloegen samen met de Cubanen
de laatste stuiptrekkingen van het Spaanse leger neer. De oorlog was
eigenlijk al door de Cubaanse opstandelingen gewonnen op dat moment.
Dat de Amerikanen zelf hun schip hebben doen ontploffen, dat wordt hier
algemeen verkondigd. Mijn gids van Cuba blijft wat dat betreft neutraal
hierin, maar tussen de regels kun je wel lezen dat ze dankzij deze
aanslag wel konden rekenen op steun van de publieke opinie thuis en
dat de bedoeling duidelijk was een stem te hebben in het vredesverdrag.
Ook is het belachelijk te geloven dat Spanje een aanslag zou plegen op
een neutraal Amerikaans schip. Ze hadden de oorlog zo goed als verloren
en gingen zich niet nog meer vijanden op hun nek halen Enfin, als
iemand ergens hierover iets vindt, laat maar weten! Als je dan de lijn
doortrekt naar vandaag en je denkt terug aan de aanslag op de
WTC-torens, dan kun je je natuurlijk wel voorstellen dat iedereen hier
in Cuba heilig gelooft dat de Amerikanen zelf achter deze
verschrikkelijke aanslag zitten en dat het heel normaal is dat ze het
brein hierachter B.L. niet vinden, volgens hen zit hij in Camp David
zelf Wij hebben dit al meegemaakt. Zelf geloof ik het niet want er is
nog een verschil tussen een bootje tot ontploffing brengen in het
buitenland en wat mariniers, vooral zwarten natuurlijk en met een
lagere graad in het leger, te verliezen en een aanslag plegen op je
eigen economisch hart op zon manier. Bovendien toonde deze aanslag ook
een enorm falen aan van de Amerikaanse veiligheidsdiensten en kreeg
onze Amerikaanse president toch ook enorm veel kritiek te verduren
vanaf het eerste moment. Tenzij hij natuurlijk houdt van spektakel,
vroeger veel oorlogje gespeeld heeft en het voor iedereen geloofwaardig
wilde maken De waarheid zal over 30 of 40 jaar hopelijk geweten worden
Dit
was even een ommetje voor de mensen die van geschiedenis houden. Het
komt er eigenlijk gewoon op neer dat we van zaterdag tot en met dinsdag
vrijaf hadden en dus veel hebben kunnen zien. Zaterdag hebben we de
ronde van Santa Clara gedaan, het stadje van Che Guevara Steven
verblijft. Je kunt er de plaza de la revolución iets buiten het
centrum zien: een groot plein met een bouwwerk waarop een standbeeld
van Che prijkt. Binnen is er een museum over deze nationale held en ook
zijn graf dat recent naar hier werd overgebracht, kun je er bezoeken.
Dan ligt er op de weg van de universiteit (8 km
van het centrum) naar de stad ook nog de vereerde plek el tren
blindado waar commandant Che voor het eerst zijn ongeëvenaarde
talenten als militair strateeg liet blijken. In opdracht van F.C.
bezette hij met 364 vrijwilligers een hopeloze strijd van 1 tegen 10
- de zwaarbewaakte stad Santa Clara, met de hulp van de bevolking
weliswaar. In Santa Clara kwam eveneens de tren blindado of
geblindeerde trein voorbij met daarin tot de tanden gewapende soldaten
die de troepen in het oosten moesten gaan versterken. Door
verschillende bruggen ten oosten van Santa Clara op te blazen, werd de
trein tot stilstand gebracht in het station van Santa Clara. Aan de
oostkant van de stad liet Che een twintigtal meter rails weghalen en de
volgende dag veroverden Che en zijn vrijwilligers het station en
verschillende kazernes. Ze voerden hierna een verrassingsaanval uit op
de trein waarop de soldaten van Batista (de laatste dictator van Cuba
vóór de revolutie van F.C.) in paniek raakten en met de trein uit het
station vluchtten. Zoals voorzien ontspoorde deze trein in het oosten
van de stad waar de rails weggehaald waren. Met nauwelijks 18 man
voerde men een aanval uit op de ontspoorde trein en de soldaten
capituleerden vrij snel. Deze gebeurtenis riep toen en roept nog steeds
een enorme waardering en bewondering op voor Che Guevara. Hij is hier
de grootste nationale held en wordt tot vandaag nog steeds vereerd.
Enkele ontspoorde wagons liggen nog steeds op de plek die el tren
blindado wordt genoemd. Binnenin de wagons is een soort klein museum
ingericht over het wapenfeit zelf. Musea hier zijn niet al te
fantastisch; meestal enkele losse voorwerpen waar weinig informatie
bijhangt en zeer revolutionair getint natuurlijk.
De
volgende twee dagen waren weggelegd voor een uitstap naar de
Varkensbaai ten zuidoosten van Santa Clara. Op weg hiernaar lag ook een
krokodillenboerderij en La laguna del tesoro(de lagune van de schat).
In de boerderij werden de bezoekers geleid over een wegje met her en
der steeds spannendere informatie over hoe groot krokodillen wel kunnen
worden en verschillende soorten en zo tot de climax een grote hut
restaurant- waar je door moest lopen om tot aan een grote vijver te
komen waar de grote krokodillen te bezichtigen zijn maar die
krokodillen hebben waarschijnlijk al lang genoeg van al die starende
toeristen en gillende kinders en laten zich niet zien. De climax werd
dus snel anticlimax De laguna del tesoro was daarentegen wel de moeite.
Met een motorbootje werden we eerst langs een zeestraat gevoerd met
links en rechts hele typische, arme vegetatie. Opeens kwam deze
zeestraat uit op een groot meer met in de verte een eiland. Hier
leefden vroeger, volgens de overlevering, indianen die bij de dreiging
van de Spaanse veroveraars hun schat in het meer wierpen vandaar de
naam. Nu ligt er een soort hotel waar de kamers allemaal aparte houten
hutjes zijn verspreid over het eiland. Er is ook een indianendorp
nagebouwd. Het eiland zelf is heel moerassig, je loopt continu over
houten weggetjes op palen. Op het meer liggen soms vlaktes bezaaid met
witte lelies.
Per
taxi reden we verder naar Playa Larga waar de chauffeur ons afzette bij
een gezellig huisje aan de baai waar we konden overnachten. Playa Larga
ligt helemaal landinwaarts aan het einde van de Varkensbaai. Deze baai
zal bij jullie wel een belletje doen rinkelen, het is de baai waarlangs
1400 Cubaanse bannelingen, getraind door de CIA met toestemming van de
Amerikaanse president Kennedy, in 1961 probeerden Cuba te heroveren. De
CIA hadden de koraalriffen echter voor zandbanken aanzien en de bootjes
strandden jammerlijk genoeg onder het vuur van enkele Cubaanse
vliegtuigjes. De bannelingen werden achtergelaten door de Amerikanen en
werden later omgeruild voor voedsel, medicijnen en medische apparatuur
voor de ziekenhuizen in Cuba.
De
volgende ochtend zouden we een motor ter onzer beschikking krijgen om
zo alles in de buurt te kunnen bezoeken. Transport is hier nl. het
grootste probleem in Cuba. Ik denk dat Cubanen ook wel de meest
geduldige mensen ter wereld moeten zijn. Als je snel en goed transport
wil, toeristenbussen of taxis, dan is het redelijk duur. Dus zon
motor leek een toffe oplossing als hij dan ook effectief aankomt
natuurlijk. De volgende morgen bleek onze motor voorlopig een droom te
blijven en na een uur wachten besloten we dan maar te gaan liften. Na
tien minuten hadden we al beet een ambulance weliswaar stopte voor ons
en we konden achterin meerijden samen met drie andere lifters en een
man die op een brancard lag en wiens buik volledig verpakt was in gips.
Hij was wss degene die de ambulance kwam halen en naar het ziekenhuis
bracht. De ambulance zelf zag er vanbinnen wel mooi uit met overal
schuifjes en zakjes voor verschillende geneesmiddelen en ander medisch
materiaal, maar alles was leeg.
Onze vriendelijke ambulancier zette
ons dan af aan Cueva de los Peces of grot van de vissen. Dit is een
meertje of eerder grote poel tussen de rotsen. Deze lagune is 70 meter
diep en staat in verbinding met de zee. Je kunt er duiken en snorkelen
tussen tropische vissen, het was echt heel mooi en we hadden de poel
voor ons alleen, het is nu immers toeristisch laagseizoen. Vanaf
november begint het hier volgens de Cubanen weer volop met pieken eind
december en januari. Op 50 meter van de lagune ligt het strand waar het
snorkelen eigenlijk nog veel mooier was. Er waren veel meer vissen te
zien en het onderwaterlandschap had wel iets weg van wat je op een
documentaire zoal te zien krijgt, maar alles was veel witter, minder
groen. Naar het schijnt kun je bij Trinidad, een ander koloniaal
stadje, wel heel mooi duiken. Dat is dan iets voor een van de volgende
tripjes. Nemos hebben we niet gezien, maar er was wel een vriendelijke
vis die aan onze benen kwam plakken om ze proper te maken en een heel
klein visje die het echt kicks en veilig vond bij ons. Het bleef heel
dicht rond je zwemmen en volgde je overal, na een uur snorkelen zwom
het nog rond ons. We hebben het dan, met pijn in het hart moeten
verlaten en zijn verder gelift, per toeristenauto, naar Playa Girón.
Daar hebben we dan iets gegeten en wilden we terug, maar dat was een
probleem Playa Girón is immers een groot woord voor een kruispunt van
twee bewoonde straten en autos waren er eigenlijk helemaal niet te
zien. We zijn dan maar naar een van de huisjes gestapt voor een
particuliere auto, dat lukte vrij snel en in een oude Amerikaanse wagen
van 1965 reden we dan de 30 km terug naar Playa Larga. De motor was van
Russische makelij en was zelfs vier jaar ouder dan de auto Het blijft
heel straf dat dat nog steeds rijdt Het ding zuipt wel letterlijk
benzine (voor
de kenners: 16 tot 17 l/100 km!). Dezelfde taxi die ons naar Playa
Larga gebracht had, reed ons dan terug naar Santa Clara. Op dinsdag
zijn we dan per taxi vanuit Santa Clara, met twee Belgische meisjes uit
Gent die ook aan de universiteit van Santa Clara thesissen, een dagje
op strandvakantie gegaan naar het noordelijk gelegen eilandje Cayo las
Brujas. Zon strand uit de boekjes: wit zand en helblauw water met op
de achtergrond palmbomen en een discreet hotel dat gelukkig volledig in
harmonie met het schitterende eilandje gebouwd werd.
Dit weekend moest Steven dan ook nog naar Havana komen om zijn
vingerafdruk te zetten op de Cubaanse studentenkaart die we gaan
krijgen. Dit magische kaartje maakt veel dingen 25 keer goedkoper, je
moet nl. dezelfde prijs betalen maar met nationaal geld (Cubaanse
pesos) i.p.v. met CUC, de munt van de toerist en van de officiële
winkels. Opnieuw even geduld uitoefenen want het wil wel eens lang
duren voor je eindelijk die afdruk mag zetten en dan moet je drie dagen
later nog eens teruggaan om het kaartje zelf op te halen Het moet nl.
nog geplastificeerd worden
Zaterdag zijn we dan in de voormiddag het museum van de rumfabriek gaan
bezoeken in het oude Havana waar we de zeven jaar oude rum konden
proeven, heel straf maar wel lekker! Daarna hebben we nog een van de
forten (Castillo del Morro en San Carlos de Cabaña) bezocht aan de
ingang van de haven van Havana. Op zich is er niet zoveel te zien maar
het uitzicht op de stad en de zee is uniek. Je kunt ook tot helemaal
boven in de vuurtoren gaan en van daaruit heeft Steven zich met zijn
fototoestel kunnen uitleven en een panoramafoto van 360° genomen.
In de namiddag waren we uitgenodigd bij Germán, mijn Spaanse
begeleider, voor zijn verjaardagsfeestje, een echt Cubaans
familiefeest. Zijn neven vormen een Cubaans muziekgroepje (twee
gitaren, maraccas en drie mooie stemmen) die de hele avond volspeelden
en dan werd er in het kleine courtje achteraan gedanst. Er werden
Cubaanse hapjes rondgedragen en heel veel rum geschonken. Het was heel
gezellig.
Gisteren ben ik naar dat feest gegaan van die religie Santería hier. Het was een feest ter ere van de voorouders van de gastvrouw, dat doen ze ongeveer één keer per jaar denk ik en de dag mogen ze zelf kiezen. Er worden dan offers gebracht aan het altaartje dat er voor de gelegenheid in de woonkamer staat. De feesten worden altijd bij hen thuis gedaan. Op zich was het wel uniek dat Roseline en ik dat konden meemaken, maar eigenlijk vond ik het maar niks, ik voelde me niet op mijn gemak temeer daar ze wilden dat ik meedeed. Het begon met het voorlezen van gebeden (bijna volledig hetzelfde als het Onze Vader, met Amen en al; tijdens de slavernij hebben de zwarte slaven, om hun geloof toch stiekem te kunnen beoefenen, veel katholieke tradities overgenomen, hun goden de naam van onze heiligen gegeven enz. Hun religie was nl. verboden, vandaar de vele katholieke invloeden). Daarna begonnen vier mannen te zingen en met zelfgemaakte instrumenten muziek te maken op zijn Afrikaans. Het woonkamertje waar we zaten, was wel erg klein en de muziek weergalmde verschrikkelijk, bijna erger als een discotheek. En ze bleven maar zingen, steeds hetzelfde en twintig minuten per liedje. Na ongeveer drie liedjes begon een van de mannen precies in trance te gaan, hele rare bibberende en onstuimige bewegingen te maken. De muziek weergalmde dan steeds harder. Dan gooide hij zich op de grond en stond terug recht en vanaf dan stak hij een grote sigaar op en men bond een rode hoofddoek rond zijn kop. Ik denk dat hij een soort medium of verbinding was op dat moment tussen de mensen in de woonkamer en de doden, onze voorouders Eng, he. Hij sprak ook precies een andere taal vanaf dan wel met Spaanse woorden ertussen, Roseline en ik konden er niet veel van verstaan. De muziek ging verder en vanaf dan keek hij heel intelligent, alleswetend rond alsof hij recht in je ziel keek. Zijn oog viel op de gastvrouw. Hij begon haar te ondervragen in zijn onverstaanbaar taaltje en ze staarde steeds naar de grond, knikte af en toe of antwoordde iets kort en keek soms heel even naar hem. Dan nam hij haar naar het midden van de kamer en ze begonnen op de muziek naast elkaar te dansen. Dan liet hij haar met één hand rondjes draaien en trok toen een paar keer met een snok aan haar beide armen. Op dat moment treden de doden, haar voorouders in haar en ze ging ook precies in trance Hij heeft dat met nog meerdere vrouwen gedaan, nooit met mannen. Als de vrouwen dan in trance gingen, hadden ze zichzelf precies niet meer in bedwang en soms moesten ze ook echt vastgehouden worden om te voorkomen dat ze ergens met hun kop tegen stootten of zo. Na de trance waren ze helemaal uitgeput precies en gingen voor het altaar knielend geparfumeerd water over zichzelf en het altaar sprenkelen. Ik was alles zittend van op de trap aan het bekijken en ze vroegen maar steeds of ik mee wilde dansen. Achteraf gezien had ik het beter gedaan maar ik was bang dat die enge kerel op mij af ging komen en me ook ging proberen in trance te laten gaan Volgens Roseline is het allemaal theater, maar ik vermeed het toch maar liever.
Dan was er nog een andere vervelende Cubaan op het feest die zodra hij me zag met me wilde trouwen en niet ophield met te zeggen dat ik heel mooi was en er romantisch uitzag en dat allemaal in een onverstaanbaar Engels, hij wilde wss perse laten zien dat hij goed Engels kon praten.
Na vier uur bleven ze maar doorgaan en ik heb dan maar afscheid genomen om mijn oren wat rust te gunnen en om uit die kleine kamer te zijn weg van die opdringerige Cubaan. Ik ben dan maar naar de zeedijk gewandeld en ben daar wat gaan uitwaaien.
Nu heb ik er ergens wel spijt van dat ik niet gewoon heb meegedaan en een beetje meegedanst op de achtergrond. Angelo, de buur van Roseline en de man van de gastvrouw begreep maar niet waarom ik niet mee wilde doen en tenslotte was de kans toch heel klein geweest dat die enge kerel op mij af zou komen. Tja, af en toe is het niet gemakkelijk om je volledig aan te passen en te integreren. Ik had me gewoon niet aan zoiets verwacht en voelde me toch niet helemaal op mijn gemak. Net zoals ik het soms nog steeds moeilijk heb met de enorme tijdsverspilling en de nietsnutterij van de meeste mensen in het instituut. Er lijkt echt niets aan de gang daar. De vrouw van Germán, mijn Spaanse begeleider, komt precies enkel naar het werk om te koken en vanalles lekkers klaar te maken in het labo. Als je zo eens rond kijkt in de labos zijn ze meer aan het kletsen en koffie aan het drinken dan echt aan het werken. Een vergadering met Germán is een hel, vooral omdat vorig jaar op Gasthuisberg alles maximaal efficiënt moest en omdat je dat in Leuven ook hebt geleerd je tijd optimaal te benutten, anders kreeg je nooit alles gedaan. Het is een hele ommezwaai en het communistische systeem hier zal het enkel maar verergeren, maar ik zal me er toch aan moeten aanpassen.
Het heeft ook zijn mooie kanten, ze genieten meer van het leven en zitten niet zo in een vast patroon. Maar ik kan nog steeds niet begrijpen hoe ze voldoening van hun werk kunnen hebben.
Gisterenavond na het eten en na het Santeríafeest, ben ik nog even gaan wandelen en gaan kijken of er ergens een salsafeestje was, maar op zaterdagavond is het meer discomuziek en reggaeton. Toevallig kwam ik voorbij een soort wachtpost van de regering. Daar raakte ik aan de praat met Fernando, een jongen die bezig was met zijn militaire dienst (twee jaar hier) en die zich stierlijk verveelde omdat hij de hele nacht wacht had en niets te doen had. Hij had een schaakspel voor zich staan en stelde voor een spelletje te spelen. Dat heb ik dan maar gedaan, we waren wel aan elkaar gewaagd, maar uiteindelijk heeft hij toch gewonnen.
Vandaag heb ik dan maar lekker lui gezonnebaad en gelezen aan het zwembad van het nationaal hotel en vanavond gaan Roseline, een Cubaanse vriend Rey en ik naar een klassiek concert kijken, ik ben benieuwd.
De laatste dagen waren weer heel fijn en soms ook wel spannend. De planning van woensdag en donderdag is natuurlijk weer veranderd zoals ik voorspeld had. Woensdagmorgen gingen we normaalgezien naar een dorp in de buurt maar die bewuste morgen was het opeens uitgesteld tot donderdagmorgen. Dus zijn we donderdag nog boeren gaan bezoeken. Ons vervoermiddel was deze keer een oude motor van 1980 met een zijspan. Het ding was tamelijk verroest en kon niet sneller dan 60 km/h. Een Cubaan van het instituut bestuurde het ding, het was echt cool, we voelden ons als de twee honden Napoleon en Lafayette uit de Aristocats. We hebben dan ook veel boeren kunnen bezoeken donderdag en veel bodemstalen kunnen nemen. Volgende week gaan we ze analyseren. Bij iedere boer kregen we handenvol fruit toegestopt van de bomen in het veld en rond het huis: guayaba (guave in het Nederlands) ziet eruit als een groene mandarijn met een meer gladde schil. Het ruikt enorm lekker, net parfum en is roze vanbinnen met veel pitjes. Je kunt het als een appel eten, maar ik vind de smaak niet zo lekker. Ze maken er ook vruchtensap van en die is wel heel lekker. Ander fruit van dit seizoen is papaya (fruta bomba noemen ze het hier) en ook anón, iets heel raars met vanbinnen wit vruchtenvlees en veel grote zwarte pitten. Ik heb er fotos van gemaakt want het is moeilijk zo te beschrijven. In totaal hadden we twee zakken vol fruit, tja als er zo twee knappe meisjes langskomen, dan krijgen die natuurlijk veel geschenkjes, zei één van de boeren. Je hebt hier ook extra veel bekijks omdat je buitenlandse bent met zon mooie blanke huid net zoals bij ons meer de Latijns-Amerikaanse types wat bruiner met gitzwart haar ook in trek zijn. Het logische besluit is dan dat voor mannen het gras blijkbaar altijd groener is aan de andere kant en wat van ver komt, altijd beter is
Woensdag vertrok de bus van het instituut ondertussen al minstens drie keer kapot gegaan, maar altijd snel gefikst door onze chauffeur-garagist al in de vroege namiddag want s avonds was er het grote feest van alle CDRs. Het stratennetwerk van alle Cubaanse steden is nl gebouwd volgens het Amerikaanse systeem en alle huizen zijn dus gegroepeerd in cuadras of blokken. Iedere blok heeft een vereniging(CDR genaamd, afkorting van Comites de Defensa de la Revolución wat zoveel betekent als comites ter bescherming van de revolutie met revolutie wordt altijd de overwinning van F in 1960 bedoeld) met een president die bv. bijhoudt wie er waar woont en wie er op bezoek komt en zo. Ook zorgt deze persoon voor de veiligheid in de blok en nog andere dingen Een perfect controlesysteem dus aan de ene kant maar ook wel een goede verzekering van de organisatie en veiligheidvan ieder blok. 27 september is de nationale feestdag van de CDRs. Alle blokken leggen dan een beetje geld samen en daarmee bereidt de president vanalles lekkers zoals koekjes, kleine hapjes, taart (die echt verschrikkelijk vies is het is peperkoek verpakt in een synthetische crème die alle kleuren kan hebben, tot groen en blauw toe) en traditioneel soep gekookt in een hele grote pot. De soep is wel heel erg lekker en is groentensoep met kip zoals wij s winters eten. Ook krijgt ieder blok extra bonnen van de regering om brood en koekjes en kip te koken. s Avonds komt elk blok dan bijeen, maakt een vuur op straat en geniet samen van alle lekkere dingen. Vroeger kwam er ook om middernacht vuurwerk bij te pas van elk blok, maar de laatste jaren wordt het eigenlijk niet meer zo gevierd, enkelen vinden het gewoon volkslakkerij en een middel om de problemen te doen verdwijnen en hebben bijgevolg geen zin om hieraan mee te doen. In het blok waar ik woon, was er helemaal niet veel en dus zijn Roseline en ik maar naar haar blok gegaan waar er wel wat was, een blok verder waar er veel jongeren woonden was er ook muziek en een kleine bar waar we nog salsa en reggaeton gedanst hebben. Dat laatste is een heel populaire, vrij nieuwe dans van hier en heeft wel wat weg van rapp maar langzamer en ritmischer, de dans zelf is nogal pikant maar wel heel mooi en ik wil het graag leren. Ik heb ondertussen verschillende leraren waar ik een les ga volgen en dan zien welke het beste is, eerst voor salsa en daarna misschien voor reggaeton. Ik ben er tot half drie s nachts blijven dansen, Angelo heeft me toen naar huis gebracht. De salsa is hier zo anders en zoveel beter dan hoe hij gedanst wordt in België, veel passioneler en meer op gevoel dan structureel.
Om terug te komen op de nationale feestdag van CDR, op 26 september wordt dus alles voorbereid en s avonds komen de mensen samen. Om middernacht staat bij iedereen de radio op en wordt het nationale volkslied gespeeld dat heel trots en krijgslustig is, wel mooi. Iedereen gaat dan plechtig recht staan en zingt het mee, ze kennen het allemaal, het is trouwens leerstof in de lagere school.
Toen we dus woensdag vroeger terugkwamen met de bus van het instituut voor het feest, kwamen we op weg naar Havana terecht in een verschrikkelijke stortbui dat de wegen in echte rivieren veranderde, het verkeer viel stil omdat enkele autos in pan vielen en dus alles blokkeerden. Roseline heeft er fotos van gemaakt. Gelukkig zijn de huizen allemaal zo gebouwd dat ze droog blijven, het was impressionant.
Ik heb ook met Roseline afgesproken dat we vier dagen in het instituut goed doorwerken en dan als alles gedaan is, vrijdag niet gaan want het is toch een hele tocht (1.5 uur heen en 1.5 uur terug per dag). Zo kan ik in het weekend ook meer reizen en bezoeken samen met Steven als we één dag meer hebben.
Gisteren (vrijdag) zijn we dan naar het huis van Germán gegaan om de veldexperimenten in meer detail te bespreken. Normaal zou dat een vergadering van een uurtje hooguit geweest zijn maar met een Cubaan erbij resulteerde dat in drie uur omdat hij continu over andere dingen begon en nogal langdradig was ik had er op het einde hoofdpijn van en ik rammelde van de honger, we zijn daar blijven eten. Je moet soms veel geduld hebben
De eerste dagen heb ik hier als buitenlandse voor het eerst aangevoeld wat ongelijkheid is tussen mensen. Als toerist of buitenlandse student ben je namelijk meer dan een Cubaan, je mag ieder hotel zo binnenstappen, wordt altijd zeer vriendelijk bejegend door de politie en nooit lastiggevallen en er is mij ook al verzekerd dat als ik hier ziek zou worden, ze veel meer zouden doen voor mij dan voor een Cubaan. Het is wel heel raar dat je naar een communistisch land moet reizen om dit mee te maken en aan te voelen En wat mij ook verbaasde, was dat deze ongelijkheid de Cubanen niet boos lijkt te maken, ze zijn heel vriendelijk tegen je, maar ze weten natuurlijk ook dat wij een groot deel zijn van hun inkomen. De toegang tot de hotels is de laatste tijd ook minder beperkt, ook Cubanen mogen binnen en mogen komen zwemmen in het nationaal hotel bijvoorbeeld al doen ze het quasi nooit.
Deze middag (zaterdagmiddag) ben ik bij Angelo en zijn vrouw uitgenodigd op een feest. Zijn vrouw Marlèn behoort nl tot de wijdst verspreide godsdienst Santería, een geloof afkomstig van Afrika. Vandaag is het de feestdag van haar heiligen. Er wordt dan een altaar in het huis gezet waar offers (zoetigheden zoals koekjes) aan gebracht worden door de gasten en er wordt ook rumba gedanst, ook een dans afkomstig van Afrika. Ik ben benieuwd
Gisteren zijn we naar Piñar del Río gegaan, het mooiste gebied van Cuba qua natuur. Het is er heel groen en heuvelachtig. We hebben eerst enkele boeren bezocht en bodemstalen genomen en in de namiddaghadden we nog tijd over om naar de vallei van Viñales te gaan, een van de meest unieke en mooiste valleien ter wereld (sinds kort werelderfgoed UNESCO). In deze vallei bevinden zich de mogotes, grote ronde kalksteenformaties zo groot als een volwassen berg die zich her en der in het landschap bevinden, net als pralines op een schaaltje. Volgens de Cubaanse die met ons mee was en die veel van deze streek afwist, is dit de enige plek ter wereld waar men deze mogotes kan vinden.
Vandaag hebben we dan enkele boeren hier in Havana bezocht. Vaak zijn het jonge mensen die heel hartelijk en grappig zijn en het is wel leuk werk om ze allemaal te bezoeken. Er gaat wel steeds iemand mee met ons van het instituut die de boeren kent, maar als je dan met Cubanen op stap bent, is het wel aangeraden om veel geduld op te brengen en zeer flexibel te zijn. Vandaag was de vrouw van Germán mee, een beetje Guynette (een achtertante van mij) op zijn Cubaans. Ze kan verschrikkelijk ordinair en hard lachen en schreeuwen, maar het is een lief mens. Alleen moet je dus heel geduldig zijn. Vandaag was de laatste dag dat we de auto hadden en we moesten er dus van profiteren dat we zoveel mogelijk boeren zouden bezoeken, verder transport is hier nl. heel moeilijk. Maar dat snapte ze precies niet, we waren s morgens om zeven uur hier in Havana vertrokken om om acht uur ongeveer daar te zijn dat was de planning! Op weg naar het instituut moest ze nog bij haar zus langs die verpleegster is en in een instituut werkt om katoen te gaan halen en heeft ze nog bloemen gekocht om bij het Maria beeld van de kerk naast het ziekenhuis te leggen en ondertussen kwam ze nog veel bekenden tegen waar dan natuurlijk een hartelijk gesprek op volgde en tenslotte moest ze ook nog even naar de dokter omdat ze al sinds vijf dagen een flinke gezwollen hand heeft. Ze had een wonde opgelopen aan haar duim en toen die ongeveer dicht was, begon haar hand eerst te jeuken en vervolgens op te zwellen. Het was dus wel noodzakelijk dat ze naar de dokter ging, maar we kwamen wel pas om negen uur ongeveer aan in het instituut. Daar duurde het weer oneindig lang voor we opnieuw konden vertrekken om eindelijk naar de boeren te gaan. Als je zegt dat je vertrekt, moet je minimaal een kwartier rekenen vooraleer je daadwerkelijk weg bent En onderweg die nog begroeten en een babbeltje slaan en daar nog bonen kopen en Uiteindelijk moeten ze ook nog genieten van het transport dat ze hebben met de gehuurde auto anders komen ze nooit op al die verschillende plaatsen. Veel flexibiliteit en geduld dus als je naar de tropen gaat!
Deze avond zijn Roseline en ik en een Cubaanse buur van haar dan nog gaan zwemmen in het nationaal hotel en zelfs in het mooiste zwembad. Je kunt er echt zo binnenlopen.
Morgen gaan we nog meer stalen nemen bij verschillende boeren en donderdag kunnen we misschien mee met een boer die chef is van de coöperatie van boeren in de buurt van het instituut, een heel interessante man die heel veel weet over vanalles, vooral de autonome kennis van de boeren hier, iets wat je niet in boeken terugvindt, en die man kan vooral heel goed vertellen. Hij zou ons een dag meenemen met zijn vrachtwagen om boeren te bezoeken. Dat is in ieder geval de planning .
Het Cuba-avontuur begon met een lange reis over de Atlantische oceaan. Het eerste land dat we vanuit het vliegtuig zagen waren de Bahamas, prachtige, helderblauw omringde stukjes groen in een oneindig groot zeeblauw. Snel hierna volgden de kusten van Cuba. Na een heel traject van twee uur door de vlieghaven stonden we eindelijk bij mijn Spaanse begeleider Germán die ons al lachend met een kartonnen bordje met Lara E Ramaekers stond op te wachten. Buiten verzwolg de tropische vochtige hitte ons al gauw. Een taxi reed ons vanuit de luchthaven naar de casa particular die Germán voor ons had gereserveerd. Lange reeksen sloppenwijken maakten snel plaats voor typische oude koloniale huizen met tuinen waarvan het merendeel dringend een grote opknapbeurt kon gebruiken. Enkel de gebouwen van de Staat musea, ministeries, schoolgebouwen, - en sporadisch enkele privéwoningen hadden nog steeds niets aan pracht en praal moeten inboeten en leken nog steeds in depre-revolutionaire tijd te vertoeven. En ja, op de weg rijden inderdaad een aantal echte museumstukken rond, oude Amerikaanse wagens die recht uit de filmzaal lijken te komen, sporadisch zie je ook wel nieuwe autos die je bij ons ook ziet. De uitlaatgassen van zo één oude wagen tellen voor minstens twintig wagens bij ons. Hoewel er dus in Havana niet zoveel autos rondrijden als in andere grote steden, stinkt het er dus verschrikkelijk naar uitlaatgassen vooral in de piekuren. Dat is natuurlijk wel een beetje spijtig. De aandoening die hier dan ook het meeste voorkomt, schijnt astma te zijn.
De eerste dag liepen we hier echt verloren, het is een enorm grote stad en het transport hier is heel slecht geregeld of heel duur (taxis zijn relatief duur want enkel toeristen gebruiken ze). Winkels zoals bv. Grote supermarkten zijn hier eigenlijk niet, je hebt wel enkele winkels van de staat waar ze water en frisdrank verkopen en melk, vlees en vis. Een beetje kaas kun je ook wel vinden maar tegen hoge prijzen. Naast deze staatseconomie heb je ook nog de marktjes op straat waar je allerhande fruit kunt kopen, wat groenten en ook vlees en hier betaal je dan met nationaal geld nl. Cubaanse pesos (1 euro is 24 pesos en 1 peso is 5 pesetas en 1 peseta is 20 centavos). Deze marktjes zijn spotgoedkoop maar je moet er wel voor zorgen dat je alles grondig wast wil je niet ziek worden.
De casa particular in Havana waar we de eerste 4 nachten hebben geslapen ligt in het mooiere deel van Havana nl. Havana vedado. Het is van een rijke, communistische familie; heel kitcherig ingericht met allemaal spullen van de jaren 60 en heel veel spiegels en tierelantijntjes. De kamer was groot met een aparte grote badkamer, ze hadden ook een gezellige terras en het huis lag aan een vrij rustige straat. De andere kamers werden verhuurd aan een Duitse en twee Zwitserse. De twee Zwitserse bleken hier gedurende een paar maanden op vakantie te zijn en hielden er allebei een Cubaanse vriend op na die in dezelfde straat woonde. De vrouw des huizes kon je zowat vergelijken met de dikke versie van Cruwella Devil van de 101 Dalmatiërs. Het Cubaans dat ze brabbelde was meestal niet te verstaan en als ik dan opnieuw vroeg wat ze zei, dan werd ze soms zelfs wat lastig. De ene keer was ze heel vriendelijk en de andere keer als ze slechte zin had dan moest je wel oppassen. Haar man daarentegen was een heel lieve sloof die niets te zeggen had. De verdieping die ze hadden was verdeeld onder hen, zij had de twee voorste, grootste kamers met terras en hij had de achterste kamer. Volgens mij hadden ze ook beide een keuken. Hij had in Santa Clara rechten gestudeerd en had een hoge functie bij de Staat wat betreft internationaal recht. Ze hadden samen één doofstom meisje dat heel erg lief was maar eigenlijk ook zielig: ze deed niets anders dan de hele dag thuis blijven en was dolblij als ze je kon helpen met al was het maar de deur opendoen. Het huis lag ook ver van de bushalte die ik zal moeten nemen voor Quivicán naar het bodeminstituut en vermits Cruwella me ook niet wilde laten blijven voor 15 euro, gingen we dan maar op zoek naar iets anders. Dat was wel snel gevonden bij een ontzettend leuke zeer Amerikaans gezinde vrouw die ons onmiddellijk omdoopte tot haar prins en prinses. De komende maand zal ik dan ook hier blijven, vanaf november is de kamer verhuurd aan iemand anders, dus dan op zoek naar iets anders. Maar ze gaat me daar zeker bij helpen, heeft ze mij verzekerd.
Donderdag zijn we dan naar Santa Clara gegaan met een superdeluxebus die meestal enkel toeristen nemen. Het landschap tussen Havana en Santa Clara was prachtig, heel groen met palmbomen, bananenplanten en grote weides met af en toe wat akkers met suikkerriet of bananenplantages. De casa particular die de secretaresse van de faculteit voor Steven had gereserveerd, was bij een oudere vrouw die heel lief was en behulpzaam. We kregen er s morgens een fantastisch ontbijt voorgeschoteld. Het was echt een fijn iemand om mee te babbelen. Zij was ook anti-F omdat het revolutionaire tijdperk van een groot deel van haar leven eigenlijk een puinhoop had gemaakt. Zij was afkomstig van Santa Clara en trouwde toen ze 19 was. Daarna woonde ze met haar man en kinderen gedurende 10 jaar in Havana tot 1960. Toen besloot F dat iedereen terug naar het geboortegebied moest gaan wonen. Het was niet verplicht, maar haar man was een grote aanhanger van het socialisme zoals ze het hier noemen en volgde blindelings Fs regeltjes. Ze ruilden hun huis in Havana met het huis van iemand anders in Santa Clara. Je kunt hier immers geen huis of auto kopen. De staat beslist, afhankelijk van je werk, of je een auto nodig hebt of niet en als je wil verhuizen, kun je enkel je huis ruilen met het huis van iemand anders. Dochters en zonen en pasgetrouwde stellen moeten dus bij hun ouders blijven wonen F had ook besloten een reorganisatie van de werkkrachten te voltrekken zodanig dat bijvoorbeeld mensen die jarenlang kantoorwerk hadden gedaan, opeens op het veld moesten gaan werken. Haar man die niets van het platteland afwist, kreeg ook werk bij boeren. Een jaar na hun verhuis naar Santa Clara stierf hij van een encephalitis die hij had opgedaan van een dood paard dat in het veld lag. Hij was 33 en zij 29
Steven kon bij haar blijven voor 15 euro per nacht maar zonder ontbijt en zij had ook al mensen die in november of december kwamen. Bijgevolg gingen we ook in Santa Clara op zoek naar iets anders. En plots vonden we via via daar een heel gezellige familie die een prachtig appartement jawel, met keuken, badkamer, zomaar even drie dakterrassen en een grote slaapkamer- aanboden voor 15 euro omdat Steven student is en vijf maanden ging blijven. De vrouw is huisvrouw en blijft de hele dag thuis, haar man is een hele leuke vent die heel veel in huis doet en ook echt alles kan. Hij had het hele appartement pas opnieuw geschilderd. Zij hebben een dochter van 18 die psychologie gaat studeren aan de universiteit en dus samen met Steven iedere dag de trein zal nemen. Dan hebben ze ook een jonger zoontje van 9 die gek is op baseball. Zijn papa en hij nodigden Steven zelfs al uit om met hen eens te gaan baseballen en om mee te gaan naar een kampioenschap in Cuba binnenkort. Ik ben er zeker van dat Steven er heel goed terecht gaat komen, het is echt een leuke, hechte familie. Vorig jaar woonde er bij hen een Duitse student in die een jaar lang aan de universiteit heeft gestudeerd. Toen hij aankwam, kon hij letterlijk geen enkel woord Spaans en na een jaar sprak hij goed en snel. Zij weten dus precies hoe je iemand Spaans moet leren; ze praten langzaam en articuleren heel duidelijk en goed en vragen steeds opnieuw of je het wel begrepen hebt en als je iets niet snapt, dan proberen ze het uit te leggen, desnoods met handen en voeten.
Ondertussen ben ik terug naar Havana gekomen. Hier is het veel drukker, maar er is ook meer te doen dan in Santa Clara. Het enige dat hier nog een beetje problematisch is, is het eten. In Santa Clara waren we nl. bij de vrouw van Roldan gaan eten. Roldan is de Cubaan die bij ons op het labo in Leuven werkt en die Steven een heleboel babykleertjes en andere spullen had meegegeven voor zijn vrouw en zoontje en voor de baby die in december zal geboren worden. Zij leven heel armoedig, maar wilden absoluut dat we bleven eten. De middag toen we aankwamen zijn we daar dan gaan eten, het was wel lekker maar erg vettig en vermits ik daar niet goed tegen kan, had ik het de volgende morgen zitten. Ik had wel geen krampen, maar vermits het niet echt over ging, heb ik de volgende morgen wat imodium genomen. Ik denk dat het nu wel beter is.
Hier in Cuba zijn geen echte grote supermarkten waar ze alles hebben, het is moeilijk alles goed te vinden. Op de marktjes kun je wel veel fruit kopen, maar het vlees ligt er zo de hele dag, stinkt en zit vol vliegen, dus dat riskeer ik zeker niet. Ik heb ondertussen aan Laura, de vrouw waar ik nu zit voor een maand, gevraagd of ze me een keer mee kon nemen naar de winkels om te zien wat zij koopt. Ik hoop dat Roseline, mijn begeleidster van België ook wat goede ideeën heeft, zij heeft hier vorig jaar tenslotte al zes maanden geleefd. Zij komt vandaag aan. Gelukkig zijn er restaurantjes hier waar het niet zo duur is, maar dus wel erg vettig
Vandaag heb ik een hele fijne en interessante dag gehad. Gisteren waren we voor het eerst naar het bodeminstituut gegaan. Om zes uur s morgens opstaan en dan om tien voor zeven de bus (lees: wrak) nemen. De bus is eigenlijk te slecht om nog op het schroot te staan, alles is haast weggeroest, de kapot vanvoor staat open omdat hij constant in pan ligt en bij het schakelen piept en kraakt hij zo hard dat je je wel eens gaat afvragen of ze de versnellingsbak zelf er niet uit gesloopt hebben. De deuren gaan al lang niet meer dicht en sommige van de ijzeren stoeltjes staan op het punt met een grote zucht ineen te stuiken. MAAR het belangrijkste is dat hij dus effectief blijft rijden, ongelooflijk! En de chauffeur is gelukkig ook een hele goeie garagist, binnen de twintig minuten is een panne al gefikst.
Dus na anderhalf uur op deze bus arriveerden we dan eindelijk in het bodeminstituut via een lange oprit met palmbomen aan weerskanten. Witte gebouwen in het veld, op het eerste zicht zag het er allemaal netjes uit maar binnen Het labo van mijn begeleider en zijn vrouw bestaat uit twee kamers, een ervan zijn ze aan het opruimen, één grote rommel dus. Volgens mij stellen ze het zelf uit omdat ze het niet zien zitten die rotzooi op te ruimen. De andere kamer is iets kleiner en het aanrecht staat ook vol rommel. Eigenlijk wordt dit labo meer als keuken gebruikt door de vrouw van mijn begeleider. Als we aankomen, gaat ze met de bunsenbrander in een ouderwets theepotje eerst koffie maken. Die giet ze dan in een maatbeker en verdeelt ze vervolgens over verschillende kleine tasjes. Om 9 uur dus koffie en om 10 uur maakt ze thee. Als je de frigo opendoet, ligt er melk, yoghurt, fruit en kaas van de boeren. Over het aanrecht paraderen er rijen mieren en soms komt er stiekem wel eens een muis vanonder de kastjes piepen. De incubator wordt meestal gebruikt om stukjes brood op te warmen die je dan als vieruurtje met confituur kunt opeten. In dit labo is er ook een steriele kamer. Steriel is misschien niet het juiste woord, maar het is er wel wat meer opgeruimd dan de rest. Enfin, om kort te zijn, het is er dus best gezellig!
Het middageten zal ik maar één keer beschrijven want het is elke dag hetzelfde: witte rijst met een saus van zwarte bonen,zoete aardappel of bakbanaan en de groente van het seizoen. Dat is nu kool en in november komen de tomaten en de sla eraan.
Gelukkig moeten we hier niet zoveel labowerk doen, enkel wat bacteriën overenten en opgroeien, meer niet. De kunst is dan natuurlijk zo weinig mogelijk besmetting te hebben.
Vandaag hebben we opnieuw de bus genomen naar het bodeminstituut om in de namiddag wat boeren in de buurt te bezoeken vermits we bij hen veldproeven gaan doen. Op twee velden hebben we dan bodemstalen genomen. In het begin op het veld was de zon echt verschroeiend heet, alles leek warmte uit te ademen. De typische rode gronden waren wel een mooi zicht alle theorie van tropische landbouw van Leuven leek opeens tot leven te komen.
De landbouw is hier een echte mannenwereld. Dat merkten Roseline en ik wel snel, de eerste boer paste totale negatie toe en sprak enkel met een Cubaan van het bodeminstituut die met ons was meegekomen. Ik denk dat hij zich afvroeg wat wij vrouwen hier in godsnaam op het veld kwamen zoeken in plaats van zoals het hoort achter het fornuis te staan met een bende kinders aan de rokken. Ach, die gekke blanken!
Naast het tweede veld waar we stalen namen, waren pas bonen gezaaid en vier boeren waren met een hak het jonge onkruid aan het wieden. Spontaan gaf een oudere man mij de hak en vroeg me of ik het kon voordoen, gelukkig ging dat wieden goed, tja, met al die ervaring bij ons in de tuin. Ze waren tevreden. Deze man, een zwarte, vertelde mij trots dat hij bijna tachtig was! En daar midden op de dag in de verschroeiende hitte uren achter elkaar onkruid staan wieden met een hak! Wat zijn wij blanken toch een zwak en verwend ras geworden! Geen van ons met dezelfde leeftijd zou dit ook maar één dag overleven.
Ik ben blij dat we onze veldproeven dit jaar bij de boeren doen, dan leer je pas het echte leven kennen hier op het veld en zie je hoe keihard het leven op het platteland in de tropen is. Dan pas doe je de juiste ervaring op en leer je op een functionel manier je project te benaderen, in functie van de toepassing voor de boeren. Het is echt ontzettend interessant en leerrijk en ik ben oneindig blij dat ik als minor tropische landbouw heb gekozen, dat komt me nu echt enorm van pas en is een degelijke voorbereiding op het werk hier in de tropen.
Deze maandag trekken we een hele dag uit om naar boeren in het westen van Cuba, nl. Piñar del Río, te gaan om er ook veldexperimenten op te zetten. Dit deel is het meest groene deel van Cuba en ligt meer in de bergen. De boeren zijn er erg arm in tegenstelling tot de boeren ten zuiden van Havana, zij vormen immers de leverancier van de hele hoofdstad. Ik ben al zeker dat het fantastisch gaat worden.
Dinsdag ben ik nog gaan zwemmen in een van de twee zwembaden van Hotel Nacional, het mooiste hotel van de stad. Als buitenlander mag je er binnen en mag je in een van de twee zwembaden zo zwemmen. De gasten liggen meestal aan het andere mooiere zwembad en voor de rest dat ik dat weinigen dit weten zodat ik het zwembad quasi voor mij alleen had! Het ligt echt idyllisch tussen de palmbomen in een prachtige tuin, een eilandje van rust in deze drukke, woelige stad.
Roseline zei me vandaag ook dat ze vond dat Cuba toch een van de moeilijkere landen van Latijns-Amerika was om je aan te passen. Zij is zelf al in Mexico en Colombia geweest. Het transport is hier nl een ramp en ook het eten is moeilijk. Maar nu na een week heb ik er al helemaal geen moeite mee temeer daar ik nu elke avond bij Laura,de vrouw waar ik tot november een kamer bij huur, lekker eten krijg voor een kleine vergoeding.
Het leven zoals het is⦠Als student in Cuba â week 3
En jawel we
leven nog, we zijn nog niet uitgehongerd maar deze week hebben mijn darmen het
dan toch laten afweten. Ik dacht dat het irritante probleem aan mij voorbij zou
gaan maar het heeft mij niet overgeslagen. Vanalles geprobeerd om het te
stoppen maar het wou toch niet lukken tot ik uiteindelijk een medicijn gebruikt
van hier en uiteindelijk, na 6 dagen van ellende, hoop ik dat ik ervan af ben.
Ze zeggen hier dat dat normaal is, iedere buitenlander heeft daar wel last van,
maar ze zeggen ook dat zelfs de cubanen er nu last van hebben. Maar swat
genoeg over mijn ellende laten we het over iets plezanters hebben: "Het Cubaanse
leven". Ze hebben hier niet veel maar ze zijn toch gelukkig, vriendelijk en
behulpzaam. Toch heb ik een aantal mensen gezien die volgens mij op straat
leven en dat gaat dan als een mes door het hart. Volgens mij leefden ze in een
bushalte en als de bus stopte kwamen ze bedelen voor een beetje water. Straks
iets meer over de bus.
Verder loopt er hier nog een man rond waarvan zijn schoenen nog amper te zien
zijn. Hij heeft zon karretje waar hij al het afval oplegt dat hij nog kan
gebruiken. En dan loopt ge daarlangs met uw jeans-broek aan en uw laptop. Dan
denkt ge toch echt verdorie wat moeten die mensen hier niet van ons denken, niet
moeilijk dat die van ons willen profiteren. Maar ze begrijpen zelf niet dat het
in België superduur is. Ze denken allemaal dat als je naar België komt dat ze
tvs, computers en allerlei kunnen kopen want iedereen heeft dat in Europa. Tot
ze dan toch de prijzen voorgeschoteld krijgen en dan beseffen ze toch dat
Europeanen weliswaar veel geld verdienen maar ook veel meer moeten uitgeven.
Een brood in België kost bijna 2 euro, terwijl een gewoon brood hier amper 16
eurocent kost.
De
steden
zelf worden hier wel goed onderhouden. Er zijn mensen die de straten
vegen maar
als je dan net buiten de stad gaat dan zie je zo in het veld, al het
afval
opgestapeld liggen. Van tijd tot tijd wordt een deel van het afval
opgestookt
maar het merendeel wordt toch in de zee gedumpt. Ze kunnen dat hier
niet
verbranden want er is te weinig brandstof beschikbaar omdat te doen. De
Cubanen
zelf gooien veel afval gewoon op de weg en s avonds zetten ze dat dan
in een
gesloten plastieke zak langs de weg en wordt dat opgehaald. Het
probleem is
dat hier zoveel straathonden rondlopen die volledig vel over been zijn
en die
plastieke zakken uitkuisen op zoek naar voedsel en uiteraard wordt al
het afval
dan weer verspreid over de weg. Zelfs het toiletpapier wordt hier in de
vuilbak gegooid ipv in het toilet, om verstopping tegen te gaan. Heel
plezant als ge buikloop hebt. Ik heb hier toch mijn voeten aangeveegd
en het in het toilet gegooid maar er voor gezorgd dat het niet
verstopt. De honden van de mensen thuis mogen gewoon zo
buiten rondlopen, zonder toezicht, zonder leiband. De hond komt wel
terug
wanneer hij zin heeft. Met als gevolg dat hier elk jaar meer en meer
puppys op
de wereld komen en meer en meer straathonden zijn die er echt zielig
bijlopen en honger hebben.
Nog effe
iets kort zeggen over de bus. De bus die naar de universiteit en terug rijdt is
ongelofelijk. Als iemand aan de bushalte komt, vragen ze altijd wie de laatste
is maar als de bus aankomt is het stormen naar de opstapplaats. De plaatsen
respecteren zijn ze dan weer effe vergeten. Het is dan echt drummen om op de
bus te geraken, geduw en getrek wat soms uitmondt in felle woordwisselingen
waar ik dan geen jota van begrijp. Ik wring soms ook voor een plaatsje op de
bus want anders moet je rechtstaan en dat is zoals sardientjes in een blik,
letterlijk op mekaar geplakt, elke vierkante cm waar nog iemand kan staan, zal
er iemand staan. Neem bij ons een bus en zet er meer dan drie keer de toelaatbare
hoeveelheid mensen op en je hebt hetzelfde effect. En dan moet je er bij
stilstaan dat die bus om het half uur komt. Een bus om het kwartier zou een
oplossing zijn maar er, zoals eerder vermeld, niet voldoende benzine
beschikbaar. Als je moet rechtstaan ga je best in de gemakkelijkste positie
staan die mogelijk is want voor de rest van de bus rit kan je toch niet meer
bewegen, dat is zon een dik half uur en dat reken je daar nog een temperatuur
van 35°C
bij en dan heb je zo wel een beeld van hoe het er op zon bus aan toegaat. De
bus kost dan ook maar amper 0.8 eurocent.
Naast het
harde werken op de universiteit is er natuurlijk ook tijd voor ontspanning
nodig en gisteren, zaterdag 30/09, ben ik voor de eerste keer gaan dansen. 2
Belgische meisjes, die pedagogie studeren in gent en die hier hun stage komen
doen, hadden mij meegenomen naar een leuke discotheek. Het is wel een
holebi-tent zeiden ze maar het is best wel grappig. En een holebi-tent was het:
mannen in spannende shirten, oorbellen, lang haar, gesminkt, een voor een
vrouwelijke mannen. Ik was daar nog niet te goed binnen of er waren al mannen
mij aan het bekijken. Uiteindelijk heb ik er geen last van gehad buiten 1 jongen
die heel verlegen bij ons is komen staan en vroeg of we ook gay waren. We
zeiden uiteraard van niet,
en dan moest hij lachen. Hij zei dat dit eigenlijk
wel een holebi tent was en vroeg of ons dat nog niet was opgevallen.
Verder heel leuk
mee kunnen babbelen tot hij uiteindelijk tegen van de meisjes heeft
gezegd dat hij mij wel
zag zitten maar dat ze het niet tegen mij mochten zeggen. Hij is vroeg
doorgegaan.
Gelukkig maar want ik had geen borden in mijn broek gestoken ;). Die
avond was
er nog drag-queen show (ik weet niet hoe je dat schrijft). De mannen
begonnen dan
geld in hun boezems te steken in ruil voor een zoen. Dan was er ook nog
een
Cubaanse vrouw, best een knappe, van 27 die de hele avond rond mij nek
kwam
hangen. Ze wou meer dan alleen maar dansen maar ik vertelde haar dan ik
al
iemand heb waar ik heel veel van hou. Dat begrijpen ze daar dus niet.
Die is
hier toch niet en die hoeft dat toch niet te weten. Hier is blijkbaar
de
gewoonte om niet trouw te blijven aan 1 partner. Ze is toch
gefrustreerd naar
huis gegaan denk ik. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel eens leuk
vond om te
zien, maar ik voelde mij toch niet op mijn gemak en ga daar toch
wegblijven in het vervolg. Het was trouwens een discotheek waar er
hedendaagse muziek gedraaid en ik
ben meer op zoek naar een gezellige Cubaanse Salsabar waar er gedanst
kan
worden zonder meer te willen. Ik hoop dat ik zoiets vind.
Gisteren,
zondag 1/10 hebben we dan meer eens de toerist uitgehangen en ben ik samen met
die 2 meisjes naar Cayo Las Brugas geweest, een eilandje waar alleen toeristen
mogen komen. Echt fantastich, zo bijna een privéstrand met helder blauw water,
gewoon geweldig. Ginder zijn dat allemaal van die kleine eilandjes waar geen
Cubanen mogen komen en die allemaal via een weg over het water verbonden zijn.
Aan het begin van die weg staat dan zon flik, die eigenlijk niet veel te doen
heeft, de paspoorten te controleren. De mensen hebben hier inderdaad wel
allemaal een job maar er zijn toch een aantal van die jobs waar mensen
eigenlijk nen hele dag op een stoel moeten zitten en niks doen en dat in de
middle of nowhere. Maar ja, zelfs na 3 weken is toch nog aanpassen geblazen.
Pff het is hier warm zeg, toch effetjes wennen maar het gaat
ons goed. We hebben geen problemen gehad met ons visum en douane voor mij
apparatuur. Ze hebben mij wel een toeristenvisum aangesmeerd in Nederland dat
ze in Cuba nog eens niet bekeken omdat mij ander visum wel voldoende was dus
Eerst zijn we een aantal dagen in Havana gebleven voor Lara.
Wat ons onmiddellijk opviel was dat er enorm veel uitlaatgassen waren, die
pakken echt op uw adem en dat de huizen echt niet onderhouden zijn. Zelfs de
rijkere families in hun koloniale huizen laten hun huizen gewoon afblakeren. Het
algemene beeld is wel bekend, de autos van de jaren 60 maar dat begint
stilletjes aan af te nemen, meer en meer nemen de nieuwere autos hun intrek in
het Cubaanse leven. De mensen zijn echt behulpzaam en last van bedelaars hebben
we nog niet gehad. Zeker in de Havana bekijken ze u wel alsof je een aap in de
zoo bent. Na een aantal dagen in Havana om een kamer voor Lara te zoeken, zijn
we naar het centrum van Cuba getrokken, naar Santa Clara, waar ik ga
verblijven. Het ligt spijtig genoeg niet aan de zee. De eerste indruk is dat
het hier wel armer is, geen koloniale huizen, weinig autos. het transport
gebeurt hier trouwens via paard en kar of met de fiets of bus, en dat is
pokkengoedkoop. Voor 0.8 eurocent mag je met de bus rijden of met de trein en
voor 4 eurocent met paard en kar. De taxis proberen u wel af te zetten.
Na een aantal dagen bij een leuk oud vrouwtje te verblijven
heb ik hier toch een prachtig appartement gevonden bij een leuk gezinnetje. Grote
kamer met airco en frigo, badkamer, keuken, tv, radio, een terras vooraan en
achteraan en immens dakterras met een enorm uitzicht over de stad. Diegene die
willen afkomen, kom maar af, je mag blijven logeren voor heel weinig geld.
Momenteel zit op de universiteit op mijn eigen bureautje,
met mijn eigen internet aansluiting wat hier zeker niet de gewoonte is. Dus ik
hoop wat meer verhalen te kunnen posten want de voorbije week heb ik nog geen
tijd gehad. De mensen zijn hier heel aardig en ga me echt goed helpen, ik krijg
zelfs studenten onder mijn hoede die gaan helpen omdat die ook een eindwerk
moeten maken.
Binnenkort zal ik nog wat meer verhalen posten, want
momenteel moet ik nog veel mails versturen.
Van zodra we een minuutje tijd hebben, zullen we onze avonturen delen
met jullie. De internetverbinding in Cuba zal niet altijd even
gemakkelijk zijn maar ik zal mijn best doen om jullie op de hoogte te
houden.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.